BIJLAGE 3 DORPEN MET WATERBUURTEN IN FRIESLAND IN 1832 (zoals gebleken uit inventarisatie voor de Atlas fan Fryske Doarpen, 2010). Bij deze inventarisatie werd een compacte op het water gerichte niet-‐agrarische bebouwingsreeks bestaande uit minimum 5 á 6 kleine korrels tot een waterbuurt gerekend. (Bron: Digitale kaartendatabase provincie Friesland.)
BIJLAGE 4 VERSCHIJNINGSVORMEN WATERBUURTEN IN FRIESLAND IN 1832 zoals op basis van de Kadaster kaarten uit 1832 is geanalyseerd. Deze verschijningsvormen zijn onderscheiden op basis van hun relatie ten opzichte van de infrastructuur (water en weg) en de rest van het dorp. [enige elkelvoudig – blauwe stip; enige meervoudig – donkerblauwe pentagon; naast elkaar opvaart – rode stip; naast elkaar vaart – blauwe vierkant; naast elkaar kruis – kruis; fusie – tweekleurige stip] (Bron: Digitale kaartendatabase provincie Friesland.)
BIJLAGE 5 BEBOUWINGSTYPEN WATERBUURTEN IN FRIESLAND IN 1832 zoals op basis van de Kadaster kaarten uit 1832 is geanalyseerd. Deze bebouwingstypen zijn onderscheiden op basis van de rangschikking van gebouwen binnen de waterbuurt zelf. [Regelmatig – rode stip; ritmisch – rode driehoek; afwisselend – bliksem; zeer onregelmatig – zwarte stip] (Bron: Digitale kaartendatabase provincie Friesland.)
BIJLAGE 6 LANDSCHAPTYPENKAART VAN FRIESLAND. Met de rode pijl is de ligging van Birdaard aangegeven. (Bron: Digitale kaartendatabase provincie Friesland.)
BIJLAGE 8 ANALYSE VERSCHIJNINGSVORMEN
Vormnaam Variant Schema Dorpen Beschrijving
a ‘enkelv oudig’ -‐ Bakkeveen, Burdaard, De Knipe, Gerkesklooster, Jubbega, Kingmatille, Ryptsjerk, Snakkerburen, Stroobos, Surhuisterveen -‐ Enkelvoudige waterstructuur
(meestal loopt er een pad of een weg langs het water)
-‐ De bebouwing is in een vrij
regelmatige lijn langs het water (al dan niet aan beide kanten) gelegen
De enige b ‘meerv oudig’ -‐ Rottevalle, Wergea, Waskemeer
-‐ Het gehele dorp is op het
meervoudige waterstructuur gericht (er loopt al dan niet een pad langs het water)
Naast elkaar a ‘opvaar t’ -‐ Dronrijp Noord, Ferwert, Hallum, Veenwouden;
Menaldum vormt een uitzondering in deze groep omdat er 2 aanwezige buurten beide waterbuurten zijn.
-‐ Infrastructuur in het dorp wordt gevormd door zowel weg/straat (mogelijk meervoudig) en een opvaart (met al dan niet een
b ‘vaart’
-‐ Akkrum, Arum, Dronrijp Zuid, Heeg, Menaldum, Munnekezijl, Rinsumageest, Sexbierum, Stiens, Ternaard, Warten
-‐ De bebouwing in het dorp is zowel op de vaart als op de weg gericht (d.w.z. dat er zowel een waterbuurt gericht op het doorgaand water als
straatbuurt zijn aanwezig)
c ‘kruis’
-‐ Noordwolde, Oude Bildtzijl, Oude Leie, Sint Annaparochie, Sint Jacobiparochie, Steggerda
-‐ Waterstructuur vormt samen met de wegenstructuur (verschillende combinaties mogelijk) een
regelmatige kruis, de assen waarvan met de richting van de verkaveling strekken. (Er loop al dan niet een pad langs het water)
-‐ De bebouwing is lineair langs de infrastructuur gelegen Fusie -‐ Delfstrahuizen, Earnewoude, Easterlittens, Easterwierrum, Ezumazijl, Kimswerd, Rien, Terherne, Wommels
-‐ Soms is er nog een weg/pad
aanwezig en soms vormt het water de enige infrastructuur (zoals in het geval van Earnewoude, en Terherne) -‐ De bebouwing is niet altijd op het
water gericht, maar vormt onderling een vrij onregelmatige
bebouwingsstructuur (een soort onregelmatig klontje)
BIJLAGE 9 ANALYSE BEBOUWINGSTYPEN
Typenaam Schema Dorpen Beschrijving
Regelmatig
-‐ Arum, Dronrijp, Ferwert, Hallum, Heeg, Kingmatille, Menaldum, Munnekezijl, Rinsumageest,
Sexbierum, Sint Annaparochie, Sint Jacobiparochie, Snakkeburen, Ternaard, Wergea
-‐ regelmatig
-‐ huizen vullen (bijna) de gehele breedte van de kavel (gesloten gevelrij)
-‐ de rooilijn is regelmatig, de huizen liggen direct aan het pad
Ritmisch
-‐ Ryptsjerk, Veenwouden, Bakkeveen, De Knipe, Gerkesklooste, Jubbega, Surhuisterveen, Waskemeer, Noordwolde
-‐ regelmatig in zijn ritme (in zijn onregelmaat)
-‐ het geheel is soms verdeeld in kleine groepen
-‐ huizen met afstand als regel (huizen staan ruimer op de kavel)
Afwisselend
-‐ Oude Leie, Steggerda, Stiens, Stroobos, Warten
-‐ twee of meer bouwsteentypen wisselen elkaar af waarbij geen overheersende type is aan te wijzen; de rooilijn is als regel onregelmatig
Zeer
onregelmatig
-‐ Akkrum, Delfstrahuizen, Earne-‐ woude, Easterlittens, Easter-‐ wierrum, Ezumazijl, Kimswerd, Rien, Terherne, Wommels
-‐ zeer onregelmatig, geen overheersende richting
BIJLAGE 10 KOHIEREN EN REGISTERS – DE WERELD VAN DE BELASTINGEN
Jaar Titel bron Algemene omschrijving doel Toepassingen bron en zijn nadelen en
beperkingen Archiefnr. 1511 – 1700 (verv angen door Floree n- kohie r) Register van de aanbreng
De Floreenrente was een belasting op grondbezit. De huurwaarde van een perceel werd uitgedrukt in een rekenmunt, de floreen, waarover een nader door de Staten van Friesland vast te stellen bedrag als belasting moest worden afgedragen.
