• No results found

Leergemeenschap Oost

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Leergemeenschap Oost"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verslag regionale leergemeenschap Water en Ruimte - Oost Nederland

Ruimte voor de Rivier, proces en praktijk.Wees een OEN!

Korte samenvatting in bullets:

 Decentrale organisatie leidt tot een regionaal proces waarin mensen (en peilverlaging) centraal staan.

 Omgevingsmanagement is veel meer een gebiedsproces. Niets staat vast en je moet om kunnen gaan met onzekerheid. Speel in op de dynamiek en de ideeën en wensen van bewoners.

 Bewoners en andere actoren worden meegenomen in het proces en krijgen vooraf duidelijk te horen waar ze wel en geen invloed op kunnen uitoefenen. Hier is de participatieladder bij gebruikt.

 Wees een OEN, Open – Eerlijk – Nieuwsgierig. Communicatie en verwachtingsmanagement is erg belangrijk. Open staat voor duidelijkheid over het waarom. Eerlijk staat voor een realistisch verhaal, beloof geen luchtkastelen waarop je moet terugkomen. Nieuwsgierig staat voor het vragen naar ideeën, drijfveren en wensen van de bewoners waarin je de bewoners in de planvorming tegemoet kunt komen.

Cortenoever - Voorsterklei

Rudy de Groote (omgevingsmanager Cortenoever en Voorsterklei) heet de

leergemeenschap welkom in de monumentale boerderij ‘de Heetkool’, een oude

melkveehouderij, waar zelf kaas werd gemaakt, in het ‘nieuwe’ stroomgebied van de IJssel. Wat centraal staat in het verhaal van Rudy de Groote is wat er is gedaan om weerstand en tegenstand, om te zetten in acceptatie. Daarbij ligt de uitdaging in het benoemen van kansen bij ingrepen die niet direct in het individuele voordeel van bewoners zijn, maar die wel kansrijk kunnen zijn en een verbetering kunnen opleveren. Dhr. Wijers was bijvoorbeeld eerst een enorme tegenstander, maar nu de grootste ambassadeur.

“Hij heeft in de negatieve lading een kans voor nieuwe ontwikkelingen, een dijkterp, gezien, zeker met het Rijk als vaste aankoper, die een goede prijs bood.” Aldus De Groote.

Regionale organisatie

Het principe achter Ruimte voor de Rivier is de verandering van ‘dijken verhogen’ naar meer ruimte geven aan de rivier en meebewegen met het water. Dit maakt de opgave en het aantal betrokken partijen ingewikkelder en groter dan wanneer er alleen een dijk wordt verhoogt/versterkt omdat het plangebied groter wordt (waarbij nie ts wordt afgedaan op de impact van een dijkverzwaring op de bewoners van de dijk). Lessen die door het Rijk zijn getrokken uit bijvoorbeeld de realisatie van de Betuwelijn, zijn bij Ruimte voor de Rivier toegepast. Decentrale organisatie is hiervan een belangrijk resultaat. Maar er is ook nog een slag te slaan, het uitkopen van eigenaren is bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid van het Rijk gebleven om hierin een zo

Saskia Engbers (Platform31) opent de bijeenkomst en benadrukt dat wat er gezegd wordt door een ieder tijdens de bijeenkomst, vertrouwelijk kan zijn. Er wordt dan ook gevraagd om het vertrouwelijke

dat wordt gezegd, ook dusdanig te behandelen.

Heeft u een idee voor de komende Leergemeenschap O ost op 11 maart 2014? Neem contact op met Willem Heesen viawillem.heesen@platform31.nl/ 06 – 57 94 36 45

(2)

eenduidig mogelijk beleid te maken. De ervaring bij het Ruimte voor de Rivier project nabij Voorst leert dat dit wellicht ook regionaal moet worden georganiseerd, of in ieder geval door iemand te laten doen met feeling voor het proces, de mensen en beg rip en inzicht in het project.

