Departement WSE i.s.m. Steunpunt WSE
Eerste en tweede generatie niet-EU migranten
op de Vlaamse arbeidsmarkt
3 vragen:
1. Wie behoort tot de bevolking die voortkomt uit immigratie van buiten de EU?
2. Wat zijn hun kenmerken?
3. Hoe doen ze het op de arbeidsmarkt?
1
Afbakeningscriteria
nationaliteit van de persoon of de nationaliteit van minstens één ouder of minstens twee grootouders (VESOC)
operationeel niet bruikbaar
nationaliteit van de persoon
in vraag gesteld door de hoge naturalisatiegraad
nationaliteit of vorige nationaliteit
goed alternatief, ontbrekende groepen
1. Wie behoort tot de bevolking die voortkomt uit immigratie van buiten de EU? 2
Gebruikte begrippen en databronnen
geboortelandcriterium
enquête van de arbeidskrachten (EAK) + labour force survey (LFS)
definiëring van de groepen:
1
stegeneratie niet-EU migranten:
personen geboren buiten de Europese Unie
2
degeneratie niet-EU migranten:
personen geboren in België en van wie één of beide ouders geboren is buiten de Europese Unie (gebaseerd op de ad hoc module van de EAK 2008)
Autochtonen:
personen geboren in België
1. Wie behoort tot de bevolking die voortkomt uit immigratie van buiten de EU? 3
1
stegeneratie niet-EU migranten: aandeel in de totale bevolking tussen 15 en 64 jaar (2009)
4
Bron: FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie – EAK (Bewerking Departement WSE/ Steunpunt WSE)
1. Wie behoort tot de bevolking die voortkomt uit immigratie van buiten de EU?
5,7 6,3
29,1
234.000 145.000 8,3
211.000
590.000
0 5 10 15 20 25 30
Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Gewest België
%
2
degeneratie niet-EU migranten: aandeel in de totale bevolking tussen 15 en 64 jaar (2008/Q2)
5
Bron: FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie – EAK –module 2dekwartaal 2008 (Bewerking Departement WSE/ Steunpunt WSE)
1. Wie behoort tot de bevolking die voortkomt uit immigratie van buiten de EU?
2,0 2,4
13,9
83.000 54.000 3,8
98.000
235.000
0 2 4 6 8 10 12 14 16
Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Gewest België
%
profielkenmerken van de 1
stegeneratie niet-EU migranten toenemende diversiteit in de herkomstlanden
vervrouwelijking van de migratie (M= 49,7% ,V=50,3%) hoge naturalisatiegraad (60%)
oververtegenwoordiging van de 25- tot de 49-jarigen (67,1%) gemiddeld lager onderwijsniveau
gezinsmigratie is de belangrijkste migratiereden
2. Wat zijn hun kenmerken? 6
profielkenmerken van de 2
degeneratie niet-EU migranten
sterke vertegenwoordiging van de traditionele immigratielanden evenwichtige man/vrouwverhouding (M= 51,2% ,V=48,8%)
overgrote meerderheid heeft de Belgische nationaliteit (ruim 95%) sterke oververtegenwoordiging van jongeren (45,4%)
hoger onderwijsniveau dan 1ste generatie niet-EU migranten
1
stegeneratie niet-EU migranten:
Werkzaamheidsgraad (15-64 jaar) in 2009 Werkloosheidsgraad (15-64 jaar) in 2009
7
Bron: FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie – EAK (Bewerking Departement WSE/ Steunpunt WSE)
4,2
16,9
0 10 20 30 40 50 60
geboren in België geboren buiten EU
% 66,8
50,4
0 10 20 30 40 50 60 70
geboren in België geboren buiten EU
%
3. Hoe doen ze het op de arbeidsmarkt?
1
stegeneratie niet-EU migranten
Evolutie van de werkloosheidsgraad (15-64 jaar) tussen 2004 en 2009
8
Bron: FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie – EAK (Bewerking Departement WSE/ Steunpunt WSE)
