• No results found

Toon me hoe je woont...

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Toon me hoe je woont..."

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

D O S S I E R T O O N M E H O E J E W O O N T . . .

12

K E R K + L E V E N - 5 S E P T E M B E R 2 0 0 7

13

K E R K + L E V E N - 5 S E P T E M B E R 2 0 0 7

AUWELIJKS drie generaties terug.

Aan het begin van de twintigste eeuw laat een succesvol- le zijdefabrikant het breed hangen bij de inrichting van zijn huis annex fabriek in de Tolpoortstraat te Dein- ze. Onbescheiden etaleert de heer De Coutere-Plas zijn welstand, waarbij hij zijn nieuwe woonst bo- vendien een persoonlijke toets meegeeft. Zijn passie voor de zijde- industrie spreekt vandaag nog tot de bezoeker via details in glasra- men, beeldhouwwerk, de mozaïek- vloer in de hal waarop cocons, rup- sen, moerbeibomen, een weefge- touw en ander alaam van de zijde- nijverheid terug te vinden zijn.

Zeg me waar je woont, en ik zeg je wie je bent luidt de ondertitel bij het thema Wonen op deze Open Monu- mentendag. Dat is geen uitspraak van een helderziende. Een huis is als een open boek. Het zegt niet en- kel veel over het leven van de bewo- ner in kwestie, maar doet ook de sa- menleving van dat moment oplich- ten. Einde negentiende, begin twin- tigste eeuw: de kloof tussen arm en rijk is duidelijk in het straatbeeld te merken. In de stad prijken patri- ciërswoningen en herenhuizen naast bescheidenere bedienden- woningen en nog soberdere arbei- dershuisjes.

Hele reeksen goedkope één- of tweekamerwoningen worden op- gericht op terreinen in de buurt van de fabriek, vaak in één ruk opge- trokken en met dunne tussenmu- ren om kosten te besparen. Nog el-

lendiger echter was het wonen in zogeheten beluiken. Op onbebouw- de restgronden in de stad werden, meestal op een erg beperkte opper- vlakte, zoveel mogelijk huisjes ge- bouwd die slechts één kamertje op elk van de twee bouwlagen telden.

Sanitair was gereduceerd tot enke- le gemeenschappelijke latrines bo- ven een beerput.

Lopen we De Couteres riante wo- ning voorbij en de Tolpoortstraat uit, dan vinden we zo’n voorbeeld van arbeiderswoningen zodra we even verderop de smalle Meulen- straat induiken. Pittoresk zijn de witte arbeidershuisjes uit 1852 wel die we hier aantreffen, aanpalend aan de textielfabriek waar de toen- malige bewoners waren tewerkge- steld. Maar hun levensstijl was be- slist anders dan die van on- ze rijke zakenman, mijn- heer De Coutere. Hier geen persoonlijke toets met allerlei luxueuze ma- terialen. Wel een gemeen- schappelijke waterput die het collectieve wonen van arme mensen aan het eind van de negentiende eeuw nog zozeer typeerde, daar waar huizen van rijkelui zoals De Coutere het meer individualistische wonen vormgeven.

De waterput is inmid- dels uit gebruik, maar de krappe huisjes worden nog steeds bewoond. Veel- al door oudere mensen, die gehecht lijken aan hun eenvoudige levensstijl en aan elkaar. Vlaamse schla-

gers galmen via de enkel beglazen ramen van één van de huisjes door het straatje. Bij minder guur weer wed ik dat de bewoners een stoel naar buiten schuiven en elkaars ge- zelschap zoeken. Vandaag echter vangen we alleen even een glimp op van een bejaarde man die bij zijn buur – de deur staat wagenwijd open – een praatje komt slaan.

