• No results found

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van de beroepsbevolking naar nationaliteit en migratieachtergrond. Updates 2015-2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van de beroepsbevolking naar nationaliteit en migratieachtergrond. Updates 2015-2016"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Vlaamse Arbeidsrekening.

Raming van de beroepsbevolking naar nationaliteit en migratieachtergrond.

Updates 2015 en 2016

Wouter Vanderbiesen Katleen Pasgang

Augustus 2018

Methodologie

Steunpunt Werk

Naamsestraat 61 bus 3551 - 3000 Leuven T:+32 (0)16 32 32 39

steunpuntwerk@kuleuven.be www.steunpuntwerk.be

(2)

2

1. Inleiding

Met een beleid waarin de ‘Focus op talent’1 centraal staat wil de Vlaamse overheid streven naar een maximale inzet van alle talenten op de arbeidsmarkt. Zo ook deze van personen van buitenlandse migratieachtergrond. Tot voor enkele jaren was deze groep echter onderbelicht in de Vlaamse arbeidsmarktmonitoring, vooral door het gebrek aan geschikte administratieve databronnen om hen in kaart te brengen of het ontbreken van een een- duidige definitie en afbakening van de doelgroep.

Sinds de integratie van administratieve gegevens over de migratieachtergrond van de bevolking in het Datawa- rehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming (AM&SB) bij de Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KSZ) in 2012 is het probleem van de databeschikbaarheid echter van de baan. Daarenboven werd over verschillende beleidsdo- meinen heen, in samenwerking tussen het Steunpunt Werk, het Departement WSE en de Studiedienst Vlaamse Regering, en in afstemming met federale en lokale overheidsinstellingen, een uniforme conceptafbakening over- eengekomen om de doelgroep van personen met een buitenlandse migratieachtergrond te identificeren. Dit conform het SERV-advies ‘Monitoring van personen van allochtone afkomst op basis van administratieve data- bestanden’ (Commissie Diversiteit, 2014)2 en de doelgroepomschrijving zoals vastgelegd in het Vlaams Integra- tiedecreet van 2013 en geoperationaliseerd in het kader van het horizontaal integratiebeleid (Commissie Inte- gratiebeleid, 2014).

Ook kunnen we de beroepsbevolking in de Vlaamse arbeidsrekening verrijken met nationaliteits- en migratie- achtergrondgegevens aan de hand van de informatie uit het Datawarehouse AM&SB. In dit rapport beschrijven we de werkwijze die we hiervoor hanteren en die aansluit bij de methodologie van de nulmeting voor het refe- rentiejaar 2012 (zie Vanderbiesen & Herremans, 2015). We gaan daarbij uit van de bestaande arbeidsrekening- telling van de bevolking naar socio-economische positie (werkend, nwwz, niet-beroepsactief) volgens geslacht, leeftijdsklasse (15-19 jaar, 20-24 jaar, 25-49 jaar, 50-64 jaar) en woonplaats, die we verder zullen verdelen naar nationaliteits- en migratieachtergrondgroep (uit België, de buurlanden, andere landen uit West-EU-15, andere landen uit Zuid-EU-15, andere landen uit EU-28 en niet-EU-landen). Tevens laat een dergelijke verdeling toe dat we de activiteits-, werkzaamheids- en werkloosheidsgraden kunnen berekenen voor de bevolking uit deze groe- pen, tot op gemeentelijk niveau.

Een belangrijk criterium dat we hierbij hanteren is dat de uitbereiding met de nationaliteits- en migratieachter- grondgegevens volledig afgestemd moet zijn op de bestaande tellingen in de Vlaamse arbeidsrekening (cf. in- terne consistentie). Dit betekent dat de optelsom van de verschillende nationaliteits- of migratieachtergrond- groepen per gemeente, leeftijdsgroep en geslacht gelijk moet zijn aan de totale bevolking per socio-economische positie. Om dit te vrijwaren maken we gebruik van verdeelsleutels of conversiecoëfficiënten waarmee we de eerder gepubliceerde cijfers over de bevolking naar socio-economische positie verder kunnen opdelen naar na- tionaliteit en migratieachtergrond.

In dit methodologisch rapport beschrijven we de gehanteerde begrippen en definities, het integratieproces en de methodologie voor de verdere verdeling van de bevolking per socio-economische positie naar nationaliteit en migratieachtergrond. Het betreft hierbij een update van de indicatoren voor de referentiejaren 2015 en 2016.

