Aanvraagformulier projectsubsidie 2019 Transparantie over de Kwaliteit van Zorg

(1)

AANVRAAGFORMULIER

PROJECTSUBSIDIE

Subsidieregeling

Transparantie over

de Kwaliteit van Zorg

Jaargang 2019

‘Gebruiken van uitkomstinformatie bij Samen beslissen in

ketens in de curatieve zorg’

Naam aanvrager: _____________________________________________

Naam project:

_____________________________________________

Projectperiode: van

t/m

Looptijd: _____ maanden

Opbouw aanvraagdocument: Deel 1: Bestuursverklaring Deel 2: Administratieve gegevens Deel 3: Projectbeschrijving

Deel 4: Informatie m.b.t. toetsingscriteria Deel 5: Begroting

Deel 6: Liquiditeitsprognose Deel 7: Overzicht van de bijlagen Deel 8: Toelichting bij de begroting

(2)

1. BESTUURSVERKLARING

Het bestuur van:

(naam rechtspersoon)

Verklaart:

a) bevoegd en/of gemachtigd te zijn om deze aanvraag te ondertekenen;

b) kennis te hebben genomen van het besluit vaststelling beleidskader subsidiëring transparantie over de kwaliteit van zorg 2019;

c) kennis te hebben genomen van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

d) te voldoen aan de subsidievoorwaarden, voorschriften, aanwijzingen en verplichtingen;

e) deze aanvraag tot subsidieverlening inclusief bijlagen volledig, juist en naar waarheid te hebben ingevuld;

Functie Naam Handtekening

Plaats:

Datum: Bij gezamenlijke bevoegdheid dienen ten minste twee bevoegde personen te tekenen. Indien sprake is van machtiging stuurt u deze machtiging mee. Een aanvraag ondertekend bij afwezigheid (b.a.), of in opdracht (i.o.) wordt niet geaccepteerd. U kunt de handgeschreven handtekeningen op het

aanvraagformulier zetten.

(3)

2. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS

Van de rechtspersoon die is aangewezen om de subsidie in ontvangst te nemen

(Deze rechtspersoon moet gelijk zijn aan de rechtspersoon genoemd in de bestuursverklaring)

Naam rechtspersoon Adres

Postcode Plaats

Telefoonnummer

Naam telefoonnummer e-mailadres

Contactpersoon Projectleider

IBAN (bankrekeningnummer) Tenaamstelling IBAN

Kamer van Koophandel registratienr.

Is de instelling BTW-plichtig ten aanzien van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd?

(aankruisen hetgeen van toepassing is)

¨Ja

¨Nee

Indien Nee: ¨Het betreft een activiteit in een vrijgestelde branche, vrijgestelde bedrijfsactiviteiten of een vrijstelling voor samenwerkingsverbanden (koepelvrijstelling) zoals vermeld op www.belastingdienst.nl, namelijk:

¨Het betreft een activiteit waarvoor een specifieke afspraak (ruiling) met de belastingdienst is gemaakt.

aankruisen hetgeen van toepassing is Vermeld het bankrekeningnummer waarop de eventueel te verlenen subsidie moet worden uitbetaald. Stuur een door een bevoegd persoon getekende kopie van het meest recente bankafschrift mee. BTW bij subsidies: Als u BTW-plichtig bent voor deze activiteit dan mag u de BTW niet opvoeren in de begroting. U verrekent de BTW in uw aangifte omzetbelasting. Wanneer u niet BTW-plichtig bent, dan kunt u de BTW over bepaalde kostenposten, zoals bijvoorbeeld kosten derden, meenemen in de begroting.

(4)

3. PROJECTBESCHRIJVING

Projectnaam:

3.1 Geef een samenvattende projectbeschrijving. Deze moet begrijpelijk zijn voor iemand die niet in het betreffende vakgebied werkzaam is (maximaal 250 woorden).

3.2 Beschrijf het kader en de noodzaak van het project (maximaal 500 woorden).

Toelichting

Kader: Benoem de context, visie en strategie op het thema. Wat is de visie van de aanvragende en eventuele samenwerkende organisaties op het thema ‘Gebruiken van uitkomstinformatie bij Samen beslissen in ketens in de curatieve zorg’? Welke strategie hanteert de aanvrager om met het project hieraan een bijdrage te leveren?

Vormt het ingediende subsidievoorstel onderdeel van een groter project of programma? Beschrijf dan dit project of dit programma en geef aan hoe het ingediende subsidievoorstel daarin past.

Noodzaak: Formuleer de ontwikkeling waaraan het project een impuls geeft, waarom die impuls nodig is en welke doelgroep(en) bereikt worden.

3.3 Beschrijf de doelstelling van het project (maximaal 500 woorden).

Toelichting

Wat is de doelstelling van het project en hoe draagt de doelstelling bij aan het bereiken van de nagestreefde beweging/ontwikkeling? Als er naast het hoofddoel ook subdoelen worden nagestreefd, licht deze dan toe, geef aan hoe ze in het project passen en hoe ze zullen worden bereikt.

3.4 Beschrijf de beoogde resultaten van het project (maximaal 500 woorden).

Toelichting

(5)

gang gezet? Wat dragen de individuele producten daaraan bij? Benoem de producten en opbrengsten concreet en beschrijf hoe ze bijdragen aan de beweging/ontwikkeling.

3.5 Beschrijf de activiteiten die worden uitgevoerd en het plan van aanpak voor de uitvoering van die activiteiten (maximaal 500 woorden).

NB: Denk er hierbij aan dat de begroting herleidbaar moet zijn naar de activiteiten en stappen zoals u die hier omschrijft.

Toelichting

Activiteiten: welke activiteiten moeten worden uitgevoerd en waarom?

Plan van aanpak: zet de onderverdeling in (deel)producten en termijnen uiteen. Leg de samenhang uit.

Haalbaarheid: benoem de risico’s. Geef aan hoe deze worden gemanaged: welke acties worden ondernomen om risico’s te beheersen.

3.6 Beschrijf de rol/inzet van de samenwerkende partijen. Hoe wordt de impuls die met het project wordt gegeven, duurzaam door die partijen ingebed (maximaal 500 woorden).

