Vraag nr. 145 van 28 maart 2003
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Faciliteiten – Omzendbrieven
Heeft de minister tijdens deze legislatuur zijn ad-ministratie en de overheidsdiensten in het alge-meen door middel van omzendbrieven reeds herin-nerd aan de wijze waarop zij de faciliteiten dienen te interpreteren en toe te passen in hun contacten met de bevolking van de faciliteitengemeenten en in hun werking ter plaatse ?
NB. Deze vraag werd gesteld aan alle ministers (Dewael nr. 2 8 , Landuyt nr. 6 1 , Vogels nr. 1 5 8 , Vanderpoorten nr. 9 0 , Dua nr. 1 5 4 , Van Me-chelen nr. 1 1 4 , Van Grembergen nr. 1 4 5 , G a-briels nr. 9 4 , Vanhengel nr. 3 1 , Bossuyt nr. 283).
Gecoördineerd antwoord
Het is gebruikelijk noch aangewezen de V l a a m s e ambtenaren te herinneren aan de manier waarop zij de faciliteiten moeten toepassen en interprete-ren.
De omzendbrief VR 97/29 van 7 oktober 1997 be-treffende het taalgebruik in de diensten van de Vlaamse regering is maar één van de omzendbrie-ven die ambtenaren in de praktijk brengen. E e n omzendbrief blijft van toepassing tot op het mo-ment dat hij wordt opgeheven of vervangen. D e omzendbrief inzake het taalgebruik is duidelijk en b e k e n d . Ik heb geen enkele aanwijzing dat hij niet of onvoldoende wordt toegepast binnen de admini-stratie van de Vlaamse Gemeenschap.