• No results found

Regelgeving voor mededinging: Over reuzen en windmolens

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Regelgeving voor mededinging: Over reuzen en windmolens"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

Regelgeving voor mededinging

Hancher, L.

Published in:

Energie Nederland

Publication date:

2010

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

Hancher, L. (2010). Regelgeving voor mededinging: Over reuzen en windmolens. Energie Nederland, 2010(5),

10.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

(2)

Energie Nederland, jaargang 13, nr. 5 • dinsdag 6 april 2010



OPINIE

Energie

Energie Nederland is een driewekelijkse uitgave van de Energiezaak i.s.m. EnergieNed Vereniging van Energieproducenten, -handelaren en -retailbedrijven

in Nederland en Netbeheer Nederland Vereniging van Energienetbeheerders in Nederland. Energie Nederland verschaft nieuws, achtergronden en opinies uit de wereld van energie en aanverwante

bedrijfstakken. Redactieadres Energie Nederland Postbus 834 6800 AV Arnhem Tel. 026-3569 417 e-mail persinfo@energiezaak.nl Hoofdredactie

Anne Sypkens Smit

Bladmanagement & eindredactie

PACT Mediaproducties BV, Den Haag

Redactie

Noud Köper, Peter van Mastrigt, Sander Schilders

Correspondenten

Henk van den Boom (Barcelona), Elro van den Burg (Warschau), Jan van Etten (Parijs), Jan van Hoof (Frankfurt),

Frank Kools (New York), Jan Schils (Brussel), Arjan Schippers (Londen), Maarten Veeger (Milaan),Wim Verseput (Kopenhagen)

Lay-out & opmaak

Do Company, Rotterdam

Druk & Distributie

Senefelder Misset Grafisch bedrijf bv, Doetinchem

Abonnementen

Energie Nederland wordt kosteloos toegezonden aan personen in dienst van bedrijven die lid zijn van

EnergieNed of Netbeheer Nederland, in dienst van de overheid of hoger onderwijsinstelling en

aan openbare bibliotheken. Overige geïnteresseerden kunnen zich abonneren.

Een jaarabonnement kost € 99,- Losse nummers € 6,50 Alle bedragen zijn inclusief BTW. Abonnementsgelden worden namens de uitgevers

geïnd door Abonnementenland, Heemskerk. Opzeggingen - uitsluitend schriftelijk - twee maanden vóór ingang van het nieuwe kalenderjaar

aan: Energie Nederland

Postbus 834 6800 AV Arnhem

Advertentie-exploitatie

André van Beveren, PSH Media Sales, Kronenburgsingel 515, 6831 GM Arnhem

Postbus 30095, 6803 AB Arnhem t 020 3308998, f 020 4204005

andre@recent.nl Overname van artikelen uitsluitend toegestaan na toestemming van de hoofdredactie. ISSN 1388-378x

ENERGIE

Nederland

Abonnement op

Vul de bon volledig in en stuur zonder postzegel naar: Energie Nederland, Postbus 834, 6800 AV Arnhem

Ik abonneer mij op Energie Nederland Een abonnement kost €99,- incl. 6% btw

Ik verzoek om kosteloze toezending van Energie Nederland, omdat ik werk bij: een bedrijf dat lid is van EnergieNed

een bedrijf dat lid is van Netbeheer Nederland de overheid

een hoger onderwijsinstelling

Titel(s) Voorletters en naam M / V Functie Telefoonnummer E-mail Naam organisatie/bedrijf Afdeling Postadres* Locatiecode Postcode/woonplaats

Aard van het bedrijf

* Tevens factuuradres.

Ik ontvang Energie Nederland graag op onderstaand privéadres** Adres

Postcode/woonplaats

** Bij ontvangst op privéadres ook altijd de gegevens bedrijf, incl. postadres, invullen.

Datum Ordernr. btw-nr. Handtekening

ENERGIE

Nederland

Op 11 maart publiceerde de Euro-pese Commissie haar jaarlijkse bench-markrapport over de implementatie van EU-energierecht in 2009. Het rapport maakt duidelijk dat de correcte omzetting van elektriciteits- en gaswetgeving van de Europese Unie in de lidstaten nog bij lange na niet is voltooid. Het rapport besteedt ook aandacht aan de gevolgen van de financiële en economische crisis voor de Europese energiemarkt. Verminderde economische activi-teiten hebben geleid tot een con-sumptiedaling van meer dan 10 procent in gas en elektriciteit en hebben grote gevolgen gehad voor de internationale olieprijzen (een daling van ongeveer 50 procent ten opzichte van juli 2008), wat weer doorwerkte in de gas- en elektriciteitsprijzen. Er is momenteel meer gas beschikbaar tegen lagere prijzen in vloeibare hubs. Maar, zoals het rapport concludeert, de dalende prijzen op de internationale markten hebben zich niet volledig vertaald naar lagere energieprijzen voor de eindgebruiker.

