• No results found

A brand new day - L’Oréal op de black hair markt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "A brand new day - L’Oréal op de black hair markt "

Copied!
89
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

A brand new day - L’Oréal op de black hair markt

(2)

Uitgevoerd door:

Marit van Houte S1232800

Opdrachtgever:

L’Oréal Nederland

Dr. A.D. Sacharovlaan 2

2400 AK Aplhen aan den Rijn

Begeleider: H. Pouleijn

RijksUniversiteit Groningen

Faculteit Bedrijfskunde

20 juni 2006

Begeleiders:

Afstudeerbegeleider: Drs. M. Boon

2

de

begeleider: Drs. J. Berger

(3)

´Products are created in the factory. Brands are created in the mind.´

(Walter Landor, founder Landor Associated)

(4)

Voorwoord

Amsterdam 20 juni 2006

In september 2005 ben ik stage gaan lopen bij L’Oréal, gedurende 6 maanden heb ik hier met veel plezier gewerkt. Ik heb bij L’Oréal geweldig veel geleerd over de zakelijke en praktische kant van de marketing, wat mij zeker veel zal helpen in de toekomst.

Nu bijna 10 maanden later is het dan zover, de stage is afgerond, het onderzoek is voltooid en de scriptie is af. Dit mede dankzij de hulp van verschillende mensen, die ik daarom wil bedanken voor hun de waardevolle bijdrage aan mijn scriptie. Hans Pouleijn wil ik bedanken voor de ruimte, de middelen en de steun die ik kreeg bij L’Oréal Coiffure. Hierdoor heb ik een waardevolle en interessante scriptie kunnen schrijven. Alexander Sikkink en Ton Retera wil ik bedanken voor hun hulp met betrekking tot Mizani en alle technische informatie omtrent de producten. En natuurlijk wil ik dhr.

Boon en dhr. Berger bedanken voor hun begeleiding die zij vanuit de universiteit hebben gegeven.

Met deze scriptie rond ik niet alleen mijn studie maar ook mijn studententijd af, wat de scriptietijd tot een zware opgave maakte. Het laatste jaar was een jaar van afkicken van het studentenleven en een kijkje nemen in het bedrijfsleven. Ik wil mijn familie, club- en dispuutgenootjes bedanken voor alle mooie jaren in Groningen en speciaal mijn huisgenootje in Amsterdam door wie het werkende leven een stuk gezelliger werd.

Ik hoop dat deze scriptie veel informatie, ideeën en inspiratie oplevert voor deze, voor L’Oréal, nieuwe uitdagende markt en natuurlijk, veel leesplezier.

Met vriendelijke groet,

Marit van Houte

(5)

Management Summary

In deze scriptie wordt een introductiestrategie geformuleerd voor het nieuwe black hair merk Mizani.

L´Oréal International heeft besloten dit nieuwe merk op de Nederlandse markt te plaatsen. L’Oréal Nederland is met de Divisie Professionele Producten (DPP) actief in de kappersbranche. Op dit moment voert zij vier kappersmerken waar, zoals het nu lijkt, aankomend jaar een vijfde merk aan zal worden toegevoegd. Onder de vleugels van de Professionele Divisie wil L’Oréal Nederland het nieuwe black & mixed hair merk; ‘Mizani’, opnemen. Op deze markt is DPP momenteel niet actief.

Internationaal heeft de L’Oréal Groep met de aankoop van Mizani de stap richting de professionele black & mixed hair markt gezet. De vraag doet zich bij DPP Nederland voor; hoe zij het beste deze nieuwe markt kunnen betreden. Er is een gebrek aan kennis over hoe men dit merk op deze nieuwe markt moet zetten. Het doel van deze scriptie is dan ook:

‘Het verstrekken van beleidsondersteunende informatie aan het management van L’Oréal Nederland om een introductiestrategie voor het merk ‘Mizani’ te kunnen formuleren, waarmee het merk op de Nederlandse black & mixed hair kappersbranche geïntroduceerd kan worden en het potentieel van Mizani optimaal wordt benut.’

Om dit doel te bereiken worden er enkele vragen beantwoord die samen antwoord geven op de hoofdvraag:

‘Hoe kunnen de introductiebeslissingen ingevuld worden om het professionele merk ‘Mizani’

succesvol in de Nederlandse black & mixed hair kappersbranche te introduceren?’

Aan de hand van een framework ontwikkeld door Hultink et. al (1997, 1998) wordt getracht antwoord te geven op de hoofdvraag. Hierbij splitst Hultink de introductiestrategie in strategische en tactische introductiebeslissingen.

In het framework dat Hultink (1997) gecreëerd heeft worden de strategische beslissingen beïnvloed door bepaalde interne kenmerken van de onderneming, door externe kenmerken van de omgeving en daarnaast ook door bepaalde kenmerken van het te introduceren product. Deze drie analyses vormen de basis voor de te creëren strategie. Deze strategische beslissingen kunnen verder geoperationaliseerd worden met de marketingmix; de tactische introductiebeslissingen. De tactische beslissingen zullen worden ingevuld, wat de introductiestrategie verder formuleert. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van wetenschappelijke literatuur, secundaire bronnen als bestaande marktonderzoeken, observaties en interviews met salon eigenaren en hun klanten.

L’Oréal is meestal een follower op de markt die concurreert op basis van kwaliteit. Daarnaast staat L’Oréal bekend als een commercieel bedrijf dat haar producten promotioneel ondersteund en veel geld steekt in het onder de aandacht brengen van haar producten. L’Oréal is met haar afdeling DPP een generalistische leverancier die een ‘full service’ levert aan haar afnemers in de kappersbranche.

DPP heeft een Nederlandse vestiging wat voor de afnemer het voordeel heeft dat L’Oréal als

(6)

De markt waar Mizani geïntroduceerd wordt is een niche van de kappersbranche, namelijk de black hair kappers. Deze markt is vijandig, er zijn relatief veel aanbieders en concurrerende producten voor een klein, doch groeiend, aantal salons. De kappers en hun klanten hebben veel kritiek op de huidige markt, de geringe service en distributie van black hair producten en op de fabrikanten. Daarbij speelt een deel van de distributie zich af in het zwarte circuit.

Door de combinatie van eigenschappen die Mizani bezit en die L’Oréal kan creëren voor Mizani, kan Mizani worden gezien als een pionier op de black hair markt die concurreert op basis van kwaliteit door het kunnen leveren van ‘full service’ met specialistische strategie voor een markt die L’Oréal nog niet eigen is.

Deze verschillende kenmerken van de onderneming, de omgeving en Mizani beïnvloeden de introductie op een dusdanige wijze, dat er o.a. aanbevolen wordt dat men Mizani eerst af moet zetten aan een gering aantal afnemers, dus op beperkte schaal en met een compleet assortiment. Hierdoor kan het risico beperkt worden en kan een basis worden gelegd voor een mogelijke verdere uitbreiding.

Daarbij moet L’Oréal waarde creëren voor de afnemer door Customer Intimacy en concurreren op basis kwaliteit met de verschillende te ontwikkelen services en salonondersteuning.

Ook worden er op basis van dit onderzoek een aantal aanbevelingen gedaan voor L’Oréal om in verband met deze introductie rekening te houden. L’Oréal zal moeten denken aan een Mizani team van marketeers, vertegenwoordigers en technisch adviseurs met kennis van black hair coiffure.

Daarnaast zal een Mizani-kapperteam onder leiding van L’Oréal training moeten geven aan de

toekomstige Mizani salons, willen de Mizani-salons consistent zijn in kwaliteit en behandelingen.

