BELGIË PAGINA 9 | WOENSDAG 13 OKTOBER 2021
Uitstel in euthanasieproces
In de zaak van de euthanasie van Tine Nys in 2010 is er nog geen uitspraak of de uitvoerende arts veroordeeld moet worden tot een schadevergoeding. Het Grondwettelijk Hof moet twee vragen beantwoorden.
De 38-jarige Tine Nys kreeg op 27 april 2010 euthanasie op basis van psychisch lijden. De Gentse kamer van inbeschuldigingstelling besloot eind 2018 om de drie betrokken artsen te verwijzen naar het Gentse hof van assisen voor vergiftiging. Volgens het openbaar ministerie werden de voorwaarden van de euthanasiewet niet nageleefd. Joris Van Hove gaf Tine Nys de dodelijke inspuiting en moest zich verantwoorden.
De rechtbank wil duidelijkheid over de gevolgen van de euthanasiewet.
De eerste vraag is of artikel 3 van de euthanasiewet, die de voorwaarden geeft waaraan een arts die euthanasie toepast moet voldoen om geen misdrijf te plegen, de grondwet schendt doordat elke schending van de euthanasiewet een inbreuk betekent op de strafwet. De rechtbank wil daarbij weten of er een onderscheid gemaakt kan worden tussen een schending van een inhoudelijke voorwaarde en de schending van een procedurele voorwaarde zoals de administratie.
De tweede vraag moet duidelijk maken of de euthanasiewet de grondwet schendt doordat de handeling van een arts die op uitdrukkelijk verzoek een stof toedient waardoor het leven wordt beëindigd, enkel ingegeven door het verzoek van die persoon om een einde te stellen aan zijn lijden maar daarbij niet alle procedures van de euthansiewet naleeft, wordt gelijkgesteld met de handeling van om het even welke persoon die een andere persoon doodt door een stof toe te dienen.
Door de vragen aan het Grondwettelijk Hof zal de zaak minstens enkele maanden tot meer dan een jaar uitgesteld worden. (belga)