• No results found

Marktconsultatie UIOLI Samenvatting van de antwoorden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Marktconsultatie UIOLI Samenvatting van de antwoorden"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

1 Introductie

Op 11 juni 2009 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een consultatiedocument over het use-it-or-lose-it-principe verstuurd aan de representatieve organisaties van netgebruikers op de gasmarkt, en aan de netbeheerders van hogedruknetwerken GTS en Zebra. Use-it-or-lose-it (UIOLI) is een aanduiding afkomstig uit Europese regelgeving, waarmee wordt bedoeld het opnieuw op de primaire markt ter beschikking stellen van gereserveerde maar ongebruikte transportcapaciteit. Het doel van deze consultatie is om informatie te verkrijgen vanuit relevante marktpartijen over de benutting van ongebruikte transportcapaciteit, welke een basis kan geven aan de voorgenomen wijziging van de technische voorwaarden gas op dit punt.

Na diverse vragen van marktpartijen buiten Nederland is tevens een Engelstalige versie op de website van de Energiekamer geplaatst, en zijn alle shippers per e-mail op de hoogte gesteld van deze

consultatie.

Respondenten op de consultatie:

Representatieve organisaties: Nogepa, VEMW, VME, EnergieNed, VOEG

Shippers: GasTerra, E.On Energy Trading (+ E.On Ruhrgas), Dong Energy, Gaselys, StatoilHydro, GDFSuez, Centrica, EnBW, en twee respondenten die hun antwoorden vertrouwelijk hebben ingestuurd.

Netbeheerder: GTS

Over UIOLI

De term use-it-or-lose-it wordt genoemd in de Europese Verordening 1775/2005 (hierna: de Verordening). Met enkele bepalingen verplicht de Verordening de transmissiesysteembeheerders (TSO’s) om ongebruikte transportcapaciteit op verbindingen met contractuele congestie via de primaire markt opnieuw beschikbaar te stellen aan marktpartijen. De bepalingen over UIOLI in de Verordening zijn van toepassing op de transportcapaciteit op alle entry- en exitpunten. In de praktijk in Nederland doet zich de contractuele congestie echter alleen voor op de import- en

exportverbindingen.

De Verordening is bepalend en bindend over UIOLI, maar moet gezien worden als een

minimumregeling. Er is ruimte om specifieke bepalingen in nationale regelgeving uit te werken en te specificeren. Op basis van artikel 12b lid 1 ub a van de Gaswet en artikel 16 van de Regeling tariefstructuren en voorwaarden Gas, is de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) voornemens bepalingen over UIOLI op te nemen in de technische voorwaarden gas. Dit wordt tevens geconcludeerd in de beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad aangaande gasvoorwaarden deel 1, (d.d. 20 oktober 2007, kenmerk 101929-49). Daarin concludeert de Raad dat voor de goede werking (van artikel 5) van de Verordening het

noodzakelijk is dat er meer gedetailleerde maatregelen in de technische voorwaarden worden opgenomen.

(3)

2 Conclusies

Het uitgangspunt voor de consultatie is om informatie te verzamelen bedoeld voor het opnemen van aanvullende bepalingen over UIOLI in de technische codes.

Uit de antwoorden blijkt op de eerste plaats dat marktpartijen groot belang hechten aan verbetering van de beschikbaarheid van capaciteit. Contractuele congestie is een flink probleem voor de

marktwerking en moet worden aangepakt. Tevens is duidelijk geworden dat het principe van use-it-or-lose-it past in het bredere kader van congestiemanagement en ook niet los kan worden gezien van capaciteitsallocatie. Gezien de uitkomsten van deze consultatie en gezien de huidige ontwikkelingen in Europa omtrent congestiemanagement zal de NMa het onderwerp use-it-or-lose-it verder

behandelen in het bredere kader van congestiemanagement.

De NMa gaat antwoorden en opmerkingen van marktpartijen verder analyseren. Het doel is om te komen tot een plan voor verbetering van de beschikbaarheid van capaciteit op import en exportpunten met contractuele congestie. Bij de planvorming zullen de ontwikkelingen in Europa naar aanleiding van het CAM/CMP consultatiedocument worden meegenomen evenals discussies in buurlanden over dit onderwerp. De NMa heeft de intentie een klankbordgroep te formeren om met marktpartijen te kunnen discussiëren over mogelijke acties die volgen uit het plan.

Uitkomsten

De belangrijkste uitspraken zoals de NMa deze heeft geïnterpreteerd uit de antwoorden van de zestien respondenten luiden als volgt:

1. Nieuwe op zichzelf staande UIOLI-maatregelen lijken weinig zin te hebben. 2. UIOLI zou alleen moeten worden toegepast in bewezen gevallen van hoarding.

3. Beperken van hernominatierechten kan nadelig zijn voor de marktwerking: voor partijen is het belangrijk om flexibiliteit te kunnen importeren.

4. Eventuele vrijkomende capaciteit zou moeten worden verdeeld via een marktmechanisme. 5. De verdeling van eventuele opbrengsten mag niet marktverstorend zijn.

6. Andere denkbare maatregelen om meer vaste capaciteit beschikbaar te maken zijn: a. De TSO kan overboeken toestaan in combinatie met ‘capacity buy back’ b. De TSO kan het berekeningsmodel voor beschikbare capaciteit verbeteren 7. Andere maatregelen om de aangeboden capaciteit beter te benutten zijn:

a. Een goed werkende secundaire markt voor capaciteit b. Verbetering van het aanbod van afschakelbare capaciteit

c. Verbetering transparantie zodat partijen de afschakelkans zelf kunnen inschatten 8. Bij eventuele maatregelen wordt aangeraden afstemming te zoeken met buurlanden en

rekening te houden met de ontwikkelingen die vanuit CAM/CMP consultatie van ERGEG in de EU plaatsvinden

(4)

1 en 2. UIOLI alleen bij hoarding

Het algemene beeld dat naar voren komt uit de consultatie is dat er weinig steun is voor de toepassing van use-it-or-lose-it voor gecontracteerde capaciteit die niet genomineerd of gehernomineerd is. Een aantal respondenten maakt duidelijk dat UIOLI (zoals beschreven in de Verordening) als losstaande maatregel geen oplossing biedt voor de contractuele congestie. De capaciteit komt immers te laat op de markt beschikbaar. UIOLI-bepalingen zouden wel van toepassing kunnen zijn op capaciteit die wel gecontracteerd maar niet benodigd is door de capaciteitshouder. Dit is een vorm van

capacity-hoarding. Diverse respondenten suggereren om de TSO de mogelijkheid te geven gevallen van capacity-hoarding op te sporen. Alleen in de uitzonderlijke gevallen waarin hoarding bewezen is, zou capaciteit mogen worden afgenomen van de primaire capaciteitshouder en opnieuw worden

aangeboden aan de markt.

3. Beperken hernominatie is nadelig

Een mogelijkheid om eerder dan na het aflopen van de termijn voor hernominatie (momenteel twee uur voor levering) niet genomineerde capaciteit als firm aan te bieden is door het beperken van hernominatierechten of het day-ahead omzetten van vaste capaciteit in afschakelbare capaciteit. Deze twee suggesties worden door de respondenten massaal afgewezen. Dergelijke ingrepen verminderen de beschikbare flexibiliteit in de markt, en maakt het voor partijen onmogelijk om hun portfolio goed te managen. Vooral voor nieuwe toetreders die hun flexibiliteit importeren zou zo’n maatregel zeer nadelig uitpakken. Doordat het risico voor shippers toeneemt, zal het van directe invloed zijn op de eindverbruikersprijzen.

4 en 5. Marktmechanisme voor te verdelen capaciteit

Indien er toch capaciteit kan worden verdeeld op basis van het UIOLI-principe, moet volgens de meeste respondenten dit aan marktpartijen worden gealloceerd via een marktgebaseerd mechanisme, bij voorkeur een veiling. Een veiling is volgens velen ook de meest geschikte methode om de prijs te bepalen. Op de vraag wat er vervolgens met de opbrengsten moet gebeuren, komt niet een eenduidig antwoord naar voren, omdat vaak ook de secundaire markt wordt betrokken in de antwoorden. De algemene lijn is de volgende: Indien de primaire capaciteitshouder de capaciteit via een secundaire markt verkoopt is de opbrengst voor hem. Indien de TSO via een UIOLI-mechanisme verkoopt zou het logisch zijn dat de primaire capaciteitshouder geen geld hiervan ontvangt, om een prikkel voor

verkoop via de secundaire markt te laten bestaan. Het geld dat de TSO vervolgens overhoudt zou dan wel naar de markt moeten terugvloeien. Het meest genoemd is daarbij via het verlagen van tarieven. Enkele respondenten melden dat marktverstoring hoe dat ook moet worden voorkomen.

6. TSO kan meer vaste capaciteit aanbieden

Ondanks dat de meeste respondenten geen heil zien in UIOLI-bepalingen die hun capaciteitsrechten aantasten, wordt wel erkend dat er meer vaste capaciteit beschikbaar moet komen op punten met contractuele congestie. Veel partijen beschrijven in hun antwoord alternatieven die kunnen zorgen voor meer aanbod van vaste capaciteit.

(5)

capaciteitsrechten terug te kopen). Opvallend is dat GTS zelf ook de optie van overboeking met capacity buy-back noemt als alternatief.

7. Aangeboden capaciteit kan beter worden benut

Door vrijwel alle respondenten wordt het belang van een goed werkende secundaire markt genoemd. Daarbij wordt het succes van het secundaire handelsplatform in Duitsland genoemd. Tevens komt een enkele keer de term Use-it-or-sell-it (UIOSI) ter sprake, waarmee wordt bedoeld dat er een zekere verplichting zou moeten gelden voor het verkopen van capaciteit via de secundaire markt. Sommige partijen zijn er juist van overtuigd dat wanneer er een goed werkende secundaire markt is,

marktpartijen een voldoende financiële prikkel zullen hebben om capaciteit die ze niet zullen gebruiken te verkopen.

Een aantal respondenten vindt dat het aanbod aan afschakelbare capaciteit zou moeten verbeteren. Er zou geen limiet moeten worden gesteld aan de hoeveelheid afschakelbare capaciteit die de TSO aanbiedt. In relatie daarmee is het van belang dat de transparantie rondom de afschakelkans verbetert. Middels voldoende informatie moeten marktpartijen beter in staat worden gesteld zelf het risico van afschakeling in te schatten.

Als ander alternatief wordt genoemd om de tariefstelling aan te passen en zo de benutting van capaciteit te stimuleren. Er zou meer prijsdifferentiatie moeten komen tussen de prijs van vaste en afschakelbare capaciteit, waarmee de prikkel wordt verhoogd om gebruik te maken van de secundaire markt voor geboekte capaciteit die niet wordt gebruikt.

8. Grensoverschrijdende aanpak noodzakelijk

Naast de genoemde alternatieven attenderen diverse respondenten de NMa op het belang van een grensoverschrijdende aanpak. Het capaciteitsaanbod aan de ene kant van de grens zou moeten aansluiten bij het capaciteitsaanbod aan de andere kant. In het verlengde daarvan wordt ook

(6)

3 Samenvatting per vraag

Hieronder volgt een samenvatting per vraag, waarbij enkele relevante citaten zijn opgenomen uit antwoorden van respondenten.

(1) Kunt u aangeven aan welke contractduur (voor afschakelbare capaciteit) u behoefte hebt?

Een grote meerderheid van de respondenten (12 van de 15) is voorstander om een grote diversiteit aan afschakelbare producten aan te bieden: dag-, maand-, kwartaal-, seizoens- en jaarcontracten. Enkele respondenten voegden daaraan toe dat de aangeboden contractduren moeten aansluiten bij de duur van contracten die op de commoditymarkt worden aangeboden. De korte termijnproducten zijn nodig voor handel, optimalisatie en balancering, de lange termijnproducten worden vooral gebruikt door nieuwe toetreders. “Dit [lange termijn contracten – red] zou de ontwikkeling van concurrentie

ondersteunen, vooral waar het de enige manier is voor nieuwe toetreders om zich te verzekeren van capaciteit in afwachting van de realisatie van fysieke open season investeringen.”(Centrica)

Volgens GTS is een diversiteit aan afschakelbare producten al beschikbaar: contracten voor dag, maand, jaar, en meerdere jaren.

(2) Wat is de minimale hoeveelheid capaciteit die per keer zou moeten worden aangeboden?

De meeste respondenten vinden dat er geen reden is om een minimum hoeveelheid capaciteit vast te stellen. Drie respondenten zijn van mening dat indien minimale capaciteitshoeveelheden worden aangeboden, deze het beste overeen kunnen komen met de minimale hub hoeveelheden op de commoditymarkt. “De markt voor transportcapaciteit moet ondersteunend zijn voor de

commoditymarkt. Daarom is het handig de hoeveelheden capaciteit te laten aansluiten bij de

standaardhoeveelheden die in de commoditymarkt verhandeld worden: 30MW/h op trading hubs, en 10 MW/h voor jaargas.” (GasTerra).

(3) Wanneer zou er volgens u sprake moeten zijn van ‘ongebruikte capaciteit’?

Vijf respondenten geven aan dat ongebruikte capaciteit moet worden gezien als de capaciteit die na het aflopen van de termijn van hernominatie niet is genomineerd. Momenteel is dat twee uur voor levering. Tegelijkertijd wordt aangegeven dat het aanbieden van vaste capaciteit twee uur voor levering weinig zal veranderen aan een situatie met contractuele congestie, wat in feite inhoudt dat toepassing van UIOLI met deze definitie van ongebruikte capaciteit niet zinnig is. Volgens twee respondenten moet ongebruikte capaciteit daarom worden gedefinieerd als de capaciteit die day-ahead niet is genomineerd.

Respondenten geven ook aan dat er een verschil bestaat tussen gebruikte capaciteit en niet-benodigde capaciteit. Niet-niet-benodigde capaciteit is de gecontracteerde capaciteit die niet wordt ondersteund door een commoditycontract. Dit valt onder capacity-hoarding. De TSO moet meer mogelijkheden krijgen om capacity-hoarding op te sporen. “De toepassing van firm UIOLI kan alleen

worden overwogen in specifieke exceptionele gevallen waarin capacity hoarding is bewezen.”

(StatoilHydro).

Volgens twee respondenten zou de TSO op basis van ervaring en modellering beter kunnen

inschatten hoeveel capaciteit ongebruikt zal blijven. “[…] met effectieve middelen voor modellering en

(7)

zijn om inzicht te krijgen over het niveau van capaciteit dat verwacht wordt ongebruikt te zijn […].”(VOEG). Deze capaciteit zou dan als vast aan de markt aangeboden kunnen worden.

Volgens GTS is er een substantieel verschil tussen contractuele congestie en het niet gebruiken van capaciteit. Een volledig werkende energiemarkt zal eerder leiden tot een lager gebruik van alle gecontracteerde capaciteit dan een toename hiervan, doordat marktpartijen hun opties open willen houden om gebruik te maken van verschillende leveranciers en routes.”

(4) Hoe en onder welke omstandigheden zou GTS capaciteit als vast kunnen aanbieden?

Drie respondenten geven duidelijk aan dat de TSO alleen niet-geboekte capaciteit als vast kan aanbieden. De aanvulling daarop wordt gegeven door zes respondenten die vinden dat de TSO nog altijd een zeer conservatieve houding aanneemt bij de bepaling van de capaciteit die zij als vast aan de markt verkopen. De huidige berekening is erop gericht om alle risico’s voor de TSO te vermijden, terwijl er methoden bestaan om meer vaste capaciteit aan te bieden en de risico’s die ontstaan goed te managen. “[…] omdat de waarschijnlijkheid van volledige beschikbaarheid statistisch kan worden

berekend door de TSO is er een realistische mogelijkheid om het risico eerlijk te verdelen terwijl de technisch (firm) beschikbare capaciteit wordt gemaximaliseerd. EET is van mening dat alle TSOs een dergelijke maximum scenario methode moeten hanteren.” (E.On Energy Trading). Een aantal van

deze respondenten noemen de mogelijkheid tot overboeking in samenhang met het zogenaamde

capacity buy back mechanisme. Dit laatste houdt in dat in het geval er voor een bepaald uur meer

genomineerd wordt dan technisch mogelijk is, de TSO een biedladder afroept waarop partijen hun capaciteit voor dat uur aan de TSO terug kunnen verkopen. De optie van overboeking wordt ook genoemd door GTS. De TSO vindt echter dat het vertrouwen in de firmheid van firm capaciteit van groot belang is. Door ongebruikte firm capaciteit opnieuw aan te bieden als firm, rijst de vraag wat een firm product dan eigenlijk waard is. Alle capaciteit zou daardoor in meer of mindere mate interruptible zijn.

Een partij geeft als aanvulling aan dat het van belang is dat voor cross-border punten de aangeboden capaciteit aan beide zijden van de grens gelijk moet zijn. “Het aanbieden van capaciteit op

cross-border punten moet de allocatievoorwaarden en productkenmerken weerspiegelen aan beide zijden van de grens. We roepen de Nederlandse regulator op om te garanderen dat entry/exit capaciteit alleen wordt aangeboden indien de respectievelijke hoeveelheden ook beschikbaar zijn aan de ander kant van de grens en vice versa.” (EnBW).

(5) Zou volgens u het beperken van het recht op hernominatie een goede stap kunnen zijn om vaste capaciteit te kunnen aanbieden? Waarom wel of niet?

De grote meerderheid respondenten vindt het geen goed idee om hernominatierechten te beperken. De algemene mening is dat beperking van het recht op hernominatie de beschikbare flexibiliteit in de markt vermindert en het voor partijen onmogelijk maakt om hun portfolio voldoende te kunnen managen, zeker in markten met uurlijkse balancering. “In Nederland is de toegang tot flexibiliteit zeer

beperkt en niet verbonden aan de portfoliogrootte zoals dat in andere Europese landen wel het geval is (Spanje, Frankrijk, Italië, België). Shippers die hun afzet willen ontwikkelen in de Nederlandse markt moeten flexibiliteit daarom importeren (…). In het geval ze niet zouden kunnen hernomineren worden zij geconfronteerd met enorme onbalansen in het netwerk.” (GdFSuez). Ook GTS is tegen restrictie

(8)

Een aantal partijen vindt bovendien dat een dergelijke ingreep conflicteert met de intentie van het nieuwe balanceringsregime. Het zou het aantal deelnemers aan de biedladder doen verminderen. Een aantal respondenten (ook enkelen die tegen beperking zijn) erkent wel dat zonder beperking van hernominatierechten capaciteit niet ver genoeg van te voren als firm kan worden aangeboden.

(6) Wat is uw mening over het omzetten van niet genomineerde (vaste) capaciteit in afschakelbare capaciteit voor de primaire capaciteitshouder?

Vrijwel alle respondenten zien deze optie als een manier van het beperken van hernominatierechten. Het oordeel is daarom gelijk aan de voorgaande vraag: het is nadelig voor de markt.

(7) Welk allocatiemechanisme voor de vrijgekomen capaciteit past volgens u het beste bij UIOLI?

De antwoorden op deze vraag levert het beeld op dat de meeste respondenten de voorkeur geven aan een allocatiemechanisme dat gebaseerd is op marktverhoudingen. De meeste respondenten geven een duidelijke voorkeur aan een veiling. “Veiling heeft zich bewezen als een efficiënt en eerlijk

mechanisme om capaciteit te verdelen. Verder heeft veiling bewezen dat het goede prijssignalen afgeeft.” (Gaselys)

Volgens enkele respondenten moet de capaciteit in elk geval transparant en non-discriminatoir worden verdeeld. Andere specifieke allocatiemechanismen die genoemd worden zijn pro-rata en first come first served (of opwaarderen van bestaande contracten). Er zijn ook respondenten die een duidelijk afkeur van bepaalde allocatiemechanismen voorstaan. “We vinden dat First Committed First

Served (FCFS) niet een geschikte methode is in een geliberaliseerde gasmarkt en dat het in potentie discriminatoir is, vooral waar het van toepassing is op punten met congestie (…).” (StatoilHydro)

GTS noemt dat de huidige en de nieuwe Verordening stellen capaciteitsallocatie moet aansluiten bij de mechanismen van de commoditymarkt. De gasmarkt is momenteel ‘continuously traded’, waardoor het first come first served mechanisme hier goed bij aansluit. Een shipper kan tegelijkertijd gas en de bijbehorende transportcapaciteit kopen.”