Omgevingsmanagement en gebiedsproces

De doelen van Rijkswaterstaat van omgevingsmanagement zijn:

1. Het hebben en houden van draagvlak bij mensen en bevoegde gezagen.

2. Het in beeld brengen, coördineren, in procedure brengen danwel “voorsorteren” van div. besluiten.

3. Het hebben en houden van interne en externe communicatie.

4. Het organiseren en beheersen van punten 1, 2 en 3.

Rudy de Groote en zijn collega’s spreken liever over een gebiedsproces. Management impliceert dat er een kritiek pad is, met afspraken en vaste werkwijzen. De term gebiedsproces doet meer recht aan de dynamiek in het gebied, de inbreng van bewoners en andere actoren, waarop tegemoet gekomen en ingespeeld moet worden. Bij het ingaan van een gebiedsproces is een hele specifieke en persoonlijke actorenanalyse onmisbaar.

Naast de bewoners en boeren zijn dit belangenverenigingen, sportverenigingen, de visvereniging, etc..

Daarnaast moet er een helder communicatieplan liggen waarin duidelijk harde en zachte uitgangspunten worden neergelegd.

Participatieladder

In het proces is de participatieladder gehanteerd. In de participatieladder worden de mogelijkheden van inbreng van bewoners en andere belanghebbenden weergegeven: in het begin kan men maximaal meedoen met het opstellen van wensen en uitgangspunten, bij het opstellen van de voorontwerpen kunnen de

bewoners, boeren en belangengroepen adviseren. Bij het definitieve ontwerp worden de actoren geïnformeerd over het hoe en waarom van de keuzes die hebben geleid tot het definitieve ontwerp. Er is duidelijk, per onderdeel, wat actoren nog kunnen inbrengen of niet.

Rol van bewoners, eigenaren en belangengroepen

De harde en zachte uitgangspunten worden vooraf duidelijk gecommuniceerd, dit is stap één. De actoren zien hoever hun invloed gaat en waar geen invloed op mogelijk is. Dit geeft duidelijkheid. Binnen deze kaders kunnen de bewoners/eigenaren/belangengroepen wensen en uitgangspunten meegeven in stap twee. In workshopsessies (niet centraal, maar in kleinere sessies om grote tegenstand te voorkomen) hebben de actoren meegepraat over vier thema’s: dijktracé en dijkvorm, recreatie, ontsluiting en functies. In stap drie kunnen de actoren zien wat er met hun input in de 2 of 3 voorontwerpen wel en niet is gedaan. Het waarom achter de keuzes wordt gecommuniceerd en vragen hierover worden beantwoord. Actoren kunnen in stap drie nog advies geven. In de laatste stap wordt de definitieve keuze toegelicht, waarom bepaalde adviezen al dan niet zijn overgenomen en welk vervolgproces zal worden doorlopen.

DMO en de menselijke maat

Wat absoluut niet bijdraagt aan een goed gebiedsproces is de term ‘Dan Maar Onteigenen’. Bij contacten die grondverwervers (zonder regionale binding of inzicht in het proces) met inwoners van het gebied hadden, was de DMO mentaliteit een enorme dooddoener. In de eerdere alinea, onder het kopje ‘regionale organisatie’ is

(3)

dit genoemd. “Dit bedrag kunt u krijgen, u heeft een week bedenktijd”. Hiermee worden mensen onder druk gezet waardoor de hakken in het zand gaan en men tot aan de Raad van State doorprocedeert. De Groote geeft aan absoluut de voorkeur te geven aan een minnelijk proces, iets meer geld betalen en compassie tonen. Dit is in tijd, en uiteindelijk ook in geld, goedkoper dan procederen tot aan de Raad van State. Wat duidelijk is in de presentatie van Rudy de Groote, is dat het aankomt op mensen. Alle inwoners van het gebied kent hij bij naam.

Overal heeft hij, in blijdschap of in verdriet, aan tafel gezeten. Dit klinkt wat ‘zacht’, maar wanneer je in zo’n proces betrokken bent, in een gebied met relatief weinig inwoners, zijn persoonlijke contacten (naast de daling van het rivierwaterpeil) heilig. “We verliezen ook mensen in het traject door overlijden. Hiervoor moet je echt aandacht hebben en houden”, aldus Rudy de Groote. De menselijke maat is erg belangrijk.