(7)

Inhoudsopgave

VOORWOORD... 4

MANAGEMENT SUMMARY ... 5

INHOUDSOPGAVE ... 7

HOOFDSTUK 1 INLEIDING ... 10

1.1 I

NLEIDING

... 10

1.2 I

NTRODUCTIE

L’O

RÉAL

... 10

L’Oréal Groep ... 10

L’Oréal Nederland B.V... 10

Divisie Professionele Producten... 11

1.3 A

CHTERGROND

M

IZANI

... 11

HOOFDSTUK 2. ONDERZOEKSOPZET... 12

2.1 I

NLEIDING

... 12

2.2 A

ANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK

... 12

2.3 D

OELSTELLING

... 12

2.4 O

NDERZOEKSMODEL

... 13

2.5 V

RAAGSTELLING

... 14

2.6 B

EGRIPSBEPALING

... 14

2.7 A

FBAKENING

... 14

2.8 R

ANDVOORWAARDEN VOOR HET ONDERZOEK

... 15

HOOFDSTUK 3 THEORETISCHE CONCEPTEN ... 16

3.1 I

NLEIDING

... 16

3.2 F

RAMEWORK

... 16

3.3 K

ENMERKEN VAN DE ORGANISATIE

... 17

3.4 K

ENMERKEN VAN DE OMGEVING

... 18

3.5 K

ENMERKEN VAN HET PRODUCT

... 20

3.6 I

NTRODUCTIESTRATEGIE

... 21

3.6.1 Strategische introductiebeslissingen... 21

3.6.2 Tactische introductiebeslissingen ... 23

3.6.3 Generieke introductiestrategieën... 24

3.7 D

EELVRAGEN

... 24

HOOFDSTUK 4 METHODEN VAN ONDERZOEK ... 25

4.1 I

NLEIDING

... 25

4.2 T

YPE ONDERZOEK

... 25

4.3 D

ATAVERZAMELING VOOR DEELVRAGEN

... 25

4.3.1 Dataverzamelingsmethoden... 25

4.3.2 Gebruikte methoden per deelvraag... 26

4.4 P

OPULATIE

... 27

HOOFDSTUK 5 INTERNE ANALYSE ... 28

5.1 I

NLEIDING

... 28

5.2 S

TRATEGY

... 28

5.3 S

TRUCTURE

... 30

5.4 S

YSTEMS

... 30

5.5 S

KILLS

... 30

5.6 S

HARED

V

ALUES

... 31

5.7 S

TYLE

... 31

5.8 S

TAFF

... 32

5.9 C

ONCLUSIES

... 33

(8)

HOOFDSTUK 6 EXTERNE ANALYSE ... 34

6.1 I

NLEIDING

... 34

6.2 A

FNEMERS ANALYSE

... 34

6.2.1 De Salons... 34

6.2.2 De wensen van de afnemers... 35

6.2.3 Marktsegmentatie ... 35

6.2.4 Eisen voor segmentatie ... 37

6.3 B

EDRIJFSTAK ANALYSE

... 38

6.3.1 Inleiding... 38

6.3.2 Macro-omgeving... 38

6.3.3 Vijf krachten model... 40

6.3.4 Conclusie bedrijfstak analyse ... 43

6.4 C

ONCURRENTEN ANALYSE

... 43

6.4.1 Concurrenten van DPP op de Black Hair markt ... 44

6.4.2 Concurrenten van Mizani ... 46

6.4.3 Sterke en zwakke punten van de concurrentie ... 47

6.5 D

ISTRIBUTIE ANALYSE

... 48

6.5.1 Distributie op macro-niveau... 48

6.5.2 Distributie op meso-niveau... 49

6.6 C

ONCLUSIE

... 50

HOOFDSTUK 7 PRODUCT ANALYSE... 52

7.1 M

IZANI

... 52

7.2 K

ENMERKEN VAN

M

IZANI

... 53

7.3 V

OORDEEL VAN

M

IZANI

... 54

7.4 C

ONCLUSIE

... 55

HOOFDSTUK 8 STRATEGISCHE INTRODUCTIEBESLISSINGEN ... 56

8.1 P

RODUCTSTRATEGIE

... 56

8.1.1 Relatieve product innovativiteit ... 56

8.1.2 Voordeel van de producteigenschappen ... 57

8.2 M

ARKTSTRATEGIE

... 58

8.2.1 Doelgroep ... 58

8.2.2 Schaal van introductie ... 61

8.2.3 Concurrentiestrategie ... 62

8.3 O

NDERNEMINGSSTRATEGIE

... 63

8.3.1 Productontwikkeling stimulans... 63

8.3.2 Innovaties ... 63

8.3.3 Waarde creërende strategieën ... 64

8.3.4 Doel van de introductie ... 64

8.4 C

ONCLUSIE

... 66

HOOFDSTUK 9 TACTISCHE INTRODUCTIEBESLISSINGEN ... 67

9.1 G

ENERIEKE

I

NTRODUCTIESTRATEGIEËN

... 67

9.2 P

RODUCT

... 68

9.2.1 product assortiment ... 68

9.2.2 Branding ... 69

9.3 D

ISTRIBUTIE

... 70

9.3.1 Distributie structuur ... 70

9.3.2 Bereik... 71

9.3.3 Distributie stimulans... 71

9.4 P

RIJS

... 72

9.4.1 Relatief prijsniveau... 72

9.4.2 Prijsstrategie ... 72

9.5 P

ROMOTIE

... 73

(9)

9.6 C

ONCLUSIE

... 77

HOOFDSTUK 10 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN... 79

10.1 C

ONCLUSIES

... 79

10.2 A

ANBEVELINGEN

... 83

HOOFDSTUK 11 NAWOORD... 85

11.1 R

EFLECTIE

... 85

11.2 V

ERVOLG ONDERZOEK

... 86

LITERATUURLIJST ... 87

(10)

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Inleiding

Dit onderzoek wordt gedaan om voor L’Oréal een introductiestrategie aan te dragen voor het nieuwe black en mixed hair merk; ‘Mizani’. Het volgende hoofdstuk geeft een introductie van de organisatie L’Oréal, waarvoor dit onderzoek wordt uitgevoerd, en geeft achtergrond informatie over Mizani. Hierbij wordt ingegaan op de divisies en merken binnen L’Oréal. Tenslotte wordt gefocust op de afdeling Professionele Producten, de afdeling waar Mizani zal worden ondergebracht. Het doel is achtergrond informatie te geven over L’Oréal en Mizani voordat het onderzoek van start zal gaan. Ten eerste wordt een inleiding op de organisatie gegeven, vervolgens zal de achtergrond van Mizani beschreven worden.

1.2 Introductie L’Oréal

L’Oréal Groep

Het bedrijf L’Oréal is in 1907 in Parijs door de chemicus Eugène Schueller opgericht. L'Oréal startte met enkele haarkleuringsproducten voor kapsalongebruik. In de loop der tijd werd het assortiment uitgebreid met onder andere ook producten bestemd voor de consumentenverkoop.

Met de uitbreiding van haar producten op de verschillende vakgebieden is L'Oréal uitgegroeid tot het grootste cosmetica concern ter wereld. L'Oréal heeft vestigingen over de gehele wereld in 150 verschillende landen en biedt consumenten een uitgebreid en divers portfolio van 500 merken en ruim 2000 producten aan in alle sectoren van de cosmetica industrie: haarverzorging, huidverzorging, make-up, parfum en dermatologie.

Het beleid van L’Oréal is om teams van verschillende nationaliteiten, met verschillende culturele achtergronden te formeren. Deze teams werken nauw samen met één gezamenlijk doel: binnen de context van een wereldwijde strategie lokale ontwikkelingen te bewerkstelligen. L’Oréal International, ook wel de L’Oréal Groep genoemd, wil dat al haar merken een eigen identiteit bezitten en internationaal een constante uitstraling hebben.

L’Oréal Nederland B.V.

L’Oréal, marktleider in de Cosmeticabranche, is vertegenwoordigd in 150 landen. L’Oréal Nederland B.V., met ongeveer 480 werknemers, bestaat uit vier verschillende divisies:

◊ Professionele

Producten

◊ Consumenten

Producten

Luxe Producten

Derma-Cosmetische Producten

De merken en producten van L'Oréal Nederland zijn vertegenwoordigd in verschillende

distributiekanalen: supermarkten, drogisterijen, parfumeriezaken, kappers en apotheken. Dit

(11)

Divisie Professionele Producten

De Divisie Professionele Producten (DPP) ontwikkelt allerlei soorten haarproducten, die alleen toegepast en verkocht worden in kapsalons. De divisie omvat vier merken, te weten L’Oréal

Professionnel, Kérastase, Redken 5th Avenue New York en Matrix. Deze merken hebben ieder een eigen identiteit.

Deze divisie concentreert zich op de kappersbranche en voorziet de kappers van de meest

vooruitstrevende techniek, haarverzorging en stylingproducten. Daarnaast biedt de divisie hulp bij de ontwikkeling van kapperszaken door middel van technische en artistieke trainingen, management seminars en kappersshows.

De producten van de Divisie Professionele Producten zijn uitsluitend verkrijgbaar bij de kapper en worden, niet bij drogisterijen en supermarkten verkocht. De haarverzorging- en stylingproducten zijn zowel voor gebruik in de kapsalons als voor de verkoop aan consumenten voor thuisgebruik. Alle producten die deze divisie distribueert worden professionele producten genoemd.

1.3 Achtergrond Mizani

L’Oréal Nederland is met DPP actief in de kappersbranche. Op dit moment voert zij vier kappersmerken waar, zoals het nu lijkt, aankomend jaar een vijfde merk aan zal worden toegevoegd.

Onder de vleugels van de Professionele Divisie wil L’Oréal Nederland namelijk een nieuw merk opnemen, Mizani.

Toen L’Oréal geen voet aan de grond kreeg in Amerika heeft de L’Oréal Groep een aantal Amerikaanse merken overgenomen, waaronder Softsheen and Carson Products, om L’Oréal zo toch op de Amerikaanse markt te kunnen introduceren. Mizani was oorspronkelijk een merk van Softsheen and Carson Products in Amerika, die zowel consumenten als professionele producten produceren.

In 1991 is Mizani gelanceerd in de USA en is daar tegenwoordig het ‘#1 premium brand’ voor black &

mixed hair. In Amerika wordt Mizani gedistribueerd als een consumentenproduct, namelijk via drogisterijen, supermarkten en warenhuizen.

In 2001 werd Softsheen and Carson Products, en daarmee Mizani, overgenomen door de L’Oréal Groep. Mizani werd in Europa geplaatst onder de professionele divisie, die alleen distribueert via kapsalons. Internationaal heeft de L’Oréal Groep met deze aankoop een stap richting de professionele black & mixed hair markt gezet.

In 2004 werd Mizani gelanceerd in Frankrijk, als eerste land in Europa. Het wordt daar nu gebruikt en verkocht in ongeveer 50 salons. In 2005 is Mizani ook gelanceerd in Engeland waar het nu in gebruik en in de verkoop is in ongeveer 10 salons.

De Nederlandse samenleving is een erg multiculturele en daarmee een potentiële markt voor Mizani.

Als derde land in Europa wil L’Oréal Mizani in Nederland lanceren. Naast enkele black hair kappers en

toko’s die black hair producten gebruiken en verkopen is er weinig keus voor personen met black &

(12)

Hoofdstuk 2. Onderzoeksopzet

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk zal de onderzoeksopzet uiteengezet worden. Allereerst wordt de aanleiding voor het onderzoek beschreven, zoals door DPP geformuleerd. Vervolgens zal volgens Verschuren en Doorewaard (1998) het onderzoeksontwerp uitgesplitst worden in een doelstelling, een onderzoeksmodel, de vraagstelling en begripsbepaling. Om misverstanden te voorkomen, wordt het onderzoek hier afgebakend en zullen de randvoorwaarden worden gedefinieerd.

2.2 Aanleiding voor het onderzoek

L’Oréal Nederland met de Divisie Professionele Producten (DPP), ook wel L’Oréal Coiffure genoemd, is actief in de kappersbranche. Op dit moment voert zij vier kappersmerken waar, zoals het nu lijkt, aankomend jaar een vijfde merk aan zal worden toegevoegd. Onder de vleugels van de Professionele Divisie wil L’Oréal Nederland het nieuwe black & mixed hair merk; ‘Mizani’, opnemen.

DPP heeft de ontwikkeling van het black & mixed hair segment in Nederland als een van de belangrijkste ontwikkelingen binnen de kappersbranche geformuleerd. Binnen dit segment is DPP momenteel niet actief. Internationaal heeft de L’Oréal Groep met de aankoop van Mizani de stap richting de professionele black & mixed hair markt gezet. Mizani is het eerste premium professionele merk voor black & mixed hair in Nederland en zal ook als zodanig geïntroduceerd moeten worden.

2.3 Doelstelling

De aanleiding van het onderzoek is de aankomende introductie van Mizani. De vraag doet zich bij DPP Nederland voor hoe zij het beste deze nieuwe markt kunnen betreden, nu zij door de eerder genoemde acquisitie in de gelegenheid is een black & mixed hair merk te lanceren op de professionele markt. Er is een gebrek aan kennis over hoe men dit merk op deze nieuwe markt moet zetten. Met deze redenen is er een plaats gecreëerd voor een onderzoeker om een strategie te definiëren voor de introductie van Mizani op de Nederlandse black & mixed hair markt. De belangrijkste reden hiervoor is dat het potentieel van Mizani optimaal benut wordt.

Dit onderzoek heeft tot doel de te voeren strategie te formuleren waarmee het merk Mizani, als professioneel merk, geïntroduceerd wordt op de Nederlandse black & mixed hair kappersbranche.

‘Het verstrekken van beleidsondersteunende informatie aan het management van L’Oréal

Nederland om een introductiestrategie voor het merk ‘Mizani’ te kunnen formuleren, waarmee

het merk op de Nederlandse black & mixed hair kappersbranche geïntroduceerd kan worden en

het potentieel van Mizani optimaal wordt benut.’

(13)

Strategische introductiebeslissingen

Tactische introductiebeslissingen

Aanbevelingen en conclusies ten aanzien van de introductiestrategie

van Mizani

Kenmerken omgeving Kenmerken

Mizani

Kenmerken L’oréal

Product Plaats

Promotie Prijs

Productstrategie

Marktstrategie

Ondernemingsstrategie

grond van kenmerken van de organisatie, de omgeving en het te introduceren product. Dit onderzoek moet het management van L‘Oréal Nederland bijdrage leveren aan het succesvol op de markt introduceren van Mizani.

2.4 Onderzoeksmodel

De situatie voor dit onderzoek is samengevat in een onderzoeksmodel ( figuur 2.1). Het onderzoeksmodel van Verschuren en Doorewaard (1998) is een schematische weergave van het doel van het onderzoek en de globale stappen die gezet moeten worden om de doelstelling te bereiken. Het onderzoeksmodel geeft een stappenplan van het onderzoek.

Figuur 2.1: Het ontwikkelen van een introductiestrategie van Mizani in de black and mixed hair kappersbranche

Er wordt in het eerste deel van dit onderzoek een aantal kenmerken onderzocht die invloed hebben op

de introductiestrategie van Mizani. Dit zijn kenmerken van de onderneming, het te introduceren merk

en van haar omgeving.

(14)

Deze strategische beslissingen kunnen verder geoperationaliseerd worden in de marketingmix; de tactische introductiebeslissingen (Hultink et al., 1997) Met de invulling van deze marketingmix is de introductiestrategie geformuleerd en kunnen aanbevelingen en conclusies worden gegeven.

2.5 Vraagstelling

Aan de hand van de doelstelling en het weergegeven onderzoeksmodel kan de vraag voor het onderzoek opgesteld worden.

‘Hoe kunnen de introductiebeslissingen ingevuld worden om het professionele merk ‘Mizani’

succesvol in de Nederlandse black & mixed hair kappersbranche te introduceren?’

2.6 Begripsbepaling

Uit deze doel- en vraagstelling kan de volgende term gespecificeerd worden.

De black & mixed hair kappersbranche: deze branche bestaat uit kapsalons gespecialiseerd in het behandelen van mensen met black & mixed hair.

Producten die alleen voor salon gebruik en salon distributie bestemd zijn, worden professionele producten genoemd en zijn niet verkrijgbaar bij drogisterijen en supermarkten.

2.7 Afbakening

Het onderzoek heeft tot doel een introductiestrategie formuleren om het merk Mizani succesvol in de black & mixed hair kappersbranche van Nederland te introduceren. Het is de bedoeling dat Mizani een op zichzelf staand merk wordt onder de Divisie Professionele Producten. De omvang van het onderzoek is te zien in de onderstaande figuur (figuur 2.2)

Omdat L’Oréal wereldwijd een constante uitstraling moet hebben, moet er bij alle marketinginspanningen rekening gehouden worden met de marketingvoorschriften van de L’Oréal Groep. Daarbinnen wordt dit onderzoek gedaan voor L’Oréal Nederland B.V. Het is de bedoeling dat Mizani een op zichzelf staand merk wordt onder DPP ofwel L’Oréal Coiffure in Nederland.

DPP concentreert zich op de kappersbranche. Professionele haarkleuringen en straightners zijn ontwikkeld voor exclusief gebruik en toepassing in de kapsalon. De haarverzorgings- en stylingproducten zijn zowel voor gebruik in de kapsalons als voor de verkoop aan consumenten voor thuisgebruik, dit wordt de kappersbranche ofwel de professionele markt genoemd. In dit onderzoek worden kappers die thuis werken en de consumentenmarkt (distributie via supermarkten en drogisterijen) uitgesloten.

Het uiteindelijke onderzoek is geconcentreerd op de introductiestrategie van het merk Mizani in de

Nederlandse black & mixed hair kappersbranche.

(15)

L’Oréal Groep

L’Oréal Nederland B.V .

Divisie Professionele Producten

Mizani

Figuur 2.2:afbakening van het onderzoek

2.8 Randvoorwaarden voor het onderzoek

Het onderzoek zal tussen de 8 en 9 maanden voltooid zijn.

Tijdens het onderzoek vindt overleg plaats tussen de faculteit en scriptieschrijver en tussen de scriptieschrijver en begeleider bij L´Oréal. .

De uiteindelijk bevindingen van het onderzoek zullen gepresenteerd worden in een scriptie die voldoet aan de standaarden die voor een afstudeeronderzoek aan de faculteit Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen gelden.

◊ De onderzoeksresultaten zijn alleen beschikbaar voor L´Oréal en de Faculteit Bedrijfskunde

aan de RUG

(16)

Hoofdstuk 3 Theoretische concepten

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk zal worden aangegeven welke relevante literatuur beschikbaar is, die kan helpen in het oplossen van de probleemstelling. Aan de hand van deze literatuur zullen in paragraaf 3.7 deelvragen worden geformuleerd om de vraagstelling van het onderzoek beter te kunnen beantwoorden. Doel van dit hoofdstuk is de lezer te informeren over de concepten die gebruikt zullen worden tijdens het onderzoek.

3.2 Framework

Centraal in het strategisch denken staat de afstemming tussen de onderneming en haar omgeving. Bij strategische beslissingen gaat het erom dat het management uitgaande van de doelstellingen van de organisatie enerzijds rekening houdt met de interne kenmerken van de organisatie en anderzijds inspringt op, voor de organisatie kansrijke en bedreigende, ontwikkelingen in haar omgeving. Beoogd wordt om met deze kennis concurrentievoordelen te verdedigen en mogelijkerwijs nieuwe, duurzame concurrentievoordelen te creëren (Day en Wensley, 1988).

Een introductiestrategie is gebaseerd op de kennis over de markt waarop de organisatie wil gaan opereren (Biemans, 2000). Met deze kennis kan een organisatie waarde creëren voor zijn potentiële klant. Biemans (2000) heeft een model geformuleerd die gebruikt kan worden voor het creëren van een waardecreërende marketingstrategie op de business markt. Hierbij gebruikt Biemans een externe analyse om punten van waarde voor de klant te ontdekken, als uitgangspunt voor de creëren marketingstrategie. Volgens Biemans (2000) is een marktanalyse echter nutteloos zonder de juiste interne coördinatie.

Alsem (2000) gebruikt een meer gedetailleerder model, hij maakt gebruik van een interne en externe analyse die samen de basis vormen voor een strategie. Volgens Alsem dient een organisatie haar marketingstrategie juist te formuleren door gebruik te maken van haar interne sterkten als uitgangspunt. De organisatie resources en core-competentie creëren namelijk een competitief voordeel.

Hultink heeft veel onderzoek gedaan om een beter totaal begrip te krijgen van de marketingstrategie voor introducties. De introductiestrategie wordt in zijn onderzoek omschreven als; “de marketingbeslissingen die nodig zijn om een nieuw product te presenteren aan de doelgroep” (Hultink, 1997). In de artikelen van Hultink (1997) heeft hij de onderzoeken naar marktgedreven introducties van o.a. Biggadike (1979) en onderzoeken naar technologisch gedreven introducties van o.a.

Crawford (1984), Cooper (1995) en Yoon en Lilien (1985) geïntegreerd om een framework te

ontwikkelen waarmee succesvolle introductiestrategieën kunnen worden gerealiseerd (Hultink et al,

1997). Hierbij splitst Hultink de introductiestrategie in strategische en tactische introductiebeslissingen.

(17)

de basis voor de te creëren strategie. Deze strategische beslissingen kunnen verder geoperationaliseerd worden met de marketingmix; de tactische introductiebeslissingen. De tactische beslissingen zullen worden ingevuld, wat de introductiestrategie formuleert.

Dit framework van Hultink zal de basis vormen voor dit onderzoek omdat zijn beslissingen goed aansluiten bij de te nemen beslissingen voor Mizani.

3.3 Kenmerken van de organisatie

In hoofdstuk 4 zal een interne analyse worden uitgevoerd. Introductiebeslissingen worden volgens Hultink (1997) beïnvloed door kenmerken de organisatie. Het doel van de interne analyse is het begrijpen van strategisch belangrijke kenmerken binnen DPP, die van invloed zijn op de introductiebeslissingen. Middels het 7-S Model van Mc Kinsey ( zie figuur 3.1) kunnen deze organisatiekenmerken onderzocht worden. Hierbij worden verschillende functionele deelgebieden zoals management, marketing, personeel en dergelijke geanalyseerd. Het model heeft zeven elementen die het handvat zijn om een organisatie intern door te lichten.

Figuur 3.1 Mc Kinsey’s 7-S model

Deze 7 aspecten houden allemaal verband met elkaar en vormen het interne netwerk waaruit de

organisatie bestaat. De 7 S’en behoren allemaal dezelfde kant uit te wijzen om een succesvolle

organisatie te creëren. De elementen zijn: Strategy, Structure, Systems, Skills, Shared Values, Style,

en Staff. De eerste drie zijn de ‘hard S’s’, deze elementen zijn makkelijker te identificeren dan de

laatste vier elementen, ook wel ‘Soft S’s’ genoemd. Deze laatste vier elementen worden in grote mate

beïnvloed en bepaald door mensen die zich in de organisatie bevinden en liggen meer onder de

oppervlakte. Op de volgende pagina staan de 7 elementen verder uitgewerkt.

(18)

The Hard S’s

Strategy Actions a company plans in response to or anticipation of changes in its external environment.

Structure Basis for specialization and co-ordination influenced primarily by strategy and by organization size and diversity.

Systems Formal and informal procedures that support the strategy and structure. (Systems are more powerful than they are given credit)

The Soft S’s

Style / Culture The culture of the organization, consisting of two components:

Organizational Culture: the dominant values and beliefs, and norms, which develop over time and become relatively enduring features of organizational life.

Management Style: more a matter of what managers do than what they say; How do a company’s managers spend their time? What are they focusing attention on? Symbolism – the creation and maintenance (or sometimes deconstruction) of meaning is a fundamental responsibility of managers.

Staff The people/human resource management – processes used to develop managers, socialization processes, ways of shaping basic values of management cadre, ways of introducing young recruits to the company, ways of helping to manage the careers of employees

Skills The distinctive competences – what the company does best, ways of expanding or shifting competences Shared Values /

Superordinate Goals

Guiding concepts, fundamental ideas around which a business is built – must be simple, usually stated at abstract level, have great meaning inside the organization even though outsiders may not see or understand them.

Schema 3.1: Uitwerking 7-S model

3.4 Kenmerken van de omgeving

In hoofdstuk 5 zal de omgeving geanalyseerd worden. Zoals eerder gezegd worden de introductiebeslissingen volgens Hultink (1997) beïnvloed door kenmerken uit de omgeving. Middels een analyse van de omgeving zullen deze omgevingskenmerken onderzocht worden.

Door het analyseren van de omgeving van de Divisie Professionele Producten wordt onderzocht wat potentiële de afnemers voor Mizani zijn, wat de behoeften zijn van de afnemer. Ook wordt onderzocht wat de intensiteit van de concurrentie zal zijn en hoe de distributie van black hair markt gestructureerd is.

Het doel van de externe analyse is het begrijpen van strategisch belangrijke kenmerken van de omgeving, die van invloed zijn op de introductiebeslissingen. Om te voorkomen dat allerlei niet relevante zaken bij de externe analyse betrokken worden is er een afbakening nodig van deze omgeving. Volgens Alsem (2005) bestaat de externe analyse uit; een afnemersanalyse, een bedrijfstakanalyse, een concurrentenanalyse en een distributieanalyse.

Als eerste wordt de afnemersanalyse uitgewerkt. Doel van de afnemersanalyse is informatie verzamelen over de afnemers om de invulling van marketingmix goed afstemmen op de potentiële afnemers van Mizani (Alsem, 2005). Informatie over de potentiële afnemers is belangrijk voor de positionering van Mizani en het succes van de introductie.

Er kunnen twee soorten afnemers voor professionele producten gezien worden. De directe afnemers;

(19)

In deze analyse zal onderzocht worden wat de vraag is van de afnemer aan haar leverancier.

Daarnaast zal onderzocht worden wat voor salons als potentiële afnemers voor Mizani aangemerkt kunnen worden. In deze paragraaf zal ook gekeken worden welke segmenten er te onderscheiden zijn op de black hair markt. Het stappenplan van Kotler met betrekking tot segmentatie en positionering is hierop van toepassing. Kotler beschrijft in zijn principles of marketing (2002) dat een positioneringsvraagstuk drie belangrijke stappen vereist, te weten: marktsegmentatie, doelgroepkeuze en marktpositionering. Het stappenplan kan schematisch worden weergegeven:

Figuur3.2. Stappenplan voor segmentatie, Kotler 2002

In deze afnemers analyse zal alleen het eerste onderdeel, de marktsegmentatie, aan de orde komen.

De laatste twee onderdelen van doelgroepkeuze en positionering zullen bij de strategische introductiebeslissingen uitgewerkt worden. Marktsegmentatie is het proces waarbij de eindgebruikers, in dit geval de salons, ingedeeld worden in duidelijk te onderscheiden groepen met gelijksoortige behoeften, gedrag of kenmerken.

Het tweede onderdeel is de bedrijfstakanalyse. Belangrijkste doel is hier inzicht te krijgen in de macro-omgeving en de marktaantrekkelijkheid door middel van de intensiteit van de concurrentie te analyseren.

Tot de macro-omgevingsvariabelen behoren variabelen die voor de onderneming en andere de andere aanbieders op de markt niet of nauwelijks beheersbaar zijn. De factoren die kunnen worden onderscheiden, de zogenoemd DESTEP-factoren: Demografisch, Economisch, Sociaal-cultureel, Technologisch, Ecologisch en Politiek. Van belang voor Mizani zijn de demografische, economisch- en sociaal-culturele- factoren. De Technologisch-, Ecologisch- en Politieke factoren zijn voor dit onderzoek niet relevant aangezien er voor Mizani op de Nederlandse markt geen belangrijke punten te noemen zijn binnen deze factoren die van invloed zouden kunnen zijn op de introductiestrategie.

De intensiteit van de concurrentie wordt onderzocht met het 5 krachten model van Porter (1980), (zie figuur 3.3).

1. Criteria voor de

segmentatie bepalen.

2. Segmenten definiëren.

3. Maatstaven formuleren om de aantrekkelijkheid van het segment te meten.

4. Doelgroepkeuze

5.Positionering voor elke doelgroep uitwerken.

6. Marketingmix voor

elke doelgroep

construeren

(20)

Porter stelt dat de intensiteit van de concurrentie in een bedrijfstak veroorzaakt wordt door vier verschillende concurrentie krachten. Er wordt hier gekeken naar de concurrentiekrachten op de markt, zoals de machtsverdeling van aanbieders of de onderhandelingskracht van de leveranciers.

Door deze vijf krachten wordt vorm gegeven aan de bedrijfstakstructuur. De concurrentie analyse van de bedrijfstak is op macro niveau en analyseert de concurrentie als geheel. Doel is hier om te kijken naar de intensiteit van de concurrentie. Een sterke concurrentie leidt namelijk tot verhoogde marketing activiteit.

