• No results found

Informatiesystemen en het gebruik van 4e generatie talen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Informatiesystemen en het gebruik van 4e generatie talen"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

Informatiesystemen en het gebruik van 4e generatie talen

Oonincx, J.A.M.

Publication date:

1987

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

Oonincx, J. A. M. (1987). Informatiesystemen en het gebruik van 4e generatie talen. (blz. 1-10). (Ter Discussie

FEW). Faculteit der Economische Wetenschappen.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

(2)
(3)
(4)

INFORMATIESYSTEMEN EN HET GEBRUIK VAN 4e GENERATIE TALEN

Prof. Drs. J.A.M. Oonincx

~9~

No. 8~.10

j,Q7

R ~~

(5)

Kenmerk: 320.87.006

Informatiesystemen en het gebruik van 4e generatie talen "

" Bewerking van een lezing op het Cognos~Power Team

Software Seminar op 8 april 1987 te Eindhoven.

Prof. Drs. J.A.M. Oonincx.

Inleidina.

In 1982 publiceerde ik het boekje "waarom falen

informatiesystemen nog steeds (Samsom Uitgeverij).

Een aantal daarin genoemde falingsoorzaken komt men ook nu

nog teqen in literatuur over 4e generatietalen. Toepassing

van de Qe generatietalen maakt het volgens de voorstanders

van toepassing van deze talen mogelijk diverse van de

problemen weg te nemen.

In mijn lezing heb ik de volgende onderwerpen aan de orde

gesteld:

- Een schets van het probleemveld met betrekking tot het

ontwerpen van informatiesystemen.

- De toepassing van de 4e generatietalen in de praktijk. - Rarakteristieken van de 4e generatietalen.

- Prototyping

- Adviezen ten behoeve van de leiding in verband met

aanschaffen van en stimuleren van vierde generatietalen. Hieronder vindt u per onderwerp een min of ineer puntsgewijze aanduiding en~of uitwerking van het besprokene.

Probleemaanduidina.

1. Software crisis is een crisis rond informatiesystemen

2. Problematiek niet pessimistisch benaderen, maar

optimistisch, zonder overigens de realiteit uit hPt ong re

verliezen.

3. Aplication backlog.

Achterstand in onderhoud van bestaande systemen, maar ook in

de ontwikkeling en realisatie van nieuwe en gewenste

systemen ( soms van jaren).

(6)

2

veroorzaakte wijziginqen in systeemspecificaties die

moeilijk te realiseren zijn door te statische en te weiniq

flexibele opzet van ínformatiesystemen. 5. Maintenanceprobleem

Het beheersen van de verandering van specificaties en

proqrammatuur kost veel tijd en inspanninq.

Dit qaat ten koste van nieuwbouw en renovatie in de

informatiesysteemontwikkeling.

6. Ontwikkelafdelingen kunnen vraag naar meer efficiënte en

meer effectieve informatiesystemen niet aan vanwege: - het qenoemde onderhoudsprobleem.

- de te lange ontwikkelingsprocessen en de te lange

doorlooptijd van projecten.

- de tussentijdse wijzigingen in het bedrijfsgebeuren :net

veranderde functionele eisen en systeemspecificaties.

- de kwalitatieve en kwantitatieve onderbezettinq van de

afdeling. - onvoldoende gebruikersinbreng, omdat gebruikers

qeen tijd of qeen zin hebben en vinden dat ontwikkelaars te

moeilijk en te abstract beziq zijn onder hantering van een

onbegrijpelijk vakjargon. 7. Eisen aan programma

- robuustheid; correct en voorspelbaar werken.

- betrouwbaar; voldoende geprogrammeerde controles. - uitbreidbaar.

- onderhoudbaar. - flexibel.

- gebruikersvriendelijk. 8. Beleidsmatige benadering.

Meer aandacht nodig voor informatie- en

automatiseringsbeleid, inclusief betrouwbaarheids- en

beveiligingsaspecten.

9. Automatisering van de automatiserinq ontbreekt nog op

(7)

3

DE TOEPASSIP7G VAN DE 4E GEIJERATIETALEN IS HET ANTWOORD OP

VERSCHILLENDE VAP7 DEZE PROBLEMEN.

ToeDassina van de 4e Qeneratiesoftware in de vraktiik.

Uit een onderzoek van Craenen (zie Computable van 6 maart

1987) blijkt dat 4e qeneratiesoftware al bij méér dan de

helft van de Nederlandse bedrijven in qebruik is.