Is het toeval dat net hier het klooster van de zusters van Vincen- tius a Paulo is gevestigd? Tijdens de eerste helft van de negentiende eeuw sticht pastoor Constantinus Janson de congregatie, geraakt als hij is door de armoede van vele in- woners van Deinze in dit pre-indus- triële tijdperk. Helemaal in de tra- ditie van zijn familie – grootvader, vader en broer waren ‘heelmees- ter’ en bekommerden zich belangeloos om behoefti- ge zieken, ziet Janson voor zijn nieuwe congre- gatie een rol weggelegd in de ziekenzorg. Dankzij de gift van een rijke weldoen- ster kan de pastoor „een klein woonhuis van negen roeden en zeventig ellen groot, gelegen op de hoek van de Meulen- en Kat- testraat” laten bouwen en als hospitaal inrichten ten behoeve van „zieke arme mensen en talrijke oudjes die hij bedelend op straat ontmoette”.

Al gauw verrijst in de buurt van het ziekenhuis ook een school. Geen eli- teschool, maar een spin- en kantschool waar arme

kinderen een stiel kunnen leren en tegelijk een klein loon verdienen.

Ook wezen worden opgenomen, en dat leidt dan weer tot de oprichting van een internaat. De stichting te Deinze is uitermate succesvol. Hoe meer bijhuizen ontstaan, hoe meer intredes worden geteld. Tot de ken- tering komt in het midden van vori- ge eeuw. De laatste nieuwe intrede dateert van 1965. Samen met hun gebouwen zijn de overgebleven kloosterlingen stille getuigen van twee eeuwen roemrijke geschiede- nis.

De cultuurdienst van de stad Deinze zet voor de zesde keer zijn schouders onder het project van Open Monumentendag. De Lei- estad is met haar plattelandse deel- gemeenten groot genoeg om keer op keer met toeristische toppers te kunnen uitpakken, tegelijk vol- doende klein en charmant om de verschillende actoren van het maatschappelijk leven bij het pro- ject te betrekken.

Dat gaat van vrijwilligers van Mo- numenten- en Landschapszorg die al in november voor het eerst sa- menkomen om te brainstormen over het nieuwe thema, over scho- lieren en leerkrachten van het Ko- ninklijk Atheneum Erasmus en van de Stedelijke academie voor Scho- ne Kunsten die voor de concrete uitwerking worden ingezet, tot de zusters van Vincentius en de eigen- aars van de huizen die dit jaar ten- toon worden gesteld.

„Overal heerst groot enthousias- me”, verzekert ons onze gids van de Dienst Cultuur. „Dat geldt niet in het minst voor de school. Het is in-

tussen traditie dat de leerlingen van het vijfde en zesde jaar Toeris- me en Wetenschap de rondleidin- gen verzorgen. Zodra het school- jaar van start gaat, nemen ze hun voorbereiding van vorig schooljaar opnieuw ter hand en beginnen ze te repeteren. Het enthousiasme is zo groot, dat zelfs afgestudeerde leer-

lingen zich blijven aanmelden. Hen hebben we dit jaar de rondleiding in enkele vertrekken van het klooster toevertrouwd.”

Tot hun eigen verbazing stellen de organisatoren vast dat ze echte

toppers te bieden hebben. „Naast de patriciërswoningen in de Tol- poortstraat vormt de congregatie van de zusters van Sint-Vincentius de tweede rode draad door ons ver- haal”, klinkt het. „Zij hebben onmis- kenbaar een stempel gedrukt op het bouwkundige erfgoed, zowel in Deinze als in deelgemeente Bachte.

Bedrijvig als ze waren, hebben ze scholen, hospitalen, bejaardente- huizen en instellingen voor gehan- dicapten opgericht en nagelaten. In het klooster kan men straks de kerk bezoeken, de keuken en de spreekkamer, die een goed beeld geven van het wonen in gemeen- schap.”

De rondleidingen – er zijn wan- del-, fiets- en autoroutes voorzien – brengen het thema Wonen repre- sentatief in beeld. Arm wordt te- genover rijk geplaatst, stad tegen- over platteland, collectief wonen te- genover individueel. In Bachte ver- richten de leerlingen Wetenschap overigens grondboringen aan de hand waarvan ze de vorming van het landschap toelichten. En wie zegt straks ‘neen’ tegen een wande- ling langs de onvergelijkbare Leie- oever en een frisse pint in de al evenveel geschiedenis ademende taverne d’Oude Leie?