1 Zie https://www.werk.be/beleidsthemas/focus-op-talent

2 Zie http://www.serv.be/sites/default/files/documenten/COMD_ADV_monitoring_allochtonen_20140704.pdf

(3)

3

2. Begrippen & definities

2.1. Bronstatistieken

a) Bevolking naar socio-economische positie in de Vlaamse arbeidsrekening

Vertrekbasis voor de integratie van de nationaliteits- en migratieachtergrondgegevens is de basistelling van de bevolking naar socio-economische positie (werkenden, niet-werkende werkzoekenden, niet-beroepsactieven), zoals verwerkt in de Vlaamse arbeidsrekening 2015 en 2016. Deze telling heeft betrekking op een jaargemiddelde en is reeds het resultaat van de integratie van verschillende administratieve bronnen. Voor meer info over dit integratieproces, verwijzen we naar de methodologisch rapporten (Vanderbiesen, 2017; Vanderbiesen & Pas- gang, 2018).3

b) Nationaliteits- en migratieachtergrondgegevens van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Be- scherming bij de KSZ

Voor de verdere verdeling van de bevolking per socio-economische positie in de Vlaamse arbeidsrekening naar nationaliteit en migratieachtergrond, doen we beroep op gegevens van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming (DWH AM&SB) bij de Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KSZ). Deze gegevens zijn het resul- taat van een koppeling tussen de arbeidsmarktgegevens van het Datawarehouse en de gegevens over de natio- naliteitshistoriek van een persoon en diens ouders uit het Rijksregister. Deze gegevens hebben betrekking op de vier kwartalen en werden omgerekend tot een jaargemiddelde.

c) Uitgaande grensarbeid naar nationaliteit van het RIZIV

Omdat het Datawarehouse tot dusver geen informatie bevat over de uitgaande grensarbeid kunnen we die bron (nog) niet aanwenden voor de verdeling naar nationaliteit of migratieachtergrond van de uitgaande grensarbei- ders. Daarom gebruiken we voor deze specifieke groep van werknemers de gegevens van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) (op basis van de registratie van grensarbeiders bij de Belgische zieken- fondsen). Het gaat hierbij om een telling van de uitgaande grensarbeid op 31 december van het desbetreffende jaar. Aan de hand van deze RIZIV-data krijgen we zicht op de nationaliteit van uitgaande grensarbeiders. Over de migratieachtergrond van de uitgaande grensarbeiders is er echter geen informatie beschikbaar (zie verder).

2.2. Definities

a) Nationaliteit

Voor de verdeling naar nationaliteit gaan we uit van de ‘huidige nationaliteit’ van de inwoners, ingedeeld volgens zes nationaliteitsgroepen:

1. Belg: Belgische nationaliteit

2. Andere EU-15 (buurlanden): nationaliteit van één van de buurlanden van België (Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland)

3. Andere EU-15 (West-EU-15): een andere nationaliteit (dan de Belgische dan wel de buurlanden) binnen de West-EU-15 (Denemarken, Finland, Ierland, Oostenrijk, Verenigd Koninkrijk, Zweden)

4. Andere EU-15 (Zuid-EU-15): een nationaliteit van de Zuidelijk gelegen landen van de EU-15 (Grieken- land, Italië, Portugal, Spanje)

5. Andere EU-28: nog een andere nationaliteit binnen de EU-28 (Bulgarije, Cyprus, Estland, Hongarije, Kro- atië, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië)

3 Zie www.steunpuntwerk.be/node/3608 en http://www.steunpuntwerk.be/node/3678

(4)

4 6. Niet-EU: een nationaliteit van een land buiten de EU-28

b) Migratieachtergrond

Voor de verdeling naar migratieachtergrond sluiten we aan bij de conceptafbakening zoals onderling afgestemd tussen de regionale en federale studie- en beleidsinstanties en uitgewerkt in een uniforme operationalisering van de doelgroep ‘personen van buitenlandse migratieachtergrond’ in het kader van het horizontaal integratie- beleid (Commissie Integratiebeleid, 2014). De migratieachtergrond van een persoon wordt daarbij bepaald op basis van vier criteria, met name: de huidige nationaliteit van de persoon, de eerst gekende nationaliteit van de persoon in het Rijksregister, de eerst gekende nationaliteit van de vader, en de eerst gekende nationaliteit van de moeder. Wanneer de nationaliteit in één van deze vier gevallen niet Belgisch is, dan wordt deze persoon beschouwd als iemand met een buitenlandse migratieachtergrond. Anderzijds volgt daaruit dat iemand een Bel- gische migratieachtergrond wordt toegekend indien zijn of haar huidige en eerste nationaliteit Belgisch is, en indien beide ouders de Belgische als eerste nationaliteit hebben.

Ook de personen met een onvolledige nationaliteitshistoriek waarvoor op basis van bovenstaande criteria geen buitenlandse migratieachtergrond gekend is, worden gerekend als zijnde van Belgische migratieachtergrond. In de praktijk gaat het hierbij vooral om oudere personen met een Belgische huidige of eerste nationaliteit waar- voor in het Rijksregister geen informatie bekend is over de eerste nationaliteit van de ouders. Aangezien de meesten van hen geboren zijn vóór 1970 en de mogelijkheden voor vreemdelingen en hun nakomelingen om de Belgische nationaliteit te verwerven tot de jaren negentig beperkt waren, kan er vanuit gegaan worden dat de grote meerderheid van deze groep personen van Belgische migratieachtergrond is (Djait, 2015).