(8) Hoe zou de prijs voor de capaciteit tot stand moeten komen?

Een meerderheid geeft de voorkeur aan prijsbepaling via een veiling of een marktmechanisme. Een respondent maakt een vergelijking met de elektriciteitsmarkt. “In het geval van congestie zou de prijs

voor capaciteit moeten worden bepaald door marktgebaseerde veilingen. In het geval van geen congestie zou de prijs voor capaciteit 0 moeten zijn, net zoals in de elektriciteitsmarkt.” (EnBW).

Daarnaast zijn er enkele andere respondenten die het gereguleerde tarief als meest geschikt zien. “De

prijs voor capaciteit zou gelijk moeten blijven aan de oorspronkelijke prijs voor deze capaciteit welke is bepaald aan de hand van de gereguleerde tariefmethoden. Hiermee wordt voorkomen dat er een prijsopdrijvend effect zou plaatsvinden (…).” (Nogepa).

(9) Wat is volgens u een redelijke verdeling van de inkomsten uit de verkoop?

(9)

melden dat perverse prikkels moeten worden voorkomen. “Substantiële meeropbrengsten vanuit

vrijgekomen capaciteit moeten zorgvuldig worden gemanaged om marktverstoringen te voorkomen.”

(StatoilHydro).

Veel respondenten noemen bovendien de secundaire markt. Men lijkt het erover eens dat indien de capaciteit via de secundaire markt wordt verkocht, de opbrengst voor de primaire capaciteitshouder moet zijn. Om de secundaire markt te stimuleren zou capaciteitsverkoop via UIOLI niet bij de primaire capaciteitshouder terecht moeten komen, suggereren twee respondenten. “Er moet een prikkel zijn

voor de primaire capaciteitshouder om de capaciteit waarvan hij weet dat het ongebruikt zal blijven firm beschikbaar te maken op de secundaire markt, voordat een UIOLI-mechanisme wordt toegepast. Daarom vindt Centrica dat de primaire capaciteitshouder geen opbrengsten zou moeten krijgen van capaciteit die door de TSO via UIOLI wordt verkocht. De TSO moet een prikkel hebben om de beschikbare capaciteit aan de markt te maximaliseren, en zou daarom een deel van de opbrengst mogen houden.” (Centrica).

Volgens GTS moet een verdeling van opbrengsten in ieder geval eenvoudig en realistisch zijn.

(10) Indien GTS meer inkomsten genereert dan kosten, hoe zou GTS dit geld moeten besteden?

De meeste respondenten vinden dat meeropbrengst uit een tweede verkoop van capaciteit moet terugvloeien naar de markt. Meest genoemd is via het verlagen van de tarieven. Ook wordt vaak genoemd dat het geld moet worden besteed aan het opheffen van de congestieproblemen. Indien er sprake is van fysieke congestie, moet er geïnvesteerd worden. Drie respondenten noemen specifiek dat het geld beschikbaar moet komen voor maatregelen die zorgen voor het maximaliseren van het aanbod aan vaste capaciteit. “(…) het geld zou moeten worden gebruikt ofwel om te investeren in

nieuwe infrastructuur op het specifieke punt of om het risico van overboeking van capaciteit te dekken.” (EnBW).

GTS vindt dat er verschillende mogelijkheden denkbaar zijn. Een mogelijkheid is om de

meeropbrengsten deels aan de publieke aandeelhouder ten goede te laten komen, en deels aan de markt terug te geven middels een verdiscontering in de tarieven.

(11) Hebt u aanvullende opmerkingen over UIOLI of over de voorgenomen codewijziging?

Veel respondenten hadden aanvullende opmerkingen rondom UIOLI en de consultatie. Hieronder zijn enkele opmerkingen weergegeven.

Nogepa:

- Partijen moeten in staat worden gesteld om geboekte entrycapaciteit waarvan later blijkt dat deze niet langer nodig is, terug te geven aan de TSO.

- Capaciteit zou ook kort voor het uur van transport nog op de secundaire markt verhandeld moeten kunnen worden, dan wel op de primaire markt bij de TSO geboekt kunnen worden.