Toelichting

Samenwerken: Welke partijen doen actief mee aan het project? Ontbreken er eventueel relevante partijen en waarom? En welke partijen zijn verder betrokken om ervoor te zorgen dat op de latere/ langere termijn olievlekwerking/opschaling mogelijk is? Hoe wordt de samenwerking tussen de partijen die meedoen vormgegeven?

Structurele/duurzame inbedding:

Welke activiteiten worden ondernomen om structurele inbedding mogelijk te maken? Is er een verantwoordelijke partij om structurele uitrol/inbedding te bewerkstelligen? Is het beheer geborgd? Zo ja, hoe? Hoe worden potentiële gebruikers van de projectresultaten bij de uitvoering van het project betrokken? Hoe worden de projectresultaten na afloop van de subsidieperiode ingebed in de

structurele activiteiten van de subsidievrager en samenwerkende partijen?

Wat is het plan van aanpak om de resultaten van het project ten goede te laten komen aan potentiële gebruikers?

3.7 Beschrijf de communicatieaanpak die wordt gebruikt voor het project (maximaal 500 woorden).

Toelichting

Welke communicatie wordt uitgevoerd tijdens de looptijd van het project en ook daarna, om

(6)

subsidieprogramma en

2) doelen en resultaten bespreekbaar te maken bij landelijke olievlekwerking/opschaling? Formuleer hiervoor een plan van aanpak en stel daarvoor een aparte begroting op.

(7)

4. INFORMATIE m.b.t. TOETSINGSCRITERIA

In deel 3 heeft u uw project in uw eigen woorden beschreven.

Het Zorginstituut toetst uw aanvraag aan de in de subsidieregeling opgenomen toetsingscriteria. In dit deel 4 legt u uit waaruit blijkt dat uw aanvraag aan deze toetsingscriteria voldoet.

Algemeen: De aanvraag betreft een projectsubsidie. Deze is bedoeld voor het geven van een impuls aan het thema: ‘Het gebruiken van uitkomstinformatie bij Samen beslissen in ketens in de curatieve zorg’.

Maak duidelijk dat het project voldoet aan dit criterium (maximaal 150 woorden).

Toelichting

Deze projectsubsidie is bedoeld voor het geven van een impuls aan een beweging die in gang gezet moet worden. Reguliere werkzaamheden van de aanvragende organisatie komen niet voor subsidie in aanmerking. Een impuls betekent dat de projectvoering een vervolg krijgt na de (maximaal) 2

subsidiejaren.

Themaspecifieke criteria voor 2019 (Hoofdstuk IV uit het beleidskader)

a. Het project wordt uitgevoerd in ketens in de curatieve zorg, waarbij de focus ligt op: - samenwerking tussen de eerste en tweede en/of derde lijn en/of

- samenwerking tussen verschillende beroepsgroepen in de eerste en/of tweede en/of derde lijn door informatie van meerdere zorgverleners/zorgprofessionals en de patiënt beschikbaar te maken in het proces van Samen beslissen.

Toelichting

Het project richt zich op gebruiken van uitkomstinformatie bij Samen beslissen in ketens in de

curatieve zorg. Dit betekent niet per se dat de aanvrager van het project zelf zorg verleent of gebruikt in de ketens in de curatieve zorg. De voorkeur gaat uit naar verzekerde zorg, al is niet-verzekerde zorg niet uitgesloten. De aanvragende partij kan ook een overkoepelende belangenbehartiger zijn voor deze sectoren.

De focus ligt op samenwerking tussen enerzijds de eerste lijn en anderzijds de tweede en/of derde lijn; en/of samenwerking tussen verschillende beroepsgroepen in de diverse lijnen.

a. Het project is een samenwerking tussen (vertegenwoordigers van) de bij het project betrokken patiënten en/of hun naasten en zorgverleners.

(8)

Het project is een samenwerking tussen zorgverleners en patiënten en/of hun naasten. Leg uit waaruit die samenwerking bestaat. Welke organisaties participeren namens zorgverleners en patiënten en/of naasten in het project? Wie verricht welke activiteiten?

NB 1: Onder samenwerking wordt verstaan: gelijkwaardige samenwerking (dus niet inspraak zoals consulteren of adviseren). Dit betekent niet per se dat betrokken partijen evenveel uren of middelen inbrengen maar wél dat beide een substantiële bijdrage leveren aan het project.

NB 2: Het ‘steunen’ van het project (bijvoorbeeld d.m.v. een intentieverklaring of met uitsluitend een financiële bijdrage) wordt niet beschouwd als participatie in het project.

b. Projecten borgen actieve en onafhankelijke patiëntenparticipatie gedurende het gehele traject. Maak duidelijk hoe het project bijdraagt aan deze doelstelling (maximaal 100 woorden).

Toelichting

Binnen het project moeten patiënten of vertegenwoordigende organisaties in staat worden gesteld om hun rol bij het project te vervullen. Beschrijf hier hoe dat gaat gebeuren en hoe de onafhankelijkheid van de bijdrage van de patiënt geborgd wordt, bijvoorbeeld door het betrekken van relevante (landelijke) patiëntenorganisaties.

c. Het doel van het project is het gebruiken van uitkomstinformatie in het proces van Samen beslissen door patiënten en/of hun naasten en zorgverlener/zorgprofessional in de zorgketen, waarbij de nadruk ligt op het daadwerkelijk gebruiken van die uitkomstinformatie.

Maak duidelijk hoe het project bijdraagt aan deze doelstelling (maximaal 100 woorden).

Toelichting

Uitkomstinformatie is informatie over de te verwachten uitkomsten van een behandeling en over de invloed die uitkomsten kunnen hebben op de kwaliteit van leven van de patiënt. Uitkomstinformatie is een belangrijk instrument om succesvol samen te kunnen beslissen. In het project moet het gaan om het daadwerkelijke tóepassen van Samen beslissen met uitkomstinformatie in de praktijk. Het gaat er niet alleen om om dit mógelijk te maken. Het maken van instrumenten die uitkomstinformatie

benutten kan een onderdeel van het project zijn. Tegelijk maakt het beschikbaar hebben van een instrument nog niet dat zo’n instrument ook effectief wordt gebruikt in het proces van samen beslissen. Een project moet om deze reden ook altijd gaan over het (leren) gebruiken van de instrumenten. Het doel is, dat de patiënt –op basis van zo volledig en betrouwbaar mogelijke informatie- onderbouwd kan afwegen wat voor hem/haar de best passende behandeling is met het best passende resultaat, waarbij niet-behandelen ook een optie is..

d. Het project gebruikt uitkomstinformatie in relatie met informatie over de persoonlijke situatie van de patiënt.

