• No results found

bron: Ruimtelijke Verkenningen 1996, Den Haag, 1996

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share " bron: Ruimtelijke Verkenningen 1996, Den Haag, 1996"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

LET OP: Je kunt dit examen maken met de 51e druk of met de 52e druk van de atlas.

Schrijf op de eerste regel van je antwoordblad welke druk je gebruikt, de 51e of de 52e.

Bij elke vraag is aangegeven welke bron(nen) en atlaskaart(en) nodig zijn voor de beantwoording.

De kaartnummers verwijzen naar de 51e druk, of, als ze tussen haakjes staan, naar de 52e druk van de atlas.

Migratie en Vervoer

Uit de Rapportage Minderheden 1999 van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat hier geboren jongeren uit minderheden het weliswaar aanmerkelijk beter doen dan niet hier geboren

leeftijdgenoten, maar dat zij nog aanzienlijk achterblijven bij autochtone jongeren. De integratie verloopt niet voor alle groepen even goed. Surinamers en Antillianen nemen in het algemeen op een hoger niveau deel aan de samenleving dan Turken en Marokkanen. Binnen al deze groepen heerst echter diversiteit. Een succesvolle voorhoede onderscheidt zich van een achterhoede die niet veel vooruitgang boekt. De toekomst hangt in sterke mate af van de wedloop tussen immigratie en integratie. De gunstige economische conjunctuur die zich voor de toekomst openbaart,

bevordert waarschijnlijk beide processen; het is niet te zeggen welk van beide het meest.

vrij naar: Nimwegen, N. van e.a., Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2000, NIDI, Den Haag, 2000

Functieniveau van werkenden in Nederland, naar geslacht

vrij naar: Nimwegen, N. van e.a., Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2000, NIDI, Den Haag, 2000

Gebruik de bronnen 1 en 2 bij de vragen 1 tot en met 3.

Bij deze vragen vergelijk je verschijnselen en gebieden met elkaar en leg je relaties tussen die verschijnselen en gebieden.

Volgens de Rapportage Minderheden van het Sociaal en Cultureel Planbureau (zie bron 1) verkeren de meeste allochtone jongeren van de tweede generatie in een aanzienlijke

achterstandssituatie ten opzichte van de autochtone jongeren. Eén van de oorzaken van deze achterstand zou het spreidingspatroon van de buitenlandse migranten kunnen zijn.

3p 1 † A: Wat is het spreidingspatroon van buitenlandse migranten op lokale schaal?

B: Geef de verklaring voor dit spreidingspatroon op lokale schaal.

Uit de bronnen 1 en 2 blijkt dat de integratie in de Nederlandse samenleving van Surinamers en Antillianen over het algemeen beter verloopt dan van Turken en Marokkanen.

2p 2 † Noem hiervoor twee redenen.

100

80

60

40

20

0 Turken

Marokkanen SurinamersAntillianen/Arubanen Antillianen/Arubanen

overige niet-westersautochtonen 100

80

60

40

20

0 mannen

%

Turken

Marokkanen Surinamers

overige niet-westersautochtonen

vrouwen

%

Legenda:

elementair lager middelbaar hoger/wetenschappelijk

bron 1

bron 2

(2)

Of er in de toekomst een grote groep allochtonen in een achterstandssituatie zal verkeren, zal in sterke mate afhangen van de wedloop tussen immigratie en integratie.

2p 3 † Leg dit uit.

Aantal legale immigranten in de VS in 1995 per 1000 inwoners, per staat

In 1995 kwamen 720.461 legale immigranten de VS binnen.

vrij naar: Smith, J.P., e.a., The New Americans, National Academic Press, Washington D.C., 1997

In 1986 konden illegale migranten, die konden bewijzen dat zij lang in de Verenigde Staten woonden, een legale status krijgen. Om de illegale immigratie te beperken werd na 1986 de zuidgrens nog strenger bewaakt dan voor die tijd en moesten werkgevers controleren of hun werknemers legaal in de Verenigde Staten verbleven. Ondanks deze maatregelen was het aantal illegale migranten in 1996 weer op het niveau van 1986. Tussen 1986 en 1996 zijn tussen de 3 en 4 miljoen illegale immigranten het land binnengekomen.

vrij naar: Smith, J.P., e.a., The New Americans, National Academic Press, Washington D.C., 1997

Gebruik de bronnen 3 en 4 en eventueel de atlas bij de vragen 4 tot en met 7.

Vanaf de jaren zestig krijgen de Verenigde Staten te maken met een groeiende stroom illegale migranten. Deze stroom wordt onder meer veroorzaakt door het minder belangrijk worden van factoren die de migratie afremmen.

2p 4 † Noem twee van die migratieremmende factoren die minder belangrijk zijn geworden.

1p 5 † Uit welk land komen de meeste illegale migranten die naar de Verenigde Staten trekken?