De indeling naar migratieachtergrond gebeurt eveneens in vier migratieachtergrondgroepen:

1. Belg: Belgische migratieachtergrond

2. Andere EU-15 (buurlanden): migratieachtergrond uit één van de buurlanden van België (Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland)

3. Andere EU-15 (West-EU-15): een andere migratieachtergrond (dan de Belgische dan wel de buurlanden) binnen de West-EU-15 (Denemarken, Finland, Ierland, Oostenrijk, Verenigd Koninkrijk, Zweden) 4. Andere EU-15 (Zuid-EU-15): een migratieachtergrond uit de Zuidelijk gelegen landen van de EU-15 (Grie-

kenland, Italië, Portugal, Spanje)

5. Andere EU-28: nog een andere migratieachtergrond binnen de EU-28 (Bulgarije, Cyprus, Estland, Hon- garije, Kroatië, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië)

6. Niet-EU: een migratieachtergrond uit een land buiten de EU-28

Om de personen van buitenlandse migratieachtergrond op te delen naar deze migratieachtergrondgroepen wordt eerst gekeken naar de eerste nationaliteit van de vader en vervolgens – indien deze van de vader onbe- kend of Belgisch is – naar de eerste nationaliteit van de moeder. Is die op haar beurt onbekend of Belgisch dan wordt gekeken naar de eerste nationaliteit van de persoon zelf, en is die ten slotte ook onbekend of Belgisch, dan wordt gekeken naar de huidige nationaliteit van de persoon zelf.

3. Verdeling naar nationaliteit en migratieachtergrond: werkwijze

In wat volgt beschrijven we de verschillende methodologische stappen om de bevolking per socio-economische positie uit de Vlaamse arbeidsrekening te verdelen volgens nationaliteit en migratieachtergrond. De werkwijze is daarbij verschillend voor enerzijds het gros van de (beroeps)bevolking, zonder uitgaande grensarbeiders, en anderzijds de uitgaande grensarbeiders. We bespreken de methodologie voor beide groepen afzonderlijk.

(5)

5

3.1. (Beroeps)bevolking, zonder uitgaande grensarbeid

a) Correctie niet-beroepsactieven

De verdeling naar nationaliteit en migratieachtergrond is het resultaat van de aanmaak van verdeelsleutels of conversiecoëfficiënten op basis van het Datawarehouse, en het verdelen van de beroepsbevolking uit de arbeids- rekening naar nationaliteit en migratieachtergrond volgens deze conversiecoëfficiënten.

Voorafgaand aan de berekening van de conversiecoëfficiënten voeren we echter een correctie door op het ba- sisbestand van het Datawarehouse AM&SB, meer bepaald op de niet-beroepsactieven. In het Datawarehouse worden de uitgaande grensarbeiders tot dusver niet als grensarbeiders herkend waardoor zij niet bij de werken- den geteld worden, maar bij de niet-beroepsactieven. In de Vlaamse arbeidsrekening worden de uitgaande grensarbeiders daarentegen als afzonderlijke groep bij geraamd bij de werkenden (loontrekkenden).4 Omdat de gegevens over de uitgaande grensarbeiders niet beschikbaar zijn in het Datawarehouse, zullen we deze groep verdelen naar nationaliteit op basis van RIZIV-gegevens (zie verder in paragraaf 3.2).

Doordat de uitgaande grensarbeiders in het Datawarehouse-bestand onder de niet-beroepsactieven vallen, is de verdeling van deze niet-beroepsactieven naar nationaliteit en migratieachtergrond vertekend. Uitgaande grens- arbeiders blijken immers in grotere mate een nationaliteit te hebben uit andere EU-15 landen (met name hoofd- zakelijk onze buurlanden) dan gemiddeld voor de globale groep niet-beroepsactieven.

Om hieraan te verhelpen worden deze grensarbeiders, zoals geteld in de Vlaamse arbeidsrekening, in mindering gebracht bij de niet-actieven uit het Datawarehouse-bestand (op het meest gedetailleerde observatieniveau ‘ge- meente-geslacht-leeftijdsklasse’), wat moet leiden tot een meer realistische verdeling van de niet-beroepsactie- ven naar nationaliteit en migratieachtergrond, en meer specifiek tot een neerwaartse correctie van het aan- deel/aantal inactieven onder de categorie ‘buurlanden’.

b) Aanmaak conversiecoëfficiënten

De uitbereiding met de nationaliteits- en migratieachtergrondgegevens dient zoals gezegd volledig afgestemd te zijn op de bestaande tellingen in de Vlaamse arbeidsrekening (cf. interne consistentie). Dit betekent dat de op- telsom van de verschillende nationaliteits- of migratieachtergrondgroepen per gemeente, leeftijdsgroep en ge- slacht gelijk moet zijn aan de totale bevolking per socio-economische positie. Om dit te vrijwaren maken we gebruik van verdeelsleutels of conversiecoëfficiënten naar nationaliteit en migratieachtergrond.