Wees een OEN!

De doelstelling om centimeters waterstandverlaging te realiseren, is heilig. Daarbij zijn er door gemeenten, bewoners en boeren eisen gesteld. De overstromingsfrequentie moet zich verhouden met de goede mogelijkheid tot rendabele landbouw en de ruimtelijke kwaliteit moet gelijk blijven of verbeteren. Een

overstromingskans van eens in de 25 jaar is het resultaat met een systeem waarbij normaal landbouw mogelijk is. Statistisch wil dit zeggen dat de kans op een overstroming (drie weken lang meestromen van de uiterwaard, waarna die na 12 weken hersteltijd weer bruikbaar is voor de landbouw) ieder jaar weer 1:25, in plaats van de soms aangenomen een keer in de 25 jaar. Dit betekent het zelfde, maar komt bij bewoners anders over. Dit moet ook duidelijk zijn in de communicatie naar alle actoren. Dit is een aspect in de ‘wees een OEN’ instelling van Rudy de Groote. Ben als ‘omgevingsmanager’ (manager als term klinkt afstandelijk,maar niets is minder waar bij dit project) Open (wat is het doel, wat is mogelijk), Eerlijk (geen verborgen agenda) en Nieuwsgierig (waarmee kunnen we actoren tegemoet komen). Alleen haalbare zaken noemen en geen gouden bergen beloven. Wanneer je dit wel doet en je moet terugkomen op een belofte, is de relatie met die persoon, en daarmee het proces, gefrustreerd. Daarvoor zijn drie eigenschappen bij de omgevingsmanager onmisbaar.

- Wees een elastiek: voor zover mogelijk moet je bewegen. Zoek de randen van beleidsregels op en kom daarmee mensen tegemoet. Tegelijkertijd laat je zien dat je bereid bent ver te gaan voor de

betrokkenen.

- Wees een pastoor: de omgeving bepaalt het proces. Niet de ontwerpers en planners. Alle actoren hebben de juridische mogelijkheid bezwaar aan te tekenen, maar via via gaat de tamtam ook snel rond. Via contacten van boeren of bewoners met de gemeenteraad, een wethouder, de

provinciebestuurders is er invloed. Als omgevingsmanager ben je continu in gesprek, in de rol van pastoor ben je hiermee bezig.

- Wees een rots: duidelijkheid is een vereiste. Geef duidelijk de grenzen aan waar geen mogelijkheden meer zijn. ‘Nu houdt het op’.

Communicatie en verwachtingsmanagement

In het proces en de hieraan verbonden communicatie speelt het hydraulische model een belangrijke rol. Dit model bepaalt met welke ing repen je hoeveel centimeter rivierpeilverlaging voor elkaar krijgt. Hierin zitten veel variabelen waaraan kan worden gedraaid. Bijvoorbeeld het tracé van de nieuwe dijk, bomen en hagen in de uiterwaard die weerstand (en dus opstuwing) genereren, waar komt welk soort gemaal te staan, etc.. Middels dit model moet er een zekere mate van zekerheid ontstaan over de toekomstige situatie. Maar, geeft Johan van den Boomgaard (waterschap Vallei en Veluwe) aan, het is niet dé waarheid. Zo is een belangrijke variabele in het model dat voor Cortenoever en Voorsterklei wordt gebruikt, al wat verouderd. De basis is het Algemene Hoogtebestand Nederland van 2002. In de tussentijd is het rivierbed met de daarin aangegeven hoogtes weer gewijzigd. De pilaren van de IJsselbrug bij Zutphen zijn niet meegenomen in het model, en zo kan ook de windrichting (niet meegenomen) een belangrijke rol spelen bij het al dan niet overstromen van de

uiterwaarden. De maakbaarheid van het land is niet 100%, dit moet ook duidelijk zijn in de communicatie naar de boeren, belangenorganisaties en bewoners.

