• No results found

Twee halen, ...

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Twee halen, ..."

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Twee halen, ...

Over de prijs van meervoudig beroep op gesubsidieerde

rechtsbijstand

W.M.E.H. Beijers, A. Klijn, J. van der Schaaf en G. Paulides

Onderzoeksnotities 1998/3

Samenvatting

Om de door rechtzoekenden ervaren prijsdrempel op de weg naar het recht enigermate te slechten heeft de - voormalige -Staatssecretaris van Justitie onlangs voorgesteld de huidige

anticumulatieregeling in de Wet op de rechtsbijstand (Wrb, Stb. 1993, nr 775) te verruimen. Binnen de huidige regeling behoeven rechtzoekenden die binnen een periode van 3 maanden meermalen een beroep op rechtsbijstand moeten doen slechts eenmaal de verschuldigde eigen bijdrage te betalen. Deze 'prijskorting' wordt alleen gegeven wanneer er sprake is van eenzelfde rechtsbelang en het bijstand in een juridische procedure (en niet slechts adviesbijstand) betreft. In dat kader heeft zij het WODC verzocht inzicht te verschaffen in de omvang en de aard van het meervoudig beroep op de gesubsidieerde rechtsbijstand en de financiële gevolgen van mogelijke verruimingsopties te berekenen.

Ter beantwoording van die vraag is een analyse gemaakt van het patroon van het al dan niet meervoudig beroep op gesubsidieerde rechtsbijstand van alle nieuwe aanvragers uit het jaar 1996 gedurende 1 jaar na het moment van dat beroep. Daaruit blijkt dat ongeveer een derde van hen minstens een tweede aanvraag indient. Van het meervoudig beroep op de voorziening komt 20 procent in aanmerking voor anticumulatie. Tevens is nagegaan of er in het gebruikspatroon - zowel dat met betrekking tot het meervoudig beroep op de subsidie als dat inzake het in aanmerking komen voor anticumulatie - sprake is van een eventuele samenhang met het inkomen van

subsidiegebruikers. Dat blijkt in geen van beide situaties het geval. Het is niet zo dat lagere inkomens, met een lagere eigen bijdrage, vaker dan de hogere inkomens meervoudig om subsidie vragen. Het is ook niet zo dat, gegeven dat men meerdere malen om gesubsidieerde rechtsbijstand verzoekt, hogere inkomens vaker voor anticumulatie in aanmerking komen. Beide uitkomsten ondersteunen de uit ander onderzoek afkomstige aanwijzingen dat de aard van de problemen van grotere betekenis is voor de verklaring van het gebruikspatroon van de gesubsidieerde rechtsbijstand dan de prijs ervan. Wat betreft het beroep op de anticumulatie is er wel een duidelijke samenhang met de aard van de problemen. Dat heeft voor een groot deel te maken met de wijze waarop het 'recht' een probleem juridisch in verschillende deelproblemen vertaalt.

De door de Staatssecretaris voorgestelde verruiming van de regeling komt neer op een verruiming van de termijn (van drie naar zes maanden), het rechtsbelang (van hetzelfde naar een willekeurig), de soort van de rechtsbijstand (van procesbijstand naar zowel advies- als procesbijstand) en de persoon van de verzoeker (van de oorspronkelijke rechtzoekende naar tevens diens partner). Tevens is voorgesteld het tarief aan te passen (in plaats van het volledig kwijtschelden van de in hoogte variërende eigen bijdrage wordt een vaste prijs (f 110, - ) voorgesteld voor elk tweede en volgend beroep). De huidige anticumulatieregeling kost volgens onze becijferingen 2,4 miljoen gulden per jaar. De door de staatssecretaris voorgestelde verruimingsvariant zal naar schatting 4 miljoen per jaar vergen; hetgeen ongeveer 1,6 miljoen aan meerkosten impliceert.

Er zijn tweeërlei bedenkingen tegen de voorgestelde variant aan te voeren. Het gevolg van het voorstel is dat de laagste inkomens er in tegenstelling tot de andere op achteruit gaan. Om tot een evenwichtiger spreiding van het financiële voordeel van de voorgestelde regeling over de

verschillende inkomenscategorieën te komen, valt te pleiten voor het handhaven van het huidige nultarief in plaats van dat te vervangen door het f 110 -tarief. Een ongewenst gevolg van uitbreiding van de huidige regeling zou 'de aanzuigende werking' ervan kunnen zijn ten gevolge van het loslaten van het thans geldende procesbijstand-vereiste. Om dat te voorkomen zou het overweging verdienen

(2)

deze eis, dat het om procesbijstand moet gaan, te handhaven. Op basis van deze beide

uitgangspunten zijn de kosten berekend van negen verruimingsvarianten. De meerkosten van deze WODC-varianten belopen minimaal 400.000 en maximaal 5 miljoen gulden op jaarbasis. Overigens lijden bij gebrek aan de noodzakelijke informatie al de in deze studie gepresenteerde ramingen van de financiële gevolgen aan een zekere onderschatting.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de nieuwe constellatie was kortom de persoonlijke normatieve motivatie dominant en werd deze ondersteund door de economische motivatie (de angst voor meer boetes).. Ook wat

de verplichtingen nakomt die op de verantwoordelijke rusten ten aanzien van de verplichting tot melding van een inbreuk op de maatregelen, bedoeld in artikel 13, waarvan

pleziervaartuigen voor een aantal prioritaire stoffen uit het Nederlandse milieubeleid. Het aanvullend scenario scoort vooral tussen 2000 en 2020 aanmerkeliik beter dan het IMEC-

Waar voor de toepassing van het huidige artikel 36e lid 3 Sr ir- relevant is wie de andere strafbare feiten begaan – dat is ruimer dan ‘gepleegd’ omdat met ‘begaan’ wordt

Tegen deze achtergrond heeft de Hoge Raad aangegeven dat een hoofdelijkheidsconstructie ‘zich niet [verdraagt] met de aard van de maatregel tot ontneming van wederrechtelijk

gemoedsbeweging die is veroorzaakt door een wederrechtelijke aanranding, volgt dat aannemelijk moet zijn dat de aldus veroorzaakte gemoedsbeweging van doorslaggevend belang is

Soms moeten de bloedverdunners één week voor de ingreep worden gestopt, maar alleen als uw KNO-arts dat zegt..

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun