R. de Rooi
Statenverkiezingen 1966
De verkiezingen van 23 maart jl. behoren zonder twijfel tot de meest sensationele van de Nederlandse politieke geschiedenis sinds de invoering van het algemeen kiesrecht. Maar ondanks de grote verschuivingen is de betekenis ervan niet zo makkelijk te inter- preteren, in het bijzonder omdat er zoveel elkaar doorkruisende factoren een rol gespeeld hebben.
Dat het zou zijn gegaan om provinciale kwesties, zoals minister Diepenhorst op de verkiezingsavond met aplomb voOil' de t.v. ver- klaarde, is in elk geval onjuist. Het schimmige karakter van de provinciale staten in de ogen van het publiek, gevolg van de extreme centralisatie van ons bestuur naar rijksniveau, maakt dat Statenverkiezingen sinds lang de functie van opiniepeiling over de landspolitiek hebben. En deze keer, nu de monarchie en incidenten er om heen een rol zijn gaan spelen, is het nationale karakter van de Statenverkiezingen geprononceerder dan ooit.
De factoren die daarnaast een rol w~speeld hebben zijn van on- gelijke waarde en hebben de kiezer dan ook op zeer verschillende wijze beïnvloed. Sommige factoren bepalen het sociale klimaat (bv. welvaartsgroei en de verdeling ervan), andere het politieke (nieuwe regeringscombinatüi) en nog andere alleen het humeur van grote groepen kiezers gedurende een korte periode. Maar ook de verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd, de aparte persoonlijk- heid van de heer Koekoek en de werking van de televisie, die meer politiek materiaal in de huiskamers heeft binnengebracht dan ooit tevoren, zijn ongewisse elementen bij de beoordeling van de uit- slag. Bovendien ontbreken er op dit ogenblik nog gegevens die niet gemist kunnen worden zoals die over het kiesgedrag van de jong- ste lichting kiezers, die moeilijk te localiseren zijn.
Het is mogelijk dat na de raadsverkiezingen een aantal meer vluchtige factoren hun werking verlOll'en heeft, zodat de invloed van het beleid en de politieke structuur beter zichtbaar wordt. Op dit ogenblik kan alleen een voorlopige beschouwing gegeven wor- den, voor een groot deel uit hypothesen bestaand. Daartoe pas- seren hier eerst de gevolgen van de uitslag voor de partijen.
321
DE UITSLAG
Partijen Prov. Staten 1966 Tweede Kamer 1963 l Provinciale Staten 1962 2
stemmen zetels % stemmen % stemmen zetels %
----~~----··----··-