Er is bijna twee eeuwen lang belasting geheven zonder kohieren. Daardoor verdwenen er soms posten, tot verdriet van de Staten. Vandaar dat zij in 1700 besloten dat alle floreenplichtige goederen op schrift moesten worden gesteld in kohieren, die om de tien jaar moesten worden vernieuwd.1)
Deze bron geeft ons informatie op het niveau van het dorpsgebied. Het is mogelijk om aan de hand van dit register te achterhalen wie de eigenaar en soms de gebruiker van een bepaald perceel was. De huurwaarde is afhankelijk van de kwaliteit van de grond en de grootte, daarom is het ook mogelijk om iets over de percelen zelf te zeggen, echter niet waar het perceel was
gelegen. Het is ook niet mogelijk om aan de hand van dit register de beroepen te achterhalen. Bovendien hebben de posten in het register van de aanbreng geen nummers en het is dan ook erg moeilijk een verband te leggen met latere
floreenkohieren.
Al het nog aanwezige materiaal is in druk verschenen.
1700-‐
1860 Floreenkohier Het register van de aanbreng is tot 1700 in gebruik geweest, waarna vervangen door een geheel herziende kohier van de floreenrente -‐
Floreenkohier. Opgesteld door de plaatselijke
besturen werden de Floreenkohieren
vanaf 1708 samen met stemkohieren ieder 10 jaar vernieuwd en in één band opgenomen.
In vaste volgorde van de aangeslagen percelen vermelden de
floreenkohieren de eigenaar, de gebruiker,
meestal ook de grootte en de naastliggers, en
De floreenrente was van toepassing binnen grietenijen (op het platteland). Deze bron geeft ons informatie op het niveau van het
dorpsgebied.
In koopakten wordt het nummer uit
floreenkohier vaak vermeld. Informatie uit de kohieren (het niveau van het dorp of
dorpsgebied) in combinatie met stukken uit de proclamatieboeken (het niveau van afzonderlijke bouwsteen) vullen elkaar zeer mooi aan en bieden veel stof voor het onderzoek.
507 banden en delen: Tresoar – Rekenkamer inv. nrs. 3174-‐3682 –
de verschuldigde belasting. Normaal gesproken blijf het bedrag door jaren heen vast .2
Bovendien bleven de grenzen van de
aangeslagen percelen gelijk. De kohieren van 1848 (vaak ook die van 1838) bevatten tevens de kadastrale nummers. De exacte ligging van een perceel uit de 18de eeuw kan aan de hand van de kadastrale nummers worden bepaald.3 Hierdoor is het ook mogelijk om de percelen uit de kohieren (en dus ook koopakten) te koppelen aan de (huidige) locatie.
1640-‐
1788 Stemkohieren Er worden per dorp (dorpsgebied) de stemhebbende percelen/boerderijen genoemd met daarachter de namen van de eigenaren en huurders.4
De eigenaren van deze stemdragende
boerderijen hadden onder andere het recht om namen voor te dragen voor bijvoorbeeld een grietman, bijzitters, een secretaris in de grietenij of een dorpsrechter in hun eigen dorp.
Deze bron biedt informatie op het niveau van het dorpsgebied en zou gebruikt kunnen worden om te achterhalen welke bestuurlijk-‐juridische positie het dorp (en niet de buurt afzonderlijk) in nam. Voor het onderzoek naar buurt hebben we verder weinig aan deze bron omdat het om de agrarische structuur van het dorpsgebied gaat.
507 banden en delen: Tresoar – Rekenkamer inv. nrs. 3174-‐3682 –
Kohieren van de floreenrente 1700-‐ 1861, en stemkohieren 1708-‐ 1788. Tresoar – Staten inv.nrs. 971-‐995. 1703-‐ 1793 Kohieren van de personele goedschatting (Het personeel)
Het was een belasting van meestal 1% of 1,1% op het vermogen. Deze belasting werd sinds 1689/90 permanent geheven. Daarvoor was zij in 1621/22 en 1672/73 ook al incidenteel geheven. Personen die ook aangeslagen waren voor de reële goedschatting, mochten deze van
Deze bron geeft informatie op het niveau van het dorpsgebied. Aan de hand ervan kunnen we de namen van de aangeslagen, de gezinsgrootte, het vermogen waarop ze zijn geschat en de
verschuldigde belasting achterhalen. Aan de hand van deze informatie is het mogelijk een
het personeel aftrekken. Daarom bracht deze belasting doorgaans weinig op en werd in 1794 opgeheven.5
Het bezit van de inwoners (roerend en
onroerend) werd geregistreerd in deze kohieren die jaarlijks werden vernieuwd. In de kohieren moesten alle ingezetenen worden geregistreerd (met de namen van de gezinhoofden, de
grootte van de gezinnen en de hoogte van de aanslag.). Uitzondering maakte een groep van personen van wie bekend was dat zij niet aan de belastingverplichting konden voldoen. Ze zijn niet in de kohieren terug te vinden.
demografische studie per dorpsgebied te maken en de ontwikkelingen voor de 18de eeuw per jaar bekijken. Echter, de informatie kan alleen door veel uitgebreider onderzoek aan de locatie binnen het dorp gekoppeld worden.
Verder worden er verhuizingen van belastingen in de kohieren aangetekend, maar dat zal
meestal dezelfde informatie opleveren als de speciekohieren. De vermogens die in de kohieren worden vermeld, zijn bijzonder onbetrouwbaar. 6
1711-‐
1794 Kohieren van de reële goedschatting
De Staten speelden in op de nieuwe
ontwikkelingen door een nieuwe grondbelasting, de reële goedschatting, te introduceren. Het was een belasting op onroerend goed (landerijen en huizen). In deze kohieren vormde de werkelijke waarde of huurwaarde van vaste goederen de heffingsgrondslag (in tegenstelling tot
floreenrente). De lokale overheden hielden veranderingen in huurwaarde, waaronder nieuwbouw en sloop, goed in de gaten. Van de goederen worden aard, eigenaar,
Deze bron geeft informatie op het niveau van het dorpsgebied, hoewel in combinatie met
Floreenkohieren (en kadastrale kaarten) en
eventueel koopakten levert ze een waardevolle aanvulling voor het onderzoek naar
afzonderlijke bouwstenen. Aan de hand van verandering in de huurwaarde en
eigenaar/gebruiker zijn er ook economisch-‐ demografische ontwikkelingen af te leiden.
gebruiker, huurwaarde en verschuldigde belasting vermeld. Verandering van eigenaar geeft de mogelijkheid om zeer gericht naar koop-‐ of andere akten te zoeken.7
De betaling van het reëel geschiedde in twee termijnen (mei en november). De goederen werden in het reëelkohier ingeschreven op vertoon van de huurcontracten of op mondelinge verklaring. Ook vrijgestelde goederen werden in het kohier opgevoerd.8
1577
– 1795
De vijf speciën Onder de vijf speciën werden vijf verschillende
belastingen verstaan (in 1637 werden deze belastingen in één reglement samengebracht en sindsdien gecombineerd geïnd):
1. het schootsteen- of haardstedegeld. Per
schoorsteen werd er belasting geheven, die voor de ene helft door de huiseigenaar en voor de andere helft door de huurder opgebracht moest worden. (het werd al reeds in 1577 geheven en sinds 1601 jaarlijks.)
2. het hoofdgeld of familiegeld. Deze
belasting moest betaald worden voor ieder lid van een huisgezin (ouder dan 12 jaar) en over het inwonende personeel. In 1637 werden alleen gezinnen met een vermogen van meer dan 500 en in 1748 van meer dan 600 gulden
Deze bron geeft interessante informatie zowel op het niveau van het dorpsgebied als
afzonderlijke bouwsteen mits het mogelijk is om de informatie aan locatie te koppelen.
aangeslagen. (vermoedelijk in 1624 ingevoerd.) 3. het hoorngeld – voor koeien ouder dan
drie jaar. (in 1586 ingevoerd)
4. het paardgeld. (zogende veulens waren vrijgesteld.) (Datum van invoer is niet duidelijk.) 5. de belasting op de bezaaide landen. Twee
tarieven – de ene voor de vruchtbare gronden en het andere voor de minder vruchtbare gronden.9
Een post in het speciekohier bestaat uit een nummer (pas vanaf 1751 en die geen verband met de nummers in andere belastingkohieren heeft) en de naam van de hoofdbewoner, gevolgd door zeven of acht kolommen, voorzien van opschriften als S, H, HH, K, R, P, G (of BL) voor respectieflijk schoorstenen, hoofden, halve hoofden, koeien, rieren, paarden en gezaai (of bezaaide land). Het wordt afgesloten met het totaal bedrag van de aanslag.10
BIJLAGE 11 DEMOGRAFISCHE EN SOCIAAL-ECONOMISCHE BRONNEN
Jaar Titel bron Algemene omschrijving doel Nadelen en beperkingen bron Archiefnr.
1744 Omschrijvinge
van familiën Wegens klachten over de slechte handel en scheepvaart overwogen de Staten om de zo genaamde havenpachten af te schaffen. In plaats daarvan zou een jaarlijkse quotisatie op de
huisgezinnen geheven worden. Om de opbrengsten van deze quotisatie vooraf te kunnen beoordelen, werden per grietenij en stad staten samengesteld: van ieder hoofd van een huishouden werd de naam genoteerd, het aantal personen waaruit het
huishouden bestond, of het huishouden
vermogend, “insolvent” of “gealimenteerd” was en de aangeboden vrijwillige bijdrage ter vervanging van de havenpachten. Nagenoeg de hele bevolking is op deze staten terug te vinden, zodat met recht van een volkstelling kan worden gesproken.12
Deze bron is mager aan gegevens, maar is wel compleet bewaard gebleven. Het geeft een overzicht van de welvaart (categorieën: vermogend, insolvent, gealimenteerd) en het aantal inwoners. Het is daarom mogelijk om een economisch-‐demografische doorsnede per dorpsgebied te maken. Echter, het is bijna onmogelijk om zo’n overzicht per buurt te maken, omdat het een zeer uitvoerig onderzoek vereist om de gegevens aan bouwsteen te koppelen. Tresoar – Staten, inv.nr. 1628 -‐1632.
1749 Quotisatie Na het jaar 1748 door de ontevredenheid, onder meer gericht tegen het belastingstelsel werden in Friesland de verbruiksbelastingen vervangen door een zogenaamde quotisatie, een belasting deels evenredig aan de gezinsgrootte en de welstand der ingezetenen. Ter introductie van de quotisatie werden begin 1749 alle gezinnen op het Friese vasteland op ingeschreven. Daarbij werd het aantal gezinsleden boven en beneden de twaalf jaar oud (kinderen) en veelal ook het beroep van het gezinshoofd genoteerd. De aanslag werd opgelegd met behulp van tabellen en het opgegeven of geschatte vermogen. De quotisatie werd al na een
Omdat ook de beroepen van de gezinshoofden werden vermeld, kunnen wij van een zeer unieke inventarisatie spreken. Dankzij deze waardevolle informatie kunnen we in een oogopslag een beeld van de
beroepssamenstelling binnen ieder dorpsgebied krijgen. Deze biedt veel inzicht in de aard van het economisch leven in het dorp, maar het kan ook een verklaring voor de dorpsmorfologie geven aangezien de vorm vrijwel altijd de functie volgt.
jaar weer afgeschaft, maar voor het jaar 1749 beschikken we over een unieke doorsnede van de Friese bevolking – alle lijsten zijn bewaard
gebleven. Op gealimenteerden na komt bijna iedereen in de quotisatie voor.13
1807
(1809) Volkstelling De volkstelling van 1807/08 was een 'nationale' telling van de bevolking van het toenmalige Nederland. In tegenstelling tot de volkstelling van 1795 werd niet zozeer het aantal inwoners geteld, maar werd een volledige inventarisatie van de sociale en economische positie van de nieuwe onderdanen van koning Lodewijk Napoleon gemaakt.
In 1807 werd bepaald dat men per gemeente de volgende gegevens moest verzamelen:
-‐ Het aantal gehuwde en ongehuwde personen en hun beroep;
-‐ Gezinssamenstelling;
-‐ Het bezit van hoornbeesten, paarden en schapen; -‐ Het oppervlak bouwland en weiland dat men pachtte of in bezit had;
-‐ Het bedrag dat men betaalde aan verschillende belastingen;
-‐ Het bedrag dat men betaalde aan huur voor huizen en landerijen.
Op basis van deze telling kan men een zeer volledig beeld van de economische en de sociale structuur per grietenij/gemeente in deze
periode krijgen. Dit is een mooie bron voor de studie van de beroepsstructuur, de sociale structuur, de verdeling van de agrarische productiemiddelen, de huurwaarde van huizen en de demografische structuur. Echter, deze bron heeft een groot nadeel voor ons onderzoek, namelijk de gegevens werden niet per dorp maar per gemeente geïnventariseerd, wat een studie op het niveau van een dorp en zeker op het niveau van een buurt aan de hand van deze bron zeer lastig maakt. Het zou mogelijk zijn om deze bron in combinatie met andere bronnen te gebruiken die een persoon aan een
In een aantal gewesten werd ook enquête gehouden naar het aantal armen en bedeelden, alsmede de oorzaken van de bedeling.14
1829 Volksregister (Centraal Bureau voor de Statistiek). (Tussen 16.11 en 31.12.)
De eerstvolgende algemene nationale volkstelling vond pas in 1829 (tussen 16 nov en 31 dec) plaats. Hierbij werden de gegevens van alle inwoners vastgelegd in een ‘Volksregister, het bevatte alle zodanige opgaven en berichten betrekkelijk de bevolking, welker kennis in het belang van de staat nuttig en noodzakelijk zouden zijn’. Gegevens werden per adres verzameld. En zo’n Volkstelling werd om de tien jaar gehouden.15
In deze volkstelling vinden we aantallen inwoners per geslacht. Echter is de
inventarisatie per gemeente gedaan waardoor het niet echt voor dit onderzoek van toepassing is.
n.v.t.
1832 ‘Oospronkelijk aanwijzende tafels’ van het
Kadastrale minuutplan van 1832
De kaarten bevatten alle percelen, met en zonder bebouwing. Alle percelen hebben een uniek
nummer. Onder dit nummer zijn op de OAT's onder meer de naam van de eigenaar, diens beroep, de oppervlakte van het perceel, het grondgebruik, de waardeklassen en de belastbare som vermeld.
Dit is het eerste en de enige van alle bovengenoemde historische bronnen die geïnventariseerde informatie aan de fysieke locatie koppelt door middel van een zeer nauwkeurig kaartbeeld. Het is een zeer
betrouwbare bron die op ieder niveau gebruikt kan worden (van een afzonderlijke bouwsteen tot op het niveau van de hele provincie). Het grote probleem dat deze bron voor dit onderzoek geeft, is dat alleen de namen en beroepen van de eigenaren van het onroerend goed worden vermeld, en niet die van de
gebruikers (huurders of pachters). Uitzondering vormen de situaties waarbij er een zakelijk recht is gevestigd, bijvoorbeeld vruchtgebruik of recht van opstal, wordt dat dan wel vermeld.
n.v.t.
Bovendien kan het ook gebeuren dat er bij de invoering van het kadaster in 1832 gegevens zijn gebruikt die toen al verouderd waren.
1839-‐
1851 Het Aardrijkskundig woordenboek der
Nederlanden
van A.J. van der Aa
Dit werk is tussen 1839 en 1851 in 13 delen verschenen. Het is een handig naslagwerk waarin van bijna elke plaats in kort bestek de belangrijkste (historische) gegevens worden gegeven.
In het voorwoord stelt de auteur dat het werk onder andere is bedoeld voor handelaren, de "krijgsman", de toerist en vooral de onderwijzer. Voor Friesland was Wopke Eekhoff zijn
medewerker.
Het is gebleken dat veel historische gegevens zijn ontleend aan de Tegenwoordige Staat, die ruim 50 jaar eerder was verschenen. Om te verzekeren dat de gegevens inzake de bevolking en andere
onderwerpen actueel en correct waren, liet Van der Aa alles controleren door de plaatselijke
burgemeesters.16
Deze bron biedt informatie op het niveau van het dorpsgebied, dorp en soms zelfs een buurt. Per dorp wordt er een korte omschrijving gegeven niet alleen van de inwoners-‐ en huizenaantallen en van de ligging en grootte van het dorp, maar ook van de sociale samenstelling en
bouwkundige bijzonderheden. n.v.t.
BIJLAGE 12 QUOTISATIE BIRDAARD EN WANSWERD. 1749. De totalen zijn uitgerekend aan de hand van de gegevens per gezin. (Bron: Tresoar Rekenkamer -‐ Quotisatie 1749, Dantumadeel, fol. 89-‐98; Ferwerderadeel, fol. 1-‐5.)
Beroep gezinshoofd Aantal Aanslagen
BIRDAARD: Totaal gezinnen: 61; Totaal volwassenen: 155; Totaal kinderen: 73; Totaal inwoners: 228; waarvan ongeveer een kwart op de boerderijen.
wegens huis en zathe 1 40-‐14-‐0
Dominee 1 30-‐14-‐0 Herbergier 1 48-‐11-‐0 Coopman 6 11-‐13-‐0; 16-‐17-‐0; 13-‐9-‐0; 24-‐13-‐0; 17-‐1-‐0; 11-‐13-‐0 Slagter 10 26-‐16-‐0; 18-‐8-‐0; 12-‐1-‐0; 25-‐13-‐0; 15-‐13-‐0; 25-‐1-‐0; 13-‐13-‐0; 11-‐13-‐0; 13-‐13-‐0; 15-‐ 13-‐0 Boer 8 48-‐9-‐0; 33-‐5-‐0; 58-‐7-‐0; 35-‐7-‐0; 44-‐15-‐0; 89-‐1-‐0; 38-‐9-‐0; 27-‐5-‐0 Koemelker 3 28-‐9-‐0; 30-‐7-‐0; 25-‐11-‐0
Schoenmaker en derg. 4 27-‐0-‐0; 34-‐19-‐0; 13-‐1-‐0; 15-‐6-‐0
Schippers en dergelijke 5 44-‐9-‐0; 17-‐13-‐0; 13-‐1-‐0; 22-‐1-‐0; 26-‐11-‐0 Schoolmeester van 't dorp 1 18-‐0-‐0
Arbeider 8 8-‐9-‐0; 11-‐13-‐0; 10-‐1-‐0; 11-‐9-‐0; 14-‐5-‐0; 8-‐9-‐0; 11-‐13-‐0; 10-‐1-‐0
Arm 1 5-‐4-‐0;
Overig 5 10-‐2-‐0; 21-‐17-‐0; -‐-‐-‐; 4-‐17-‐0; 19-‐0-‐0
WANSWERD: Totaal gezinnen: 51; Totaal volwassenen: 137; Totaal kinderen: 76; Totaal inwoners: 213; waarvan bijna de helft op de
boerderijen. Winkelier 1 10-‐2-‐0 Slagter 1 11-‐13-‐0 Boer 17 47-‐19-‐0; 52-‐6-‐0; 39-‐13-‐0; 35-‐19-‐0; 25-‐3-‐0; 29-‐9-‐0; 41-‐15-‐0; 29-‐9-‐0; 52-‐14-‐0; 46-‐ 11-‐0; 35-‐9-‐0; 35-‐19-‐0; 87-‐7-‐0; 21-‐15-‐0; 62-‐4-‐0; 57-‐2-‐0; 34-‐14-‐0 Bakker 1 34-‐6-‐0
Schoenmaker en derg. 1 17-‐0-‐0
Schoor 1 18-‐16-‐0
Schippers en derg. 1 27-‐9-‐0
BIJLAGE 13 BEROEPEN IN BIRDAAR IN 1832. (Bron: Overzicht gemaakt aan de hand van de ‘Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels’ van de Kadaster kaart 1832.)
Beroep gezinshoofd Aantal Bel inkomen
BIRDAARD WEST Totaal gezinnen: 31 Grietenij huis 5 36; 54; 54; 21; 75
Lid van de Regtbank 1 27
Procureur 1 54 Chirurgijn 1 54+15 Koopman 11 27; 45; 36+9; 63; 36; 36; 21; 27; 45+3; 45; 27 Vleeshouwer 1 36 Landbouwer 1 45 Bakker 1 54+36; Naaister 1 15 Timmerman 1 21 Arbeider 2 27; 36 Onbekend 5 54; 21; 45; 27; 21
BIRDAARD OOST Totaal gezinnen: 17
Winkelier 1 36
Diaconie 1 21
Koopman 3 36; 27; 36
Schoenmaker en dergelijke 1 21
Kleermaker 1 21
Wever 1 21
(Scheeps-‐)timmerman 3 (36; 22;) 27
Arbeider 1 27
Onbekend 4 21; 21; 21; 21
WANSWERD (AAN DE STREEK) Totaal gezinnen: 14
Koopman 4 51; 39; 30; 9
Lid van de Raad 1 39
Ontvanger 1 -‐-‐-‐
Diaconie 1 18
Kastelein 1 60+39
Bakker 1 51+39+51+39+39(ontvanger)+24
Schippers en derg. 1 18
Onbekend 4 60; 24; 60; 12
BIJLAGE 14 BEROEPEN WATERBUURTEN VAN BIRDAARD EN WANSWERD 1650-1832. De grijze velden geven aan dat er in die periode geen huis op deze plek stond. Als er niets in het witte veld staat, dan betekent het dat de gegevens voor die periode ontbreken. (Bron: de samenvatting van de resultaten Kingma’s onderzoek, aangevuld met extra gegevens uit de ‘Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels’.)
Nr. ca. 1650 1750-1780 ca. 1832
Eewal
De grens van de percelen liep vroeger tot aan het water en de weg liep vlak achter de huizen langs. Het stuk vanaf het afgebroken pand Eewal 21 naar het westen toe was al voor 1700 bebouwd, en werd in oude verkoopdocumenten de “Buurt” genoemd.
1 herberg met bakkerij Idem, plus recht op tolheffing brug bakker
3 1719 timmerman welgestelde boer koopman
5 veehouder en koopman 7 9 11 13 15
17 1815 voerman en koemelker; timmerman en
koopman; timmerman en winkelier; 1832 Lid van de Regtbank
19 Stal/schuur
(koopman) 21 winkel; schippers; slagers; kooplui en
schilders.
Koopman
23 beurtschippers 1815 schipper
1832 koopman
25 Vanaf 1779 veel gezinnen of alleenstaanden
hebben hier kort gewoond. 1832 naaister
27 1730-1811 schoenenmakkerij. 1811-1849 schipper
29 schippers schippers 1784-1848 slagerij
31 1768 schoenmaker (in dezelfde periode in
27,31,33 een schoenmakerij). 1832 koopman 1844-1895 veekoopman
33 Tot 1808 schoenmakerij (90 jaar). koopman
meelkoopman) (1832 arbeider)
37 Al voor 1700 schoenmaker 1761 meelkoper landbouwer
39
41 Meester smid. Smederij. 1725-1832 koopman.
43 1720 (van diaconie) bijna altijd voor korte
tijd verhuurd.
(van diaconij)
45 Voor 1698 timmerman Tot 1754 huurhuis. Daarna van slager en
koopman, veehouder.
1835 grutterij. (1832 procureur)
47 Voor 1700 verver 1719 (oud1) meelkoper. 1737 (oud2) verver.
oud3 in 1716 tot 1800 huurhuis (eigenaar chirurgijn en dorpsrechter te Wanswerd).
1834 (eigendom van grietenij Dantumadeel), verbouwd tot een school met
onderwijzerswoning (van de Hellingspad verhuisd).
49 oud2, 3, 4, 5
1721 dubbelhuis. 49 – 1717-1780 kuiperij; huurhuis; 1740-1950 schippers en kooplui.
1740-1950 schippers en kooplui.
In 1873 gemeente Dantumadeel het huis kocht voor nieuw schoolgebouw. (1832 arbeider)
51 1761-1962 bakkerij 1761-1962 bakkerij (1832 bakkersche)
53 1713 molenmaker 1832 chirurgijn
55
Hellingpad
Alleen de naam van het pad herinnert er nog aan de hier vroeger aanwezige helling, die al voor 1700 dateerde. Het was een houten baan loodrecht op de Ee. Het was berekend op kleinere houten schepen waaraan op de baan gewerkt kon worden nadat ze uit het water werden getrokken. Naast de helling stond een timmerwerkplaats.
2 1744 dubbele woning 1800-1839 schoenmaker, slager, arbeider,
commissaris der trekschuiten en brievengaarder, veearts.
1832 schoenmaker
4 Idem? 1832 bakker
6 Zelf gewoond maar later ook verhuurd. 1744
hellingbaas. 1790 boer op Wytsma.
1832 koopman 8 1748 de hellingbaas 1814-1877 winkel (1832 scheepstimmerman) 10 12 10- 1702 schoolmeester, ontvanger en dorpsrechter. 12 – 1700
1750 deze als huurhuis (een dubbele woning gekoppeld) van 1 eigenaar.
14 16 1737-1777 huurhuis. 1780 boer (gepensioneerd) 1807-1897 schoenmakerij 18 20
Dubbelhuis gebouwd voor 1700. 1733 boer; 1794 kleermakerij.
1832 kleermaker
22 Al voor 1700 en dubbele woning. Dubbele woning Dubbele woning
24 idem Idem Idem
1832 Diaconij?
26 1745 schoolmeester; +1768-1834 school. 1832 school en schoolhuis
28 Voor 1724-1859 diaconie. Schipper,
veldwachter. 1832 Diaconij
30 en oud1 , 2
oud1: al voor 1713, het huis hoorde bij de scheepshelling.
oud2: bewoond door de familie van de hellingbaas of personeel.
1832 winkelier, scheepstimmerman
32 Voor 1700. Eigendom van de
hellingbaas en vaak bewoond door personeel van de helling.
1818-1839 linnenwever; schuitevaarders en schippers.
1832 wever. 34 en
oud1,2
Voor 1700-1799 ‘schuitevaarders’. 1800 timmerlied; schipper.
1832 schipstimmerman. Ds. R.H. Kuiperstraat
Ds. R.H. Kuiperstraat was oorspronkelijk de trekweg, met aanvankelijk de Stad Dockum als de eigenaar. Later werd de trekweg aan particulieren verkocht, omdat Dokkum de kosten voor het onderhoud niet goed kon opbrengen.
1 herberg? + poort kastelein (bi 60)
2 3
4
5 boerderij? koopman (bi 30)
6 koopman (tuin) 7 8 koopman (bi 39) 9 pastorie (predikanten) 10 smederij Smederij koopman (bi 51) 11 1768? (bi 24) 12 Vanaf 1785 (bi 60) 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 Mounewei
De Mounewei was oorspronkelijk een onderdeel van de rond 1650 aangelegde trekweg, en telde aan bebouwing vermoedelijk maar drie boerderijen (op de plek van huidige Mounewei 1, 2 en 3).
1 ? beurtschippers Schipper (bi 18)
2 ? bakker Kastelein (bakker) (bi 39)
3 Boerderij (Otto Swalue) Lid van de Raad (bi 39)
4 5
6 7
(bi 39)
8 slagerij (slager, koopman, beurtschipper,
petroleumventer)
9 koopman in kleinvee koopman (bi 51 + 9)
10 huurwoning huurwoning
11 kuiper kuipersche (bi 39)
12
13 voor 1777 (huurhuis: schoolmeester
->ontvanger -> rentenier Huurhuis (ontvanger bi 39)
14 voor 1759 huurhuis Huurhuis
15 voor 1761
huurhuis
huurhuis
16 voor 1781 buitenhuis ‘Slot’ (fam. Swalue) Afgebroken in 1829; 1841 molenhuis
17 ca.1840 pel- en korenmolen (‘De Windlust’)
BIJLAGE 15 ATTRIBUTEN WAARDERING WATERBUURTEN OP PROVINCIAAL NIVEAU.
Attribuut Mogelijke antwoorden* met toelichting
WATER -‐ Ja (Het gedeelte van waterloop waar de waterbuurt aan lag of waarop het was georiënteerd, is nog aanwezig)
-‐ Nee (Het gedeelte van waterloop waar de waterbuurt aan lag of waarop het was georiënteerd, is gedempt)
-‐ Deels (Het gedeelte van waterloop waar de waterbuurt aan lag of waarop het was georiënteerd, is deels gedempt en deels intact)
STRUCTUUR
BEBOUWING -‐ Ja (De structuur van bebouwing zoals die op de kaart van 1832 is te zien, is nog te herkennen op de huidige plattegrond) -‐ Nee (De structuur van bebouwing zoals die op de kaart van 1832 is te zien, is niet meer te herkennen op
de huidige plattegrond)
-‐ Deels (De structuur van bebouwing zoals die op de kaart van 1832 is te zien, is deels te herkennen op de huidige plattegrond)
TENDENS -‐ Stabiel** (De oorspronkelijke bebouwingsstructuur is in zijn omvang en densiteit onveranderd gebleven en heeft geen uitbreiding gekend)
-‐ Groei (Er is een uitbreiding aan de waterkant van de oorspronkelijke bebouwingsstructuur in vrijwel hetzelfde bouwtype)
-‐ Krimp (Vermindering van omvang en/of densiteit of geheel verdwijnen van de oorspronkelijke bebouwingsstructuur)
* Marges zijn toelaatbaar.
** Voor het geval als het gedeelte van het water waar de waterbuurt aan lag deels of geheel is gedempt, geldt bij Stabiel: geen uitbreidingen van het complex in hetzelfde bouwtype aan een eventueel nog aanwezige waterkant.
BIJLAGE 16 RESULTATEN WAARDRING WATERBUURTEN OP PROVINCIAAL NIVEAU. Gegevens per waterbuurten verkregen door inventarisatie ten behoeve van de waardebepaling historische waterbuurten. Per attribuut zijn de gegevens weergegeven zoals ze in ArcGIS zijn opgeslagen. Waterbuurten die binnen een beschermd dorpsgezicht vallen zijn in rood gemarkeerd.
Attributen Waterbuurt van
Water Structuur
bebouwing Tendens Water is nog aanwezig – 55% van het totaal aantal waterbuurten
Burdaard Ja Ja Groei
Heeg Ja Ja Groei
Kimswerd Ja Ja Groei
Oude Bildtzijl Ja JA Groei
Akkrum Ja Deels Groei
Bakkeveen ja Deels Groei
Earnewoude Ja Deels Groei
Terherne Ja Deels Groei
Veenwouden Ja Deels Groei
Wommels Ja Deels Groei
Arum Ja Deels Groei
Oude Leije Ja Deels Stabiel
Ryptsjerk Ja Deels Stabiel
Ezumazijl Ja Deels Krimp
Kingmatille Ja Deels Krimp
Munnekezijl* Ja Nee Krimp
Water is deels gedempt – 13% van het totaal aantal waterbuurten
Sint Anneparochie Deels Ja Groei
De Knipe Deels Ja Groei
Rinsumageest Deels Deels Groei
Stroobos Deels Deels Groei
Waskemeer Deels Deels Groei
Water is geheel gedempt – 32% van het totaal aantal waterbuurten
Dronrijp (Zuid) Nee Ja Stabiel
Ferwerd Nee Ja Stabiel
Sexbierum Nee Ja Stabiel
Sint Jacobiparochie Nee Ja Stabiel
Stiens Nee Ja Stabiel
Ternaard Nee Ja Stabiel
Gerkesklooster Nee Deels Groei
Hallum Nee Deels Groei
Menaldum
(Greatebuorren) Nee Deels Groei
Rottevalle Nee Deels Groei
Surhuisterveen Nee Deels Groei
Dronrijp (Noord) Nee Deels Stabiel
Noordwolde Nee Deels Stabiel
Steggerda Nee Deels Krimp
* Op de plek waar in 1832 de waterbuurt van Munnekezijl lag is nu een open ruimte. De waterbuurt van Munnekezijl is nu geheel verdwenen.
BIJLAGE 17 BEBOUWING WATERBUURTEN VAN BIRDAARD EN WANSWERD 1650-2000. Overzicht per straat per huis, die binnen de grenzen van het beschermde dorpsgezicht vallen. Grijze vlakken geven aan dat de plek in de periode nog niet was bebouwd. In het geel zijn gebouwen gemarkeerd die nog voor de 19de eeuw dateren.
Nr. ca. 1650 1750-1780 ca. 1832 1850-200017
Eewal
1 Voor 1700 1777 brug -> recht van
tolheffing voor water- en wegverkeer.
In 1853 afgebroken en opnieuw gebouwd ( bij uitdiepen en verbreden van de Ee en nieuwe brug). 1937 tolheffing
opgeheven.
3 Voor 1719 In 1913 afgebroken en nieuw
gebouwd(grotendeels op oude fundaties). 5 1815 In 1915 verbouwd 7 1908 9 1908 11 1907 13 1907 15 1907 17 1815
19 Een schuur (stalling voor
paarden en koeien) + recht van opslag aan de Ee.
In 1851 huis voor stalling gebouwd. Schuur afgebroken.
21 Voor 1700 1881 afgebroken en nieuw
gebouwd. 1925 garage
bijgebouwd. 1968 afgebroken.
23 Voor1700 Begin 1900 was bouwvallig.
1922 nieuw tegen het oude bouwvallige gebouwd. 1928
oude gesloopt (een royale
voortuin).
25 1779
27 Voor 1700 In 1892 verbouwd.
29 Voor 1700
31 1768 gebouwd. Geheel verbouwd in 1889. 1975
afgebroken, nieuw gebouwd.