(9)

Samen beslissen vraagt om een omslag van denken en doen in termen van behandelen (kwaliteit van behandeling): hoe iemand te helpen (weer) te komen waar hij wil zijn (kwaliteit van leven). Hiervoor is naast zorginhoudelijke informatie, ook informatie nodig over de persoonlijke situatie van de patiënt (denk bij voorbeeld aan actieve/sportieve leefstijl van patiënt, zorg voor (klein)kinderen, mantelzorger, werkactiviteiten, hobby’s). Op basis hiervan kan de patiënt overwegen welke behandeling de best passende behandeling is.

e. Het project versterkt de vaardigheden van zorgverlener/zorgprofessional en/of de patiënt en/of naasten bij het proces van Samen beslissen, in relatie tot het gebruiken van uitkomstinformatie. Maak duidelijk dat het project voldoet aan dit criterium (maximaal 100 woorden).

Toelichting

Uitkomstinformatie is een belangrijk instrument om succesvol samen te kunnen beslissen. Naast de beschikbaarheid van uitkomstinformatie zijn ook vaardigheden vereist bij zorgverleners en patiënten en/of hun naasten. Samen beslissen is een interactief, dynamisch proces. Hiervoor zijn naast

informatiemiddelen, ook vaardigheden ten aanzien van communicatie en informatieverwerking nodig. Een project dat een impuls geeft aan ‘het gebruiken van uitkomstinformatie bij Samen beslissen in ketens in de curatieve zorg’, moet altijd zijn ingebed in een breder kader van instrumenten en vaardigheden. Dit is nodig om succesvol samen te kunnen beslissen.

f. De uitkomstinformatie die gebruikt wordt, beschrijft in principe alle mogelijke behandelopties inclusief de optie ‘niet behandelen’ en is dus niet beperkt tot de zorg die de zorgverlener zelf levert. Ook behandelopties die door andere zorgverleners in de keten worden uitgevoerd worden – indien relevant – beschreven.

Toelichting

Een patiënt heeft recht op het hele verhaal. Enerzijds is dat alle relevante zorginhoudelijke informatie of informatie over de (mogelijke) psychosociale gevolgen die een aandoening met zich mee kan brengen. Anderzijds is het óók het volledige verhaal over de behandelmogelijkheden en de voor- en nadelen daarvan. Niet elke zorginstelling kan altijd in alle behandelmogelijkheden voorzien. Maar het project voorziet wél in een zo volledig mogelijke weergave van de opties in de keten. Zo kan de patiënt zélf de afweging maken waar hij zich laat behandelen of dat hij eventueel van behandeling afziet. Het perspectief van de zorgvrager is leidend en niet het perspectief van de instelling die de zorg levert of van de zorgverlener.

g. Projecten die keuzehulpen (verder) ontwikkelen, als onderdeel van het project, maken gebruik van de Leidraad Keuzehulpen1_.

(10)

Toelichting

Om een zo betrouwbaar mogelijke en nuttige keuzehulp te ontwikkelen, die door patiënten goed vindbaar is, hebben drie organisaties (NHG, FMS en V&VN) en Patiëntenfederatie Nederland de Leidraad (handleiding) ‘Hoe maak ik een keuzehulp bij een richtlijn?’ gemaakt, gebaseerd op een uitgebreide wetenschappelijk verkenning in de literatuur, onder (internationale) experts op het gebied van keuzehulpen, en onder beroepsgroepen en patiëntenorganisaties. Beschrijf kort hoe hiervan gebruik is gemaakt.

h. Het project maakt gebruik van bestaande uitkomstinformatie/uitkomstmaten of van onderdelen van bestaande uitkomstinformatie/uitkomstmaten, die nodig zijn om het doel van het project mogelijk te maken.

Toelichting

Het projectvoorstel legt duidelijk uit van welke bestaande (onderdelen van)

uitkomstinformatie/uitkomstmaten gebruik wordt gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld door het opnemen van een weblink naar de betreffende informatie.

i. Het project maakt gebruik van gegevens uit bestaande (kwaliteits)registraties. Het aanvullen van (kwaliteits)registraties om het doel van het project mogelijk te maken kan onderdeel zijn van een project.

Toelichting

Het aanvullen van registraties kan een klein onderdeel zijn van een project. Tegelijk vraagt dit mogelijk nog veel tijd en aandacht voor informatieverzameling, analyse en/of modelontwikkeling. Houd er rekening mee dat de doorlooptijd van projecten binnen deze stimuleringsregeling maximaal twee jaar is. Binnen die periode moet de omschreven praktijk van samen beslissen zijn bereikt. Laat in uw voorstel overtuigend zien dat dit realistisch is.

j. Projecten stellen hun producten en/of diensten beschikbaar in het publieke domein via relevante websites en via open standaarden die passen binnen de afsprakenstelsels en architectuur die in het Informatieberaad*)_{zijn overeengekomen.}

Toelichting

Subsidiegelden zijn publieke middelen. Het product dat met deze middelen wordt ontwikkeld, is daarom voor eenieder die dat wil over te nemen en te gebruiken. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om de eindproducten of bijvoorbeeld informatie die door het product wordt gegenereerd, maar ook om dat wat nodig is om het eindproduct te ontwikkelen, te ontsluiten en te implementeren.

(11)

*) _{Het Informatieberaad maakt afspraken over een duurzaam informatiestelsel in de zorg (zie ook de} website www.informatieberaadzorg.nl).

k. Het project verspreidt actief de opgedane kennis en ervaring over het gebruiken van uitkomstinformatie bij Samen beslissen (bijvoorbeeld via publicaties op relevante websites en tijdens symposia). zodat uitkomstinformatie door meer organisaties en meer aandoeningen kan worden gebruikt in het proces van Samen beslissen.

Toelichting

Met de subsidieregeling ondersteunen we voorlopers die uitkomstinformatie voor Samen beslissen in de spreekkamer nu al kunnen maken én gebruiken. We realiseren ons dat het nog niet aannemelijk is dat die beweging zich al als een olievlek over alle zorginstellingen kan verspreiden. Daarvoor zijn veel instellingen op dit moment gewoon nog niet ver genoeg met het invoeren van uitkomstinformatie. Tegelijk kunnen de voorlopers wel een katalysator en bron van inspiratie zijn voor andere

zorginstellingen. Een criterium is dan ook dat kennis actief wordt verspreid zodat derden kunnen leren van de opgedane ervaringen binnen de gesubsidieerde projecten. Overtuig ons er in uw voorstel van hoe dit wordt vormgegeven. Belangrijk hierbij is dat u aangeeft hoe gewerkt wordt aan een structurele leer- & ontwikkel-infrastructuur.

Algemene criteria voor 2019 (Hoofdstuk III uit het beleidskader)

A. Het project wordt gedragen door de voor het specifieke project relevante partijen. Maak duidelijk dat het project voldoet aan dit criterium (maximaal 150 woorden).

Toelichting

Het project moet een samenwerking zijn tussen zorgverleners en patiënten en/of hun naasten (zie ook criterium b.). Naast deze betrokkenen kunnen vanwege de aard van het project ook nog andere partijen, bijvoorbeeld zorgverzekeraars, betrokken zijn. In dat geval wordt ook door die partijen onderbouwd dat zij het project dragen, bijvoorbeeld door een intentieverklaring of doordat ze middelen bijdragen. Intentieverklaringen, waaruit blijkt dat het project bestuurlijk gedragen wordt door in het projectvoorstel genoemde relevante partijen, kunt u als bijlage bij uw aanvraag voegen. Maak duidelijk dat er sprake is van concrete samenwerking.

B. De opgedane ervaringen binnen het project zijn in potentie geschikt om op landelijke schaal te worden gebruikt.

Leg uit waarom uw project voldoet aan dit criterium (maximaal 200 woorden).

Toelichting

(12)

project in potentie geschikt is om landelijk te worden gebruikt. Als bijvoorbeeld het resultaat van het project ook op langere termijn slechts lokaal/regionaal toegepast kan worden, voldoet het in beginsel niet aan dit criterium. Maak duidelijke welke activiteiten nodig zijn om opschaling mogelijk te maken, welke partijen daarvoor nodig zijn, wie welke verantwoordelijkheden dient te dragen en met welke inzet van middelen rekening gehouden dient te worden

Dit criterium sluit aan bij criterium l., waarbij we er van overtuigd willen raken dat de opbrengsten in potentie landelijk gebruikt kúnnen worden, en de beweging landelijk gestimuleerd wordt. Geef in uw voorstel weer hoe u landelijke opschaling voor u ziet / vorm zou willen geven en welke mogelijkheden hiervoor beschikbaar zijn of worden benut. Gedacht kan worden aan het doorontwikkelen en/of borgen van de resultaten door bijvoorbeeld een wetenschappelijke adviesraad in het leven te roepen van (onafhankelijke) deskundigen.

C. De projectactiviteiten en/of resultaten worden na afloop van het project met eigen mensen en middelen ingebed in het langetermijnbeleid van de aanvragende en samenwerkende organisatie(s). Dat betekent dat in de aanvraag wordt beschreven hoe de activiteiten of resultaten na afronding van het project worden onderhouden.

Toelichting

De projectaanvraag maakt duidelijk welke partijen, op welke wijze na afloop van de projectperiode verder werken met of aan het resultaat en met welke inzet van mensen of middelen.

De inbedding van de projectactiviteiten en/of resultaten vindt overigens niet per se plaats bij de subsidieontvangende organisatie. Deze kan ook als katalysator voor de impuls optreden. Als dat het geval is, op welke wijze vindt dit dan plaats?

D. De projectresultaten zijn om niet voor iedereen toegankelijk en te gebruiken. Maak duidelijk dat het project voldoet aan dit criterium (maximaal 100 woorden).

Toelichting

Dit criterium sluit aan bij criterium k. Subsidies zijn publieke middelen. Het product dat met die middelen ontwikkeld wordt, is daarom voor ieder die dat wil over te nemen en te gebruiken, inclusief het instrument of de dienst die ontwikkeld wordt om het product toegankelijk te maken.

E.De projectactiviteiten of resultaten daarvan zijn er niet op gericht om een commercieel verdienmodel op te bouwen of in stand te houden.

Toelichting

Deze eis ligt in het verlengde van eis D. Projecten die subsidie aanvragen voor de ontwikkeling van producten die na afloop van de projectperiode (direct of indirect) worden gebruikt voor commerciële doeleinden zijn uitgesloten.

(13)

F.Het project leidt tot zo min mogelijk regeldruk voor zorgaanbieders. De regeldruk moet in redelijke en onderbouwde verhouding staan tot de resultaten van het project. Het principe van eenmalig vastleggen voor meervoudig gebruik is daarbij het uitgangspunt.

G.Het project start niet voor 1 juli 2019 en eindigt niet na 31 december 2021. Het project duurt maximaal 24 maanden.

Wat is de aanvangsdatum van de activiteiten? ________________ Wat is de einddatum van de activiteiten? ________________ Wat is de looptijd van het project (max. 24 maanden)? ________ maanden Toelichting

De projectperiode is maximaal 2 jaar. Een project moet in 2019 starten. Aanvragen die uiterlijk 31 maart 2019 zijn ontvangen of ingediend, ontvangen uiterlijk 1 juli 2019 bericht of de aanvraag is toegekend of afgewezen.

H. Uurtarieven zijn subsidiabel tot het niveau van de tarieven zoals opgenomen in de Handleiding

Overheidstarieven 2019 (HOT). Hiervoor geldt het functieniveau dat de overheid hanteert bij de

uitvoering van projecten. Toelichting

 Het Zorginstituut hanteert, op basis van de HOT, de volgende functie-schalen: projectleider schaal 12 /13

sr. project/wetenschappelijk medewerker schaal 11/12 project/wetenschappelijk medewerker schaal 10 ondersteuner schaal 8

 De functie die benodigd is voor de projectorganisatie is leidend voor de hoogte van de subsidie; niet het beroep van de persoon die de functie zal uitoefenen.

 Ook de overheadkosten baseert u op de HOT.

 Indien u in de begroting afwijkt van HOT dient u verschillen te verklaren in de toelichting op de betreffende post(en).

 Deel 8 bevat een uitgebreidere toelichting bij de begroting.

I. Het Zorginstituut toetst of de raming van de benodigde uren voor het project gebaseerd is op een reële inschatting.

J. Het Zorginstituut toetst of de gevraagde subsidie in redelijke verhouding staat tot de resultaten. K. Door het indienen van uw aanvraag verklaart u dat u niet elders subsidie voor hetzelfde of een vergelijkbaar project ontving of ontvangt.

Toelichting

(14)

L. Aanvragen voor een subsidie van meer dan € 1 miljoen komen niet in aanmerking. Er is geen ondergrens.

M. Door het indienen van uw aanvraag verklaart u dat u bereid bent om samen met andere subsidieontvangers samen te werken in een programma:

- Dit betekent dat u op verzoek van het Zorginstituut afspraken maakt over samenwerking met andere projecten binnen het subsidieprogramma en bereid bent mee te werken aan onderzoek ten behoeve van de subsidieregeling.

- Gedurende het project werkt u mee aan bijeenkomsten en symposia die door het Zorginstituut in het kader van dit programma worden georganiseerd.

- U stelt op verzoek van het Zorginstituut gegevens beschikbaar aan het Zorginstituut over de gemaakte keuzes op basis van Samen beslissen, bijvoorbeeld ten behoeve van het borgen van uitkomstinformatie in kwaliteitsstandaarden en/of richtlijnen. Dit gebeurt overeenkomstig algemeen aanvaarde standaarden voor gegevensuitwisseling in de gezondheidszorg.

- U vermeldt bij publieksuitingen over de projectresultaten dat deze zijn behaald met behulp van deze toegekende subsidie voor transparantie.

- Als uw project zich richt op aandoeningen die centraal staan in het programma Uitkomstgerichte zorg van VWS en het Zorginstituut (deze aandoeningen staan expliciet vermeld op de website van het Zorginstituut) verklaart u zich bereid om kennis en kunde te delen met het programma Uitkomstgerichte zorg.

Toelichting: In het beleidskader is vermeld dat op de website van het Zorginstituut een overzicht staat van aandoeningen die centraal staan in het programma Uitkomstgerichte zorg van VWS en het Zorginstituut. Projecten die zich richten op een van die aandoeningen zouden bereid moeten zijn om kennis en kunde te delen met dat programma. Er is echter in het programma

Uitkomstgerichte zorg nog geen centrale lijst van aandoeningen vastgesteld. Wel is er - in het kader van het programma Uitkomstgerichte zorg - een aantal aandoeningen die door de Santeon groep van ziekenhuizen worden onderzocht met als doel om uitkomstindicatoren te implementeren en daarvan te leren ten behoeve van alle zorgaanbieders. Het betreft CVA, borstkanker en chronisch nierfalen. Indien uw project zich richt op één van die drie

aandoeningen dan verklaart u zich door het indienen van uw aanvraag bereid om kennis en kunde te delen met het programma Uitkomstgerichte zorg. Op aanvragen die zich richten op overige aandoeningen is dit specifieke vereiste niet van toepassing.

- Als uw project gaat over aandoeningen die eerder vanuit het subsidieprogramma transparantie over de kwaliteit van zorg zijn gesubsidieerd, komt uw project alleen voor subsidie in aanmerking indien u aangeeft wat de toegevoegde waarde van uw project is ten opzichte van het eerder gesubsidieerde project (de eerder gesubsidieerde projecten staan vermeld op de website van het Zorginstituut).

N. Door het indienen van uw aanvraag verklaart u het volgende: a.het project is niet gericht op (wetenschappelijk) onderzoek; b.het project is niet primair gericht op opleiding of scholing;

c. het project heeft niet betrekking op het versterken van randvoorwaardelijke onderwerpen zoals kwaliteitsstandaarden, het ontwikkelen van indicatoren, kwaliteitsregistraties, databases,

terminologiestelsels, keuzehulpen, andere beslisondersteunende instrumenten etc.;

d. het project gaat niet over de juistheid van uitkomstmaten of het ontwikkelen van nieuwe uitkomstmaten

e. het project is niet gericht op algemene publieksvoorlichting (bijvoorbeeld mediacampagnes).

Aanvullende themaspecifieke criteria voor 2019 (Hoofdstuk IV uit het beleidskader)

Het subsidieplafond voor het verstrekken van subsidies ten behoeve van de transparantieactiviteiten bedraagt € 5,75 miljoen. Het ingevolge het subsidieplafond beschikbare bedrag wordt verdeeld via een tendersysteem. Dit betekent dat voorrang wordt gegeven aan de aanvragen die naar verwachting meer geschikt zijn om bij te dragen aan de doelstelling van de subsidieverstrekking. Naarmate de projecten aan meer aanvullende themaspecifieke criteria voldoen, krijgen ze aanvullend pluspunten. Hierbij geldt dat de afzonderlijke criteria even zwaar wegen. De projecten worden in de volgorde van de rangorde gesubsidieerd totdat het subsidieplafond van € 5,75 miljoen is bereikt. Indien meerdere aanvragen hetzelfde aantal aanvullende pluspunten hebben en het plafond zou worden overschreden, wordt de onderlinge rangschikking overeenkomstig artikel 2.3 van de Kaderregeling subsidies OCW,

(15)

SZW en VWS door middel van loting vastgesteld.

De aanvullende themaspecifieke criteria luiden als volgt:

i. Projecten sluiten aan bij de ambitie om voor de aandoeningen die 50% van de ziektelast bepalen uitkomstinformatie beschikbaar te hebben in 2022 (deze aandoeningen staan expliciet vermeld op de website van het Zorginstituut).