Uit bron 4 blijkt dat de illegale Zuid-Noord migratie naar de Verenigde Staten moeilijk te stoppen is.

2p 6 † A: Geef een economische pushfactor in de landen van herkomst die de trek naar de VS

0 500 1000 km

Legenda:

0 - 1 ‰ 1 - 3 ‰ 3 - 8 ‰

bron 3

bron 4

(3)

Goederenstromen vanuit Rotterdam en andere grote havens naar Europese bestemmingen

bron: Ruimtelijke Verkenningen 1996, Den Haag, 1996

De kleur van een gebied geeft aan via welke haven dit gebied zijn goederen van landen buiten Europa ontvangt.

Legenda:

belangrijkste haven van aanvoer Rotterdam

Hamburg

Le Havre Antwerpen

Rotterdam - Ruhrgebied 64 mln ton/jaar

Rotterdam - Antwerpen 48 mln ton/jaar omvang van de goederenstromen vanuit Rotterdam

1 mln ton/jaar 5 mln ton/jaar 10 mln ton/jaar bron 5

(4)

Goederenstromen vanuit Europese gebieden naar Rotterdam en andere grote havens

bron: Ruimtelijke Verkenningen 1996, Den Haag, 1996

De kleur van een gebied geeft aan via welke haven dit gebied zijn goederen naar landen buiten Europa exporteert.

Aandeel van de transportwijze in de totale aan- en afvoer naar/van Rotterdam

bron: Ruimtelijke Verkenningen 1996, Den Haag, 1996

Legenda:

belangrijkste haven van afvoer omvang van de goederenstromen naar Rotterdam Rotterdam

Hamburg

Le Havre Antwerpen

1 mln ton/jaar 5 mln ton/jaar 10 mln ton/jaar

van achterland naar Rotterdam

overig zee binnenvaart spoor weg

van Rotterdam naar achterland

Legenda:

bron 7 bron 6

(5)

Gebruik de bronnen 5 tot en met 7, kaart 60-61 (52e druk: 68-69) en eventueel andere kaarten uit de atlas bij de vragen 8 tot en met 12.

Bij deze vragen selecteer je kaarten, vergelijk je verschijnselen en gebieden met elkaar en leg je relaties tussen die verschijnselen en gebieden.

Rotterdam en Hamburg zijn belangrijke havens voor landen in Oost-Europa als het gaat om de afvoer van goederen uit die landen (bron 6). Voor de aanvoer zijn ze echter veel minder van betekenis (bron 5).

4p 8 †

A: Leg uit waarom de goederenstroom van Rotterdam en Hamburg naar de landen in Oost-Europa in de afgelopen 10-15 jaar gering was.

Maak bij de beantwoording gebruik van kaart 68D (52e druk: 78D).

Het is te verwachten dat de goederenstroom naar de Oost-Europese landen in de toekomst zal toenemen.

B: Op grond van welke kaart in de atlas kan verwacht worden dat de achterliggende oorzaak voor de geringe goederenstroom naar de Oost-Europese landen in de toekomst zal

verdwijnen?

Bron 7 laat het aandeel van de aan- en afvoer naar transportwijze voor de haven van Rotterdam zien.

1p 9 †

Welke transportwijze zal een belangrijke rol spelen in de categorie ’overig’ bij de goederenstroom van Rotterdam naar het achterland?

De omvang van de goederenstroom vanuit Rotterdam naar het Ruhrgebied en Antwerpen wijkt sterk af van de omvang van de goederenstroom in omgekeerde richting.

2p 10 †

Geef, uitgaande van de aard van de goederen, hiervoor de verklaring.

De verkeersverbindingen die de vier zeehavens elk met hun eigen achterland hebben, verschillen sterk van elkaar wat betreft de overheersende transportwijze.

3p 11 †

A: Met welke kaart (51e druk) / Met welk kaartblad (52e druk) in de atlas kun je dit aantonen?

B: In welk opzicht verschillen Hamburg en Rotterdam van elkaar wat betreft de overheersende transportwijze?

De in bron 6 genoemde havens zijn niet alle even belangrijk voor de afvoer van goederen uit Europa. Je zou hiervoor een argument kunnen vinden in bron 6. Toch zegt dat argument niet alles.

3p 12 †

A: Welke van de genoemde havensteden neemt binnen Europa de minst belangrijke positie in?

B: Welk argument kun je daarvoor in bron 6 vinden?

C: Leg uit dat dat argument niet voldoende is om de minst belangrijke positie van een havenstad aan te tonen.

Gebruik atlaskaart 57E (52e druk: 65E) bij vraag 13.

Kaart 57E (52e druk: 65E) uit de atlas laat zien dat de vestigingsvoorkeur van ondernemers verandert in de loop van de tijd.

2p 13 †

Geef twee redenen voor de veranderde vestigingsvoorkeur van ondernemers voor de provincies Noord- en Zuid-Holland in de periode 1983-1993.

