Vraag nr. 86
van 19 februari 1999
van de heer CHRISTIAN VAN EYKEN
Franstalige basisscholen faciliteitengemeenten – Taalkennis directie
De taalwetgeving bepaalt dat de ambtenaren van faciliteitengemeenten hun kennis van de tweede landstaal moeten bewijzen aan de hand van een ge-tuigschrift behaald bij het Vast Wervingssecreta-riaat. Het niveau van deze taalkennis is afhankelijk van de betrekking die wordt bekleed, met name de niveaus 1 tot 4.
Wat de schooldirectie van de Franstalige basisscho-len uit de faciliteitengemeenten betreft, eist men nu een niveau 2+.
1. Op welke wettelijke tekst baseert men zich om dit nieuwe niveau te eisen ?
2. Door welke wettekst werd dit niveau ingevoerd ?
3. Waarom werd de oude regeling gewijzigd ?
Antwoord
1. Alvorens in te gaan op het niveau van de taal-examens, wens ik de Vlaamse volksvertegen-woordiger te herinneren aan het antwoord dat mijn voorganger Luc Van den Bossche hem op 28 mei 1998 heeft verstrekt over dezelfde kwes-tie op zijn vraag nr. 165 van 1 april 1998 inzake de taalvereisten directie-ambten faciliteiten-scholen (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 14 van 28 mei 1998, blz. 1831 – red.). Mijn voorganger heeft toen bevestigd dat de directies van Franstalige scholen in de Brusselse randge-meenten onder de toepassing vallen van de bij koninklijk besluit van 18 juli 1966 gecoördineer-de wetten op het gebruik gecoördineer-der talen in bestuurs-zaken. Artikel 27 van de gecoördineerde wetten stelt dat in de plaatselijke diensten van de rand-gemeenten niemand tot een ambt of betrekking kan worden benoemd of bevorderd indien hij de Nederlandse taal niet kent, en dat zulks wordt bewezen door een Nederlandstalig diplo-ma, of zo niet, door het slagen voor een taalexa-men. Artikel 53 stipuleert dat alleen de vaste wervingssecretaris bevoegd is de bewijzen om-trent de vereiste taalkennis uit te reiken.
De praktische uitvoering werd vastgelegd bij koninklijk besluit van 30 november 1966 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitrei-ken van de bewijzen omtrent de taaluitrei-kennis voorgeschreven bij voormeld artikel 53. Artikel 7 van dit besluit bepaalt dat het schriftelijk ge-deelte van het taalexamen bedoeld bij artikel 27 van de gecoördineerde wetten bestaat uit een verhandeling en een vertaling voor functies of betrekkingen die gerangschikt zijn in de niveaus 1, 2+ of 2 van het rijkspersoneel of voor gelijk-waardige functies of betrekkingen der niet tot de rijksbesturen behorende diensten. Het ambt van directeur valt onder deze gelijkwaardige func-ties.
Aangezien de ambten binnen het onderwijs niet worden ingedeeld in de voormelde niveaus, is het niveau van het diploma dat voor de toegang tot het onderwijsambt wordt geëist, bepalend voor het niveau van het taalexamen. De vereiste bekwaamheidsbewijzen voor het ambt van di-recteur van een basisschool zijn het diploma van onderwijzer of kleuteronderwijzer. Dit zijn di-ploma's van het niveau hoger onderwijs van het korte type of basisopleiding van één cyclus, zoals de huidige benaming luidt. Bij de federale ministeries geven deze diploma's toegang tot functies van niveau 2+. De vaste wervingssecre-taris stelt uitdrukkelijk dat kandidaten voor een taalexamen een betrekking moeten bekleden van het betrokken niveau of houder zijn van een diploma dat toegang verleent tot dat niveau. In het verleden werd inderdaad één directeur door haar gemeentebestuur ingeschreven voor het taalexamen van niveau 2. Dit valt evenwel buiten de verantwoordelijkheid van het depar-tement Onderwijs, vermits het depardepar-tement niet de inschrijvingen voor haar rekening neemt en evenmin de taalexamens organiseert. Boven-dien heeft het nooit in enige publicatie beweerd dat de directies de taalkennis moesten bewijzen voor niveau 2.
Het is pas na de vaststelling dat reeds geruime tijd geen examens voor directies van Franstalige scholen meer werden georganiseerd en een aan-tal directeurs vast werden benoemd in strijd met de taalwetgeving, dat mijn voorganger zijn ad-ministratie de opdracht heeft gegeven om de toekomstige directeurs te informeren over de taalvereisten en de inschrijvingen te centralise-ren.
wordt gewezen op de voorwaarde om een be-wijs van taalkennis voor niveau 2+ te bezitten, uitgereikt door het Vast Wervingssecretariaat. Dit is geen nieuwe eis van het departement On-derwijs, maar een herinnering aan een reeds be-staande toestand.
2. De toevoeging van niveau 2+ in het reeds ver-melde artikel 7 gaat terug op artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 januari 1995 tot wijzi-ging van het koninklijk besluit van 30 november 1966 (Belgisch Staatsblad 24 januari 1995). Vanaf de inwerkingtreding van dit koninklijk besluit van 10 januari 1995 dienen directies van Franstalige scholen bijgevolg de taalkennis voor niveau 2+ te bewijzen.
Dat zulks bij de schoolbesturen niet onbekend was, moge blijken uit het feit dat alvast één di-recteur het examen voor niveau 2+ aflegde, met name op 24 november 1997, dit is vóór het rondschrijven van 12 januari 1998 vanwege het departement. Mag ik de Vlaamse volksverte-genwoordiger er trouwens op wijzen dat deze directeur, tezamen met de reeds genoemde die ten onrechte was ingeschreven voor niveau 2, de enige personeelsleden zijn die in de periode 1995-1998 hun taalkennis dienden te bewijzen. 3. Uit het voorgaande moge blijken dat het niet
gaat om wijzigingen ingevoerd door mijn depar-tement, maar om een actualisering van de ver-schillende niveaus van examens bij het Vast Wervingssecretariaat.