Toelichting: Dit aanvullende specifieke criterium is opgenomen in het beleidskader. Er is nog geen besluit genomen voor welke aandoeningen die 50% van de ziektelast bepalen uitkomstinformatie beschikbaar moet zijn in 2022. Daarom kan het Zorginstituut dit overzicht niet op de website opnemen. Hiervoor kan daarom ook geen pluspunt worden verkregen. Er kunnen, indien het subsidieplafond wordt overschreden, nog maar twee pluspunten worden verkregen, namelijk voor de hieronder onder ii en iii genoemde criteria.

ii. Bij het project is in ieder geval de eerste lijn betrokken.

Toelichting

Gedacht kan worden aan projecten waarin wordt samengewerkt door bijvoorbeeld huisartsen en specialisten, door fysiotherapeuten en orthopeden, door verloskundigen en gynaecologen; maar ook door diverse beroepsgroepen in de eerste lijn.

iii. Het project richt zich specifiek op patiënten met lage gezondheidsvaardigheden. Maak duidelijk dat het project voldoet aan dit criterium (maximaal 150 woorden).

Toelichting

Hierbij wordt uitgegaan van de brede WHO-definitie van gezondheidsvaardigheden (‘health literacy’), waarbij functionele (geletterdheid, rekenen), communicatieve (actief participeren) en kritische (kritisch beoordelen van informatie ten behoeve van de eigen gezondheid) vaardigheden een rol spelen.

(16)

5. BEGROTING

De begroting dient u gespecificeerd naar activiteit in te vullen en toe te lichten. De begroting moet herleidbaar zijn naar de activiteiten zoals u die heeft omschreven in deel 3.4.

Bijvoorbeeld: Communicatie in het kader van het project is dan aan te merken als een separate activiteit. Deel 8 bevat een toelichting bij de begroting.

U kunt een Excel-format opvragen door een mail te sturen naar transparantie2019@zinl.nl.

5.1 Activiteit A:

(omschrijving) Personele kosten Functie Categorie

Functie-niveau Inzet infte

Aantal begrote

uren (A) Tarief (B)

Begroot bedrag (AxB) Eigen bijdragen/ Bijdragen derden Gevraagde subsidie 1 = intern 2= extern 3 = kosten derden € €

€

Totaal personele kosten Materiële kosten

-Totaal materiële kosten Overige kosten

-Totaal overige kosten Totaal begroot activiteit A

(17)

Toelichting begrotingsposten activiteit A

(indien van toepassing)

Personele kosten

Kernachtige omschrijving

Materiële kosten

Cijfermatige toelichting en opbouw van de materiële kosten

Overige kosten / overige kosten derden

Specificatie overige kosten / kosten derden en kernachtige omschrijving

Cijfermatige toelichting en opbouw van de overige kosten / overige kosten derden

Eigen bijdragen / bijdragen derden

(18)

5.2 Activiteit B:

Aantal begrote

uren (A) Tarief (B)

€

-Totaal overige kosten Totaal begroot activiteit B

(19)

Toelichting begrotingsposten activiteit B

Personele kosten

Materiële kosten

Overige kosten / overige kosten derden

Eigen bijdragen / bijdragen derden

(20)

5.3 Activiteit C:

Aantal begrote

uren (A) Tarief (B)

€

-Totaal overige kosten Totaal begroot activiteit C

(21)

Toelichting begrotingsposten activiteit C

Personele kosten

Materiële kosten

Overige kosten / overige kosten derden

Eigen bijdragen / bijdragen derden

(22)

5.4 Activiteit D:

Aantal begrote

uren (A) Tarief (B)

€

-Totaal overige kosten Totaal begroot activiteit D

(23)

Toelichting begrotingsposten activiteit D

Personele kosten

Materiële kosten

Overige kosten / overige kosten derden

Eigen bijdragen / bijdragen derden

(24)

5.5 Activiteit E:

Aantal begrote

uren (A) Tarief (B)

€

-Totaal overige kosten Totaal begroot activiteit E

(25)

Toelichting begrotingsposten activiteit E

Personele kosten

Materiële kosten

Overige kosten / overige kosten derden

Eigen bijdragen / bijdragen derden

(26)

5.6. SAMENVATTING BEGROTING

Totaal personele kosten Totaal materiële kosten Totaal overige kosten Begroot bedrag Eigen bijdragen/ Gevraagde subsidie Bijdragen derden € € € € € € Activiteit A Activiteit B Activiteit C Activiteit D Activiteit E Totaal

(27)

6. LIQUIDITEITSPROGNOSE

Hieronder dient u de prognose van de benodigde liquiditeit aan te geven (indien van toepassing) gekoppeld aan de fasering in het project:

prognose liquiditeit

maand Bedrag per maand fase project bedrag per fase

€ fase … € maand 1 maand 2 maand 3 maand 4 maand 5 maand 6 maand 7 maand 8 maand 9 maand 10 maand 11 maand 12 maand 13 maand 14 maand 15 maand 16 maand 17 maand 18 maand 19 maand 20 maand 21 maand 22 maand 23 maand 24 Totaal

Indien u een niet gelijkmatig over de subsidieperiode gespreide liquiditeitsbehoefte heeft dan kunt u dit hierboven vermelden. Deze liquiditeitsprognose dient u te specificeren en te onderbouwen.

Indien u deze liquiditeitsprognose niet invult dan wordt de subsidie, bij eventuele verlening, maandelijks bevoorschot. De bevoorschotting vindt dan gelijkmatig plaats over de looptijd van het project.

(28)

7. OVERZICHT VAN DE BIJLAGEN

Bijlage bijgevoegd: Bijlage bij onderdeel: Onderwerp indien van toepassing: betreffende

bijlage aanvinken evt. opmerkingen

1 Machtiging voor het aanvragen subsidie

2 Door aanvrager getekende kopie van het meest _{recente bankafschrift} 2 Bewijsstuk vrijstelling BTW

2 Uittreksel Kamer van Koophandel 2

Laatst opgemaakte jaarrekening dan wel balans, staat van baten en lasten en een toelichting daarop inclusief controleverklaring van een accountant.