33 Voor 1700 1903 herbouwd
35 1739? gebouwd In verval. In 1915 afgebroken en
opnieuw als dubbele woning gebouwd.
37 Voor 1700 1824 nieuwbouw
39 1903 een schuur met stalling.
1908 het huis gebouwd. 1922 de schuur werd garage.
41 Voor 1700 ?
43 1712 gebouwd. 1939 is het huis vernieuwd.
45 Voor 1698 1797 het pand helemaal
verbouwd.
De voordeur is naar de achterzijde verplaatst en daarmee zijn de straat en het huisnummer gewijzigd.
47 Voor 1700 1890 smederij achter het pand
gebouwd. 1910 werd het pand verbouwd.
oud2 (oud3) afgebroken in
1957(58)en 2002. 49
oud2, 3, 4, 5
Voor 1698 1721 een huis voorgebouwd ->
dubbelhuis.
51 Voor 1700 1878 het hele pand verbouwd.
53 Voor 1700 1991 afgebroken en opnieuw
gebouwd.
55 Gebouwd in 1896. Nu is als
2 1744 dubbele woning gebouwd. 1925 afgebroken en opnieuw gebouwd.
4 Tot 1804 dezelfde eigenaar als
van nr. 2
6 Voor 1700 (vrijstand) 1744 waarschijnlijk afgebroken. 1905 vernieuwd.
8 1748 voor het eerst bebouwd Rond 1905 verbouwd.
10 1861 verbouwd. 1906 verbouwd.
12
Voor 1700. 1750 een dubbele woning
1971 gemaakt tot garage.
14 In 1867 tussen gebouwd (huisje
met 1 raam). Sinds 1970 garage.
16 1737 gebouwd.
18 20
Voor 1700 (dubbelhuis)
22 Voor 1700 (dubbele woning)
24 Idem
26 Voor of in 1722 gebouwd.
28 Voor 1724 1879 herbouwd. 2003 het huis is
bijna geheel vernieuwd. 30
en oud1 , 2
oud1: voor 1713. huis hoorde bij de
scheepshelling.
oud2 afgebroken in 1956. Het hellinghuis werd totaal verbouwd in 1958.
32 Voor 1700 verbouwd
34 en
oud1,2 oud1 voor 1700. afgebroken in geheel nieuw huis. 1973/81. 2000
Ds. R.H. Kuiperstraat
1 (1879 gedeeltelijk verb.)
Nieuw vanaf 1930 3 Nieuw vanaf 1930 4 Vanaf 1876 5 ? ? Afbraak 1867 Nieuw vanaf 1869 6 Rond 1868 7 Vanaf 1872 8 Gebouwd rond 1841 (1892
vervangen door stenen kerk)
9 Gebouwd rond 1830.
1873, 1956 opnieuw gebouwd.
10 1781 (gerestaureerd)
11 vanaf 1768? 1852 afgebroken en opnieuw
herbouwd (oude fundering)
12 Vanaf 1785 (een huis met
schuur)
1906 deels gesloopt
1929 van de Coöperatieve Boerenleenbank (de eerste bank in Birdaard) 13 Gebouwd in 1900 14 1877 15 16 Rond 1852 Vanaf 1880 school 17 1865 18 1852 . 1895 afgebrand en opnieuw opgebouwd. 19 1863 20 1868 21 1880 het gemeentelijk brandspuithuisje en opslagplaats. Rond 1900 gebouwd. 22 1865 gebouwd. 1875 herbouwd als woningen
(zagerij)
1954 de zuivelfabriek Concordia Mounewei
1 mogelijk al voor 1640 1730 her-bouwd Rond 1840 herbouwd
2 mogelijk al voor 1640 1730 her- of gebouwd 1905 opnieuw gebouwd (oude
fundatie)
3 Opnieuw? gebouwd in 1802 Rond 1990 is het gerestaureerd
4 5
dubbele woning, gebouwd voor
1781
6 7
1905 gebouw als dubbele woning (personeelswoning) (stoombootmachinist, visser, naaister, zondagschilder Ruurd Wiersma)
8 1778 gebouwd
9 1777 gebouwd
10 1777 gebouwd
samengevoegd
11 nog voor 1777 1898 afgebroken, nieuw
gebouwd samen met nr.12
12 (rijksmonument)
Houtstek 1900 gebouwd (opslag- en droogplaats van gezaagd hout) -> magazijn voor smederij
13 voor 1777 1928 afgebroken
14 voor 1759
15 voor 1761 1875 verbouwd als dubbele
woning,
1913 afgebroken, vervangen door eengezinswoning
1829) verbouwd en vergroot)
17 Rond 1840 pel- en korenmolen
(‘De Windlust’); 1875 afgebrand (nieuw met houtzaagmolen uitgebreid(‘ De Zwaluw’))
1972 uitgebrand en opnieuw herbouwd. Rijksmonument
(molen, houtzagerij en loods)
BIJLAGE 18 OVERZICHTBLADEN VERSCHIJNINGSVORMEN (Bron: Digitale kaartendatabase provincie Friesland.) VORM: ENIGE ENKELVOUDIGE
Bakkeveen Jubbega De Knipe
VERVOLG BIJLAGE 18 VORM: ENIGE MEERVOUDIGE
VERVOLG BIJLAGE 18
VORM: NAAST ELKAAR, OPVAART
VERVOLG BIJLAGE 18
VORM: NAAST ELKAAR, VAART
Menaldum Dronrijp Arum
VERVOLG BIJLAGE 18
VORM: NAAST ELKAAR, KRUIS
Steggerda
Noordwolde Oude Leije
St. Annaparochie
St. Jacobiparochie
VERVOLG BIJLAGE 18 VORM: FUSIE Easterwierrum Delfstrahuizen Rien
Earnewâld
Terherne Ezumazijl