Voor de aanmaak van deze conversiecoëfficiënten maken we gebruik van de data uit het Datawarehouse AM&SB. Op basis van het Datawarehouse beschikken we over de telling van het aantal personen over de vier kwartalen (omgerekend naar een jaargemiddelde), naar gemeente, geslacht, leeftijdsklasse en socio-economi- sche positie (niet-beroepsactief, nwwz, loontrekkend of zelfstandig/helper). Voor de celcombinaties op dit ob- servatieniveau worden conversiesleutels gemaakt naar nationaliteit dan wel migratieachtergrond, en dit volgens de zes onderscheiden nationaliteits- of migratieachtergrondgroepen (België, de buurlanden, andere landen uit West-EU-15, andere landen uit Zuid-EU-15, andere landen uit EU-28 en niet-EU-landen)

In een beperkt aantal gevallen (een 400-tal personen over het hele bestand) zijn er celcombinaties die wel in de Vlaamse arbeidsrekening voorkomen, maar niet in het conversiebestand op basis van het Datawarehouse. Voor deze observaties worden conversiecoëfficiënten berekend op een hoger geaggregeerd niveau.

4 Dit is tevens het geval voor de studenten, waarvoor we op basis van de beschikbare data echter niet kunnen corrigeren voor de verdeling naar nationaliteit en migratieachtergrond. Zij worden bijgevolg verdeeld volgens de info over de nationaliteit en migratieachtergrond van globale groep loontrekkenden.

(6)

6 c) Koppeling conversiecoëfficiënten aan de VAR-(beroeps)bevolking

De geconstrueerde conversiecoëfficiënten worden vervolgens gekoppeld aan de bestaande telling van de bevol- king naar socio-economische positie in de Vlaamse arbeidsrekening (zonder de uitgaande grensarbeiders), op het meest gedetailleerde observatieniveau (naar socio-economische positie, gemeente, geslacht en leeftijds- klasse), en vervolgens gewogen naar hun aandeel in de verschillende nationaliteits- of migratieachtergrondgroe- pen.

3.2. Uitgaande grensarbeiders

Omdat er in het Datawarehouse tot dusver geen uitgaande grensarbeiders geregistreerd worden (cf. supra), kunnen we op basis van de Datawarehouse-gegevens geen conversiecoëfficiënten berekenen voor een verdeling naar nationaliteit of migratieachtergrond van deze groep. Een verdeling volgens de globale groep loontrekken- den zou bovendien tot vertekening leiden door het specifieke karakter van de groep uitgaande grensarbeiders.

Zo blijken zij heel wat sterker dan de globale groep loontrekkenden vertegenwoordigd te zijn onder de nationa- liteitsgroep ‘buurlanden’. Dit als gevolg van het feit dat het vaak gaat over uitgaande grensarbeiders die wonen in België (veelal in de grensstreken), maar die de nationaliteit bezitten van hun werkland (bijvoorbeeld Neder- landers die in het noorden van België wonen en in hun ‘thuisland’ gaan werken).

Voor deze groep van uitgaande grensarbeiders naar onze buurlanden hanteren we bijgevolg een andere metho- dologie en doen we beroep op bijkomende RIZIV-data met informatie over de nationaliteit van de grensarbei- ders. Voor elk van de vier categorieën van uitgaande grensarbeiders – naar Duitsland, Frankrijk, Luxemburg dan wel Nederland – construeren we met name een conversiecoëfficiënt naar nationaliteitsgroep. Aangezien we voor de verdeling naar nationaliteit van de uitgaande grensarbeiders enkel over de globale gegevens op Belgische niveau beschikken (en dus niet naar gemeente, geslacht en leeftijd) passen we voor al deze subgroepen dezelfde conversiecoëfficiënten toe.

In tabellen 1 en 2 geven we de verdeling van de uitgaande grensarbeiders per werkland, volgens nationaliteits- groep, toegepast volgens deze RIZIV-conversiecoëfficiënten voor de jaren 2015 en 2016.

Tabel 1. Verdeling van de uitgaande grensarbeiders in de Vlaamse arbeidsrekening naar werkland en nationaliteit (België, jaargemiddelde 2015)

NATIONALITEIT

België Buur- landen

West-EU15 Zuid-EU15 Andere EU28

Niet-EU28 Totaal

WERKLAND (n) (n) (n) (n) (n) (n) (n)

Duitsland 2 316 2 513 38 885 27 34 5 814

Frankrijk 2 274 4 923 7 106 12 21 7 343

Luxemburg 34 954 2 620 96 1 672 271 207 39 820

Nederland 12 031 18 457 148 425 249 176 31 486

Totaal 51 575 28 513 289 3 088 558 439 84 463

(%) (%) (%) (%) (%) (%) (%)

Duitsland 39,8 43,2 0,7 15,2 0,5 0,6 100

Frankrijk 31,0 67,0 0,1 1,4 0,2 0,3 100

Luxemburg 87,8 6,6 0,2 4,2 0,7 0,5 100

Nederland 38,2 58,6 0,5 1,4 0,8 0,6 100

Totaal 61,1 33,8 0,3 3,7 0,7 0,5 100

Bron: RIZIV / Vlaamse Arbeidsrekening (Bewerking Steunpunt Werk)

(7)

7 Tabel 2. Verdeling van de uitgaande grensarbeiders in de Vlaamse arbeidsrekening naar werkland en nationaliteit (België, jaargemiddelde 2016)

NATIONALITEIT

België Buur- landen

West-EU15 Zuid-EU15 Andere EU28

Niet-EU28 Totaal

WERKLAND (n) (n) (n) (n) (n) (n) (n)