De groei in de toepassing ervan is sinds 1980 bijzonder snel

qeqaan, waarbij de doorbraak kwam in 1985 (vooral door het

NGI-conqres over dat onderwerp). Bij onderneminqen met meer

dan 5000 personen is de qebruikersqraad 82~5, bij

onderneminqen met minder dan 10 personen is dat 21~c.

Het leerproces in de toepassinq neemt al qauw 3 á 4 jaar in

beslag (waarbij het qebruik van de taal als zodanig

overigens bijzonder snel is te leren).

Bij de toepassinq van 4e qeneratietalen worden als voordelen qenoemd:

- de verbeterinq van de productiviteit.

- de Toqelijkheid prototyping toe te passen.

- de verbetering van de participatie door gebruikers. - de verkortinq van de proqrammaduur.

De productiviteitsverbeterinq is het gevolq van verkortinq

van de ontwikkelinqstijd van programma's met een factor van

4 tot 10. De door leveranciers qeschapen zeer hoge

verwachtinqen worden overiqens niet altijd waarqemaakt.

In het alqemeen wordt, qelet op de besparingen in de

personele kosten, de niet onaanzienlijke investerinq snel

teruqverdiend.

Overiqens, los hiervan, wie niet mee doet is de verliezer

van de toekost. Het manaqement zal de voorwaarden moeten

scheppen voor de nieuwe aanpak met behulp van vierde

(8)

4

de qrote invloed van de interne en externe ontwikkelinqen

met als gevolq voordurend optredende veranderingen in de

functionele specificaties worden verwerkt. Dit betekent

permanente automatiserinq. De economische levensduur van

computerproqramma's wordt steeds korter; de realisatieti~d

van een computerproqramma wordt daarenteqen lanqer (door

inteqratie, complexiteit, hoqere niveau's in de

orqanisatie). Dit kan neqatieve invloed hebben op de

actualiteit van de operationele proqramma's.

Iiet beleid moet derhalve gericht zijn op de toepassinq van

vierde qeneratietalen die:

- een korte ontwerp- en realisatietijd moqelijk maken.

- een hoqere productiviteit in de ontwerpprocessen toestaan.

- een voortdurende aanpassinq moqelijk maken, waardoor de

onderhoudsproblematiek wordt beperkt.

- door participatie van qebruikers en de toepassinq van

prototyping het ontwerpen van realistische proefprogramma's

versnellen.

Een noq te vermelden voordeel is dat vierde generatietalen

in principe in elke omgevinq kunnen draaien zonder dat

bestaande programma's (bijvoorbeeld in Fortran of Cobol)

hierdoor worden qehinderd. Dit betekent dat er een soepele

overganq mogelijk is: "oude" systemen zonodiq of desqewenst

handhaven en nieuwe systemen ontwikkelen en laten "draaien"

met behulp van een vierde qeneratietaal.

De toepassinq van vierde generatietalen heeft uiteraard niet alleen voordelen. Men hoort noqal eens de opmerkinq plaatsen

dat de toepassinq van vierde qeneratietalen nadeliqe

gevolqen heeft voor de "performance" en het qeheuqenbeslag.

riet kari niét woïden ontkend dat voor realisatie var~

toepassinqen op deze manier veel qeheuqen nodiq is. Gelet op de huidiqe en toekomstiqe prijzen van de apparatuur behoeft

(9)

5

Rarakteristieken van vierde aeneratietalen. 1) Non-~roceduraliteit.

Een van de belanqrijkste kenmerken van vierde qeneratietalen is dat deze de zorq van de proqrammeur met betrekkinq tot de

procedurele aspecten weqnemen. Deze talen hebben een veel

hoqere mate van "non-proceduraliteit"; ze zijn veel meer

probleemqeóriënteerd dus non-procedureel. Er wordt veel

qebruik qemaakt van "defaults".

Bij de eerste drie qeneratietalen (machine-code, assembler,

hoqer niveau talen) diende nauwkeuriq en uitvoeriq te worden

aanqegeven op welke wijze tot het gewenste resultaat moest

worden gekomen. De ontwikkelaar die vierde qeneratietalen

hanteert qeeft en beschrijft het qewenste resultaat. Het

proces zelf, in casu de acties die tot dat resultaat leiden

behoeven niet te worden beschreven. Dat laatste is de taak

van de compiler of interpreter. Deze neemt veel van de

handmatiqe (en daardoor foutqevoeliqe) werkzaamheden van de

programmeur over. Dit is bevorderlijk voor de

betrouwbaarheid van de toepassinqen die met behulp van

vierde generatietalen tot stand komen.

Vierde qeneratietalen zullen in toenemende mate deel

uitmaken van een qeïnteqreerde ontwikkelingsomgevinq.

(Screen painters, rapport qeneratoren, queryprocessors, een

d d s, een d b m s, procedurele en non-procedurele talen).

De ontwikkelinqsqereedschappen communiceren daarin met

elkaar via de data dictionary. De efficiency, de

effectiviteit de productiviteit, en de betrouwbaarheid van

ontwikkelingsprocessen wordt hierdoor verder verbeterd.

2) Gebruikersvriendeli~kheid.

Bekend is de hoge qebruikersvriendelijkheid van vierde

generatietalen ten opzichte van de derde qeneratie. Doordat de talen non-procedureel zijn is het aantal

statements beperkt en is de proqrammatuur beknopt (in

(10)

6

De qebruiker wordt stapsqewijze door het ontwikkelingsproces geleid. Er wordt veel gebruik qemaakt van menu's, het

invullen van schermen, het qeven van voorbeelden aan de

computer, foutsiqnalerinq, compilers en interpreters. Als

qebruiker~ontwikkelaar~automatiseerder dan ook noq alle

ontwikkelfaciliteíten in één omgeving heeft dan werkt dat

zeer stimulerend; ook op relatief onervaren

automatiseerders.

3) Beverkt toeDassinosQebied per taal.

Inmiddels zijn er meer dan honderd vierde generatietalen op

de markt, die sterke verschillen tonen in kzacht, capaciteit

en aard van gebruik. Dit betekent dat de orqanisatie de

keuze van de taal moet afstemmen op het op te lossen

probleem of het gewenste systeem. Waar de ene taal meer

geschikt is voor het ontwikkelen van transactieverwerkende

systemen met een zeer hoge belastingsgraad, is een andere

taal meer aanqewezen voor het bouwen van

beslissíngsonder-steunende systemen. Daarnaast zijn er talen die uitsluitend

geschikt zijn voor specifieke toepassingsgebieden. Andere

zijn meer geschikt voor eindgebruikers die eenvoudiqe

toepasingen willen ontwikkelen. Weer andere zijn specifiek

bedoeld voor gebruik door professionele ontwikkelaars van

informatiesystemen. De meest voorkomende indeling van talen

vindt plaats op basis van complexiteit van toepassinqen en

gebruikerscategorie. 4) Verdere kenmerken.

Eindqebruikers (voorlopig overiqens noq dikwijls samen met

systeemanalisten of systeemontwerpers) kunnen gemakkelijk

hun eigen informatiesystemen ontwikkelen. Het ontwerpen van

informatiesystemen met behulp van vierde qeneratietalen is

een iteratief proces in plaats van een lineair proces zoals

(11)

PrototvpinQ.

Prototyping wordt gebruikt bij het systeemontwerp. Het doel

ervan is de betrokkenheid van gebruikers bij het

ontwikkelproces van ínformatiesystemen te bevorderen en

daardoor de kwaliteit te verhogen.

Bij prototyping gaat het om het keizen van deelproblemen,

waarvan snel een model wordt gemaakt. Er kan dan ook snel

worden vastqesteld of het "prototype" van het model ook een

goede oplossinq biedt. Prototypes zijn zowel bruikbaar voor

een model van een bestaande situatie als voor een

voorspelling. Het prototype moet de gebruiker helpen een

goede probleemstelling te maken om daarna te beoordelen of

de oplossing juist is. Prototypinq is bruikbaar bij het

bepalen van de informatiebehoeften en bij het

systeemontwerp, zeker wanneer een informatiesysteem geheel

nieuw wordt ontworpen. Overigens wordt geadviseerd eerst te

onderzoeken of er al prototypen beschikbaar zijn in de vorm

van standaardpakketten of programmageneratoren. Prototyping

kan gezien worden als een speciale vorm van simulatie

waarbij de computer kan worden toegepast. Via prototyping

kan dus interactief een informatiesysteem worden ontworpen.

Het ontwerpproces gaat door tot de ontwerp-gebruiker

tevreden is over de wijze, waarop het systeem aan zijn

functionele eisen en wensen tegemoet komt.