Groepsdiscussie

(4)

Na de inleidende presentatie van Rudy de Groote, is de Leergemeenschap in drie groepen uiteen gegaan. Rond de thema’s ‘gebiedsproces’, ‘hydraulisch model’ en ‘borging van wateraspecten in de ruimte’ werd gepraat over de eigen praktijk van de deelnemers in relatie tot de onderwerpen.

Rudy de Groote ging door over gebiedsprocessen in verschillende contexten. Per locatie en aangedragen case is maatwerk nodig. Het inzicht dat er bij een proces veel zaken van tevoren niet vast staan is hierbij van belang.

Hoe kan een gebiedsproces rondom een waterbeheervisie bij Velt en Vecht (een beleidsstuk) worden ingestoken om een goede participatie en om draagvlak te krijgen? Soms komt het bijna neer op psychologie

‘van de koude grond’, aldus De Groote. Het OEN principe staat als een huis. Dit zien de deelnemers ook in, in het licht van hun eigen ingebrachte cases. Meebewegen en empathie met mensen is belangrijk. “En geluk hebben”, gebruik weten te maken van toevalligheden die gebeuren in het proces.

Johan van den Boomgaard ging in zijn groepsgesprek in op de werking van het hydraulisch model en op welke wijze je hiermee zou moeten omgaan. Je kunt moeilijk een OEN zijn als je strikt modellen toepast waarvan je weet dat er meer zaken zijn die de uitkomst van het model bepalen. Een hydraulisch model is in communicatie bijzonder lastig, omdat het model als waarheid wordt geïnterpreteerd door bijvoorbeeld bewoners. Wees eerlijk over de tekortkomingen en mogelijke gevolgen van die tekortkomingen. Om duidelijkheid en meer interpretatievrijheid te creëren in de communicatie rondom een hydraulisch model wordt aangegeven dat het hanteren van streef en grenswaarden beter kan zijn dan exacte hoogten en waarden, hoewel dit lastig in beleid, wet- en regelgeving is vast te leggen.

Wouter Akkerman en Jelmer Hasper (projectleider en jurist bij het project, SAB) gingen in hun groepsgesprek in op het waarborgen en regelen van waterbelangen. Wat regel je waar? De waterkerende functie dient primair in de keur geregeld te worden. Bewoners grijpen eerst naar het bestemmingsplan, dus het bestemmingsplan heeft wel een belangrijke signalerende functie. Grondwaterbescherming dient juist verankerd te worden in het ruimtelijk spoor, in de provinciale omgevingsverordening die vertaalt moet worden in de bestemmingsplannen.

De volgende Leergemeenschap Oost zal in maart 2014 plaatsvinden! De datum: 11 maart 2014

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als het niet lukt uw mening in 350 tekens op te schrijven kunt u een schriftelijke reactie mailen aan griffie@leiderdorp.nl of sturen aan Griffie Gemeente Leiderdorp, Postbus 35,

Naast de dragende functie heeft lava door zijn porositeit ook de functie van water- en zuurstofbin- der. Momenteel wordt het product geanalyseerd om tot een RAG-certificering

Al snel kwamen we erachter dat niet één systeem als effectief te benoemen was, maar dat het vooral gaat om een combinatie van methoden die aan- slaat; de ene keer is dat heet

Hoe bepaal je of een verdachte waarde een uitschieter is.

STAP 1: Om invloed op het gemeentelijk beleid over jouw onderwerp te kunnen hebben, moet je allereerst weten met welke beleidsterreinen, ambtenaren en bestuurders zich bezig

Zo heeft Rock for Specials brede houten paden en veel tafels en stoelen voor het podium, maar ook een lage voortoog voor elk kraam waar vrijwilligers de tijd

De Noordoostcorridor gaat over opwaardering van de N279 tussen Veghel en Asten in combinatie met de aanleg van een nieuwe oostwestverbinding waar- mee de ‘ruit’ van verkeerswegen

Begin jaren ‘70 ontstond er mede door toedoen van de ‘Club van Rome’ het idee dat de natuur niet meer bedwongen moest worden, maar dat deze beschermt moest worden.. Intussen hadden