Ga in je antwoord uit van de situatie zoals die geldt voor beide provincies.

(6)

Europese luchthavens

bron: De Grote Bosatlas, 51e druk, kaart 72B, 1999

Gebruik de bronnen 8, 9 en de atlaskaarten op bladzijde 70 (52e druk: 80) bij de vragen 14 tot en met 16.

Bij deze vragen selecteer je kaarten, vergelijk je verschijnselen en gebieden met elkaar en wissel je van analyseniveau.

Een Amerikaans bedrijf dat computers in elkaar zet en ze vervolgens afzet op de Europese markt zoekt een goede vestigingsplaats in Europa. De computeronderdelen komen uit Amerika en Zuidoost-Azië. Er komen 950 arbeidsplaatsen.

Er zijn na de eerste selectie nog drie plaatsen overgebleven voor een mogelijke locatie van het bedrijf:

de gemeente Haarlemmermeer (Nederland)

de gemeente Clermont-Ferrand (Frankrijk)

de gemeente Livorno (Italië)

bron 8

(7)

Het bedrijf heeft vervolgens een aantal locatiefactoren, zowel op nationaal als op regionaal niveau, onderzocht. Op basis hiervan zijn scores toegekend. Deze zijn vermeld in bron 9.

Resultaat van de scores op een aantal locatiefactoren van drie gewenste vestigingsplaatsen

Locatiefactoren Haarlemmermeer Clermont-

Ferrand

Livorno wegings-

factor

rangorde score rangorde score rangorde score

Inflatie 2 1 3

Koopkracht ten opzichte van Nederland

1 2 3

Opleidingsniveau 2 1 3

Ligging ten opzichte van een belangrijke zeehaven

1 3 2

Ligging aan een belangrijke spoorlijn

1 3 2

Ligging ten opzichte van belangrijke autosnelwegen

1 3 2

bron: De Grote Bosatlas, 51e druk , 1999, 52e druk, 2001

Een plaats die (voor het bedrijf) het beste scoorde bij een locatiefactor kreeg scorepunt 1.

De slechtst scorende plaats kreeg scorepunt 3.

Het bedrijf meent nog meer gegevens nodig te hebben en vraagt jou nog enkele belangrijke locatiefactoren voor te stellen.

2p 14 †

Selecteer aan de hand van de kaarten op bladzijde 70 (52e druk: 80) en bron 8 zelf nog één andere, voor het bedrijf zeer belangrijke, locatiefactor van economische aard en één locatiefactor van geografische aard en schrijf ze op je antwoordblad.

Het bedrijf laat ook nu weer de scores bepalen.

Nu er door het bedrijf gegevens verzameld zijn, moet er nog een conclusie worden getrokken uit de beschikbare gegevens.

2p 15 †

Wat is de volgende stap die gezet moet worden om tot een beslissing te komen?

Stel dat het Amerikaanse computerbedrijf uiteindelijk toch niet besluit zich in Europa te vestigen, maar een locatie net buiten Europa kiest, bijvoorbeeld Tunis in Noord-Afrika.

Sommige locatiefactoren zijn dan niet meer van belang.

4p 16 †

A: Noem een locatiefactor uit bron 9 die dan niet of nauwelijks meer van belang is en leg uit waarom die minder belangrijk is geworden.

De keuze voor vestiging in een niet-Europees land kan voor dit Amerikaanse bedrijf belemmerend werken.

B: Geef een verklaring waarom de keuze voor een niet-Europees land een belemmering zou kunnen zijn.

bron 9

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Elk perceel word een paac keer doorgelopen, soortenlijstjes akend waarmee een indruk gekregen werd waar bepaalde soorten overheersten of veel voorkwamen. Binnen een

Mail ze dan naar Aduis (info@aduis.nl) en wij plaatsen deze dan als downlaod op onze web

In het Witboek staat dat van deze twee vervoersmodaliteiten veel meer gebruikgemaakt kan worden binnen Europa dan nu het geval is.. 2p 26 Geef de twee

Andere bronnen, waaruit zij middelen om uit te lenen put, zijn de opbrengst van de verkoop van schuldbrieven van haar debiteu- ren (vooral schuldbrieven, waarvan

Voor buitenlandse spoorwegondernemingen wordt het op termijn mogelijk om zonder concessie voor openbaar vervoer per trein personen te vervoeren tussen steden in Nederland, mits

Dezelfde 14 decentrale OV-autohteiten en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werken ook samen in het samenwerkingsverband Nationale Data Openbaar

Om de geselecteerde beelden te kunnen analyseren, werden interviews 3 afgenomen met negen Italiaanse literaire vertalers, drie Italiaanse redacteuren van uitgeverijen en

Allergologen hebben een unieke kans om hun tienerpatiënten voor te bereiden die voor het eerst uit huis gaan voor de uitdagingen waarmee ze mogelijk worden geconfronteerd tijdens