(29)

8. TOELICHTING BIJ DE BEGROTING

8.1 Algemeen

1. U dient voor een projectsubsidie de totalen voor de gehele projectperiode in te vullen.

2. De begroting dient sluitend te zijn, ofwel, de begrote bedragen van derden, de begrote eigen bijdrage en de gevraagde subsidie zijn gelijk aan de totale begrote kosten.

3. De kosten worden berekend op basis van een controleerbare methode, die is gebaseerd op bedrijfseconomische grondslagen en normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd en die door de subsidieontvanger stelselmatig worden toegepast. Hierbij is aangesloten bij artikel 362 van Boek 2 Burgerlijk wetboek. Concreet houdt deze norm in dat de subsidiabele kosten terug te voeren moeten zijn op een gebruikelijke en controleerbare

systematiek. Dit is de systematiek die voor de jaarrekening wordt gebruikt.

4. Kosten voor materiële vaste activa zijn alleen subsidiabel als deze materiële vaste activa specifiek voor de subsidiabele activiteiten worden aangewend. De afschrijving van de materiële vaste activa wordt bepaald door gedurende de economische levensduur rekening te houden met de economische waardevermindering ten opzichte van de historische kostprijs.

5. Toevoegingen aan voorzieningen en reserveringen komen niet in aanmerking voor subsidie. 6. U dient de begrote kosten en bijdragen nauwkeurig en reëel te calculeren.

7. Indien een subsidie wordt aangevraagd voor een aantal geraamde prestatie-eenheden, dan dient de hoogte en samenstelling van het begrote bedrag per prestatie-eenheid te worden vermeld.

8. De hoogte van het subsidiebedrag wordt gewoonlijk berekend op basis van de begroting van de kosten die nodig zijn voor het uitvoeren van uw subsidieproject, rekening houdend met de eigen bijdrage en de kosten van derden. Niet alle kosten komen automatisch in aanmerking voor subsidie. De hoofdregel is dat het gaat om kosten die u redelijkerwijs met maken om de

activiteiten binnen uw project uit te voeren en dat de kosten rechtstreeks samenhangen met deze activiteiten. Onder deze voorwaarde kunnen ook de overheadkosten als subsidiabele kosten worden aangemerkt. Te denken valt aan de kosten van de huur van een pand, verzekeringen, controleverklaringen, assurancerapporten e.d. De kosten verantwoordt u onder de overig kosten/ kosten derden.

9. Buiten de looptijd van de subsidieperiode gemaakte kosten van het project worden niet gesubsidieerd. Indien kosten zijn gemaakt tijdens de looptijd van het project, maar betaald worden na afloop van de subsidieperiode, dan zijn deze kosten wel subsidiabel.

10. Bent u BTW-plichtig voor wat betreft de activiteiten waarvoor u subsidie aanvraagt, dan mag u de BTW niet opvoeren in de begroting. U verrekent de BTW in uw aangifte omzetbelasting. Wanneer u niet BTW-plichtig bent, dan kunt u de BTW over bepaalde kosten, zoals bijvoorbeeld kosten derden meenemen in de begroting.

11. Uitgangspunt is dat de informatie wordt toegespitst op de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

12. De kostencategorieën (personeel, materieel en overige kosten/kosten derden) specificeren naar kostensoorten.

13. Desgevraagd kunnen ook andere gegevens en bescheiden worden verlangd die nodig zijn voor een beslissing op een aanvraag.

8.2 Personele kosten

1. Vermeld hier alle personele kosten (loonkosten inclusief sociale lasten) die aan de te subsidiëren activiteiten binnen het project moet worden toegerekend.

2. De Handleiding Overheidstarieven is een handreiking voor onderdelen van de rijksoverheid die kosten in rekening brengen voor werkzaamheden verricht voor, of diensten verleend aan,

(30)

afnemers binnen en buiten de rijksoverheid. Deze handleiding biedt voor elk van de ambtelijke salarisschalen een indicatief kostendekkend (integraal) uurtarief op basis van de standaard (kantooromgeving) binnen de rijksoverheid. Deze bevat salarisschalen voor verschillende functieniveaus en normen voor overhead en aantal directe uren op jaarbasis. Deze handleiding wordt ook als een referentiekader gebruikt bij het beoordelen van uurtarieven als onderdeel van de begrote subsidiabele kosten. Afwijkingen hiervan dient u gemotiveerd toe te lichten.

Uurtarieven die uitstijgen boven de maximale beloning volgens de Wet Normering Topinkomens zijn niet subsidiabel, tenzij het overgangsrecht van toepassing is. Voor externe inhuur geldt alleen een maximum voor ingehuurde topfunctionarissen. Voor topfunctionarissen geldt dat, in geval van een dienstverband van een kleinere omvang of een kortere duur dan een kalenderjaar, de bezoldiging wordt gerelateerd aan een volledig dienstverband of aan een volledig jaar.

3. In de toelichting dient u inzicht te geven in het tarief per uur en de te verwachten uren per categorie medewerker/functieniveau, waarbij in de opbouw van de uurtarieven een uitsplitsing wordt gemaakt tussen loonkosten (brutoloon, uitkeringen, werkgeverspremies) en eventuele overheadkosten die hieraan worden toegerekend. Ook dient u de overheadkosten te specificeren en de samenhang met de te subsidiëren activiteit te onderbouwen.

4. De aan het project toegerekende uren dienen bij de begroting aannemelijk te worden gemaakt en bij de realisatie te kunnen worden aangetoond, dan wel aannemelijk te worden gemaakt. 5. De personele kosten dient u verder uit te splitsen naar interne en externe personeelskosten en personele kosten derden. Interne personeelskosten betreffen de kosten van de eigen organisatie. Externe personeelskosten zijn de kosten van externe inhuur. Onder personele kosten derden worden eventuele kosten van inlenen van personeel van deelnemende partijen aan dit project verstaan. Vermeld bijvoorbeeld de offertes die aan de begrote kosten ten grondslag liggen.

