• No results found

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het aantal vestigingen met personeel: updates 2009-2010

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het aantal vestigingen met personeel: updates 2009-2010"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vlaamse Arbeidsrekening.

Raming van het totaal aantal vestigingen met personeel

Updates 2009-2010

Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE

Maart 2012

Methodologisch Rapport

Steunpunt Werk en Sociale Economie

Parkstraat 45 bus 5303 – 3000 Leuven

T:32(0)16 32 32 39 F:32(0)16 32 32 40

steunpuntwse@econ.kuleuven.be

www.steunpuntwse.be

(2)

Vlaamse Arbeidsrekening.

Raming van het totaal aantal vestigingen met personeel

Updates 2009-2010

Steunpunt Werk en Sociale Economie i.s.m. Departement Werk en Sociale Economie

Een onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke

Ordening en Sport, in het kader van het VIONA-onderzoeksprogramma

(3)

Inleiding

Dit rapport geeft een cijfermatige weergave van de verschillende stappen die doorlopen worden bij de jaarlijkse updates van de raming van het aantal vestigingen met personeel. Een gedetailleerde toelichting bij de gehanteerde concepten en methodologie kan u terugvinden in het methodologisch rapport bij de nulmeting van het totaal aantal jobs.

Update 2009

Tabel 1: Berekening van het gemiddeld aantal vestigingen met personeel gekend bij RSZ en RSZPPO per kwartaal en per jaar (2009)

Vlaams Gewest België

31 december 2008 157 602 270 144

30 juni 2009 159 836 273 780

31 december 2009 159 649 273 791

Stap 1

Raming 31 maart 2009 (31 december 2008 + 30 juni 2009)/2 158 719 271 962 Raming 30 september 2009 (30 juni 2009 + 31 december 2009)/2 159 743 273 786

Stap 2

gemiddelde 1ste kwartaal 2009 (31 december 2008 + 31 maart 2009)/2 158 161 271 053 gemiddelde 2e kwartaal 2009 (31 maart 2009 + 30 juni 2009)/2 159 278 272 871 gemiddelde 3e kwartaal 2009 (30 juni 2009 + 30 september 2009)/2 159 789 273 783 gemiddelde 4e kwartaal 2009 (30 september 2009 + 31 december 2009)/2 159 696 273 788

Stap 3

Jaargemiddelde 2009

(gemiddelde 1ste kwartaal 2009 + gemiddelde 2e kwartaal 2009 + gemiddelde 3e kwartaal 2009 + gemiddelde 4e kwartaal 2009)/4

159 231 272 874 Bron: RSZ Gedecentraliseerde statistiek (Bewerking Steunpunt WSE)

(4)

Update 2010

Voor de berekening van het jaargemiddelde maken we voor 2010 een onderscheid in de methodologie voor vestigingen in de dienstencheque-sectoren en de (grote meerderheid van) overige vestigingen.

Vanaf 2010 worden de dienstencheque-ondernemingen immers prioritair ingedeeld volgens de aard van de geleverde diensten, waardoor heel wat van deze ondernemingen niet meer onder de sector ‘Ter beschikkingstelling van personeel’ (Nace 78) of onder ‘Maatschappelijke dienstverlening zonder huisvesting’ (buurt- en nabijheidsdiensten) (Nace 88) zijn opgenomen, maar hoofdzakelijk onder de sectoren ‘Diensten in verband met gebouwen’ (poetshulp) (Nace 81) en ‘Overige persoonlijke diensten’

(strijkateliers) (Nace 96).

Gezien voor de berekening van het jaargemiddelde in principe ook het vierde kwartaal van het voorgaande jaar in rekening wordt genomen, levert deze sectorverschuiving in 2010 dus problemen op voor de berekening van het jaargemiddelde in die sectoren waar de dienstencheque-ondernemingen hoofdzakelijk actief zijn. Daarom zal voor deze sectoren – met name Nace 78, 81, 88 en 96 – het jaargemiddelde 2010 enkel berekend worden op basis van het tweede en vierde kwartaal van het jaar.

Voor alle overige sectoren wordt het jaargemiddelde wel berekend volgens de standaardmethode (zie tabel).