Met onze gids bellen we aan bij het De Coutere-huis in de Tolpoort- straat 43. Vandaag woont daar de familie De Caluwé-Van de Putte.

Geen zijdefabrikant meer, wel een gynaecologengeslacht. Geert en Micheline ontvangen ons allerhar- telijkst en wijzen als volleerde gid- sen alle betekenisvolle details aan die zich in de hal en voorkamers be- vinden. Het begint al met de gevel zelf waarin zijdevlinders en -cocons werden verwerkt. In de hal werd in de vloer in mozaïek een weefge- touw ingelegd. Dezelfde motieven komen terug op de muren in art-de- costijl. Het licht wordt gefilterd door het glas-in-lood, vooral door de kleurrijke waaier boven de deur (zie foto hiernaast).

Het privégedeelte van de huidige woonst is moderner en doet van- zelfsprekend niet mee met Open Monumentendag. Die beperkt zich tot de hal, een weelderige ‘ronde kamer’ waarin onze mijnheer De Coutere destijds het schoon volk ontving en die versierd is met flora- le motieven, Toscaanse zuilen en een prachtige kachel met opnieuw een coconmotief, een rookkamer die vandaag dienst doet als consul- tatieruimte en ten slotte de fabriek zelf, vandaag een garage. Hier trek- ken enkele opschriften daterend

van de Duitse bezetting de aan- dacht.

Wonen in een historisch pand, hoe ga je daarmee om? „Mijn vader kocht het huis in 1949”, vertelt Geert De Caluwé. „We waren met acht kinderen en dus zocht vader een grotere woning. Het huis stond toen al enkele jaren leeg, sinds de dood van de vorige eigenaar. Diens weve- rij was failliet gegaan en zijn doch- ter, enige erfgename, verkocht het eigendom voor een aanvaardbare prijs. Ik was zeven toen we hier- heen verhuisden, maar ik kan me niet herinneren dat ik onder de in- druk was van de pracht en praal van de vooraan gelegen vertrekken. We stonden daar weinig bij stil.”

„Onze fietsen werden dagelijks over de trap door de hal en gang ge- hesen, tot aan de binnenkoer. Het is een regelrecht wonder dat de kost- bare vloer daar niet onder geleden heeft. Bij spelletjes of bruuske be- wegingen sneuvelde wel eens een raampje in de deuren, maar het kostbare glas-in-lood bleef geluk- kig gespaard. Mettertijd groeide wel het besef van de historische waarde van het gebouw, maar het is pas naar aanleiding van Open Mo- numentendag dat we echt op zoek zijn gegaan naar meer informatie over de vorige eigenaar, over de be- tekenis van alle motieven die hier werden ingewerkt en over de kun- stenaars die het interieur indertijd realiseerden.”

Wonen... rijk en arm, vroeger en nu. Er valt natuurlijk nog veel meer over te zeggen en er is intussen zo- veel veranderd. De verhoogde alge- mene welstand verdreef de wraak- roepende tegenstelling tussen he- ren enerzijds, boeren en arbeiders anderzijds. Sociale woningbouw voegde een heel nieuw aspect toe aan dit thema. Maar Tolpoortstraat 43 en Meulen- en Kattestraat hou- den de geschiedenis levend.

Huizen, stille getuigen van

een samenleving uit het verleden

Op het eerste gezicht een doodgewone straat met dood- gewone huizen. Toch verbergt menige gevel onvermoede pareltjes van geschiedenis en cultuur. Reken maar dat de negentiende editie van de Open Monumentendag, op zondag 9 september, met het thema Wonen voor een allerboeiendst programma zorgt. Kerk+Leven trok naar Deinze. Het kleine stadje aan de Leie blijkt heuse toppers in petto te hebben.