Duitsland 2 342 2 649 38 823 41 43 5 937

Frankrijk 2 232 5 065 4 111 12 19 7 444

Luxemburg 35 632 2 676 100 1 826 312 204 40 748

Nederland 12 201 18 175 146 449 295 180 31 445

Totaal 52 407 28 565 288 3 209 660 445 85 574

(%) (%) (%) (%) (%) (%) (%)

Duitsland 39,5 44,6 0,6 13,9 0,7 0,7 100

Frankrijk 30,0 68,0 0,1 1,5 0,2 0,3 100

Luxemburg 87,4 6,6 0,2 4,5 0,8 0,5 100

Nederland 38,8 57,8 0,5 1,4 0,9 0,6 100

Totaal 61,2 33,4 0,3 3,8 0,8 0,5 100

Bron: RIZIV / Vlaamse Arbeidsrekening (Bewerking Steunpunt Werk)

Deze afzonderlijke verdelingswijze voor de uitgaande grensarbeiders is echter enkel mogelijk op basis van de nationaliteit van de grensarbeiders. Bij RIZIV zijn immers geen data voorhanden die ons informatie geven over hun migratieachtergrond. Voor de aanmaak van de conversiecoëfficiënten naar migratieachtergrondgroep gaan we evenwel op dezelfde manier tewerk, en gebruiken we eveneens de informatie over de verdeling naar natio- naliteit. We gebruiken met andere woorden het nationaliteitscriterium als proxy voor een verdeling van de uit- gaande grensarbeiders naar ‘migratieachtergrond’. Deze werkwijze zal hoogstwaarschijnlijk heel wat beter aan- sluiten bij de realiteit dan wanneer we de uitgaande grensarbeiders zouden verdelen op basis van de verdeling naar migratieachtergrond zoals gekend voor de globale groep loontrekkenden in het Datawarehouse. Zoals we eerder aangaven zou dit leiden tot een onderschatting van het aantal en aandeel grensarbeiders met een migra- tieachtergrond uit een buurland, aangezien vele uitgaande grensarbeiders de nationaliteit – en daaruit volgend wellicht ook migratieachtergrond – hebben van hun werk- of thuisland.

3.3. Eindresultaat

Na de samenvoeging van de uitgaande grensarbeid en de rest van de (beroeps)bevolking bekomen we een ver- deling van de totale bevolking naar nationaliteits- en migratieachtergrondgroep. Het resultaat daarvan wordt voor de jaren 2015 en 2016 weergegeven in tabellen 3 tot en met 6.5

5 In deze tabellen beschouwen we de totale bevolking van 15- tot en met 64 jaar. In de tabellen die zullen worden gepubli- ceerd op de website (www.steunpuntwerk.be) zal de leeftijd worden afgebakend op 20- tot en met 64 jaar.

(8)

8 Tabel 3. Verdeling van de totale bevolking (15-64 jaar) volgens socio-economische positie, naar NATIONALITEIT (België en Vlaams Gewest; jaargemiddelde 2015)

BELGIË België Buur-

landen

West-EU15 Zuid-EU15 Andere EU28

Niet-EU28 Totaal

(n) (n) (n) (n) (n) (n) (n)

Loontrekkend 3 418 493 109 490 8 467 83 706 59 204 90 576 3 769 936

Zelfstandig/helper 628 004 23 537 3 143 17 864 29 593 15 220 717 361

NWWZ 466 725 19 726 1 202 21 687 11 722 57 219 578 281

Niet beroepsactief 1 818 133 98 940 16 769 75 412 56 279 152 640 2 218 173 Totaal 6 331 355 251 693 29 582 198 669 156 798 315 655 7 283 751

(%) (%) (%) (%) (%) (%) (%)

Loontrekkend 90,7 2,9 0,2 2,2 1,6 2,4 100

Zelfstandig/helper 87,5 3,3 0,4 2,5 4,1 2,1 100

NWWZ 80,7 3,4 0,2 3,8 2,0 9,9 100

Niet beroepsactief 82,0 4,5 0,8 3,4 2,5 6,9 100

Totaal 86,9 3,5 0,4 2,7 2,2 4,3 100

VLAANDEREN België Buur-

landen

West-EU15 Zuid-EU15 Andere EU28

Niet-EU28 Totaal

(n) (n) (n) (n) (n) (n) (n)

Loontrekkend 2 161 770 55 189 4 156 21 312 36 501 47 278 2 326 207

Zelfstandig/helper 410 551 12 403 1 380 3 885 8 537 6 815 443 571

NWWZ 190 336 8 656 590 3 844 6 144 23 281 232 851

Niet beroepsactief 1 010 523 36 594 6 059 15 158 22 969 64 256 1 155 559

Totaal 3 773 181 112 842 12 185 44 199 74 151 141 630 4 158 189

(%) (%) (%) (%) (%) (%) (%)