3. Hoe doen ze het op de arbeidsmarkt?
19,0
14,8
16,9
4,9
3,3 4,2
0 5 10 15 20 25
2004 2005 2006 2007 2008 2009
%
geboren buiten EU geboren in België
1
stegeneratie niet-EU migranten
Evolutie van de werkzaamheidsgraad (15-64 jaar) tussen 2004 en 2009
9
Bron: FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie – EAK (Bewerking Departement WSE/ Steunpunt WSE)
3. Hoe doen ze het op de arbeidsmarkt?
46,1
52,7
50,4 65,3
67,3 66,8
40 45 50 55 60 65 70
2004 2005 2006 2007 2008 2009
%
geboren buiten EU geboren in België
1
stegeneratie niet-EU migranten
Werkzaamheidsgraad (15-64 jaar) volgens geslacht (2009)
10
Bron: FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie – EAK (Bewerking Departement WSE/ Steunpunt WSE)
3. Hoe doen ze het op de arbeidsmarkt?
50,4
61,9
39,1 66,8
71,4
62,1
0 10 20 30 40 50 60 70 80
totaal man vrouw
%
geboren buiten EU geboren in België
1
stegeneratie niet-EU migranten
Werkzaamheidsgraad volgens leeftijd (2009)
11
Bron: FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie – EAK (Bewerking Departement WSE/ Steunpunt WSE)
3. Hoe doen ze het op de arbeidsmarkt?
49,8
59,0
40,6 79,8
89,5
51,4
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
15-24 jaar (excl. student)
25-49 jaar 50-64 jaar
%
geboren buiten EU geboren in België
1
stegeneratie niet-EU migranten
Werkzaamheidsgraad (25-64 jaar) volgens onderwijsniveau (2009)
12
Bron: FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie – EAK (Bewerking Departement WSE/ Steunpunt WSE)
3. Hoe doen ze het op de arbeidsmarkt?
42,7
62,6
69,3
53,7
78,8
87,6
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
laag midden hoog
%
geboren buiten EU geboren in België
1
stegeneratie niet-EU migranten
Totale loontrekkende bevolking (15-64 jaar)
volgens statuut in 2009 Aandeel tijdelijk werk (15-64 jaar) in 2009
13
Bron: FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie – EAK (Bewerking Departement WSE/ Steunpunt WSE)
3. Hoe doen ze het op de arbeidsmarkt?
62,2
25,2
12,7 30,9
44,0
25,0
0 10 20 30 40 50 60 70
arbeider bediende ambtenaar
%
15,7
6,3
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18
geboren buiten EU geboren in België
%
2
degeneratie niet-EU migranten
Werkzaamheidsgraad (25-49 jaar) in 2008/Q2
14
Bron: FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie – EAK-module 2dekwartaal 2008 (Bewerking Departement WSE/ Steunpunt WSE)
3. Hoe doen ze het op de arbeidsmarkt?
69,9
62,4
90,3
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
2de generatie niet-EU 1ste generatie niet-EU autochtoon
%
2
degeneratie niet-EU migranten
Werkzaamheidsgraad (25-49 jaar) volgens geslacht (2008/Q2)
15
FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie – EAK-module 2dekwartaal 2008 (Bewerking Departement WSE/ Steunpunt WSE)
3. Hoe doen ze het op de arbeidsmarkt?
75,6
63,8 76,4
49,8 94,0
86,5
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
man vrouw
%
2de generatie niet-EU 1ste generatie niet-EU autochtoon
1
stegeneratie niet-EU migranten
Werkzaam- en werkloosheidsgraad (15-64 jaar) in de Europese unie (2008)
16
Bron: FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie – EAK, LFS (Bewerking Departement WSE/ Steunpunt WSE)
3. Hoe doen ze het op de arbeidsmarkt?
WA BR
BE
VL FR
FI
RO SK
AT NL
SE
HU UK
IT DK
SI
GR NO LV
CY PT
EE
0 5 10 15 20 25
40 45 50 55 60 65 70 75 80
W er kloos hei ds gr aad
Werkzaamheidsgraad
1
stegeneratie niet-EU migranten
ongelijkheidskloof in de werkzaam- en werkloosheid in de Europese unie (2008)
17
Bron: FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie – EAK, LFS (Bewerking Departement WSE/ Steunpunt WSE)