De derde stap is de concurrentenanalyse. De concurrenten binnen de huidige markt kunnen beschouwd worden als de voor de organisatie belangrijkste concurrenten, die door Porter (1980) aangeduid worden als interne concurrenten. Hier wordt het individuele gedrag van deze concurrenten geanalyseerd, dit is een concurrentieanalyse op micro-niveau. Het gaat hier om de voorspelling van het gedrag en de reacties van concurrenten.

In de concurrentenanalyse kunnen vijf fasen worden onderscheiden ( Alsem 1991).

1. Identificatie en keuze van de concurrenten 2. Afleiding van doelstellingen van concurrenten 3. Bepaling en evaluatie huidige strategie concurrenten 4. Bepaling sterk en zwakke punten van concurrenten 5. Voorspelling strategie van concurrenten

Doel van de concurrenten analyse is om inzicht te krijgen in de strategie en het toekomstig gedrag van de concurrenten.

De keuze van distributiekanalen heeft grote invloed op de marketingcommunicatie, en dus op de introductiebeslissingen. Als laatste onderdeel wordt daarom een distributieanalyse gedaan. De distributieanalyse vindt plaats op drie aggregatieniveaus: macro, meso en micro niveau.

Het macro niveau betreft het in kaart brengen van de gehele distributie kolom, het gaat hierbij om de globale distributiestructuur. Hier zal uiteengezet worden hoe de black hair producten op dit moment gedistribueerd worden. Er zal gekeken worden naar wat voor soort distributie er in de huidige situatie sprake is, en hoe L’Oréal hierop kan inspringen.

Bij het meso- niveau gaat het om de meer specifieke distributiestructuur zoals de macht va bepaalde leveranciers door bijvoorbeeld het distributieaandeel van bepaalde groothandels die aan salons leveren.

De analyse op micro niveau gaat om het achterhalen van de wensen en behoeften van distribuanten, dit is al in de afnemersanalyse aan bod gekomen en zal, om herhaling te voorkomen, niet nogmaals behandeld worden.

3.5 Kenmerken van het product

(21)

meerdere onderzoeken komt naar voren dat de relatieve nieuwe kenmerken van het merk en het relatieve voordeel van het merk voor de afnemer belangrijke kenmerken zijn van een nieuw product (Van de Graaff, 2005). Het doel van dit hoofdstuk is het aangeven van de kenmerken van Mizani die invloed hebben op de introductiebeslissingen voor Mizani.

De echt nieuwe producten (pioniers) worden meestal meer gepositioneerd voor ‘innovators’ en ‘early adapters’ (Guiltinan, 1999 en Beard en Easingwood, 1996), en op markten met minder concurrenten (Yoon en Lilien, 1985), terwijl volgers van deze echt nieuwe producten (followers) worden gepositioneerd om ‘followers’ aan te spreken, en worden op markten geïntroduceerd waar veel meer concurrenten aanwezig zijn. In dit hoofdstuk zullen de verschillende eigenschappen van het te introduceren merk Mizani onderzocht worden en zal blijken of Mizani een pionier dan wel follower is.

Bij relatieve nieuwe productkenmerken bekijk je de kenmerken van het nieuwe product ten opzichte van de kenmerken van andere al bestaande producten op de markt. Hier zal worden gekeken naar het gehele merk in vergelijking met concurrerende merken. De relatieve nieuwheid van het product geeft aan of men een volger of pionier in de markt is. Dit heeft impact op de marketingkeuzes die gemaakt worden.

Bij het relatieve product voordeel voor de afnemer wordt er geanalyseerd wat de voordelen van Mizani zijn voor de afnemer en de eindconsument, in vergelijking met concurrenten. Het gaat hier om de unieke voordelen die eerder niet verkrijgbaar waren, met het resultaat dat de behoefte van de afnemer beter bevredigd wordt. Producten die over unieke voordelen beschikken krijgen hierdoor meer waarde voor de klant dan andere producten en hebben daardoor een grotere kans op succes (Cooper, 1979).

3.6 Introductiestrategie

De introductiestrategie is de strategie die geformuleerd wordt voor de daadwerkelijke lancering. De introductiestrategie wordt in de literatuur van Hultink (1997) omschreven als; “de marketingbeslissingen die nodig zijn om een nieuw product te presenteren aan haar doelgroep en de start van het genereren van inkomsten door de verkoop van dit nieuwe product in te leiden.”

Deze marketingbeslissingen kunnen volgens Hultink (1997) worden opgedeeld in twee soorten beslissingen; strategische introductiebeslissingen en tactische introductiebeslissingen. Deze, of een vergelijkbare, verdeling wordt door meerdere auteurs gebruikt (Biggadike, 1979). Zoals in de inleiding besproken is worden deze marketingbeslissingen, die in verband met de introductie gemaakt worden, beïnvloed door verschillende factoren. De tactische introductiebeslissingen worden beïnvloed door de strategische introductiebeslissingen, die weer beïnvloed worden door bepaalde kenmerken van de onderneming, haar omgeving en het nieuwe product.

De strategische en tactische introductiebeslissingen zullen respectievelijk in deze paragraaf 3.6.1 en in paragraaf 3.6.2 worden toegelicht.

3.6.1 Strategische introductiebeslissingen

(22)

83% sneuvelen. De oorzaak hiervan ligt aan het feit dat veel bedrijven geen duidelijke strategische visie heeft als het gaat om introducties (NieuwsTribune, 1992).

De strategische beslissingen zijn de strategische context voor de lancering en vormen de grenzen van het project (Biggadike, 1979; Crawford, 1984). Eenmaal genomen zijn deze beslissingen moeilijk of kostbaar om te veranderen later in het project (Hultink et al.,1997, Biggadike, 1979, a.o.). De strategische introductiebeslissingen zijn beslissingen die samenhangen met de algemene strategie van de organisatie die het nieuwe product wil introduceren. Het draait hier om de beslissingen: wat, waar, wanneer, en waarom een product gelanceerd wordt.

Volgens Huktink (1997) kunnen strategische lancering beslissingen weer opgedeeld worden in:

variabelen van de productstrategie, de marktstrategie en de ondernemingsstrategie die de introductie beïnvloeden. Hieronder is een overzicht van de beslissingen die bij deze strategische beslissingen horen (Van de Graaff, 2005: 14).

Productstrategie

De productstrategie houdt verband met de vraag ‘wat’ er geïntroduceerd gaat worden. Hieronder staan de beslissingen die van belang zijn bij een introductie wat betreft productstrategie uitgesplitst.

◊ Product

eigenschappen

Relatieve product innovativiteit

Nieuwe productontwikkeling tijd

◊ Product

voordeel

Marktstrategie

De marktstrategie houdt verband met de vraag ‘waar en wanneer’ Mizani gelanceerd moet worden. Uit literatuur blijkt dat de volgende beslissingen wat betreft marktstrategie van belang zijn voor de introductie van een nieuw product:

Keuze voor doelgroep

Schaal van introductie

◊ Marktgroei

Fase in de product-levenscyclus

Concurrentie op de markt

Ondernemingsstrategie

De ondernemingsstrategie houdt verband met de vraag: ‘waarom’ de organisatie een nieuw merk, zoals Mizani, gaat introduceren? Uit diverse literatuur is gebleken dat een aantal elementen van de ondernemingsstrategie belangrijk zijn voor een introductie. Zo moet een onderneming beslissingen nemen te aanzien van:

De stimulans voor nieuwe productontwikkeling

De innovatie strategie

◊ Doelen

(23)

3.6.2 Tactische introductiebeslissingen

Het succes van een bedrijf is afhankelijk van de manier waarop een bedrijf haar informatie over de markt kan omzetten in marketing activiteiten (Biemans, 2000). De meeste auteurs spreken hier over een set beslissingen die geassocieerd wordt met de invulling van de vier aspecten van de marketing mix (Calantone en Montoya-Weiss, 1993; Hultink, 1997): product, prijs, promotie en distributie. De tactische introductiebeslissingen komen voort uit de strategische beslissingen en zijn van operationeel niveau. Het gaat hier namelijk om de vraag: Hoe het product te introduceren? De tactische introductiebeslissingen, in hoofdstuk 9, worden in een relatief laat stadium van het project gemaakt en kunnen makkelijk of zonder al te veel kosten gewijzigd worden later in het project (Hultink et al. 1998).