Het rapport geeft een aantal moge- lijke oorzaken voor deze betreurens-waardige situatie. Het onverminderd hoge concentratieniveau op de markt, zwaktes in de regelgeving, met name op het niveau van de nationale toezichthouders, en weinig overstappen door consumenten zijn

hier onder andere debet aan. Het rapport bespreekt vervolgens de kwestie van gereguleerde prijzen en stelt dat nog altijd veertien lidstaten de energieprijzen op wholesale- en retailniveau reguleren. Nederland hoort daar overigens niet bij. De Commissie is inmiddels begonnen met juridische procedures bij het Europese Hof tegen de meeste van deze landen.

Betekent dit dat we uit het laatste EU-rapport kunnen concluderen dat: 1. de interne markt niet werkt, omdat

consumenten niet profiteren van lagere gasprijzen?;

2. indien nationale prijsregimes niet langer rechtmatig zijn onder EU-recht, er voor de energiegebruiker eigenlijk maar twee opties resteren: de hogere rekening betalen, of anders de kachel uitdraaien? Dit lijkt een zeer onbevredigend resultaat als we ons nog de enorme reorganisaties van het laatste de-cennium voor de geest halen, de explosieve regelgeving in die periode, en niet in de laatste plaats de enorme hoeveelheid belastinggeld die is ge- spendeerd aan het privatiseren en, soms, het nationaliseren van de Europese energiesector. Last but not least: de kosten van

regel-geving zelf. En nieuw Europees toezichthoudend agentschap, de ACER, en niet te vergeten de brij van werkgroepbijeenkomsten in Brussel, het moet allemaal worden betaald. Bestaat er geen alternatief? Een van de advocaten-generaal van het Europese Hof denkt van wel. Advocaten-generaal adviseren het Europese Hof over ontwikkelingen in de wetgeving. Zij geven opinies – die het Hof naar eigen goeddunken kan overnemen. In oktober vorig jaar gaf de (overigens onlangs overleden) Spaanse advocaat-generaal Ruiz-Jarobo Colomer een zeer interessante opinie in een recente kwestie rond de rechtsgeldigheid van Italiaanse regulering van gasprijzen in de zogeheten ‘Federutility’-zaak. De Italiaanse energietoezichthouder (AEEG) had in reactie op de stijgende gasprijzen een regime van referentieprijzen opgelegd. De gasondernemingen maakten bezwaar, en vochten de beslissing van de AEEG aan bij de nationale rechtbank. Deze zond de zaak op haar beurt naar het Hof - met een verzoek om verduidelijking van de rechtmatigheid van prijsregulering onder de interne marktwetgeving. Na enige bespiegelingen over de invoer van gas in zijn geboorteland Spanje en de invloed daarvan op contemporaine Europese literatuur en kunst, kwam de advocaat-generaal uiteindelijk aan bij de kern van de zaak. Als de nationale gasmarkt niet goed functioneert, en er geen concurrerende marktwerking is om lagere prijzen voor eindver-bruikers te realiseren, kan de toe-zichthouder dan actief ingrijpen en maatregelen treffen? De advocaat-generaal adviseerde het Hof daarop instemmend te antwoorden. Het is de taak van de toezichthouder om consumenten te beschermen als de markt niet efficiënt werkt. Hij vond ondersteuning voor zijn conclusie in de tekst van een aantal overwegingen, alsmede artikel 3 van de huidige gas- en elektriciteitsrichtlijnen. Interessant genoeg werden exact dezelfde overwegingen opnieuw opgenomen in de nieuwe, in 2009 vastgestelde, richtlijnen. Dezelfde tekst verscheen ook opnieuw in het nieuwe artikel 3. De Italiaanse toezichthouder was dus, net als de Spaanse literaire held wiens belevenissen door de advocaat-generaal aan het begin van zijn Opinie met genoegen werden herinnerd, blijkbaar niet verwikkeld in een ‘windmolengevecht’. Gasprijs-regulering om eindegebruikers tegen marktverstoringen te beschermen, is geheel legitiem. Als het Hof de Opinie van de advocaat-generaal overneemt is het zeer wel mogelijk dat het de Commissie blijkt te zijn geweest die de rol speelde van Don Quichot, wiens waanideeën steevast afstuitten op de nuchterheid en de voorzichtigheid van Sancho Panza – ofwel, in dit geval: de nationale toezichthouder. n

