1/4
Advies nr. 190/2019 van 16 december 2019
Betreft: advies betreffende een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 1, §§ 4bis, 4ter en 8; 17, § 12; 18, § 2; 24, §§ 1 en 9; 32, § 8, en 33, § 5, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (CO-A-2019-196)
De Gegevensbeschermingsautoriteit (hierna de “Autoriteit”);
Gelet op de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, inzonderheid op artikelen 23 en 26 (hierna “WOG”);
Gelet op deVerordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (hierna “AVG”);
Gelet op de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna “WVG”);
Gelet op het verzoek om advies van mevrouw Maggie De Block, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie ontvangen op 25/10/2019;
Advies 190/2019 - 2/4
Gelet op het verslag van mevrouw Alexandra Jaspar, Directeur van het Kenniscentrum van de Gegevensbeschermingsautoriteit;
Brengt op 16 december 2019 het volgend advies uit:
I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG
1. De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie verzoekt de Autoriteit om advies m.b.t. een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 1, §§ 4bis, 4ter en 8; 17, § 12; 18, § 2; 24, §§ 1 en 9; 32, § 8, en 33, § 5, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, hierna het ontwerp.
2. Het ontwerp brengt eigenlijk 2 soorten van aanpassingen aan. De eerste soort betreft terminologische aanpassingen die buiten de bevoegdheidssfeer van de Autoriteit vallen. De tweede soort heeft betrekking op de bewaartermijn van bepaalde persoonsgegevens, waarvoor de Autoriteit wel bevoegd is. De aanpassingen m.b.t. de bewaartermijn strekken ertoe om deze uniform op te trekken tot 5 jaar in plaats van de huidige regeling die, al naargelang, een termijn van 2 of 3 jaar voorop stelt.
3. Gelet op het feit dat het een welbepaalde punctuele aanpassing van bestaande gegevensverwerkingen betreft, beperkt de Autoriteit haar analyse tot dit specifieke punt.
II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG
4. Krachtens artikel 5.1.e) AVG mogen persoonsgegevens niet langer worden bewaard, in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, dan noodzakelijk voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt.
5. Artikel 1 van het ontwerp past artikel 1, paragraaf 8 van de bijlage aan het koninklijk besluit van 14 september 1984 aan. De in deze paragraaf bepaalde bewaartermijn van 2 jaar wordt vervangen door een termijn van 5 jaar. De in andere artikelen vermelde bewaartermijnen worden hierop afgestemd door deze te vervangen door een verwijzing naar deze paragraaf 8 van artikel 1 van de bijlage.
. . . . . .
Advies 190/2019 - 3/4
6. Uit de nota van het Verzekeringscomité van het RIZIV blijkt dat het optrekken en uniformiseren van de bewaartermijn is ingegeven door de termijn gedurende dewelke de inspecteurs1 van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV de verstrekkingen van de verzekering voor geneeskundige verzorging (…) controleren op het vlak van de realiteit en conformiteit met de bepalingen van deze wet, van haar uitvoeringsbesluiten en verordeningen en van de overeenkomsten en akkoorden afgesloten krachtens deze zelfde wet2.
7. Krachtens artikel 142, § 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, hierna de wet, moeten de materiële vaststellingen van een inbreuk op artikel 73bis3 van de wet gebeuren binnen de 3 jaar te rekenen vanaf de datum waarop de verzekeringsinstellingen de documenten betreffende de betwiste verstrekkingen hebben ontvangen. Daarnaast stelt artikel 174 van de wet dat de vordering tot betaling/terugvordering verjaart na 2 jaar.
8. De actuele bewaartermijnen zijn afgestemd op de verjaringstermijn en houden geen rekening met de termijn gedurende dewelke wettelijke controles kunnen worden verricht, niettegenstaande herhaaldelijk wordt gepreciseerd dat de documenten worden bewaard en ter beschikking zijn van de controleorganen4. In het meest extreme geval kan een prestatie bijna 5 jaar nadat ze werd geleverd het voorwerp van een controle uitmaken.
1 Het inspecterend personeel is sociaal inspecteur in de zin van artikel 16, 1°, van het Sociaal strafwetboek (artikel 146, § 1, derde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994).
2 Artikel 139, vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994.
3 Artikel 73bis : "Onverminderd eventuele straf- en/of tuchtrechtelijke vervolging, en onafgezien van de bepalingen uit de overeenkomsten of verbintenissen bedoeld in Titel III, is het de zorgverleners en gelijkgestelden verboden, op straffe van de maatregelen voorzien in artikel 142, § 1 :
1. reglementaire documenten die de terugbetaling toelaten van de geneeskundige verstrekkingen op te stellen, te laten opstellen, af te leveren of te laten afleveren wanneer de verstrekkingen niet werden verleend of afgeleverd of wanneer zij werden verleend of afgeleverd gedurende een tijdelijke of definitieve periode van verbod tot uitoefening van het beroep;
2. hogervermelde reglementaire documenten op te stellen, te laten opstellen, af te leveren of te laten afleveren wanneer de verstrekkingen niet voldoen aan de voorwaarden bepaald in deze wet, in haar uitvoeringsbesluiten en verordeningen, in de overeenkomsten en akkoorden afgesloten krachtens deze zelfde wet en/of verstrekkingen bedoeld in artikel 34 voor te schrijven gedurende een tijdelijke of definitieve periode van verbod tot uitoefening van het beroep;
3. hogervermelde reglementaire documenten op te stellen, te laten opstellen, af te leveren of te laten afleveren wanneer de uitgevoerde verstrekkingen noch preventief, noch curatief zijn in de zin van artikel 34;
4. verstrekkingen bedoeld in artikel 34 uit te voeren die overbodig of onnodig duur zijn in de zin van artikel 73;
5. verstrekkingen bedoeld in artikel 34 voor te schrijven die overbodig of onnodig duur zijn in de zin van artikel 73;
6. farmaceutische specialiteiten bedoeld in artikel 35bis, § 10, tweede lid, voor te schrijven boven de drempels bepaald door de indicatoren, zonder voldoende de aanbevelingen na te leven zoals bepaald in artikel 73, § 2, tweede lid;
7. reglementaire documenten niet af te leveren wanneer de aflevering ervan verplicht is of reglementaire documenten op te stellen, te laten opstellen, af te leveren of te laten afleveren die onregelmatig zijn zonder dat de vergoedingsvoorwaarden van de geneeskundige verstrekkingen in het gedrang komen;
8. de zorgverleners aan te zetten tot het voorschrijven of uitvoeren van overbodige of onnodig dure verstrekkingen;
9. voorschotten te ontvangen buiten de in artikel 53, § 1/1, bedoelde grenzen;
10.van de verplichting tot toepassing van de derdebetalersregeling zoals voorzien in artikel 53, § 1, veertiende lid, niet na te leven (…). "
4 Zie artikel 1, § 4bis, II, b), artikel 1, § 4ter, d), artikel 1, § 8, artikel 24, § 9, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984.
Advies 190/2019 - 4/4
9. Rekening houdend met de controlefinaliteit die uitdrukkelijk is voorzien, is de Autoriteit van oordeel dat de voorgestelde aanpassing van de bewaartermijn in het licht van artikel 5.1.e) AVG geen aanleiding geeft tot bijzondere opmerkingen.
OM DEZE REDENEN de Autoriteit,
stelt vast dat de ontwerptekst geen aanleiding geeft tot bijzondere opmerkingen.
(get.) Alexandra Jaspar
Directeur van het Kenniscentrum