Een goede probleemstelling en een goede validatie van het

prototype zijn voorwaarden voor succesvolle toepassing.

Het manaaement heeft hierbij een belangrijke taak. Het moet

prototyping als ontwerpmethodiek propaqeren en de

gebrui-kers-ontwerpers er, zonodig, van overtuigen dat de tijd en

kosten besteed aan een eerdere versie van het "weg te

gooien" prototype inherent zijn aan deze benadering.

Daarnaast moeten de managers oog hebben voor de noodzaak van

leer-effecten. De verwachtingen kunnen ook te hooq gesteld

zijn. Zn kennisopbouw moet worden qeïnvesteerd. Er moet

ruimte zijn voor een aanleerperiode (afscheid nemen van het

(12)

8 Waaro~ verder te letten?

De komst en toepassinq van 4e qeneratietalen betekent niet

dat alles verandert. Zo blijft de noodzaak aanweziq voor

projectmanaqement.

Daarin zal vooral de samenwerkinq tussen eindqebruikers en

automatiserinqsdeskundigen de aandacht opeisen.

Ook bij vierde qeneratietalen dient men kernproblemen te

blijven vasthouden, waarvoor een goed plan van aanpak nodiq

is. Dit dient te passen in het uitqezette qebied met

betrekkinq tot de ontwikkelinq van informatiesystemen. Voor

de uitwerkinq van de systeemconceptie is het vereist de

beschikbare methoden en technieken af te stemmen op de

vierde qeneratietalen.

Het is nodig de qebruikers intensief bij de

ontwikkelprocessen te betrekken (de aloude

veranderinqsprocessen blijven actueel!). Gebruikers kunnen

zonodiq via opleidinqen worden qemotiveerd tot toepassinq

van zo'n nieuwe taal. Zij zullen tijd moeten vrij maken voor

het opdoen van ervarinq. Tenslotte blijft het nodiq bij de

uitvoerinq van de eiqen ontwikkelactiviteiten de nodige

discipline in acht te nemen.

De toepassing van vierde generatietalen zal wel

consequenties hebben voor automatiseerders.

Materie-deskundiqheid en ervarinq in diverse applicatieqebieden

wordt steeds meer vereist. De technische bagage van een

systeemontwikkelaar zal steeds beperkter behoeven te zijn

naarmate de talen zich verder ontwikkelen en de

materie-deskundiqheid toeneemt. Enkele consequenties zijn dan ook:

- er ontstaat steeds meer behoefte aan "alpha"-mensen bij de systeemontwikkelinq.

- de traditioneie anaiisteniproqrammeurs die niet kunnen

overschakelen worden de toekomstige werklozen binnen de

automatiserinq.

- het zonodiq overwinnen van barrières, voordat tot aanschaf

(13)

9

aanschaffen van een vierde generatietaal nog wel eens als

een bedreiging. Dat zelfde geldt voor

beslissingsondersteu-nende systemen en voor expertsystemen.

De keuze van de vierde generatietaal stoelt op de volgende

overwegingen:

- de taal dient de bruikbaarheid in de praktijk te hebben

bewezen.

- de taal dient te passen bij de apparatuur.

- de functionaliteit: automatiseringsdeskundigen en

eindgebruikers moeten hun functionele eisen voldaan zien.

- de kosten van aanschaf, opleiding, onderhoud, invoer en

onderhoud

- de taal :noet passen in de "totaaloplossing" van de

leverancier.

- de continuiteit van leverancier en pakket. - de resultaten van de test met proefprojecten.

Toepassing van geautomatiseerde gereedschappen en vierde

generatietalen zal zeker bijdragen aan het verminderen van

de problematiek, waarmee de automatiseringswereld wordt

geconfronteerd. Eindconclusie.

Er zijn overigens talloze argumenten te bedenken om nog niet te beginnen met vierde generatietalen. De bedrijven die deze houding aannemen zijn echter de verliezers in de toeko~:,st. Literatuur.

- Vierde generatie software

Praktijkervaringen: de gebruiker aan het woord.

Uitgave Stichting Informatica Congressen Antwerpen 1985.

- G. Craenen: Vierde generatie software in praktijk

(14)

10

- J.A.M. Oonincx: Waarom falen informatiesystemen nog

steeds?

Samsom, Alphen aan den Rhijn, 1982.

- J.A.M. Oonincx en A.J. van 't Rlooster:

(15)

i

IN 1986 REEDS VERSCHENEN

O1 F. van der Ploeg

Monopoly Unions, Investment and Employment: Benefits of Contingent Wage Contracts

02 J. van Mier

Gewone differentievergelijkingen met niet-constante coëfficiënten en partiële differentievergelijkingen (vervolg R.T.D. no. 84.32)

03 J.J.A. Moors

Het Bayesieanse Cox-Snell-model by accountantscontroles

04 G.J. van den Berg

Nonstationarity in job search theory

05 G.J. van den Berg

Small-sample properties of estimators of the autocorrelation coeffi-cient

06 P. Kooreman

Huishoudproduktie en de analyse van tijdsbesteding

07 R.J. Casimir

DSS, Information systems and Management Games

08 A.J. van Reeken

De ontwikkeling van de informatiesysteemontwikkeling

09 E. Berns

Filosofie, economie en macht

10 Anna HaraAczyk

The Comparative Analysis of the Social Development of Cracow,

Bratis-lava, and Leipzig, in the period 1960-1985

11 A.J. van Reeken

Over de relatie tussen de begrippen: offer, resultaat, efficiëntie, effectiviteit, produktiviteit, rendement en kwaliteit

12 A.J. van Reeken

Groeiende Index van Informatiesysteemontwikkelmethoden

13 A.J. van Reeken

A note on Types of Information Systems

14 A.J. van Reeken

Het probleem van de Componentenanalyse in ISAC 15 A. Kapteyn, P. Kooreman, R.J.M. Willemse

Some methodological issues in the implementation of subjective pover-ty definitions

16 I. Woittiez

(16)

ii

17 A.J. van Reeken

A new concept for allocation of joint costs: Stepwise reduction of costs proportional to joint savings

18 A.J. van Reeken

Naar een andere asnpak in de systemering

19 J.G. de Boer, N.J.W. Greveling

Informatieplanning met behulp van referentie-informatiemodellen 1. Totstandkoming bedrijfsinformatiemodellen

20 J.G. de Bcer, N.J.W. Greveling

Informatieplanning met behulp van referentie-informatiemodellen 2. Een methode voor informatieplanning

21 W. Reijnders

Direct Marketing: "Van tactiek near strategie"

22 H. Gremmen

(17)

iii

IN 198~ REEDS vBRSCt~tEtv

O1 J.J.A. Moors

Analytical Properties of Bayesian Cox-Snell Bounds in Auditing 02 H.P.A. Mulders, A.J. van Reeken

DATAAL - een hulpmiddel voor onderhoud van gegevensverzamelingen

03 Drs. A.J. van Reeken

Informatisering en de beloning van arbeid 04 J. Kriens, P.C. van Batenburg

Bayesian Discovery Sampling: a simple model of Bayesian Inference in

Auditing.

05 Prof.Dr. J.P.C. Kleijnen

Simulatie

06 Rommert J. Casimir

Characteristics and implementation of decision support systems

0~ Rommert J. Casimir

Infogame, the model

08 J.J.A. Moors

A Quantile Alternative for Kurtosis

09 Rommert J. Casimir

(18)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1 Timotheüs 6:3-5: “Als iemand een andere leer brengt en zich niet houdt aan de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus en aan de leer die in overeenstemming is met

7(a) indicates absorption capacities based on samples of the Potchefstroom tap water which contained a sulphate content bellow the South African standards

1-3 jaar • Laat je kind minstens 180 minuten per dag bewegen op verschillende manieren, verspreid over de dag.. Hoe meer je kind beweegt,

Laat je kind minstens 180 minuten per dag bewegen op verschillende manieren, waarvan minstens 60 minuten matig-tot intensief actief bewegen, verspreid over de dag.. Hoe meer je

Hieronder vind je een overzicht van beweegadviezen voor kinderen en jongeren van 4 tot 18 jaar.. • Bewegen is goed, meer bewegen

Om die vraag te kunnen beantwoorden moeten we het accent verleggen van ‘stroomlijn’ (overigens een niet operationeel te maken begrip) naar vormgeving. Vormkenmerken

Maar tegelijkertijd dreunden haar woorden in mijn hoofd: 'omdat er in deze maatschappij toch geen plek is voor mij'.. En toen wist ik

In de afgelopen 150 jaar is het individuele dynamisch complexe syndroom voor de meeste mensen in de genoemde landen naar de 4 e generatie vooruitgeschoven.. In Nederland brengt