Hieronder is een overzicht gegeven van de beslissingen die, volgens Hultink, bij een introductie genomen moeten worden, en daarmee invulling geven aan de vier marketinginstrumenten (Van de Graaf 2005: 15).

Product

◊ Breedte

van assortiment

◊ Branding Distributie

◊ Shows

en Demonstraties

◊ Technische

ondersteuning

◊ Distributie

structuur

◊ Bereik

◊ Distributie

stimulans

Prijs

◊ Relatieve

prijsniveau

◊ Prijsstrategie Promotie

◊ Promotie

uitgaven

◊ Marketing

communicatie instrumenten

◊ Adverteren

◊ Coupons

◊ Publiciteit/educatieve

campagnes

◊ Sampling

Referentie test sites

(24)

3.6.3 Generieke introductiestrategieën

Een introductiestrategie moet realiseren dat Mizani op de juiste manier wordt gepositioneerd om het potentieel van Mizani maximaal te benutten. Om dat te bereiken moet men zorgen dat tactische introductiebeslissingen goed aansluiten op de invulling van de strategische introductiebeslissingen.

Onderzoek door Hultink et al. (1998) naar verschillende introductiestrategieën heeft geleid tot inzicht in het feit dat strategische en tactische beslissingen niet willekeurig gecombineerd worden tot een algemene introductiestrategie. In dit onderzoek zijn voor drie projecttypen generieke introductiestrategieën gevormd. Dit blijken de succesvolle introductiestrategieën, die vaak toegepast worden door managers bij deze projecttypen. Als het projecttype is onderscheiden zijn de managers consistent in de set opties die ze gebruiken. Zie het conceptueel framework in bijlage 1, hierin staan de tactische introductiebeslissingen die aansluiten op de gemaakte strategische introductiebeslissingen voor deze drie projecttypen. Deze configuratie komt ook overeen met de verandering van marketingbeslissingen gedurende de fases van de Product Life Cycle (Day, 1981;

Levitt, 1969). Sommige van deze strategieën worden verwacht tot meer succesvolle resultaten te leiden dan anderen, ze zijn daarom ook geen garantie voor succes. Men kan op deze manier wel meer schematisch met introductiestrategie werken. Deze generieke introductiestrategieën hoeven niet in deze zuivere vorm uitgewerkt te worden om de reden dat ze altijd worden beïnvloed door de omgeving, organisatie en het te introduceren product.

3.7 Deelvragen

Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden, is het belangrijk deze vraag op te delen in deelvragen.

De beantwoorde deelvragen leveren kennis die nodig is om de hoofdvraag te beantwoorden (Verschuren en Doorewaard, 1998). Deze deelvragen zijn geformuleerd aan de hand van de literatuur en het onderzoeksmodel. Het framework van Hultink is geldt ook als de basis voor de deelvragen.

Als al de deelvragen zijn beantwoord, kan er antwoord worden gegeven op de hoofdvraag.

Ter oplossing van de deelvragen wordt gebruikt gemaakt van de voorgaande theorieën en concepten.

Deelvragen

1. Wat zijn, met betrekking tot de introductie van Mizani, belangrijke kenmerken van de huidige organisatie L’Oréal Nederland?

2. Wat zijn, met betrekking tot de introductie van Mizani, belangrijke kenmerken van de omgeving waarin L’Oréal zal opereren met Mizani?

3. Wat zijn, met betrekking tot de introductie van Mizani, belangrijke kenmerken van het te introduceren merk?

4. Hoe kunnen de Strategische introductiebesluiten samengesteld worden?

5. Hoe kunnen de Tactische introductiebesluiten samengesteld worden?

(25)

Hoofdstuk 4 Methoden van onderzoek

4.1 Inleiding

Om de afzonderlijke deelvragen te beantwoorden, is het essentieel dat van tevoren uiteen wordt gezet met welke methodes het betreffende onderzoek gedaan zal worden. ‘Onderzoek is het langs een systematische weg zoeken van antwoorden op vragen’ (De Leeuw, 2001). Een onderzoek dient systematisch, of anders gezegd, methodisch te verlopen. Methodologie gaat over de inrichting van onderzoeksprocessen en is kortom de aanpak van het onderzoek ( de Leeuw, 2001). Wil men een onderzoek uitvoeren dan dient men van tevoren te weten waar men moet zoeken en hoe dit gedaan moet worden (Verschuren, 1991).

Aan het einde van het hoofdstuk zal duidelijk zijn op welke wijze data zijn verzameld, welk gedeelte van de onderzoekspopulatie wordt onderzocht en aan welke kwaliteitsaspecten het onderzoek dient te voldoen.

4.2 Type onderzoek

Het hoofdonderzoek betreft het onderzoeken van kenmerken uit de omgeving, de onderneming en het te introduceren product, zodat, rekening houdend met deze kenmerken, de introductiebeslissingen gemaakt kunnen worden om een introductiestrategie te formuleren.

Het betreft hier een beschrijvend onderzoek. Een beschrijvend onderzoek is gericht op het in de praktijk aanwezig zijn van de in theorie vermelde variabelen (van der Zwaan, 1995). Bij een beschrijvend onderzoek beschikt de onderzoeker vooraf niet over een verwachting of een hypothese.

Het gaat om de beschrijving en catalogisering van kenmerken van onderzoekseenheden aan de hand van een vooraf gegeven systematiek (Baarda, 1995).

4.3 Dataverzameling voor deelvragen

Er zullen verschillende manieren van dataverzameling gebruikt worden voor dit onderzoek.

Vanuit deze data zullen de onderzoekresultaten worden afgeleid. Volgens Baarda en de Goede (1995) zijn er een drietal manieren om aan onderzoeksgegevens te komen. Nadat deze methoden zijn uitgelegd zal per deelvraag worden aangegeven hoe de benodigde informatie verzameld gaat worden.

4.3.1 Dataverzamelingsmethoden 1. Bestaande informatie

Hier valt te denken aan boeken, tijdschriften, verslagen, rapporten en secundaire data. Bij secundaire

data zijn de data al beschikbaar, aangezien deze zijn verzameld voor andere doeleinden dan het

oplossen van dit betreffende probleem (Kumar, 1999). Deze gegevens zijn weliswaar voor een ander

doeleinde verzameld, maar kunnen ook passen bij het doel van het eigen onderzoek (De Leeuw,

2001).

(26)

2. Observatie

Observatie is een belangrijke dataverzamelingsmethode wanneer het gaat om het waarnemen en vaststellen van mening, gedrag en attitude. Het voordeel van observatie boven interviewen is dat de feitelijke omgeving wordt vastgesteld.