Loontrekkend 92,9 2,4 0,2 0,9 1,6 2,0 100

Zelfstandig/helper 92,6 2,8 0,3 0,9 1,9 1,5 100

NWWZ 81,7 3,7 0,3 1,7 2,6 10,0 100

Niet beroepsactief 87,4 3,2 0,5 1,3 2,0 5,6 100

Totaal 90,7 2,7 0,3 1,1 1,8 3,4 100

Bron: Vlaamse Arbeidsrekening o.b.v. RSZ-DMFA, RSZPPO, RSVZ, RIZIV, RVA, Statbel – Bevolkingsstatistieken, DWH AM&SB bij de KSZ, FOD WASO (Bewerking Steunpunt Werk)

Tabel 4. Verdeling van de totale bevolking (15-64 jaar) volgens socio-economische positie, naar MIGRATIEACHTERGROND (België en Vlaams Gewest; jaargemiddelde 2015)

BELGIË België Buur-

landen

West-EU15 Zuid-EU15 Andere EU28

Niet-EU28 Totaal

(n) (n) (n) (n) (n) (n) (n)

Loontrekkend 2 864 046 212 146 15 642 215 160 84 355 378 587 3 769 936

Zelfstandig/helper 540 024 39 405 4 614 34 893 34 669 63 756 717 361

NWWZ 299 314 38 087 2 339 49 454 17 284 171 803 578 281

Niet beroepsactief 1 360 915 169 607 22 632 159 821 71 720 433 479 2 218 173 Totaal 5 064 299 459 244 45 228 459 328 208 028 1 047 624 7 283 751

(%) (%) (%) (%) (%) (%) (%)

Loontrekkend 76,0 5,6 0,4 5,7 2,2 10,0 100

Zelfstandig/helper 75,3 5,5 0,6 4,9 4,8 8,9 100

NWWZ 51,8 6,6 0,4 8,6 3,0 29,7 100

Niet beroepsactief 61,4 7,6 1,0 7,2 3,2 19,5 100

Totaal 69,5 6,3 0,6 6,3 2,9 14,4 100

(9)

9

VLAANDEREN België Buur-

landen

West-EU15 Zuid-EU15 Andere EU28

Niet-EU28 Totaal

(n) (n) (n) (n) (n) (n) (n)

Loontrekkend 1 933 363 103 452 8 803 46 958 47 357 186 273 2 326 207

Zelfstandig/helper 374 017 20 378 2 325 7 519 10 621 28 712 443 571

NWWZ 139 133 13 810 1 173 7 387 7 840 63 507 232 851

Niet beroepsactief 840 449 65 471 9 675 30 296 29 035 180 633 1 155 559

Totaal 3 286 963 203 111 21 976 92 160 94 853 459 125 4 158 188

(%) (%) (%) (%) (%) (%) (%)

Loontrekkend 83,1 4,4 0,4 2,0 2,0 8,0 100

Zelfstandig/helper 84,3 4,6 0,5 1,7 2,4 6,5 100

NWWZ 59,8 5,9 0,5 3,2 3,4 27,3 100

Niet beroepsactief 72,7 5,7 0,8 2,6 2,5 15,6 100

Totaal 79,0 4,9 0,5 2,2 2,3 11,0 100

Bron: Vlaamse Arbeidsrekening o.b.v. RSZ-DMFA, RSZPPO, RSVZ, RIZIV, RVA, Statbel – Bevolkingsstatistieken, DWH AM&SB bij de KSZ, FOD WASO (Bewerking Steunpunt Werk)

Tabel 5. Verdeling van de totale bevolking (15-64 jaar) volgens socio-economische positie, naar NATIONALITEIT (België en Vlaams Gewest; jaargemiddelde 2016)

BELGIË België Buur-

landen

West-EU15 Zuid-EU15 Andere EU28

Niet-EU28 Totaal

(n) (n) (n) (n) (n) (n) (n)

Loontrekkend 3 445 568 112 934 8 380 85 224 63 914 93 374 3 809 394

Zelfstandig/helper 635 173 23 918 3 140 18 405 31 512 16 286 728 434

NWWZ 441 741 19 095 1 097 19 919 12 001 58 767 552 621

Niet beroepsactief 1 802 452 98 492 16 644 75 751 57 073 159 198 2 209 608 Totaal 6 324 935 254 438 29 262 199 299 164 499 327 625 7 300 058

(%) (%) (%) (%) (%) (%) (%)

Loontrekkend 90,4 3,0 0,2 2,2 1,7 2,5 100

Zelfstandig/helper 87,2 3,3 0,4 2,5 4,3 2,2 100

NWWZ 79,9 3,5 0,2 3,6 2,2 10,6 100

Niet beroepsactief 81,6 4,5 0,8 3,4 2,6 7,2 100

Totaal 86,6 3,5 0,4 2,7 2,3 4,5 100

VLAANDEREN België Buur-

landen

West-EU15 Zuid-EU15 Andere EU28

Niet-EU28 Totaal

(n) (n) (n) (n) (n) (n) (n)

