• No results found

ADVIES Nr 007 / 2000 van 13 maart 2000

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ADVIES Nr 007 / 2000 van 13 maart 2000"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AD2000- 07 - 1 / 3

ADVIES Nr 007 / 2000 van 13 maart 2000

O. Ref. : 10 / A / 2000 / 003

BETREFT : - Ontwerp van koninklijk besluit waarbij aan de Commissie voor regularisatie, ingesteld door de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk, toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen.

- Ontwerp van koninklijk besluit waarbij aan de Commissie voor regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk, het gebruik wordt verleend van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 29.

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid artikel 5, eerste lid (gewijzigd door de wet van 30 maart 1995) en artikel 8 (gewijzigd door de wet van 15 januari 1990).

Gelet op de adviesaanvraag van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 januari 2000.

Gelet op het verslag van de heer R. Trogh.

Brengt op 13 maart 2000 volgend advies uit.

(2)

AD2000- 07 - 2 / 3

1. VOORWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG :

---

Het ontwerp van koninklijk besluit dat door de Minister van Binnenlandse Zaken aan de Commissie voor advies wordt voorgelegd, heeft tot doel de Commissie voor de regularisatie, ingesteld door de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk, te machtigen om het

identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken.

Daarbij wordt eveneens het ontwerp van koninklijk besluit dat de toegang regelt van de betrokken Commissie voor de regularisatie tot de inlichtingen van het Rijksregister, ter informatie aan de Commissie voorgelegd.

2. ONDERZOEK VAN DE ADVIESAANVRAAG :

---

De taak van de Commissie voor regularisatie bestaat erin, in toepassing van artikel 4 van de wet van 22 december 1999, de Minister die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, advies te verstrekken over de binnen het kader van die wet gedane aanvragen tot regularisatie van verblijf. Opdat zij, bij het vervullen van haar taak, snel over de juiste en volledige identificatiegegevens zou kunnen beschikken wordt aan de Commissie voor regularisatie, op basis van artikel 5 respectievelijk 8 van de wet van 8 augustus 1983, toegang verleend tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot en met 11°, en tweede lid van die wet, en de machtiging verleend om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken.

Het eerste ontwerp van koninklijk besluit vermeldt dat het Rijksregisternummer voor interne beheersdoeleinden slechts gebruikt mag worden als identificatiemiddel in de dossiers, bestanden en repertoria die door de Commissie voor regularisatie worden bijgehouden voor het vervullen van voormelde taak. In geval van "extern gebruik" mag het identificatienummer enkel medegedeeld worden in de relaties die voor het vervullen van voornoemde taak noodzakelijk zijn met hetzij de houder van het nummer of zijn wettelijke vertegenwoordiger, hetzij de openbare overheden en instellingen die ingevolge artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 zelf machtiging hebben verkregen om het identificatienummer te gebruiken en die optreden tot uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden.

Het verslag aan de Koning verduidelijkt dat het identificatienummer het voornaamste middel vormt om de personen die in het Rijksregister opgenomen zijn, op een snelle en efficiënte manier op te sporen. Tevens wordt benadrukt dat het nodige gedaan wordt om de privacy van de betrokkenen te waarborgen, door de personen die toegang hebben tot de inlichtingen en het

identificatienummer een verklaring te laten ondertekenen waarin ze zich ertoe verbinden de vertrouwelijkheid ervan te eerbiedigen. Bovendien wordt een lijst van deze personen ter

beschikking gehouden van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

De Commissie heeft geen opmerkingen bij dit ontwerp.

(3)

AD2000- 07 - 3 / 3

De Commissie wenst evenwel wel enkele opmerkingen te formuleren m.b.t. het tweede ontwerp van koninklijk besluit, dat haar ter informatie werd meegedeeld. Krachtens dit ontwerp van koninklijk besluit verwerft de Commissie voor regularisatie toegang tot de gegevens enerzijds m.b.t. de personen die in het Rijksregister zijn opgenomen omdat ze zijn ingeschreven in een bevolkings- of vreemdelingenregister, en anderzijds m.b.t. personen die in het Rijksregister zijn opgenomen omdat ze zijn ingeschreven in het wachtregister. M.b.t. de eerste categorie van personen stelt de Commissie zich de vraag of deze wel behoren tot de doelgroep van de

Commissie voor regularisatie. Dit zou in het verslag aan de Koning moeten worden verduidelijkt.