Leigh Hancher is hoogleraar Europees Recht aan de Universiteit van Tilburg, adviseur bij Allen & Overy Amsterdam en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

Regelgeving voor

mededinging: over reuzen

en windmolens

Coöperatie of confrontatie

De gevolgen van de crisis op de energiesector laten zich nog dagelijks voelen. Zo verscheen er half maart het bericht in de Financial Times dat de Algerijnse minister van Energie had opgeroepen om tijdens de aprilvergadering van het GECF (de organisatie van gasexporterende landen) te spreken over productiebeperkingen om de gasprijs te ondersteunen. Het bericht is een reflectie van de druk op de gasprijzen en de pijn voor producerende landen om bij de tijdelijk gedaalde vraag als gevolg van de economische crisis, het gestegen aanbod te kunnen absorberen. Er is dus kennelijk behoefte aan enig management van de stromen om te voorkomen dat de langetermijncontracten wor- den opengebroken onder druk van het nu beschikbare spotgas en stabiel gewaande inkomens-stromen onzeker worden. Dit bericht is in meerdere opzichten zeer interessant, omdat de ordening van de gasmarkt op een kruispunt tussen coöperatie of confrontatie lijkt te staan. In het licht van de energieagenda’s van veel consumerende landen, die verduurzaming nastreven en de voorzieningszekerheid hoog in het vaandel hebben staan, is zekerheid van de vraag een steeds belangrijker onderwerp voor de gasproducerende landen.

OPEC

In zekere zin is de stabilisering van de olieprijzen door OPEC op een niveau van 70-85 dollar per vat een van de oorzaken voor de spanningen op de gasmarkt, omdat bij dat prijsniveau de gasmarkt momenteel niet in balans

kan komen. Anderzijds zorgen de langetermijncontracten ervoor dat de Europese gasprijs relatief hoog blijft, vanwege verplichte afname, en de beschikbare nieuwe gasstromen nauwelijks de markt in komen. Voor de Algerijnse minister Khelil moet dat een dubbel gevoel opleveren, omdat

hij zowel in OPEC als in het GECF de Algerijnse olie- en gasbelangen moet behartigen. De neerwaartse prijsdruk zorgt ervoor dat hij zoekt naar een oplossing in de richting van productiemanagement, zodat de olie- en gasprijzen weer enigs-zins in lijn met elkaar komen. Hier worstelt men met de soms kortetermijnbenadering in de markt in een industrie met lange aanlooptijden. Net als in OPEC, indien de suggestie van de Algerijnse minister wordt overgenomen, lijken de gasproducerende landen nu te spelen met de gedachte de kosten van stabilisering (ook op langere termijn) van het aanbod op zich te willen nemen door het aanbod gecoördineerd te verminderen. Inmiddels is de flexibiliteit in een aantal langetermijncontracten in Europa tussen gasexporterende en importerende bedrijven al tijdelijk verhoogd om de markt beter te laten accommoderen. De gasproducerende landen hebben belang bij stabiele inkomsten uit export en willen de al te grote

volatiliteit beperken en een prijs-oorlog voorkomen.