Loontrekkend 2 176 538 56 812 4 153 22 380 40 231 49 308 2 349 422

Zelfstandig/helper 415 762 12 543 1 361 4 143 9 555 7 358 450 721

NWWZ 180 946 8 507 540 3 789 6 511 24 404 224 697

Niet beroepsactief 991 956 36 369 5 913 15 203 23 668 68 188 1 141 297

Totaal 3 765 201 114 231 11 967 45 515 79 965 149 257 4 166 137

(%) (%) (%) (%) (%) (%) (%)

Loontrekkend 92,6 2,4 0,2 1,0 1,7 2,1 100

Zelfstandig/helper 92,2 2,8 0,3 0,9 2,1 1,6 100

NWWZ 80,5 3,8 0,2 1,7 2,9 10,9 100

Niet beroepsactief 86,9 3,2 0,5 1,3 2,1 6,0 100

Totaal 90,4 2,7 0,3 1,1 1,9 3,6 100

Bron: Vlaamse Arbeidsrekening o.b.v. RSZ-DMFA, RSZPPO, RSVZ, RIZIV, RVA, Statbel – Bevolkingsstatistieken, DWH AM&SB bij de KSZ, FOD WASO (Bewerking Steunpunt Werk)

(10)

10 Tabel 6. Verdeling van de totale bevolking (15-64 jaar) volgens socio-economische positie, naar MIGRATIEACHTERGROND (België en Vlaams Gewest; jaargemiddelde 2016)

BELGIË België Buur-

landen

West-EU15 Zuid-EU15 Andere EU28

Niet-EU28 Totaal

(n) (n) (n) (n) (n) (n) (n)

Loontrekkend 2 863 092 218 539 15 953 220 781 90 524 400 505 3 809 394

Zelfstandig/helper 542 543 40 213 4 713 36 101 36 900 67 965 728 434

NWWZ 279 786 36 552 2 166 46 320 17 347 170 450 552 621

Niet beroepsactief 1 329 178 170 273 22 644 161 594 72 776 453 143 2 209 608 Totaal 5 014 600 465 577 45 475 464 797 217 546 1 092 063 7 300 058

(%) (%) (%) (%) (%) (%) (%)

Loontrekkend 75,2 5,7 0,4 5,8 2,4 10,5 100

Zelfstandig/helper 74,5 5,5 0,6 5,0 5,1 9,3 100

NWWZ 50,6 6,6 0,4 8,4 3,1 30,8 100

Niet beroepsactief 60,2 7,7 1,0 7,3 3,3 20,5 100

Totaal 68,7 6,4 0,6 6,4 3,0 15,0 100

VLAANDEREN België Buur-

landen

West-EU15 Zuid-EU15 Andere EU28

Niet-EU28 Totaal

(n) (n) (n) (n) (n) (n) (n)

Loontrekkend 1 932 789 106 532 9 014 49 063 52 151 199 873 2 349 422

Zelfstandig/helper 376 625 20 829 2 382 7 958 11 797 31 129 450 721

NWWZ 129 810 13 516 1 114 7 151 8 191 64 916 224 697

Niet beroepsactief 815 819 65 487 9 605 30 588 29 941 189 857 1 141 297

Totaal 3 255 042 206 364 22 115 94 760 102 081 485 774 4 166 137

(%) (%) (%) (%) (%) (%) (%)

Loontrekkend 82,3 4,5 0,4 2,1 2,2 8,5 100

Zelfstandig/helper 83,6 4,6 0,5 1,8 2,6 6,9 100

NWWZ 57,8 6,0 0,5 3,2 3,6 28,9 100

Niet beroepsactief 71,5 5,7 0,8 2,7 2,6 16,6 100

Totaal 78,1 5,0 0,5 2,3 2,5 11,7 100

Bron: Vlaamse Arbeidsrekening o.b.v. RSZ-DMFA, RSZPPO, RSVZ, RIZIV, RVA, Statbel – Bevolkingsstatistieken, DWH AM&SB bij de KSZ, FOD WASO (Bewerking Steunpunt Werk)

3.4. Kerncijfers

Afgebakend voor het Vlaams gewest geven we voor het jaar 2016 verder enkele kerncijfers weer in onder- staande figuren 1a en 1b (nationaliteit) en 2a en 2b (migratieachtergrond).

(11)

11 NATIONALITEIT

Figuur 1a. Verdeling (%) van de totale bevolking (15-64 jaar) volgens socio-economische positie, naar nationaliteit (Vlaande- ren, jaargemiddelde 2016)

Bron: Vlaamse Arbeidsrekening o.b.v. RSZ-DMFA, RSZPPO, RSVZ, RIZIV, RVA, Statbel – Bevolkingsstatistieken, DWH AM&SB bij de KSZ, FOD WASO (Bewerking Steunpunt Werk)

Figuur 1b. Activiteits-, werkzaamheids- en werkloosheidsgraad (%) volgens nationaliteitsgroep (Vlaanderen, 15-64 jaar, jaar- gemiddelde 2016)

Bron: Vlaamse Arbeidsrekening o.b.v. RSZ-DMFA, RSZPPO, RSVZ, RIZIV, RVA, Statbel – Bevolkingsstatistieken, DWH AM&SB bij de KSZ, FOD WASO (Bewerking Steunpunt Werk)