- Overwogen moet worden of capaciteit ook na het uur van transport verhandelbaar te maken. Partijen met ongebruikte capaciteit kunnen dan hun ongebruikte capaciteit verhandelen met partijen bij wie de realisatie groter was dan de voorafgaand aan het uur geboekte capaciteit. - Onder het voorgestelde nieuwe balanceringsregime zouden partijen die capaciteit aanbieden op

(10)

GasTerra:

- Bij contractuele congestie is naar onze mening het aanbieden door GTS van afschakelbare capaciteit een adequate oplossing (…).

- Eventuele wijzigingen in de technische voorwaarden naar aanleiding van het UIOLI-principe kunnen alleen werkbaar zijn als deze opgesteld worden nadat er duidelijkheid is over het nieuwe balanceringsregime.

E.On ET:

- Om de genoemde onderlinge afhankelijkheden tussen intraday capaciteit en de energiemarkt aan te kunnen, zouden we graag een liquide intradaymarkt opgericht zien, voor veranderingen in het gebruik van grensoverschrijdende capaciteit.

Dong Energy

- (…) volgens DONG Energy zijn de meeste congestieproblemen opgelost, en met uitzondering van enkele specifieke cross-border issues – waar het noodzakelijk is om oplossingen te vinden die werkt aan beide zijden van de grens – vinden we niet dat algemene toepassing van UIOLI-principes terecht is in de Nederlandse markt.

- Primair staat DONG Energy op de positie dat capaciteit congestie moet worden aangepakt via open seasons met lange termijn boekingen.

Gaselys:

- UIOSI zou moeten worden bestudeerd als een alternatief voor UIOLI. StatoilHydro:

- (…) we willen benadrukken dat UIOLI bedoeld is om prikkels te geven voor de toepassing van de secundaire markt voor capaciteit. In een volledig functionele liquide markt is het onwaarschijnlijk dat deze maatregel wordt gebruikt, omdat shippers geen wens hebben om marktkansen te laten liggen, onbalansposities te dragen of niet voldoen aan leveringsverplichtingen. Ook willen zij niet betalen voor capaciteit die zij niet langer gebruiken, vooropgesteld dat zij het vertrouwen hebben dat een deel van de capaciteit beschikbaar is om in korte termijn behoeftes te voorzien. UIOLI is een maatregel die het onvermogen van de markt adresseert, om de waarde van ongebruikte capaciteit te vangen. Deze maatregel zou moeten worden opgezet om de markt te helpen in haar ontwikkeling, het moet proportioneel zijn, waardevernietiging door de introductie van

onzekerheden en beïnvloeding van lange termijn planning voorkomen.

- StatoilHydro stelt voor het onderscheid in verschillende tranches van afschakelbare capaciteit die momenteel bestaat in Nederland te verwijderen. Een enkele afschakelbaar capaciteitsproduct verdeelt het risico van afschakeling gelijk over alle partijen en vervangt het ‘last booked, first interrupted’, met een non-disciminatoire positie voor alle marktpartijen, ongeacht het tijdstip van boeken.

GDFSuez:

- (…) andere maatregelen kunnen worden ingezet om het gebruik van capaciteit te stimuleren en de toegang tot de Nederlandse markt voor alle shippers te verbeteren:

(11)

o TSOs kunnen de secundaire markt voor capaciteit verbeteren (door bijvoorbeeld capaciteit vrij te geven zoals in het verleden voor kwaliteitsconversie is gedaan). o TSOs zouden hun tariefstelling kunnen aanpassen om zo de benutting van capaciteit te

bevorderen (bijvoorbeeld door het tarief voor capaciteit te verhogen en een variabele negatieve vergoeding voor interconnectiepunten te hanteren).

VME:

- Aan beide kanten van de grens moet er capaciteit beschikbaar zijn. Als dat niet zo is, dan heeft een UIOLI-systeem weinig zin. Een voorbeeld waar dit goed werkt is het EUCABO-systeem. Op basis van de technische mogelijkheden van het net wordt er “nieuwe” firm capaciteit beschikbaar gemaakt.

- VME wil (…) voorstellen dat de Energiekamer ook een vergelijking maakt met de gebruikte systemen in het buitenland, om zoveel mogelijk naar de Noordwest-Europese markt toe te kunnen werken.

- VME begrijpt dat op basis van de Verordening er een Use It or Lose It-systeem ingesteld dient te worden bij contractuele congestie, maar is benieuwd wat de impact van de Open Seasons gaat zijn op deze contractuele congestie.

- VME stelt voor om Duitsland ten voorbeeld te nemen. Hier is in artikel 14 van de

Gasnetzzugangsverordnung vastgelegd als wettelijke plicht dat de TSO voor een platform zorgt waarop secundaire capaciteit verhandeld kan worden. Tevens is vastgelegd dat alleen op dat platform de eigendomsoverdracht van capaciteit mag plaatsvinden. Dit is zeer succesvol in Duitsland. Juist omdat GTS kan profiteren van een minder goed werkende secundaire markt, is het van belang dat zij de wettelijke plicht opgelegd krijgt om één platform te faciliteren.

Centrica:

- We zijn bezorgd dat dit document niet ingaat op secundaire handel of use-it-or-sell-it (UIOSI) mechanismen.

- We willen er bij de EK op aandringen om na te denken over het effect van veranderingen in capaciteitsmanagement in Nederland op het vermogen van marktpartijen om hun portfolio efficiënt te managen, binnen het uurlijkse balanceringsregime.

- De codeaanpassing zou de ERGEG richtlijnen voor Capacity Allocation Management en

Congestion Management Procedures (CAM/CMP) moeten overwegen, als deze later dit jaar zijn afgerond.

- (…) de toepassing van UIOLI moet worden uitgebreid naar opslagfaciliteiten in Nederland. EnBW:

- We (…) hebben een idee ontwikkeld dat we de ‘reset optie’ noemen voor entry/exit punten met congestie, waarbij wordt mogelijk gemaakt dat capaciteitshouders alle capaciteit teruggeven aan de markt, en daarvoor een adequate prikkel krijgen. (…) Door alle capaciteit terug te geven in een market-based, non-disciminatoir en transparant allocatieproces kan het betreffende punt voor 100% op een marktgeoriënteerde manier worden gemanaged. We moedigen de NMa/EK aan om zo’n vrijwillige aanpak met betreffende marktpartijen vertrouwelijk te bediscussiëren.

EnergieNed:

(12)

zekerheid staat. Bovendien biedt UIOLI geen oplossing voor contractuele congestie, aangezien capaciteit bij UIOLI te laat op de markt beschikbaar komt.

VOEG:

- VOEG ziet UIOLI als slechts één maatregel naar een functioneel capaciteit allocatie management, zoals voorgesteld door ERGEG. Verdere aanpassingen zijn daarvoor nodig. Recente

ontwikkelingen op dit gebied in Duitsland kunnen een goede basis vormen voor discussie in Nederland, vooropgesteld dat het verschil in balanceringsregime in aanmerking wordt genomen. VOEG vindt het voorstel van de BNetzA er een voorbeeld van dat effectief capaciteit

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit zowel het experiment als uit de survey blijkt dat de resultaten tevens laten zien dat, net zoals uit eerder onderzoek onder organisatie adviseurs (Van Nistelrooij et

− Een antwoord waaruit blijkt dat het gaat om rente / interest (na directe belastingen en sociale premies).. − Een antwoord waaruit blijkt dat het gaat om pacht / huur (na directe

• compositie: De gekleurde strepen / arceringen zijn geordend in een grote boogvorm van linksonder (veel streepjes) naar omhoog en dan naar rechtsonder (weinig streepjes), als

Ingeval gecontracteerde capaciteit niet wordt gebruikt, stellen de transmissiesysteembeheerders deze capaciteit op afschakelbare basis beschikbaar op de primaire markt via

Als er geen reiskosten meer zijn, ligt het voor de hand dat niet langer een onbelaste vaste reiskostenvergoeding kan worden verstrekt door werkgevers?. Daar staat tegenover dat er nog

Met slechts weinig materialen verkrijg je werkelijk een betoverende maar tegelijkertijd een brutale

Waarderend Onderzoeken, in het Engels Appreciative Inquiry (kort AI), is zowel een zienswijze als een methode die gericht is om het potentieel van een individu of

Zorg dat het virus niet verspreidt onder kwetsbare personen teneinde het aantal mensen dat ernstig ziek wordt, opgenomen moet worden in het ziekenhuis of komt te overlijden