M.b.t. de tweede categorie (personen ingeschreven in het wachtregister) stelt de Commissie vast dat de toegang krachtens artikel 5, derde lid van de wet van 8 augustus 1983 voorbehouden is aan de in dat artikel uitdrukkelijk opgesomde instanties. De Commissie voor regularisatie wordt in deze opsomming niet vermeld. Wel wordt de minister vermeld, tot wiens bevoegdheid de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen behoren, en wordt aangegeven dat ook aan bij naam aangewezen diensten die rechtstreeks onder hem ressorteren toegang kan worden verleend tot de gegevens m.b.t. de personen opgenomen in het

wachtregister. De Commissie acht het dan ook noodzakelijk dat wordt nagegaan of de Commissie voor regularisatie een dienst is die rechtstreeks ressorteert onder de minister, tot wiens

bevoegdheid de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen behoren; zo ja, dan moet dit in het Verslag aan de Koning worden aangegeven.

Indien dit niet het geval zou zijn, moet de Commissie voor regularisatie worden toegevoegd aan de lijst vermeld in artikel 5, derde lid van de wet van 8 augustus 1983 vooraleer dit ontwerp van koninklijk besluit rechtsgeldig kan worden uitgevaardigd.

In artikel 1 van hetzelfde ontwerp van besluit worden de personen opgesomd die toegang verkrijgen tot het Rijksregister. De Commissie acht het belangrijk dat de toegang enkel wordt verstrekt aan de personen die deze toegang omwille van hun functie effectief nodig hebben. Dit is allicht niet het geval voor alle opgesomde personen. De Commissie stelt daarom voor dat de toegang beperkt wordt tot de leden van Commissie of het secretariaat ervan die deze toegang nodig hebben voor de uitoefening van hun functie en hiertoe bij naam en schriftelijk worden aangeduid door de eerste voorzitter of de administrateur van de Commissie.

OM DEZE REDENEN

brengt de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, onder voorbehoud van de hiervoor gemaakte opmerkingen, een gunstig advies uit.

De secretaris, De voorzitter,

(get.) B. HAVELANGE (get.) P. THOMAS

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In afwachting van de uitwerking van een degelijk regelgevend kader voor de DW AM&SB, adviseert de Autoriteit om in artikel 3 van het KB van 16 januari 2002 (zoals

hogervermelde reglementaire documenten op te stellen, te laten opstellen, af te leveren of te laten afleveren wanneer de verstrekkingen niet voldoen aan de voorwaarden bepaald in

indicaties over de persoonsgegevens die worden verwerkt (bijvoorbeeld artikelen 16 en 44). Daarenboven worden, zoals vermeld in punt 9, bijzondere persoonsgegevens artikel 9.1 AVG 7

Het is ook mogelijk dat er zich binnen de termijn voor boedelbeschrijving en beraad 1 , dit is 3 maanden en 40 dagen na het overlijden, niemand zich als erfgenaam of

De Dienst studieleningen en -toelagen van het Ministerie van de Franse Gemeenschap wenst in het kader van de taken die haar krachtens voornoemde wet van 19 juli 1971 opgelegd

Volgens het bij het ontwerp van besluit aangehechte Verslag aan de Koning zou de toegang tot het Rijksregister door de erkende maatschappijen, hun taak, die het beheer van de

Volgens de uiteenzettingen die horen bij het wetsvoorstel waarvan sprake (bladzijde 4) en de filosofie van artikel 80, § 6 van de de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle

01/99 van 11 januari 1999 betreffende het ontwerp van koninklijk besluit waarbij aan de "Université catholique de Louvain" en aan de Katholieke Universiteit Leuven de