92,6

80,5

86,9

90,4

2,5

3,8

3,2

2,7

1,8

2,9

2,1

1,9

2,0

10,9

6,0

3,6

75% 80% 85% 90% 95% 100%

Werkend

nwwz

Niet beroepsactief

TOTAAL (bevolking)

België Buurlanden West-EU15-landen Zuid-EU15-landen Andere EU28 Niet-EU

73,7 68,2

50,6

66,6 70,4

54,3 68,8 72,6

60,7

46,1

58,3 62,3

38,0

67,2

6,5 10,9 8,9 12,5 11,6

30,1

7,4

Activiteitsgraad Werkzaamheidsgraad Werkloosheidsgraad

(12)

12 MIGRATIEACHTERGROND

Figuur 2a. Verdeling (%) van de totale bevolking (15-64 jaar) volgens socio-economische positie, naar migratieachtergrond (Vlaanderen, jaargemiddelde 2016)

Bron: Vlaamse Arbeidsrekening o.b.v. RSZ-DMFA, RSZPPO, RSVZ, RIZIV, RVA, Statbel – Bevolkingsstatistieken, DWH AM&SB bij de KSZ, FOD WASO (Bewerking Steunpunt Werk)

Figuur 2b. Activiteits-, werkzaamheids- en werkloosheidsgraad (%) volgens migratieachtergrondgroep (Vlaanderen, 15-64 jaar, jaargemiddelde 2016)

Bron: Vlaamse Arbeidsrekening o.b.v. RSZ-DMFA, RSZPPO, RSVZ, RIZIV, RVA, Statbel – Bevolkingsstatistieken, DWH AM&SB bij de KSZ, FOD WASO (Bewerking Steunpunt Werk)

82,5

57,8

71,5

78,1

4,5

6,0

5,7

5,0

2,0

3,2

2,7

2,3

2,3

3,6

2,6

2,5

8,2

28,9

16,6

11,7

40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Werkend

nwwz

Niet beroepsactief

TOTAAL (bevolking)

België Buurlanden West-EU15-landen Zuid-EU15-landen Andere EU28 Niet-EU

74,9 68,3

56,6

67,7 70,7

60,9 70,9 72,6

61,7

51,5

60,2 62,6

47,6

67,2

5,3 9,6 8,9 11,1 11,4

21,9

7,4

Activiteitsgraad Werkzaamheidsgraad Werkloosheidsgraad

(13)

13

Bibliografie

Commissie Diversiteit. (2014). Advies monitoren van personen van allochtone afkomst op basis van administra- tieve databanken van 4 juli 2014. Brussel: Commissie Diversiteit bij de SERV.

Commissie Integratiebeleid. (2014). Uniforme operationalisering van de doelgroep bij de monitoring van het ho- rizontaal integratiebeleid. Nota Commissie Integratiebeleid 28/11/2014.

Djait, F. (2015). Migratieachtergrondmonitor 2015. Arbeidsmarktpositie van personen met een buitenlandse mi- gratieachtergrond op basis van administratieve gegevens. Brussel: Departement Werk en Sociale Economie.

FOD Economie. (2013). Structuur en Beweging van de residentiële bevolking (wettelijke statistiek geldig op na- tionaal vlak).

Vanderbiesen, W. (2017). Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van de bevolking naar socio-economische positie.

Basis- en detailtabellen: update 2015 (Methodologisch rapport). Leuven: Steunpunt Werk

Vanderbiesen, W., & Herremans, W. (2015). Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van de beroepsbevolking naar nationaliteit en migratieachtergrond. Nulmeting 2012 (Methodologisch rapport). Leuven: Steunpunt Werk en Sociale Economie

Vanderbiesen, W., & Pasgang, K. (2017). Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van de bevolking naar socio-econo- mische positie. Basis- en detailtabellen: update 2016 (Methodologisch rapport). Leuven: Steunpunt Werk

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze correctie gebeurt op basis van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming (DWH AM&SB) bij de KSZ. In het DWH AM&SB worden statistieken van verschillende

Deze correctie gebeurt op basis van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming (DWH AM&SB) bij de KSZ. In het DWH AM&SB worden statistieken van verschillende

Voor de verdere verdeling van de bevolking per socio-economische positie in de Vlaamse arbeidsrekening naar nationaliteit en herkomst, doen we beroep op gegevens van het

Deze correctie gebeurt op basis van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescher- ming (DWH AM&SB) bij de KSZ. In het DWH AM&SB worden statistieken van verschillende

De niet-beroepsactieve bevolking bestaat uit de personen die in België / het Vlaams Gewest wo- nen en die tijdens een referentieperiode niet werken en niet beschikbaar zijn

Deze correctie gebeurt op basis van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescher- ming (DWH AM&SB) bij de KSZ. In het DWH AM&SB worden statistieken

Vanaf 2010 worden de dienstencheque-ondernemingen immers prioritair ingedeeld volgens de aard van de geleverde diensten, waardoor heel wat van deze ondernemingen niet meer

Het toepassen van deze verhoudingen van het aantal VTE per loontrekkende gebeurt niet voor de groep studenten, aangezien de gegevens voor studenten reeds