Ondertussen wordt er op de Euro-pese markt druk gespeculeerd op het loslaten van de oliepariteit en het omarmen van de gas-tot-gasconcurrentie, die sommige be-langhebbenden in de markt beter vinden passen bij de EU-gasmarkt. Een dergelijke ontwikkeling zou, zeker op de korte termijn, de gasrekening doen dalen. Echter, het kortetermijngewin moet wor- den afgewogen tegen de even-tuele langere termijnnadelen. Deze hebben te maken met investe-ringen in nieuwe gasvelden en infrastructuur om het gas op de Europese markt te kunnen aanbieden en de investeringen in een duurzamere energiemix waar-voor enigszins robuuste prijzen van fossiele brandstoffen een voorwaarde is om een plek in de markt te verwerven. Er lijkt, gezien vanuit de langere termijnbelangen van zowel producenten als consumenten, een gedeelde zorg te bestaan over de weliswaar verschillende negatieve gevolgen van al te lage olie- en gasprijzen op de kortere termijn. De kans dat de EU zich hierover hardop zal uitlaten is echter gering. Het past niet in het vocabulaire van de Commissie en in de sector bestaan voldoende tegenstrijdige belangen. Een gesprek over de tegenstrijdige belangen van zekerheid van de vraag en het aanbod ligt misschien voor de hand uit het oogpunt van internationale samenwerking, maar veel zal daar niet uitkomen. Immers, producerende en consumerende landen zijn er, noch op het gebied van olie noch op het gebied van

gas, tot dusverre in geslaagd om deze tegenstrijdige belangen op een goede manier te adresseren. Samenwerking tussen gasprodu-centen werd in de afgelopen jaren steeds afgedaan als niet mogelijk en wenselijk. Echter, de huidige marktomstandigheden, indien niet goed verwerkt, kunnen net dat duwtje geven waardoor er voldoen-de gezamenlijke belangen ontstaan tussen de belangrijkste aanbieders om wel samen te werken, in welke vorm dan ook. Zo is OPEC immers ook groot geworden. Pas na 13 jaar was deze organi-satie in staat om voldoende be- langenovereenstemming te berei-ken om een productiebeleid te kunnen optuigen, zij het door de tijd heen met wisselend succes. Verder braken OPEC-landen indertijd zelf de langetermijncontracten open, met de gedachte daarmee de eigen belangen beter te dienen. De kosten van stabilisering moesten vervolgens langdurig door OPEC gedragen worden. De boodschap van Khelil moet opgevat worden als een signaal om niet te snel van marktstructuur te veranderen. De tijdelijk grotere flexibiliteit die gecreëerd is in de langetermijncontracten in Europa moet gezien worden als een serieuze poging om binnen de ‘ouwe getrouwe’ zekerheid van de langetermijnrelaties de kosten en risico’s te delen in deze woelige periode, waardoor andere opties weer meer buiten beeld geraken. Echter, het is goed de geschiedenis te kennen. n

Coby van der Linde is hoofd van het Clingendael International Energy Programme, hoogleraar Geopolitiek en Energiemanagement aan de Rijksuniversiteit Groningen en lid van de Algemene Energieraad.

06-04-2010

Door Coby van der Linde

Door

Leigh Hancher

Zelfstandig adviseur duurzame strategie Jan Paul van Soest

“Noodzaak om CCS in te zetten, zit nog niet tussen de oren van sommige beslissers.”

(Pagina 6+7)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De verlaging van de maximale kredietvergoeding zou tot doel hebben om consumenten te beschermen tegen hoge kosten van krediet en ervoor te zorgen dat zij niet in financiële

De Minister van BZK heeft onderzoek laten uitvoeren door DGMR naar de wijze waarop de prestatieklassen (na de Europese wijzigingen) het beste kunnen worden verwerkt in de

De Minister van Justitie en Veiligheid (in de praktijk: het Nationaal Cyber Security Centrum, NCSC), aanbieders die geen vitale aanbieder zijn en evenmin deel uitmaken van

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in een debat met de Eerste Kamer over de voorgestelde wijziging van de Woningwet toegezegd met een reparatiewet de

Dit besluit heeft in eerste instantie vooral gevolgen voor de Minister van LNV zelf (als degene die het programma voorbereidt en vaststelt, het programma, de tussendoelen en

bepalen waar de verantwoordelijke minister de informatie vandaan haalt om te kunnen voldoen aan de verplichtingen van de verordening, namelijk beschikbare informatie uitwisselen

Het uitgangspunt van het genoemde amendement is juist dat met het educatieve traject onaantrekkelijke kosten zijn gemoeid, die functioneren als een alternatief voor de het

Met name voor Nederland spelen deze aspecten: tot nu toe zijn roosters met bredere spleetbreedtes geplaatst en tijdens controles wordt ten opzichte van andere landen een kleine