• No results found

1946 9

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "1946 9"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UIT DE

I ' I

A.

J.

Koejemans:

EEN NIEUWE II.EGERING AAN OE Afl.BEID

I I I I I

S.

J. Rutgers: I I NEDERLAND·INDONESII: I I Langston Hughes:

ZAAD VOOR MORGEN

1 I

1 I' I

J.

van Santen:

HOGER LONEN, LAGER PRIJZEN

J. A.

N. Knuttel:

HET NEDERLANDSE VOLKSKARAKTER 11

K.

van der Geest:

JUDAS

(2)

POLITIEK

en

Cultuur

NIEUWm l'tEEKS

le JAARGANG No.

9

AUGUSTUS 1946

i

POLITIEK

en

CULTUUR

verschijnt eenmaal per maand, voorlopf.&' in atleveringen vu . 32 bla.dztlden, en is een voortzettiDg' van P. en C. verachenen. in de jaren 1PS6

tot

194.0 onder redactie van

Kr.

.A.. S. de '

LEEUW

t,

K. BEUZlC.MAKIJR

t

en J. W. Dl!l GROOT'

(Dr. G. W. KAii'I'lDIN)

t.

REDACTIE

:rr.

Baruch,

H. ~

4.

1'. Kelllnlc, hiat. 4ra.

ea

lDTa

'I'u.

hlat. dra. • ....

STUKKEN

voor 4e red&ctle &UI. 4e 1110reta.reaa~e, Leideoheetraat 21,

Amllterda.m-0 vdór de lOde van ledere maand.

BEDACTIERAAD

Ir.

s.

J.

Rutren.

'.rheun de Vries,

B.

s.

Pol&k,

art.,

Dr. N.

Kof, J. Bot, arch., Mevr. B. van den Kuy:r.enber&"-WilleiJIIe,

:Mr. W:. D, Proper, J. van Santen, G. Geelhoed.

ADMINISTRATIE

Uitgeverij Peguus. Leid.Khcstrut 25, Amaterdam-C. -Tel. 35957 Postrekeaing no. 173 121

ABONNEMENTSPRIJS

Franco pe.r poet

I

! . - per halfjaar, f 4..- per jaar. lleu a.bonneert .atoh

tot

wederopzea-gin&' voor een ~t&hele laari&nl·

LOSSE NUMMERS 35 Cent

verkrijgbaar bij de boek.lla.ndel, kloaken en onu Apnten.

(3)

Een

nÎelttve reg·ering

I

aan de ·arbeid

door A.

J. Koejemams

Een rooms·rose regering, een verklaring van den nieuwen premier Dr. Beel, een Troonrede van recorcHengte en gemeenteraadsverkiezingen met merkwaardige resultaten - er kan in de maand, die tU'sschen het verschijnen van twee nummers van ons tijdschrift ligt, soms heel wat gebeuren!

Het voordeel is, dat men - anders dan in de dagelijkse arbeid voor het dagblad -de gebeurtenissen wat meer in hun on-derling verband kan zien; het na-deel is voor den lezer, dat hij zich met zijn gedachten- opnieuw moet bepalen bij zaken, die in onze orkaan·achtige tijd al lang reeds tot de "oude kost" worden gerekend. Het begon dan, zoals U weet, dat na ruim twee maanden onderhandelen, Dr. Beel eindelijk met een Kabinet voor den dag kwam. Eerst was er een verdrag tussen de Katholieke Volkspartij en de Partij van de Arbeid gesloten, waarbij, naar het heette, een progressieve politiek plechtig was beklonken. Daarna ontbrandde -de strijd om de bezetting van de posten. Dr. Beel deed onmiddellijk een poging, om de overeenkomst met de Partij van de Arbeid te ontkrachten, door uitgesproken a

vijanden van het Indonesische Nationalisme als Jonkèr Starkenborch en Dr. van Helsdingen voor zijn ministerlijst te polsen. Hij deed het in Londen, maat "Londen" voelde er niets voor. Dr. Beel's retraite in de Britse hoofdstad liep dan ook op niets uit. In de plaats van de twee beraamde krachtliguren kwamen brave ambte-naren van het tweede plan: de heren van Boetzelaer en Jonkman bezetten resp. buitenlandse zaken en overzeese gebiedsdelen.

Het nieuwe Kabinet bleek meer veelzeggende mutaties te bevatten. Ir. Vos ver· dween van het departement van economische zaken. Op

dit

ongevaarlijke post van het departement van verkeer mag hij zijn ordeningsplannen botvieren; econo• mische zaken zelf kwamen in de beproefde handen van Dr. Beel's compagnon uit de Brabantse dagen, de bankier Huysmans. Voegt daarbij, dat de reactionaire katholieke heer van Maarseveen het justitiële departement in handen kreeg en ge hebt in grove trekken het beeld getekend van Beel's grote goocheltoer.

*

Het Is natuurlijk een feit van "belang, dat Nederland na vele, vele jaren weer geregeerd wordt door een parlementaire regering. Maar degenen, die daarop zozeer de nadruk leggen, om althans één reden tot voldoening te hebben, mogen niet vergeten, dat het, eerder dan' op het feit van de coalitie-op-zichzelf, aankomt op de inhoud van het program en de sterkte van de samenwerking.

Men heelt ons van de zijde van de P. v. d. A. uit en ter na verzekerd, dat het program van de nieuwe regering "vooruitstrevend" is; het opent zelfs "socialis· tische perspectieven". Nu schijnt een Pvda-se hand gauw gevuld: het woord .,socialisatie", een paar maal te onpas in regeringsverklaring en troonrede gebruikt, verricht het wonder, een glimlach van tevredenheid te toveren op het gelaat der ministeriabelen. Maar de ex-premier Schermerhorn, die de knepen van het rege·· ringsvak wat beter kent, begon al spoedig van een "samenwerking met pijn" te spreken. Hij heelt gelijk, -deze samenwerking is pijnlijk genoeg voor iederen socialist, die iets verder kijkt dan een ministersteek. Het is zo langzamerhand voor ieder wel duidelijk geworden, dat op alle punten, die de coalitie met de K.V.P. zin en inhoud moesten geven, de P. v. ·d. A. concessies heelt moeten doen, die met een opollering van eigen standpunt gelijk staan.

Neemt Indonesië: zelfs de Nationale Rotterdamse Courant vroeg zich naar aan-leiding van de Troonrede al, of er .nog wel iets van Logemann's .politiek is over· gebleven. Er is inderdaad niets van overgebleven. De conlerentie der ja-broers van

(4)

Malino wordt opgehemeld. Het resultaat, daar verkregen de onderwerping der· buitengewesten aan het Nederlandse gezag - wordt Java en Sumatra ten voor· beeld gesteld. Op deze laatstgenoemde eilanden .,Öntbreken nog de voorwaarden voor zulk een overeenstemming." Je zou zo zeggen ... Om die voorwaarden te scheppen moeten o.a, ... .,rust en orde worden hersteld". Precies mijn idee -zeiden ze bij .,Trouw" .... .

Onuitgesproken, maar niet minder duidelijk, drijft de nieuwe regering naar een koloniale oorlog met de Indonesische Republiek. En juist om dit te voorkomen werd in de kringen van de P. v. d. A. de coalitie met de katholieken aanbevolen! In werkelijkheid is men, met betrekking tot Indonesië, de gevangene geworden van de katholieke reactie. Daaraan zal het feit niets veranderen, dat ex-premier Schermerhom straks samen met den katholieJ<en heer Steenberghe en den direc· leur van de Mij. Nederland, F. de Boer, als commissie-generaal naar Indonesië zal vertrekken. Schermerhom zal ook in dit gezelschap de minderheid en ·de gevan· gene der oude koloniale heren zijn. De P. v. d. A. heeft echter reeds van daad· werkelijke ondersteuning van de Indonesische Republiek moeten afzien. Haar partijbestuur heelt besloten, geen deel te nemen aan de petitionnementsactie van de Vereniging N~derland-·lndonesië, die voor overeenstemming pleit. Zelfs dit mag niet meer - tot groot verdriet van den vorigen bewindsman, prof. Logemann, die wel ziet, waar het heen gaat en zijn partijgenoten opwekt om het petitionne· ment t o c h maar te tekenen, omdat het hek voor de reactie anders helemaal van de dam is ...

Neemt de bedrijfsorganisatie: ln de vorige regering had minister Vos een plan• bureau ontworpen, dat leiding zou geven aan het gehele complex der weder· opbouw; de nieuwe regering heelt alleen de naam behouden, maar wil er slechts een adviserend lichaam van maken - de wezenlijke plan-inhoud gaat eruitl

'~i Minister Vos had nog meer boze plannen. Hij ontwierp een bedrijfsorganisatie, die de regering een vinger in de pap zou geven van het particuliere bedrijfsleven. De regering-Beel kondigt een nieuw soort bedrijfsorganisatie aan - zonder rege• ringsvertegenwoordiging. Ook hier gaat de wezenlijke inhoud eruit, en wordt het omgekeerde van het plan-Vos nagestreefd: het particuliere bedrijfsleven krijgt niet minder, maar meer machtl

Alleszins begrijpelijk dus, dat Ir. Vos verhuizen moest; allerminst begrijpelijk echter, dat de P. v. d. A. ~en Vos zelf!) dit slikten ...

Neemt de berechting der landverraders: een van de eerste daden, die de regering• Beef aankondigde, was de vrijlating - zonder verdere berechting - van tenminste 45.000 der 70.000 nog opgesloten landverraders ...

Neemt de bezuiniging: Minister Gielen, de nieuwe katholieke minister van onder·

wijs, kunsten en wetenschappen zat nauwelijks op zijn bureau, of de met zoveel moeite tot stand gebraclite speciale departementen voor kunst en sport waren om hals gebracht ...

Samenwerking met pijn - zo pijnlijk, dat bij de eerste ontmoeting tussen regering

en

parlement er al eell' interpellatie van de... P. v. d. A. ter tafel kwam, die minister Gielen op het matje riep.

Zo is dus het program allerminst vooruitstrevend - integendeel gevaarlijk reac· tienair en een product, waarin de corporatistische idealen van het roomse neo-fascisme de boventoon voeren - en de samenwerking allerminst hecht. De vraag blijft dan ook, hoe lang ze zal duren... ·

*

En daar zijn nu de gemeenteraadsverkiezingen bovenop gekomen. Zij vertonen voor de reactie geen hartverheugend beeld. De anti-revolutionaire sch~rpslijpers.

(5)

Communistische Partij in menige gemeenle eveneens de sterkste partij. In de belangrijkste industrie-centra: Amsterdam, Rotterdam, Twente· en elders bezetten communisten en socialisten veruit de meerderheid der raadszetels.

Rode meerderheden in de colleges van B. en W., colleges, uitsluitend samengesteld uit socialisten en communisten, zullcn straks schering en inslag zijn. Dit brengt een diepgaande verandering in de politieke kaart van ons land. Het begint lichtelijk door te dringen, dat er toch iets mis is geweest met de nieuwbakken coalitie, waar-uit men zo naarstiglijk de communisten heelt geweerd. Jvlis was het om te beginnen al, dat men (K.V.P.-leiders zowel als een aantal derzulken van de P. v. d. A.) zo hoog van de toren blies: no.oit-of-te-nimmer samenwerking met de communisten. De woorden waren nauwelijks verklonken, of de samenwerking was er al in de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland met de P. v. d. A. •en na wat tegen-gestribbel werd ze daar ook door de katholieken aanvaard. In de gemeenten zal men het zonder de communisten eenvoudig niet kunnen stellen.

Het communisme bleek, toen puntje bij paaltje kwam, in Nederland toch wel degelijk een reële macht, die men niet met een beroep op .,zedelijke normen" en zo vermocht te isol·eren. Het is de partij van doorslaggevende delen van de

arbeidersklasse geworden en wie ernst wil maken met vooruitgang en weder-opbouw, zal het zonder de communisten niet klaarspelen.

*

Het ministerie-Beel, dat onder de vlag van het anti-communisme vertrok, heeft aldus reeds het een en ander van haar grondslag voel.en wegzinken. Het anti-communisme heeft in de afgelopen weken een paar ernstige· slagen moeten incasseren. De samenwerking tussen communisten en leden der Oude S.D.A.P. bij het opstellen van gemeenschappelijke candidatenlijsten verkregen, was het begin. Zij kon uiteraard geen doel op zich zelf zijn. De Communistische partij blijft met grote ernst streven naar de samenwerking van a 11 e socialisten; zij houdt het grote doel: de vorming van één socialistische partij steeds voor ogen. De ov.ereenstemming, die met de P. v. d. A. in de Provinciale Staten van Noord-Holland tot stand kon komen, was een tweede schrede op de weg van de over-winning van het met zoveel nadrukkelijkheid geproclameerde anti-communisme. De rode gemeentebesturen, die er zullen komen, ondergraven verder de anti- · communistische basis van de regerings-coalitie.

Het ligt voor de hand, dat diegenen in de P. v. d. A., die niet geheel verblind door redeloze haat of ministeriabel-tot-in-de--dood zijn, balsem zoeken op de wonden ener pijnlijke coalitie. Hen zal, heel begrijpelijk, een tegenwicht tegen al Ie schrokkerige katholieke reactie-begeerten niet onwelkom zijn. En het is inder-daad van belang, t e g e n o v e r de regering sterke vooruitstrevende gemeente-besturen te vormen. Samenwerking met de communisten wordt een eis van zelf-behoud voor elke groepering, die oprecht het Socialisme wil.

We zijn nog een stapje verder. Het E.V.C.-congres ~- nog een gebeurtenis van belang in deze bewogen maand - heelt tot fusie met het N.V.V. definitief beslo-ten. We roepen geen .,hei" vóór we over de brug zijn. Er ligt nog een berg van moeilijkheden op de weg naar ruimer samenwerking, die ook van de Communisten alle bekwaamheid, geduld en zelfbeperking zullen eisen. lVIaar er z ij n resultaten en voor het pessimisme, dat na de verkiezingen van de 17e Jvlei zich hier en daar deed horen (vooral in de kringen van .,linkse" socialisten) is inderdaad geen plaats. Integendeel - de tijd wordt gunstig voor een krachtig offenslef van alle vooruitstrevende krachten in den lande. Zij kunnen een nieuwe slag winnen, wanneer zij eindelijk moedig weten te d oe n, waarover zij nu reeds een paar jaar• p r at ·e n, .namelijk: de scheidingslijn trekken tussen vooruitgang en reactie en niet langer hun krachten verspillen aan een nu toch wel volmaakt onvruchtbaar gebleken anti-communisme.

(6)

' (

De verhouding van Nederland

iet

Indonesië

dom- S.

J.

Rutgers

De jongste oproep van de Vereniging Nederland-Indonesië is een ernstige waaT· schuwing aan het Nederlandse volk. Daarin wordt duidelijk tot uitdrukking gebracht

de bijna hopeloze positie, waarin Nederland is geraakt, door het steeds achter de feiten aanlopen van de Nederlandse regering. Als laatste uitweg uit de moeilijkheden wordt een beroep gedaan op een massale actie van het democra-tische deel van het Nederlandsche volk; Wij laten deze oproep, die door een

uitvoerige Verklaring in het Orgaan der Vereniging: De Brug-Djambatan wordt toegelicht, hier volgen:

NEDERLANDERS, WAT WILT GIJ?

Het conflict tussen Nederland en Indonesië is nu reeds een jaar hangende, zonder dat ·het tot een oplossing gebracht is. Kansen, die vandallg nog gelden, zijn vaak morgen vervlogen, en wij hebben vele kansen onbenut gelaten.

Indien wij thans niet een dui-delijke beslissing nemen, zal er over ons en zonder ons beslist worden.

Hier zijn onze mogelijkheden: HET TOEPASSEN VAN GEWELD. Dit betekent oorlog.

Een oorlog, die de Indonesische volken zullen zien als een strijd voor vrijhei-d en recht en die daarom gevoerd zal worden met de grootste verbittering en meedogenloosheid.

WAT BETEKENT OORLOG VOOR NEDERLAND?

Voorheen, toen wij rijk en onafhankelijk waren, konden wij met moeite en tegenzin een klein leger onderhouden plus een kleine vloot. Thans zijn wij arm en voor ons herstel afhankelijk van 11nderen. Om een oorlog tegen

het ontwaakte en goed bewapende Indonesië te voeren zullen wij een leger, vele malen groter dan toen, moeten onderhouden en in geveeld

brengen.

De wereld zal een internationale stakingsgolf tegen Nederland teweeg brengen. Een oorlog is een flagrante schending van het Atlantic Char\eT en het Handvest van de Verenigde Naties, die zodra het conflict deze vorm aanneemt de beha'ndeling aan zich zullen trekken.

DIT IS ONZE TWEEDE MOGELIJKHEID: EEN INTERNATIONALE PRO-CEDURE VOOR DE VERENIGDE NATIES.

Deze oplossing maakt Nederland en rndonesië beide tot een speelbal van de grote mogendheden en betrekt ons weerloos in het machtsspel, dal de gehele wereld omvat.

Niet wij, anderen zullen ean de toekomst van Indonesië bouwen en wij zullen voor het 0017 van de ganse wereld als onbekwaam en onmachtig worden afgewezen.

DE DERDE "MOGELIJKHEID IS: OVEREENSTEMMING. De en I ge mogelijkheid.

Wie bovenstaande oplossingen als ondeugdelijk efwijst en nuchter de kracht der feiten erkent,

(7)

Een overeenkomst met een gelijkwaardig Indonesië, waarin de wezenlijke elementen van .de democratie gewaarbqrgd worden en de Indonesische verlangens naar onafhankelijkheid worden bevredigd.

Onze regering kan alleen tot deze mogelijkheid besluiten, wanneer zij weet hierin de overgroote meerderheid van het volk achter zich te hebben. DE KEUZE IS NU AAN HET NEDERLANDSE VOLK!!!

Het zal niet mogen zeggen: ,.Wij hebben het niet geweten, wij hebben het niet gewild."

Drie wegen liggen open: Oorlog

Verenigde Naties Overeenstemming.

Wij hebben onze weg gekozen. Wij willen overeenstemming. Nederlanders, wat kiest gij?

Kiest gij overeenstemming met ln·donesiij, stuurt dan nog heden Uw betui· ging van instemming aan de Vereniging Nederland-Indonesië, Keizers· gracht 462, Amsterdam C.

Bij het lezen van deze oproep dient men in het oog te houden, dat de Ver. Nederland-Indonesië vertegenwoordigers van een groot aantal verschillende groe· peringen omvat. Naast leden van de P. v. d. A. en communisten, katholieken en gereformeerden nemen vertegenwoordigers van de Christelijke zending een actiel aandeel in het werk, tezamen met leden van de Perhimpoenan lndonesia, Chine-zen, enz., allen verbonden door de wens naar een progressieve oplossing ván de verhouding Nederland-Indonesië.

Het kernpunt van de oproep is, dat onomwonden wordt verklaard de noodzakelijk-hei·d, de Indonesische verlangens naar onafhankelijkheid te bevredigen en een overeenkomst na te' streven van Nederland met een gelijkwaardig Indonesië op democratische grondslagen .•

In de uitvoerige Verklaring in: ,.De Brug-Djambatan" wordt gewaarschuwd tegen pogingen om met behulp van allerlei groepen en groepjes een Rijksconlerentie tot stand te brengen, die niet representatie/ is voor het Indonesische Volk en daarom het conflict tot tot een oplossing kan brengen. Uitvoerig wordt er daar op gewezen, dat het een vraagstuk betrelt van internationaal ·formaat, waarbij alleen een snelle en door beide partijen loyaal te aanvaarden overeenkomst tot samen• werking de positie van Nederland .,als meest begunstigde en in feite mede ver· aniwoordelijke natie" kan redden.

Wij citeren uit deze Verklaring:

Alleen een over zichzelf beschikken·d en democratisch Indonesië Is uit· eindelijk de enig begeerlijke deelgenoot bij een blijvende samenwerking aan de geestelijke en materiële verhelling van beide volken en landen. Het Nederlandse belang ~ist, dat er weer Nederlandse schepen naar Indonesië gaan varen en dat .de handel herleeft.

Het eist evenzeer, dat Ned'erlandse werkkrachten en 'Nederlandse productie-middelen bij de wederopbouw van Indonesië worden ingeschakeld. De koloniale oppositie wil het doen voorkomen, afsol de ·productiecapaciteit van Indonesië in een chaos zou verloren gaan, indien de oude toestand niet zou worden hersteld. De waarheid is integendeel, dat de eigen ontwik-keling van een bevolking van 70 millioen mensen, met de spontane hulp van die talrijke leiders, wier werkkracht en gaven tot dusver uitsluitend werden gericht op de nationale strijd, door de verwezenlijking van .een Indonesisch welvaartsplan, kan voeren tot 'een hogere levensstandaard en geweldige perspectieven opent voor een verhoog·de productie.

De hulp, die Nederland daarbij kan verlenen en de voordelen, die de Nederlanders 'daaruit zouden verkrijgen, kunnen moeilijk worden overschat. Om alsnog tot een oplossing te komen, die een voor beide partijen bevredigende toestand schept, wordt in de Verklaring aanbevolen, het zenden van een delegatie naar Indonesië met volledige bevoegdheid om een overeenkomst al te sluiten, met als richtlijn: ,.het bevorderen van de opbouw van een zelfstandige, democratische Indonesische Rechtsstraat".

Voor 'het zenden van een dergelijke delegatie zou de medewerking van het Nederlandse Parlement nodig zijn.

Moge de drang van de bevolking van Nederland zo groot zijn, dat het huidige Parlement zich genoopt ziet, de,ze laatste kans voor een bevredigende oplossing van een levensbelang van Nederland en Indonesië beide, niet voorbij te laten gaan.

(8)

Spel en

en~st

1\0~

metd~rtoolf

door A. F. Mellink

Op 16 Juli 1945, thans ruim een jáar geleden, vond de eerste proefneming plaats met een atoombom in het Westen der Verenigde Staten (Nieuw Mexico), waarbii vele atoomgeleerden, die dit jongste destructieve product der menselijke kennis tot ontwikkeling hadden gebracht, voor waarnemingen aanwezig waren. Enkele weken later reeds was het spel in ernst verkeerd; op 6 en 9 Augustus werd het verdelgingsmiddel voor het eerst practisch aangewend en hielp het in de eindfase van de tweede wereldoorlog de ineenstorting van het Japanse imperialisme verhaasten.

Zojuist is een rapport verschenen van een Britse wetenschappelijke commissie, die ter plaatse ·de door de atoombom in Hiroshima en Nagasaki aangerichte verwoestingen heeft bestudeerd.

Te Hirosjima werden over een oppervlakte van vier vierkante mijl alle houten huizen door de kracht van de ontploffing en door brand vernield; alleen de van gewapend beton opgetrokken moderne gebouwen hielden stand, maar werden uitgebrand. Van de ruim 300.000 inwoners der stad vonden ongeveer 80.000 een gewelddadige dood.

Te Nagasaki werd het industriegebied getroffen over een oppervlak van

1%

vier• kante mijl en als door een orkaan gehavend. Van de ongeveer 100.000 in dit rayon aanwezige personen werden er 40.000 gedood.

De algemene indruk der commissie was, dat beide steden in een ogenblik en1 zonder strijd tot het meest primitieve bestaan waren teruggevallen. Alle openbare diensten waren uitgeschakeld, de grote massa der bevolking was dakloos en, vluchtte in paniek weg; zelfs het opruimen van het puin en het verbranden van• de doden begon pas een maand na de ramp.

De commissie berekent, dat in een grote Engelse ·stad door één atoombom onge· veer 50.000 inwoners zouden worden gedood (70

%

van alle op een halve

mijl van het centrum van de ontploffing aanwezigen en 20

%

op een mijl afstand) en 30.000 huizen vernield of onherstelbaar beschadigd. Schrale troost dus, dat

schuilkelders, wegen, bruggen en spoorbanen weinig letsel opliepen.

De aangevoer·de leiten spreken te duidelijke taal, dan dat men zich waar t~r wereld ook zou kunnen onttrekken aan het probleem van het voortbestaan c!c•

menselijke beschaving, dat hiermee thans in de scherpste vorm is gesteld. En niettemin is onlangs van de zijde der Amerikanen, die tot nu toe het monopolie van de kennis en de vervaardiging er van bezitten, bij wijze van proefneming de vierde atoombom geworpen, een proefneming, die nog door een tweetal andere gevolgd zal worden.

Het oorspronkelijke element in de experimenten van Bikini (in de Marshall eilan· dengroep) is, dat het wapen hier boven de zee gehanteerd wordt, tegen oorlogs· schepen, waarbij het achtereenvolgens van aanzienlijke hoogte boven de water· spiegel, even onder de waterspiegel en ·diep onder water tot ontploffing zal worden gebracht.

*

(9)

de resultaten. Ondanks de werkzaamheid van een duizendtal wetenschapsmensen en technici In verband met de Bikini-proefneming dient opgemerkt, dat juist de bBiinbrekende onderzoekers op het gebied van de atoomenergie bij de voor-bereldingen ontbraken.

Principiële punten waren dan ook niet in het geding, doch slechts detailkwesties als de voortplanting van de schok van de ontploffing en de mogelijkheid van bescherming tegen de door de explosie van de bom veroorzaakte plotselinge straling. Schrale troost alweer voor de reeds gevallen tienduizenden slachtoffers van de atoombom, dat thans bewezen is, dat zelfs geiten, varkens en ratten bij lichte bedekking daarvoor gevrijwaard kunnen blijven.

Evenzeer als de wetenschappelijke, wordt de militaire betekenis van Bikini van

bev~egde zijde ontkend; een der autoriteiten op dit terrein (L. A. Ou Bridge van het grootste laboratorium voor radar-onderzoek in Massachusetts in de V.S.) ver-klaarde, dat de aangewende methoc!~ ondeugdelijk is voor het tot zinken brengen van oorlogsschepen (.alleen een diep onder water tot explosie gebrachte bom zou hier kans op succes bieden).

De Times-correspondent vestigt de aandacht op het gevaar, dat de Bikini-experl• menten zullen worden aangegrepen om de angst van de openbare mening voor de atoombom te verminderen, door haar als onschuldiger voor te stellen dan tot nu toe vermoed was . .,Indien, zoals duidelijk genoeg bewezen is, één enkele atoombom in een betrekkelijk vroeg stadium van ontwikkeling van het wapen een stad van enkele vierkante mijlen kan vernielen en 100.000 mensen doden, dan doet het er niet heel veel toe, of het ingeblikte voedsel daar in goede staat is", merkt hij schamper op naar aanleiding van bepaalde te Bikini met veel zorg

qedane waarnemingen. .

Zo deze experimenten dus noch wetenschappelijk, noch militair van nut zijn, wat bewijzen zij dan anders dan dat de Amerikaanse machthebbers hun monopolie van de atoombom ook verder als politiek drukmiddel wensen te bezigen, dat zij dit massale vernietigingswapen niet uit hun arsenaal wensen te verwijderen, maar integendeel ondanks alle platonische verklaringen en voorstellen, als dat· van Bernard Baruch in de commissie voor atoomenergie van de Verenigde Naties, In handen te houden? Zelfs de Londense Economist stelt dit onomwonden vast In de volgende woorden:

.,Wanneer één land, hoe vredelievend ook, op eigen gelegenheid experimenten op het gebied van de atoomoorlog onderneemt, kan dat moeilijk een goed begin voor het leren beheersen van het atoom zijn. Alles bijeengenomen, zijn de Bikini• proefnemingen een lelijke blunder" (6 Juli j.l.).

*

In de eerste zitting van de commissie voor atoomenergie op 14 Juni heeft de vertegenwoordiger der Ver. Staten, Baruch, een der weinige nog in functie zijnde oude medewerkers van Roosevelt, het opzienbarende Amerikaanse voorstel betreflende de instelling van een internationaal controle-lichaam voor de atoom· energie ingediend. Deze internationale Atomie Development Authory (ADA) zou de uitsluitende beschikking krijgen over de grondstoffen en de procédés voor de atoomsplitsing en uitgebreide controle· en inspectie-bevoegdheden moeten bezitten over de gehele werel-d, opdat de verschillende landen de atoomenergie alleen voor toegestane vreedzame doeleinden zullen gebruiken. Overtreding van de inter-nationale voorschriften zou met zware sanctie-maatregelen moeten worden ge-straft door de ADA.

Wanneer de internationale organisatie eenmaal zou functionneren, :Zijn de V.S. als enige bezitters van het geheim bereid., aldus Baruch, om de productie van atoombommen stop te zetten, de voorraad te vernietigen en alle geheimen aan de

ADA bekend te maken. Deze edelmoedige geste zal moeten worden voorafgegaan door slechts (!én ding: het instellen van een effectieve internationale contröle~ instantie, die het vertrouwen der V.S. heeft. Tot zolang wensen de Amerikanen echter geen afstand te doen van hun voorsprong en lappen zij alle afspraken, die hen tot het uitwisselen van wetenschappelijke inlichtingen met hun bondgenoten verplichten, aan hun laars, ongeacht de gespannen atmosfeer van wantrouwen, die juist door de aanwezigheid van dit geheime wapen wordt in stand gehouden en versterkt.

(10)

Bovendien staan de V. S. op het standpunt, ·dat de ADA een lichaam moet zijn, dat in zekere zin zelfstandig, onafhankelijk van de Veiligheiisdraad, kan optreden en waarvoor het vetorecht der grote mogendheden dan ook niet zou mogen

gel-den. Met an·dere woorden, de V. S. eisen voor zich zelf een recht van veto, door n.l. het opgeven van hun monopolie afhankelijk te stellen van de vraag, of de controle-instantie voor de atoomenergie hun goedkeurin::J kan wegdragen, maar weigeren te aanvaarden, dat een andere der Grote Vijl gebruik zou maken van hel in het Charter der Verenigde Naties vastgelegde vetorecht bij belangrijke beslissingen.

Hierin ligt een nieuwe Amerikaanse poging om de gron·dslagen van de organisatie der Verenigde Volken te ondergraven; in dit geval speciaal de voorgeschreven eenstemmigheid der Grote Vijl b.ij het treffen van sanctie-maatregelen. De Econo· mist onthult ongewild, wat de bedoeling van het Amerikaanse voorstel is, schrij• vende dat het gaat om

"het recht van internationale inspecteurs om door te dringen op Sowjetgrond· gebied, zich daar vrijelijk te bewegen, alle deuren voor zich te doen openen en advies uit te brengen voor maalregelen op grond van hun waarnemingen" (22 Juni). Hoe interessant dit ook moge zijn voor Amerikaanse kring-on, die graag op de hoogte willen komen van de stand van de atoomwetenschap in de Sowjet-Unie, de feiten zijn op het ogenblik deze, dat in de eerste plaats de V. S. met hun monopolie van de atoombomfabricage en hun voorraden er van de wereldvrede bedreigen.

Gromyko heelt tegenover het ·voorstei-Baruch een eigen plan gesteld, dat een verbod van productie van atoomwapens en een vernietiging van alle voorraden binnen drie maanden na inwerkingtredin!!J van het voorgestelde verdrag behelst. Hij bestreed de opheffing van het vetorecht, zoals deze door de V. S. was gesug· gereerd; hij stelde geen 'nieuwe controle-lichaam voor, maar acht de Veiligheids• raad daartoe blijkbaar voldoende. Het is dus onjuist te beweren, dat de Sowjet-Unie slechts een Kelloggpact op het gebied van de atoomenergie wenst, zoals men gedaan heelt. Zij wenst zich te houden aan de beginselen van de wereldorgani· salie, zoals die te San Francisco in het Handvest zijn geformuleerd. Zij verwerpt alle denkbeelden van een ,.wereldregering", zoals die thans gepropageerd worden en waarvan de strekking geen andere is dan in de plaats van de samenwerking op voet van gelijkheid der volkeren binnen de UNO, een onbeperkte heerschappij van het Anglo·Amerikaanse imperialisme te stellen.

I

.

] - '" "''" ' ' ' ' ' ' ' ' · ''· Moy, dlo •kh lo do oodog togoo hot l"d•m• ''""

(11)

Roger

lolten

lag·er prijzen_

door

J.

va'n Santen

Veronderstel, dat een veronderstelde meneer een veronderstelde landgenoot ver-telt, dat een liet~ in Praag 1000 Tsjechische kronen kost. Onze veronderstelde

~~ederlandse burger, die deze mededeling aanhoort, is ondanks deze verworven wijsheid géén cent wijzer geworden.

Trouwens de goede man zou zijn onbevredigdheid al direct demonstreren door in één adem te vragen, hoe hoog de lonen zijn, hoeveel een bloemkool kost, hoe hoog de prijs van een vulpen is, hoeveel het vullen van een holle kies kost en dergelijke meer.

En wanneer zijn weetgierigheid op deze verschillende gebieden bevredigd is, dan pas, maar ook eerst dan, zal hij met een opgelucht gemoed vanwege de verworven wetenschap afscheid nemen van zijn zegsman. Eerst dan zal hij weten, wat de prijs is van de meergemelde, vurig omstreden Tsjechische fiets.

De schuchter.e kenner van de Tsjechische lietsprijzen, die in de onschuld zijns harten met de even schuchtere vermelding van de prijs van een Tsjechische twee-wieler, zich niet bewust was, dat hij zichzelf zou overladen met een stortvloed van vragen, l·eelde bij zijn niets vermoedende onnozelheid in de (voor hem wel-licht onbewuste) gedachte, dat prijzen zelfstandige grootheden zijn. ZeHstandig, dus als dingen die o p z i c h z e I f staan.

*

Nu zijn prijzen noch dingen, noch zelfstandigheden. Prijzen zijn relaties, betrek-kingen. En wellicht ook weer onbewust heelt onze vaderlandse toehoorder van h·et stuk Tsjechische levenswijsheid dat begrepen, toen hij zijn gemelde Tsjechische docent met het salvo vragen naar bloemkolen, vullingen van kiezen, vulpennen enz. te lijf ging.

De leuze ,.hoger lonen, lager prijzen" kàn dus niets anders betekenen, dat de lonen (die opk niets anders zijn dan prijzen) moeten stijgen ten opzichte van de prijzen en dat de prijzen moeten dalen alweer ten opzichte van de lonen. In de onderlinge relaties lonen en prijzen moet dus ten gunste van de lonen wijziging optreden. De conctusie, dat overal en ten allen tijde de prijzen moeten dalen en dat omgekeerd overal en ten allen tijde de lonen moeten stijgen, verraadt

een primitieve denktrant, die steunt op een ongemotiveerde verzelfstandiging van

het begrip prijs.

,.Hoger lonen, lager prijzen" betekent, dat wij een stijging van het reële loon, het loon uitgedrukt in goederen, verdedigen. De concrete omstandigheden, die voor de ondernemers de mogelijkheid scheppen, de prijzen abnormaal te verhogen, motiveren de toevoeging ,.lager prijzen".

Technisch ware de eis ,.hoger lonen" voldoende. Ter ontmaskering van het boerenbedrog, dat kàn schuilen in een verhoging van het geldloon bij een relatief meer stijgen van de go·ederenprijzen) is ter wille van de duidelijkheid aan de eerste hellt van de leuze de tweede helft ,.lager prijzen" toegevoegd. Ofschoon, in principe, overbodig.

Wij zullen, dit terloops, trouwens straks zien, dat de formule ,.lager prijzen" zijn motivering bovendien ontleent aan een element in de economisch-politieke strijd van de arbeidersklasse, dat, ofschoon niet nieuw, op grond van de na-oorlogse verhoudingen in versterkte mate geaccentueerd dient te worden.

(12)

f:>e verhouding van waarde en prijzen behoort tot één van de moeiiijkste onder· delen van de Marxistische theorie en wij zullen de lezers er hier in dit verband ook niet mee lastigvallen met een uitvoerige beschouwing.

De wirwar van prijzen, het elastisch beeld, dat de prijzenstructuur op het 'eerste gezicht b~edt, wordt in laatste instantie beheerst door wetten, die uit de waarde voortvloeien. Dat o p d e 1 a n g e d u u r de prijzen samenvallen met de productie· kosten, wordt ook door burgerlijke economen erkend. Deze productie-kosten komen alweer op den duur overeen met de hoeveelheid arbeid, die ter vervaardiging van het product in kwestie nodig is. De complicatie, die uit de verschillende samenstelling van het kapitaal, dat de productie vergt, voortvloeit, v·erandert niet p r i n c i p i e e I het onderhavige schema.

Ook hel loon, als prijs van de arbeidskracht, is aan dezelfde wetmatigheid onder-worpen. Ook hier beheerst in laatste aanleg de hoeveelheid arbeid (vervat in levensmiddelen, kleding, enz., enz.) die voor de inslandhouding van de arbeids· kracht geofferd moet worden, de hoogte van het loon.

Zoowel het loon als de prijzen van de waren corresponderen met de hoeveelheid arbeid die voor de totstandkoming van beide nodig is.

Op de lange duurl Het is nodig, om hierbij wat langer stil te staan.

*

In deze uiterst dynamische na-oorlogse periode corresponderen de prijzen van de waren (met uitzondering van de arbeidskracht) n ie I met hun waard·e. De enorme schaarste, de abnormale goederen-honger stellen de ondernemers in slaat hun waren .te verkopen b o v e n de waarde. Deze merkwaardigheid kenmerkt elke kapitalistische hoogconjunctuur en treedt nu in versterkte mate aan de dag. Te~ eerste op grond van de reeds gememoreerde wanverhouding tussen vraag en aanbod en ten tweede op grond van de monopolistische structuur van de moderne kapitalistische situatie.

De afwijking tussen waarde en prijzen is zó zonneklaar, dat nadere bewijsvoering overbodig lijkt. Intussen het verschijnsel vergroot het uitbuitingsarsenaal der kapl· talistische voortbrenging met een nieuw onderdeel: de uitbuiting van de

consu-ment. 1 ) De werkende bevolking wordt op de bekende kapitalistische huis·, tuin· en keukenmanier uitgebuit als producent door de annexatie van het verschil tussen de hoeve•elheid arbeid, die door den kapitalist in gebruik genomen wordt en de hoeveelheid arbeid, die de arbeider voor zijn instandhouding door denzelfden kapitalist uitbetaald krijgt. Deze eerste aanslag, de bron van de meerwaarde, wordt verrijkt met een tweede aanslag door het abnormale. prijsniveau.

1

) De uitdrukking .,uitbuiting van de consument" is hier slechts gemakshalve inge-voerd. Op de keper beschouwd kan uit een consumenten-uitbuiting voor de ge he Ie bouroeoisie alleen dan voordeel voortvloeien, wanneer deze consumen-tenuitbuiting een verschuiving in de verdeling van het inkomen veroorzaakt. Ook de individuele kapitalist betaalt voor de waren, die hij nodiq heeft, een hogere prijs. Wat hij dus aan de ene zijde wint, zou. hij dus weer aan de andere zijde verliezen. Tot zover is hij dus zelf ook de dupe van een consumenten-uitbuiting.

Intussen, de hogere prijs betaalt hij slechts voor de kapitalistisch geproduceerde waren, die géén arbeidskracht zijn. De niet-kapitalistisch geproduceerde waren van de openbare nutsbedrijven en de diensten van de overheid betaalt hij zonder nominale prijsverhogingen. Ook de prijs van de arbeidskracht, het loon, blijft vèr achter bi1 de prijsstijging van andere waren. Wat dit laatste betreft, laat een consumenten-uitbuiting zich dus reduceren tot een vergrote uitbuiting in het productie-proces van de arbeiders.

Bovendien veroorzaakt de afwijking van waarde en prijs een verlaging van het reëele inkomen van ambtenaren, intellectuelen, kleine spaarders, pensioentrekkers en andere verzekerden, van nagenoeg allen, die een .,afgeleid" inkomen hebben, dat niet in het directe productie-proces verworven wordt.

(13)

Wanneer d·e proletarische zwoeger het offer op het altaar van de kapitalistische winst in het directe productie-proces heelt gebracht, wacht hem een tweede ader-lating, die hij als koper van kapitalistische waren gedoemd is te brengen. "Daarbij komt nog iets. Zij het langzaam, zij het met horten en stoten, komt de

v~clerlandse productie weer op gang. De arbeiders, nà jarenlange ontscholing, heikrijgen hun vóór-oorlogse vaardigheid, de onderbezetting verdwijnt suoces-sievelijk, de organisatie in het afzonderlijke bedrijl wordt beter. De arbeidsproduc-tiviteit in één woord neemt toe. Dus ... de hoeveelheid arbeid nodig voor de vervaardiging van het product daalt. Ergo ... de waarde vermindert.

In het paradijs der kapitalisten nà '45 is een daling van de waarde, alweer op grond van de reeds genoemde goederenhonger allerminst identiek met een daling van de prijzen. Onder gelijkblijvende omstandigheden zal de daling van de waarde gepaard gaan, althans voorshands, met een handhaving van de prijzen. Dus .... : met een vergroting van de consumenten-uitbuiting.

De economisch-politieke strijd van de arbeidersklasse moet o.a. gericht worden tegen deze consumenten-·exploitatie. Daarom moeten wij de prijsbeheersingspolitiek van de regering radicaliseren en democratiseren.

Radicaliseren door een agressiever optreden, door strenger straffen teg·en over-treders te eisen.

Democratiseren door de organisaties van de bevolking (vakverenigingen, huis· vrouwen-organisaties, coöperaties enz.) bij de controle en bij de vaststelling van de normen in te schakelen.

*

Een voorbeeld. Zo langzamerhand weet nu ieder kind, dat de winst van de haring-venters ad 3 cent per stuk verminderd moet worden met de prijs voor uien, voor papieren, voor standplaatshuur, met de kosten van weken, enz., enz. Maar de heren reders zeggen met Kloos, dat de .,winst" de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie is. Niemand weet iets van de kostprijzen der heren, hoe hoog de afschrijvingen van de schepen zijn (naar de waarde van '40 ol naar die van '45), hoe hoog de gecalculeerde verzekeringspremie is,, hoe hoog de algemene kosten zijn. OI de kostprijs ÇJebaseerd wordt op de kosten van grensonderneming (de onderneming, die .onder de slechtste omstandigheden werkt) of op de gemiddelde onderneming, is een open vraag.

Wij weten alleen, dat de gemiddelde vooroorlogs·e opbrengst ad 1% cent voor de heren meer dan verdrievoudigd is. En wij weten, dat de heren, die vóór '40 aan de rand van de economische algrond verkeerden, nu boven Jan zijn gekomen. Tot de economische democratie behoort o.a. opheffing van de geheimzinnigheid achter de economische schermen van het bedrijfsleven. Openbaarheid, reorgani-satie van de onderneming als ,.aller-·individueelste" aangelegenheid tot openbare, publieke zaak.

Het offensief op de ·prijzen is in het belang van de gehele bevolking, onder altrek van een handvol ondernemers, zwarle handelaren en andere duisterlingen. Daarom kàn de meerderheid van de bevolking (om in militaire termen te blijven spreken) op dit punt gemobiliseerd worden. Hier ligt intussen een belangrijke taak voor, naar wij hopen, radicale gemeentebestu~en. .

Alle giftige pijl·en, waarover de bourgeoisie beschikt, zijn naar aanleidin.g van onze leus op ons afgeschoten. Géén wonder. Het is het algemene motto om de onder-• nemers tussen de twee klemmen van hooger loon i n en lager· prijs b u i t e n het

directe productie-proces gevangen te krijgen. Een kat in het nauw (al is het maar het vooruitzicht van het nauw) doet rare sprongen.

Het hoofdargument is het bekende verweer, dat hoge lonen leiden tot hoge prijzen, deze weer tot nog hoger lonen, die op hun beurt weer hoger prijzen in het leven roepen, enz. Wij verwachten van de bourgeoisie niet, dat zij op de hoogte is van de Marxistische doctrine. Maar de gedachte, dat hoge lonen lijn-recht tot hoge prijzen leiden, kan slechts aan het naïeve brein van burgerlijke denkers ontspruiten. Deze oorzakelijkheid bestaat namelijk niet.

Slechts bij een samenvallen van prijs en waarde zou een hoger geldloon met een hogere prijs gepaard kunnen gaan. Kunnen gaan. Ten eerste zal de prijsverhoging altijd relatief lager zijn dan de loonsverhoging onder gelijkblijvende omstandig-heden. En ten tweede is ~lis een handhaving van de prijzen te verwachten, wan• neer de loonsverhooging uitsluitend, (in het ideale geval) ten koste van de

(14)

waarde, de winst, bereikt wordt. Onder normale omstandigheden denimeert

hel

laatste geval. Omdat de prijzen niet bepaald worden door de ge\dlonen, tnl!llt

door de maatschappelijke arbeidsproductiviteit, die de toelaatbare arbeidsaanwen· ding voor elk individuele product beheerst.

De onnozele gedachte van een streng oorzakelijk verband tussen lonen en prijzen overJgens zou de gehele economische strijd van de arbeiders, de gehele vakbewe•

gingsactie van de 19e eeuw tot nu tot een paskwil gereduceerd hebben. Door· redenerend zou elke loonsv·erhoging hiermee een wedloop met haar eigen schaduw ontketenen, omdat deze toch weer gecompenseerd zou worden door prijsverho· gingen enz. De onsmakelijkheid om dit uiterst gewichtige moment in de kapitalis· tische geschiedenis tot één grote vergissing te reduceren, is eigenlijk te primitief, om hier ter discussie gebracht te worden. Intussen, de aard van de wapenen ontmaskert de intellectuele kwaliteit van den tegenstander.

,.Hoger lonen, lager prijzen". Het is géén toevallige eis, die bij wijze van inval op de één of andere willekeurige dag tot stand is gekomen. De eis is volkomen verantwoord, zij is het product van de Marxistische theorie. Hierin, in haar prin· cipieel karakter, schuilen haar betrouwbaarheid en haar mogelijkheid tot ver• wezenlijking beide.

Als gevolg van de inspanning der arbeidersklasse kan het verband tussen loon en winst variëren zonder dat de waarde . van de geproduceerde waar zich wijzigt. Anders gezegd, het aan· deel van den arbeider in de opbrengst '{an zijn arbeid kan toenemen ten koste van de kapitalistische winst en zonder terugslag op de prijzen.

Maurice Thorez

Men kan onmogelijk ontkennen, dat, nu de productie in de loop van een jaar met 100% is toegenomen, de kostprijs der gefabriceerde goederen verminderd blijkt. Waarom moe\ deze vergroting der productie dan de winst• marge der industriëlen vergroten en de zwarte markt nieuw voedsel geven ten nadele van de arbeidersgezond· heid?

Léon Jouhaux

Het' is gerechtvaardigd, dat een politiek van lonende prijzen wordt toegepast, maar in de huidige situatie, nu wij ons financiëel moeten bekrimpen, nu zware offers worden gevraagd van de arbeiders in de steden, zou een p~ijsverhoging slechts rampzalige gevolgen kunnen hebben en gevaar lopen, tot inflatie te leiden, wat ellende en wanhoop voor alle werkers, de boeren inbegrepen, betekent.

In de huidige situatie zijn een verbetering van ons levenspeil en een her• waardering onzer inkomsten eerder gelegen in de verlaging van de prijs der industrie-producten dan in een verhoging in cijfers van het inkomen van beide groepen.

(15)

Organisatie

in de Landbou-w

door M. Harmsen

OVERZICHT

Wanneer wij van d e Landbouw spreken, moeten we steeds de grote differentiatie op dit gebied in het oog houden.

Niet altijd wordt voldoende beseft, dat akkerbouw en veeteelt, gemengd bedrijf en tuinbouw zeer verschillende bedrijfstakken vormen, elk met hun eigenaardig· heden en bijzondere eisen. Maar ook het karakter van de bedrijven in verschillende gebieden van ons land loopt sterk uiteen. Daarbij komt dan nog, dat het onder-scheid tussen groot-boerenbedrijf en de gezinsbedrijven der zelf werkende boeren scherpe maatschappelijke tegenstellingen In het leven roept.

De landbouw moet allereerst worden onderverdeeld In: Akkerbouw, beslaat 1.118.275 Ha (1943)

totaal berekende bruto opbrengst (1939-1940)

f

236.000.000.-,

waarvan voor export

f

69.874.000,- of 7% van de totale uitvoer. Grasland .totaal 1.143.731 Ha (1943)

bruto opbrengst

f

689.300.000,-, waarvan voor export

f

188.601.000,-(18

%

van de totale uitvoer).

De tuinbouw beslaat in zijn geheel 132.913 Ha (1943)

bruto opbrengst

f

145.454.000,-,

waarvan voor export

f

83.503.000,- (8% v. d. totale uitvoer). In de tuinbouw zijn te onderscheiden de .onderstaande groepen:

Groententeelt (1943) 55.406 Ha totaal bruto opbrengst

f

49.035.000,-Fruitteelt (1943) . 56.392 Ha totaal bruto opbrengst

f

19.624.000,-Bioembollenkwekerij 4.171 Ha totaal bruto opbrengst

f

22.972.000,-Bloemisterij . . 851 Ha totaal bruto opbrengst

f

9.535.000, -·

Boomkwekerij . 2.660 Ha totaal bruto opbrengst

f

6.548.000,-Tuinbouwzaden 13.368 Ha totaal bruto opbrengst

f

7.740.000,-Van dit totaal à 132.848 Ha is 3.265 Ha met glas bedekt. Totale uitvoer van Nederland

f

1.039.156.000,- (100 %).

fotale uitvoer land- en tuinbouwproducten

f

341.978.000,- (32,9 %).

Van de akkerbouw en veeteeltbedrijven zijn er 113.953 of 71% die een bedrijf hebben beneden de 10 Ha en dus kunnen worden gerekend tot de kleine boeren. Van de tuinbouwers is dit minder gemakkelijk vast te stellen, daar de bedrijfsgrootte hier een volstrekt onvoldoende maatstaf vormt. Doch wel kunnen we zeggen, dat ook hier de overgrote meerd~rheid tot het klein-bedrijf gerekend moet worden. DE TOESTAND VAN DE KLEINE BOEREN EN TUINDERS

Het zijn deze kleine boeren en tuinders, die door hun maatschappelijke positie op den duur aan de zijde der arbeidersklasse zullen staan.

De vraag, of in de landbouw dezelfde ontwikkelings-wetten van kracht zijn als in de industrie, is voor het vaststellen van de taak der proletarische klassenstrijd van een enorme betekenis.

Reeds Marx formuleerd4!1 dit op de hem eigen kernachtige wijze:

,,Wanneer in de landbouw de klein-producenten niet worden geruïneerd, niet worden geproletariseerd, .wanneer de massa van de boeren onder het kapitalisme

(16)

door het groot-kapitaal niet wordt uitgebuit, wanneer zij niet te gronde gaat, maar omgekeerd zich ontwikkelt en vaste voet krijgt, dan kan het p,roletariaat in zijn strijd tegen de bourgeoisie niet op ondersteuning van de grote massa der boeren rekenen, dan staat het gesloten front der grote en kleine bourgeoisie tegenover het proletariaat, en zal er bij voortduring tegenover staan.

Dan zal de hegemonie over het kl·einburgerdom steeds aan de grote bourgeoisie

behoren En het proletariaat zal van êle rol van leider over de boerenmassa's moeten afzien.

In werkelijkheid echter voltrek\,zich ook in de landbouw het zelfde proces van de kapitalistische concentratie, als in de industrie en worden daardoor ook de voor• waarden voor de overwinning van het socialisme in de landbouw geschapen. In werkelijkheid is de kleine boer helemaal geen zelfstandige landbouwer, zijn zelfstandigheid is niet anders dan schijn. De uitbuiting. van de boeren onderscheidt zich van de uitbuiting van het industriële proletariaat slechts door de vorm. De uitbuiter is dezelfde: Het kapitaal.

De afzonderlijke kapitalisten buiten de afzonderlijke boeren uit door middel van hypotheken en woekerrente, de kapitalistenklasse buit de klasse der boeren uit door de Staatsbelastingen." (Marx. Klassenstrijd in Frankrijk).

Het is misschien mogelijk voor onze tijd de uitbuiting der kleine boeren en tu:nders met andere woorden te omschrijven, maar de feiten blijven dezelfde. We zouden nu liever spreken v.:.n een uitbuiting door het pacht-· en gronclk'lpitaal er door hoge polder-· en grondlasten. Verder zijn hun bedrijven te klell! voor een economische bedrijfsvoering, ook omdat mechanisatie in de meeste gevallen

onmogelijk is. -~.

llï!!Ji':

Als eerste verschijnselen zijn waar te nemen, dat de kleine boeren zich gaan organiseren in hun eigen verenigingen. Ook komt het coöperatief gebruik van machines hier en daar naar voren.

9ij de tuinders, hiermede worden dan bedoeld de g roe n te kw e kers, liggen de verhoudingen enigszins ander. Deze zijn sedert jaren (de eerste coöperatieve groenteveiling werd in 1887 opgericht) in· de coöperatieve veilingv·erenigingen georganiseerd. Dit heeft een grotere eenheid onder deze categorie tot stand gebracht, in de eerste plaats ten opzichte van de afzet, maar die zich langzamer-hand over andere economische en sociale belangen uitstrekte.

Crisis en oorlog hebben aan de voorspoedige gang van zaken een einde gemaakt. Opmerkenswaard is, dat tengevolge der democratisch georganiseerde veilings-verenigingen, waarbij dus producténafzet en ook andere belangenbehartiging gezamenlijk plaats vindt, er niet dezelfde scherpe aftekening is tussen grotere en kleinere kwekers.

Op den duur en vooral in crisistijd en door de dan nodige eisen tot verweer komen de verschillen niettemin naar voren.

De f r u i t kw e k e r s zijn op gelijke wijze georganiseerd, met vrijwel op de-zelfde wijze optredende overeenkomsten en verschillen tussen grote, kapitaal• krachtige en kleine bezitloze kwekers.

Geheel anders liggen de verhoudingen onder de b o 11 e n kw e k e r s. Daar vormen de grote kapitaalkrachtige exportkwekers een stand afzonderlijk. Naast

hen bestaan de kleine kwekers, die hun producten niet zelf exporteren, maar aan de exportfirma's verkopen.

De verschillen tussen áe beide categorieën treden duidelijk aan de dag en cul-mineren in economische onderdrukking en afhankelijkheid van den k\einen bollenkweker. .

Niettemin worden de beide groepen omvat door een bij uitstek goed georganiseer-de vakvereniging, georganiseer-de Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur.

In de b o o m kwek e r ij-centra Boskoop en Naar.den, kent men .,de kwekers aan

land" en de exportfirma's. Tussen deze beide groepen bestaat een vrij scherpe afscheiding, de kwekers aan land verkopen hun producten aan de exporteurs en zijn dus voor een groot deel van hen afhankelijk.

(17)

de producten der kleine zaadtelers ·opgericht, die na enige jaren tot flinke bloei kwam en nu een onmisbare factor in het economische leven van de kleine zaadtelers is geworden.

De s n ij b I o e m e n t e e I t is van latere datum en werd eerst in de beginjaren

van deze eeuw tot een factor van betekenis, met Aalsmeer als voornaam~te

centrum. De snijbloemenkwekers .zijn ok zonder uitzondering in de coöperatieve veilingverenigingen georganiseerd.

De exporteur-snijbloemenkwekers vormen weliswaar een afzon.derlijke groep, maar hier vormt evenals bij de fruit- en groentenkwekers vooral het handelskapitaal een economisch drukkende factor.

De coöperatieve veilingen hebben aan deze vroegere bestaande afhankelijkheid een einde gemaakt. En evenals bij de groente- en fruittuinders, treden ook de verschillen tussen de kleine en grote bloemenkwekers eerst duidelijk aan de dag in tijden van crisis.

NIEUWE LANDBOUW -ORGANISATIES

Waar de land- en tuinbouw niet onder het directe oorlogsgeweld (bij Walcheren, Betuwe en Limburg) of door inundaties (als in N.-Helland en Utrecht) had te lijden, kan men zeggen dat de financiële resultaten niet slecht waren. De grove tuinbouw maakte hierop wel een uitzondering, doordien enkele artikelen te laag in prijs waren, terwijl voor de snijbloementeelt over het algemeen de financiële inkomste·n bijzonder gunstig waren.

Hoewel de Duitsers het niet aan verwoede pogingen hebben laten ontbreken om door middel van de N.S.B. hun organisatie-inzichten .door te voeren in de land-en tuinbouw, hebbland-en deze bijzonder weinig succes gehad.

Alleen Drente had ee.n vrij grote N,S.B.-beweging ondèr de boeren, zeer speciaal midden- en grote boeren, aan te wijzen.

Overigens hebben de fascistische onderdrukkers wel gebruik gemaakt van de bestaande organisaties om zich de. gewenste voedingsmiddelen of industriegrond-stollen toe te eigenen, maar meestal ging dit gepaard met een stille sabotage. De .,landstand" bleek een volslagen mislukking.

Na de oorlog is er op organisatorisch terrein een opmerkelijke ontwikkeling opgetreden. Speciaal op het gebied van akkerbouw en veeteelt en uitgaande van de grote akkerbouwers, en vermoedelijk geïnspireerd door hoge regerings-ambte-naren kwam een nieuwe org;anisatievorm tot stand, n.l. de .·Stichting voor den Landbouw, die streelt naar publiekrechtelijke ordeningsbevoegdheid.

Vrij zeker moeten we hierin zien een concentratie van het groot-kapitaal. De hoofdleiding, die zichzelf heelt benoemd, is in handen der grote boeren, nauw verbonden met de grootgrondbezitters.

De organisatie van deze "Stichting voor de Landbouw" heelt als voornaamste hoofdafdelingen: akkerbouw, veeteelt en bosbouw, alsmede een commissie voor annexatie, waar het groot-kapitaal zonder twijfel aan de touwtjes zal trekken. Dat het hier inderdaad een groots opgezette poging betrelt van het groot-kapitaal in de landbouw, het grootgrondbezit en de op annexatie belustigden, om door een geconcentreerde aanval op de heersende versnippering zowel van de land- en tuinbouwbedrijven, als van de belangensferen der initiatiefnemers, een overheer• sende positie en groot-kapitalistische concentratie te verkrijgen, wordt wel bewezen

door de volgende feiten: ·

1. door de boven aangehaalde samenstelling der leidende hoofdafdelingen;

2. door de van boven naar beneden gerichte organisatievorm met volkomen uit-sluiting van het kleinbedrijf als zelfstandige factor;

3. door het, naast de drie landbouworganisaties betrekken van de drie arbeider..-organisaties, met uitsluiting der ,E.V.C.;

4. door de misschien wat al te vroegtijdig aangekondigde aanval v:;:,, minister Mansholt op de keuterbedrijven in de landbouw;

5. doer een triomphantelijke verklaring van Ir. Vet, sec~<réaris van de Stichting, dat de groot-landbouwbedrijven in de Wieringermeer de tarwe zouden kunnen verbouwen tegen Canadese prijzen;

6. door aanvankelijk de tuinbouw helemaal niet, en daarna slechts met een zijdelingse vertegenwoordiging in de Stichting te betrekken;

7. door de besprekingen op het te Utrecht op 20 Maart '46 gehouden congres, waarbij eenparig werd besloten:

(18)

a. tot verhoging der productieprijzen en van de arbeidslonen, door mlddal van binding der landarbeiderslonen aan die der industrie-arbeiders; b. door tegenover deze kostprijsverhoging voor de consumenten geen enkele,

verlagingsmogelijkheid in uitzicht te stellen door verhoogde mechanisatie· der bedrijven, verlaging van pachten, rationele bedrijfsgrootte, lage bedrijfs-credieten, bevordering van coöperatie, betere distributie-· en transport-methoden;

c. door geen ogenblik aandacht te schenken aan medewerking tot ver-hoging Vlln .de levensstandaard der stedelijke afnemers (bijv. door strijd tegen de groot-kapitalistische uitbuiting door trusts en co,lcerns);

d. door geen enkele belangstelling te betonen voor de plaats van het kleine bedrijf in de landbouwproductie.

Van belang is he~ nog e~o ogenblik aandacht te wijden aan de indruk die. c.e oprichting van de Stichting van de Landbouw op de kleine boeren en tuinders heelt. gemaakt.

In de eerste pl;.ats kunnen we dan het feit noemen, dat onder de tuinders, speciaar de grove groenteverbouwers in N.-Holland, de gedachte der geleide •economie, met een ingrijpende wijziging in het veilingstelsel, vaste vorm heeft aangenomen in grote kringen.

Vrij algemeen wordt begrepen, dat de geleide economie van de Stichting van de landbouw voor het kleinbedrijf funest is en men de richting uit moet, zoals die in het landbouwprogram der C.P.N. (de Waarheid) wordt omschreven.

De Bond van Kleine Boeren in Drente, staat eveneens afwijzend tegenover de Stichting. Ook uit andere plaatsen (bijv. Brielle) komen gelijkluidende berichten. De kleine boeren zijn echter veelal nog · georgl!niseerd in landbouwverenigingen en coöperaties, waar de grote boeren de leiding hebben.

De propaganda voor de eisen van ons program zal er toe moeten leiden dat de

boeren en tuinders met -stijgende bewustheid hun belangen zullen gaan verdedigen en een stelsel van geleide economie zullen gaan prefereren, waarbij zij zeil, in samenwerking met regeringsorganen, een belangrijke invloed zullen moeten uitoefenen.

Engels

OVER DE BOEREN:

Tenslotte de boeren, die hun eigen kleine stukje grond bebouwen. Dit is meestal zo met hypotheken belast, dat zij even afhankelijk zijn van den geldschieter, als de pachters van den grondeigenaar. Ook zij kunnen slechts op een laag en bovendien, door de goede en slechte jaren, zeer onzeker arbeidsloon rekenen. Zij kunnen aller-minst iets van de bourgeoisie verwachten, want zij worden juist door de bourgeoisie, de woekerende kapitalisten, uitgezogen. Maar zij -zijn voor het merendeel sterk aan hun eigendom gehecht, hoewel het eigenlijk niet aan hen, maar aan den woekeraar toebehoort. Toch zal men hen aan het verstand kunnen brengen, dat zij slechts dan uit de handen van den woekeraar bevrijd zullen worden, wanneer een van het volk afhankelijke regering hun gezamenlijke hypotheek-schulden in een schuld aan de staat verandert en daardoor de rentevoet verlaagt. En dit kan alleen de arbeidersklasse doen.

(19)

Marx

en de Mens

DISCUSSIE

do(.Yf' W. WoZda

"De economische overweging, zo zou men kunnen zeggen, is leitelijk maar een gevolg van het dialectisch humanisme, zoals Marx ook in zijn leven eerst de algemeen menselijke vraagstukken heeft aangeroerd - (D ie He i I i g e Fa m i I i e, waaruit ik mijn citaten voor 't merendeel heb geput, is van iets meer dan een eeuw geleden, 1944-'45), om vervolgens tot een zakelijke analyse van de kapita· listische economie over te gaan (Das Ka pita I, dl. 1: 1868)." Aldus Theun de Vries in zijn opstel over .,Marx' opvatting van de Mens" (P. en G. No. 6, blz. 188). Th. de V. behoort, naar blijken zal, tot hen, die Marx opnieuw hebben ontdekt, den waren Marx n.l. Hij heeft hem ontdekt in Di e H e i I i ge Fa m i I i e. Het is de a I g e me e n-m e n se I ij k e, de humanistische Marx, en de analyse van het kapitalistisch productieproces, 22 jaar later, was ,.feitelijk maar" een uitvloeisel van zijn humanisme.

Tot nu toe was de opinie, dat uit de historische analyse van Marx' stelling· neming ten opzichte van de relatie: men s•m a at schappij gebleken was, dat deze stellingneming het resultaat was van een ontwikkeling, tijdens welke Marx zich uit de boeien der Hegelse spekulatie had losgewrongen, tot hij in Z u r Kritik der politischen Oekonomie (1859) en Das Kap'ital I (1867, niet 78) de vrucht er van neerlegde, de werkelijhkeid, door Hegel op de kop geplaatst, op haar voeten zetten, ofwel: haar wortels in het produktieproces blootlegde. Tot volkomen klaarheid omtrent de mens als sociaal wezen. Zo was uit het kritisch--historisch onderzoek (Mehring, Rjasanoff e.a.) aan de dag gekomen, was Marx in een periode geraakt, die in ieder geval na 1850 aanvangt (het Communistisch Man i Ie st (1848) betekende reeds een beslissende stap in deze richting). En hoe zeer Marx rijpende geest zich in een geniaal geschrift als D i e H e i I i g e F a m i I i e aankondigt, het bleef toch altijd een jeugdwerk, waarin Marx zich nog niet geheel van de Hegelse begripsphilosophie had los-gemaakt en met links-hegeliaanse abstraktles als Feuerbachs H u m a n i s m u s nog niet geheel in het reine was gekomen.

Naar de hoofdgedachte van de Vries' betoog berust deze opvatting op een ver-gissing. Volgens hen hebben wij in den humanistischen Marx van D H. F. dén waren Marx in principe al kant en klaar voor ons. In deze zin n.l., dat Marx van het dialektisch humanisme, d.i. van e e n ze de I ij e I d e e is uitgegaan, dat deze stellingneming ten opzichte v"an het probleem mens-maatschappij door de .,economische overweging" - hiermee zal d. V. de analyse van het produktie-proces bedoelen - is bevestigd geworden, en dat wij dus in deze ze d e I ij k e I d e e de sleutel tot het klare begrip van Marx' levenswerk hebben te zoeken. Wij hebben hier te doen met een bedenkelijke tendenz naar verideologisering van het Marxisme. Want let wel, waarom het hier gaat. Het gaat niet om de vraag, of de zedelijke Idee een aktieve laktor is in het historische proces, de wissel-werking lussen mens en maatschappij; niet om de vraag, of Marx door een heilige zedelijke verontwaardiging tegen de ontmenselijking van de mens in de kapitalis-tische maatschappij geïnspireerd werd - vragen, die zonder voorbehoud beves-tigend moeten worden beantwoord. Neen, het gaat om deze vragen: is deze zedelijke Idee bij Marx p r i m a i r en dus de dialektiek der maatschappelijke ont• wikkeling gevolg, veruiterlijking van haar dialektische evolutie; of: is zij se k u n-d a i r en liggen n-de wortels van haar evolutie in n-de n-dialektiek n-der materiële bewe• ging, het maatschappelijk produktieproces7 Welnu, in zijn poging, Marx In de zin van een bevestigend antwoord op de eerste vraag te interpreteren, bewijst de Vr., dat zijn opvatting idealistisch is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het ware onderwijs door de Heilige Geest is niet alleen een meedelen van geestelijke kennis (onderwijs), maar het hart van degene die het ondervindt wordt voor de boodschap

we gaan het doen, maar laten we afspreken dat we de eerste twee jaar niet risicodragend zijn.” De Utrechtse themadirecteur vreest dat de bezuinigingen de verdere uitrol van

Deze experts op communicatie gebied moeten er voor zorgen dat de burger het idee heeft dat zij goed wordt voor- gelicht door zijn gemeente.. Tevens moeten zij er

De Ronde Venen - In het drieban- den toernooi van D.I.O./ Cafè de Merel hebben het afgelopen week- end Martin Hoegee en Ben Fransen zich geplaatst voor de kwartfina- les

• Daar waar cijfers op tafel komen, blijven andere cijfers in de la. • Cijfers zijn óók een

Op dezelfde manier sprak Horatius in zijn Ars Poetica van totum en unum, de volheid en voldragenheid van een kunst- werk, zoals die vooral door het einde ervan wordt gesuggereerd..

1 In welke woorden hoor je een lange klinker op het eind van de eerste klankgroep.. Kleur deze

informatie die zou ontbreken. Wij hadden het gevoel dat het niet meer om inwoners van de gemeente en buurtgenoten van het schoolgebouw ging. Hopelijk laat u ons niet in de steek na