8.3 Materiële kosten (inclusief communicatiekosten)

1. Vermeld hier alle materiële kosten die aan de te subsidiëren activiteiten moeten worden toegerekend.

2. Maak de opbouw van deze post inzichtelijk en licht hieronder vallende kosten cijfermatig toe. Eventuele offertes kunnen worden meegestuurd.

3. De afschrijving van materiële vaste activa worden berekend op basis van historische aanschafprijzen.

4. Gebruikskosten voor materiële vaste activa zoals bijvoorbeeld apparaten en machines, maar ook softwarelicenties, die niet speciaal voor het project zijn aangeschaft, worden berekend op basis van een controleerbare registratie voor het gebruik van deze apparatuur. Dit houdt in dat u aantoonbaar bijhoudt hoeveel tijd of hoeveel handelingen, de apparatuur voor het project is ingezet. Daarnaast moet u een controleerbare berekening hebben van de kosten van de

apparatuur per tijdseenheid of handeling. Hierbij moet u uitgaan van een normale bezetting van het apparaat en de historische aanschafprijs van het apparaat. U kunt de kosten niet aan het project toerekenen zonder een gebruiksregistratie van bestaande apparatuur, zonder een goede en controleerbare berekening van de kostprijs.

5. De kosten van apparatuur, die u speciaal voor een project koopt en verbruikt. Het gaat om kosten waarvan de hoogte is aan te tonen op basis van een factuur. Wel moet u voor de bepaling van de subsidiabele kosten de eventuele restwaarde van de apparatuur aftrekken van de

aanschafprijs. Voor bepaling van de restwaarde, van speciaal voor een project aangeschafte apparatuur, geldt als hoofdregel dat de restwaarde bepaald wordt op basis van lineaire afschrijving. Dit is een boekhoudkundige restwaarde.

6. Communicatiekosten betreffen de kosten die betrekking hebben op de activiteiten benoemd in de uitwerking activiteitenplan (projectplan).

(31)

1. Vermeld hier alle overige kosten/kosten derden die niet vallen onder personele of materiële kosten en die aan de te subsidiëren activiteit moet worden toegerekend. Hieronder vallen ook de overheadkosten voor zover die niet aan personeelskosten zijn gerelateerd. Voorwaarde is wel dat de kosten samenhangen met de subsidiabele activiteit. Dat wil zeggen dat de kosten toegerekend moeten kunnen worden aan de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt.

2. Onder de overige kosten/kosten derden vallen de directe projectkosten, waarvoor u facturen van anderen ontvangt en in uw administratie bewaart. Het kan bijvoorbeeld gaan om kosten voor uitbesteding van een deel van het project of om kosten van voor het project geleverde materialen of diensten.

3. Maak de opbouw van deze post inzichtelijk en licht alle hieronder vallende kosten cijfermatig toe. Vermeld bijvoorbeeld of aan de begrote kosten offertes ten grondslag liggen.

4. Posten ‘onvoorzien’ zijn niet toegestaan in de begrote kosten.

8.5 Eigen bijdrage

1. Het betreft de bijdrage van de subsidieaanvrager zelf voor het te subsidiëren project.

2. Vermeld hier de eigen bijdrage die aan de te subsidiëren activiteit moet worden toegerekend, die wordt ingebracht vanuit eigen middelen van uw instelling, afkomstig uit het eigen vermogen van de instelling. Bijdragen van deelnemers aan de gesubsidieerde activiteiten worden ook wel ‘eigen bijdragen’ genoemd, maar voor toepassing van deze regeling zijn dat opbrengsten die onder bijdragen van derden vallen.

8.6 Bijdragen derden

1. Het betreft de bijdragen die de subsidieontvanger van een ander dan het Zorginstituut voor de te subsidiëren of gesubsidieerde activiteit ontvangt en die de subsidieontvanger aanwendt voor de te subsidiëren activiteit.

2. Onder bijdragen van derden kunnen onder meer vallen: renteopbrengsten, contributies, geoormerkte schenkingen en legaten, sponsoring en bijdragen van deelnemers aan

gesubsidieerde activiteiten. Doorslaggevend is dat dergelijke bijdragen van derden afkomstig zijn en dat ze aangewend worden of gegenereerd worden door de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt (bijvoorbeeld opbrengsten kaartverkoop-activiteit). Vermeld hier alle bijdragen van derden die aan de te subsidiëren activiteit moeten worden toegerekend exclusief de gevraagde subsidie aan het Zorginstituut. Indien bijdragen derden niet per activiteit kunnen worden gespecificeerd, dan kunt u deze voor het totaalbedrag van de bijdragen vermelden. 3. Specificeer en licht de bijdragen van derden per verstrekker cijfermatig toe.

4. Voor zover u voor dezelfde begrote kosten ook subsidie of een andere financiële bijdrage hebt aangevraagd bij een ander bestuursorgaan moet u hiervan mededeling doen, onder vermelding van de stand van zaken van de beoordeling van die andere aanvraag. Ook indien hiervan op een later tijdstip sprake is, dan dient u onverwijld hiervan melding te doen.

5. U wordt op het volgende geattendeerd en geacht in aanmerking te nemen. Wanneer overheden steun aan ondernemingen verlenen kan deze steun mogelijk

concurrentieverhoudingen verstoren. Dit kan ongunstig zijn voor het handelsverkeer. Daarom is staatssteun bijna altijd verboden. In de zogenaamde de-minimisverordering (Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013) verklaart de Europese Commissie dat steunmaatregelen (zoals subsidieverleningen) tot een bepaalde drempel het handelsverkeer tussen lidstaten niet ongunstig beïnvloeden en de mededinging niet vervalsen. Daarom worden bedragen tot deze drempel niet beschouwd als staatssteun in de zin van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie. Per zelfstandige onderneming mag over een periode van drie opeenvolgende belastingjaren maximaal € 200.000 de-minimissteun worden ontvangen. Voor sommige sectoren geldt een lager maximumbedrag(bijvoorbeeld landbouw € 15.000). De de-minimissteun mag alleen worden gegeven aan ondernemingen die niet in financiële

(32)

algemeen economisch belang. Het is de Europese Commissie die beoordeelt of staatssteun is toegestaan. Ga daarom de relevantie hiervan voor uw organisatie na om het risico van terugvordering van subsidie te voorkomen.