Tabel 2: Berekening van het gemiddeld aantal vestigingen met personeel gekend bij RSZ en RSZPPO per kwartaal en per jaar (Vlaams Gewest; 2010)

Niet- diensten-

cheque- sectoren

Diensten- cheque-

sectoren Totaal

31 december 2009 146 345 13 304 159 649

30 juni 2010 148 074 11 999 160 073

31 december 2010 147 721 11 862 159 583

Stap 1

Raming 31 maart 2010 (31 december 2009 + 30 juni 2010)/2 147 210 12 652 159 861 Raming 30 september 2010 (30 juni 2010+ 31 december 2010)/2 147 898 11 931 159 828

Stap 2

Niet-dienstencheque-sectoren

gemiddelde 1ste kwartaal 2010 (31 december 2009 + 31 maart 2010)/2 146 777 gemiddelde 2e kwartaal 2010 (31 maart 2010 + 30 juni 2010)/2 147 642 gemiddelde 3e kwartaal 2010 (30 juni 2010 + 30 september 2010)/2 147 986 gemiddelde 4e kwartaal 2010 (30 september 2010 + 31 december 2010)/2 147 809 Dienstencheque-sectoren

gemiddelde 2e kwartaal 2010 = 30 juni 2010 11 999

gemiddelde 3e kwartaal 2010 (30 juni 2010 + 30 september 2010)/2 11 965 gemiddelde 4e kwartaal 2010 (30 september 2010 + 31 december 2010)/2 11 896 Stap 3: jaargemiddelde

Niet-dienstencheque-sectoren

(gemiddelde 1ste kwartaal 2010 + gemiddelde 2e kwartaal 2010 + gemiddelde 3e kwartaal 2010 + gemiddelde 4e kwartaal 2010)/4

147 554

159 507 Dienstencheque-sectoren

(gemiddelde 2e kwartaal 2010 + gemiddelde 3e kwartaal 2010 + gemiddelde 4e kwartaal 2010)/3

11 953 Bron: RSZ Gedecentraliseerde statistiek (Bewerking Steunpunt WSE)

(5)

Tabel 3: Berekening van het gemiddeld aantal vestigingen met personeel gekend bij RSZ en RSZPPO per kwartaal en per jaar (België; 2010)

Niet- diensten-

cheque- sectoren

Diensten- cheque-

sectoren Totaal

31 december 2009 249 131 24 660 273 791

30 juni 2010 252 582 21 992 274 574

31 december 2010 252 841 21 988 274 829

Stap 1

Raming 31 maart 2010 (31 december 2009 + 30 juni 2010)/2 250 857 23 326 274 183 Raming 30 september 2010 (30 juni 2010+ 31 december 2010)/2 252 712 21 990 274 702

Stap 2

Niet-dienstencheque-sectoren

gemiddelde 1ste kwartaal 2010 (31 december 2009 + 31 maart 2010)/2 249 994 gemiddelde 2e kwartaal 2010 (31 maart 2010 + 30 juni 2010)/2 251 719 gemiddelde 3e kwartaal 2010 (30 juni 2010 + 30 september 2010)/2 252 647 gemiddelde 4e kwartaal 2010 (30 september 2010 + 31 december 2010)/2 252 776 Dienstencheque-sectoren

gemiddelde 2e kwartaal 2010 = 30 juni 2010 21 992

gemiddelde 3e kwartaal 2010 (30 juni 2010 + 30 september 2010)/2 21 991 gemiddelde 4e kwartaal 2010 (30 september 2010 + 31 december 2010)/2 21 989 Stap 3: jaargemiddelde

Niet-dienstencheque-sectoren

(gemiddelde 1ste kwartaal 2010 + gemiddelde 2e kwartaal 2010 + gemiddelde 3e kwartaal 2010 + gemiddelde 4e kwartaal 2010)/4

251 784

273 775 Dienstencheque-sectoren

(gemiddelde 2e kwartaal 2010 + gemiddelde 3e kwartaal 2010 + gemiddelde 4e kwartaal 2010)/3

21 991 Bron: RSZ Gedecentraliseerde statistiek (Bewerking Steunpunt WSE)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In navolging van de herzieningen in de statistieken van de loontrekkende tewerkstelling bij de RSZ in 2011 (cf. het Capelo-project), werd in de RSZ-kwartaalbestanden voor 2012

Gezien voor de berekening van het jaargemiddelde in principe ook het vierde kwartaal van het voorgaan- de jaar in rekening wordt genomen, levert deze herziening in 2011 immers

De groep studenten die gekend zijn bij de RSZ en RSZPPO worden in de binnenlandse werkge- legenheid zonder meer geïntegreerd vanuit de reeds uitgewerkte raming van deze groep binnen

Deze correctie gebeurt op basis van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescher- ming (DWH AM&SB) bij de KSZ. In het DWH AM&SB worden statistieken

Voor de verdeling van het aantal jobs naar sector maken we gebruik van de RSVZ-gegevens voor het tweede kwartaal van 2010 die worden toegepast op het

Het toepassen van deze verhoudingen van het aantal VTE per loontrekkende gebeurt niet voor de groep studenten, aangezien de gegevens voor studenten reeds

De groep studenten die gekend zijn bij de RSZ en RSZPPO worden in de binnenlandse werkge- legenheid zonder meer geïntegreerd vanuit de reeds uitgewerkte raming van deze groep binnen

Voor de indeling van de jobs voor zelfstandigen en helpers worden alle jobs uit een van deze sectoren toegewezen aan Nace-code 84 (op 2 digit-niveau), en komen zij allen