L i e v e Wo u t e r s

Je huis, je leven

In Deinze kijkt het klooster van de zusters van Vincentius uit op arbeiderswoningen naast een oude textielfabriek. © Griet Hendrickx Wonen in een historisch pand, hoe doe je dat? © Griet Hendrickx

Zijdefabrikant De Coutere keek op geen cent om zijn woning te verfraaien, hier met reliëfs van Geo Verbanck. © Griet Hendrickx

Huizen kijken

Huizen kijken is tegenwoordig een geliefde bezigheid van velen, al neigt het soms naar voyeurisme. Op Open Monumentendag mag het allemaal en wel on- der de noemer ‘cultuur’. Lokale comités overal te lande zetten zich in om het erf- goed te bewaren en voor het grote publiek toegankelijk te maken.

Dit jaar werkten ze een uiterst boeiend programma uit onder het motto Toon

me hoe je woont, en ik zeg wie je bent. Meer informatie over de honderden

monumenten en nog meer activiteiten in de vijf Vlaamse provincies is te vin- den op de website www.openmonumenten.be of telefonisch via 03/212.29.55, het nummer van het Coördinatiecentrum in het Erfgoedhuis Den Wolsack, Ou- de Beurs 27, 2000 Antwerpen. De brochure waarin per provincie het hele aan- bod aangeprezen wordt, is gratis te verkrijgen in alle VVV-kantoren en biblio- theken.

Kan het aanbod van de stad Deinze u bekoren? Op het centraal info- en ver- trekpunt Museum Fonds De Smet (Tolpoortstraat 79) kunt u straks op 9 septem- ber vrij starten tussen 10 en 17 uur. Iedere bezoeker ontvangt een brochuurtje met daarin onder meer de routebeschrijving, tekst over en foto’s van de monu- menten en de dorpsgezichten. Gidsbeurten zijn er tot 18 uur. Let op, het kloos- ter is slechts vanaf 14 uur te bezoeken.

Een bewegwijzerde fietsroute van zo’n elf kilometer werd speciaal uitgewerkt en is wellicht de meest aangewezen formule, als u zich wilt laten verleiden door de kronkelende Leie. Huurfietsen zijn aan het vertrekpunt voorzien. Maar ook te voet of met de wagen is het parcours – of althans een deel ervan – doenbaar.

Met vragen kunt u terecht op de stedelijke cultuurdienst, telefoon 09/381.95.12 of via e-mail cultuur@deinze.be.

Een huis is als een open boek, dat het verhaal van de bewoner vertelt, en dat van een hele samenleving

N

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om deze reden zijn de nieuwe graven die hier door inbreiding worden uitgegeven slechts enkel- diep, terwijl er op de rest van de begraafplaats dubbeldiep wordt

Dat heeft in 2019 geleid tot een positief resultaat, vooral als gevolg van het feit dat de kosten voor activiteiten lager lagen dan in 2018 en een deel van de

Zowel de geprinte als de digitale uitgave van het begeleidingsboekje voor Open Monumentendag 2021 verschijnt onder verantwoordelijkheid van de Stichting Open Monumentendag

Deinze ontwikkelt een integraal en duurzaam cultuurbeleid, met bijzondere aandacht voor gemeenschapsvorming, cultuureducatie en het bereiken van kansengroepen, alsook

‘Je bent zelf een bibberkip,’ zegt mama tegen meneer Van Hamelen.. Ze hangt de deken over

Burgemeester en wethouders van de ge- meente Velsen maken bekend dat zij in de periode van 22 augustus tot en met 28 au- gustus 2020 de volgende aanvragen voor een

Voor meer informatie hierover kunt u contact opnemen met Study consultancy (info@studyconsultancy.nl/023-5392664) of de middelbare school van uw kind Vanaf het nieuwe schooljaar

Burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen maken be- kend dat zij in de periode van 2 september 2017 tot en met 8 sep- tember 2017 de volgende aanvra- gen voor