3. Interviewen

In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van expert-interviews, ook wel vrije interviews genoemd. Dit is een goede methode om veel informatie in korte tijd te achterhalen en schept de mogelijkheid om door te vragen mocht de gegeven informatie niet duidelijk zijn. Bovendien kan de respondent tijdens het interview zijn mening kenbaar maken, waardoor zijn interpretatie van het onderzoek zichtbaar wordt.

In dit onderzoek is gekozen voor expert-interviews om een goed beeld van de huidige situatie te krijgen. Van tevoren zal goed naar de verschillende deelvragen worden gekeken, zodat precies bekend is welke informatie nodig is.

4.3.2 Gebruikte methoden per deelvraag

Hoofdstuk 3 bevat het theoretisch kader voor het onderzoek. Hier worden alle theorieën en concepten uiteengezet die de basis vormen voor het onderzoek. De data voor dit hoofdstuk is verkregen uit de wetenschappelijke literatuur. Daarnaast zijn indirecte bronnen van informatie; artikelen, internet en media.

Deelvraag 1

Om de eerste deelvraag te kunnen beantwoorden wordt de onderneming L’Oréal onderzocht

Hierbij zal gebruik gemaakt worden van bestaande gegevens waaronder veel secundaire data uit de databank van L’Oréal, taakbeschrijvingen, handleidingen en procedures.

Ook komt er enige informatie uit gehouden interviews bij salons en interne ongestructureerde gesprekken bij L’Oréal zelf.

Deelvraag 2

De tweede deelvraag wordt beantwoord door de omgeving van L’Oréal, met betrekking tot Mizani, in kaart te brengen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bestaande informatie. Zo zal er secundaire data van verschillende marktonderzoeken hier geïntegreerd worden. Zoals demografische gegevens van het Centraal Bureau voor Statistiek en verscheidene internationale onderzoeken en een Nederlandse onderzoek naar de black hair kappersbranche en haar klanten. Dit om een beeld te krijgen van de black hair markt.

Om te analyseren of de uitkomsten van deze onderzoeken consistent zijn met de mening van de

Nederlandse black hair kapper en haar klant zal gebruik worden gemaakt van de derde methode van

dataverzameling; expert-interviews. De bedoeling van deze interviews is een indicatie te krijgen van

de Nederlandse black hair kappers en hun klanten en kijken of deze indicatie overeenkomt met het

(27)

de markt zijn, gevraagd zal worden naar wensen van de kapper en klant en verbeter punten voor de black hair markt. Ook zal naar hun mening ten opzichte van een westers bedrijf dat een black hair product gaat introduceren gevraagd worden. Tijdens deze interviews zal de dagelijkse gang van zaken in een black hair salon geobserveerd worden, om nog een beter beeld te krijgen van deze markt.

Deelvraag 3

Om deelvraag drie te kunnen beantwoorden wordt Mizani geanalyseerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de informatie die verkregen is uit de expert-interviews met de kappers en hun klanten in de black & mixed hair kappersbranche. Ook zal hier gebruik gemaakt worden van de secundaire data vanuit de USA. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van informatie uit vakbladen, brandmeetings en presentaties binnen L’Oréal.

Deelvraag 4 & 5

Deelvraag vier en vijf zijn de introductiebeslissingen. Deze worden ingevuld met behulp van de informatie verkregen uit de deelvragen één tot en met drie.

4.4 Populatie

Alvorens een onderzoek van start kan gaan moet precies worden aangegeven op welke verzameling van onderzoekseenheden, op welke populatie, het onderzoek betrekking heeft.

De onderzoekspopulatie van dit verslag betreft alle officieel geregistreerde black hair salons in Nederland. De onderzoekspopulatie is hierbij afgebakend. Vervolgens dient een beslissing te worden genomen welke onderzoekseenheden in het verdere onderzoek worden betrokken. In dit onderzoek kan een gestratificeerde aselecte steekproef getrokken worden. L’Oréal heeft een viertal segmenten op basis van kwaliteit geformuleerd, deze kunnen gezien worden als de deelpopulaties, ofwel strata.

Vanwege grote interesse van L’Oréal naar de hoogste segment qua kwaliteit is er binnen dit segment een aselecte steekproef gehouden. Er zijn in totaal 5 kappers en 15 van hun klanten in 5 aselect gekozen black & mixed hair high-end salons geïnterviewd van de 70 black & mixed hair high-end salons. De geïnterviewde salons zijn allen prospects voor Mizani en misschien wel aankomende Mizani klanten. Zij zijn dus belangrijke gegevensbronnen voor Mizani.

Het doel van deze interviews is een indicatie te krijgen van de Nederlandse black hair kappers en hun

klanten en kijken of deze indicatie overeenkomt met het beeld dat uit de eerder genoemde

onderzoeken naar voren komt. De uitkomst van deze interviews was dusdanig generiek te noemen dat

het houden van een grotere steekproef niet als waardevol beschouwd wordt.

(28)

Hoofdstuk 5 Interne Analyse

5.1 Inleiding

Wanneer een strategie ontwikkeld wordt moeten de interne en externe omgeving op elkaar aansluiten om een goede strategie te vormen. Een bedrijf formuleert een dergelijke strategie door de eigen sterkten als uitgangspunt te nemen (Alsem, 2000). In dit hoofdstuk wordt geanalyseerd hoe de huidige organisatie L’Oréal Nederland B.V. gekarakteriseerd is. Middels een interne analyse zullen kenmerken van de onderneming naar voren komen die invloed hebben op de introductiestrategie. We zullen ons in deze interne analyse richten op DPP ofwel L’Oréal Coiffure, aangezien Mizani onder de vleugels van deze afdeling geïntroduceerd wordt.

Het doel van de interne analyse is het begrijpen van strategisch belangrijke kenmerken binnen DPP, die van invloed zijn op de introductiebeslissingen. In dit hoofdstuk zal de eerste deelvraag behandeld worden, hierbij zal gebruik gemaakt worden van bestaande gegevens waaronder veel secundaire data uit de databank van L’Oréal, taakbeschrijvingen, handleidingen en procedures. Ook komt er enige informatie uit gehouden interviews bij salons en interne gesprekken bij L’Oréal zelf.

In de volgende paragrafen worden de belangrijkste S’sen voor de introductie van Mizani, uit het 7-S model van Mc Kinsey: Strategy, Structure, Systems, Skills, Shared Values, Style, en Staff, behandeld.

Het model is ontwikkeld om een organisatie op een efficiënte manier te analyseren en moet worden gezien als een hulpmiddel bij het beschrijven van een organisatie. Het wordt dus niet gebruikt om een volledige beschrijving van L’Oréal te geven. Tot slot worden in de conclusie de kenmerken van L’Oréal die relevant zijn voor de introductie van Mizani aangegeven in punten van sterkten en zwakten.

5.2 Strategy

Onder strategie kunnen de geplande acties van een organisatie worden verstaan die nodig zijn om op de veranderingen in de omgeving te kunnen inspringen.

Mintzberg (1988) zijn kijk op strategie gaat over onbedoelde en bedoelde strategie. Zo geeft Mintzberg aan dat een bedrijf een ‘Intented Strategy’ heeft, de strategie zoals van tevoren bedoeld, door Mintzberg aangegeven met ‘Plan’. Een deel van deze strategie zal gerealiseerd worden (Deliberate Strategy), een deel niet (Unrealized Strategy).

Door onvoorziene en niet geconstateerde ontwikkelingen bestaat de ‘Realized Strategy’ niet alleen uit de ‘Deliberate Strategy’ maar ook uit de spontane ‘Emergent Strategy’.

L’Oréal Nederland B.V. is het verkoop en marketing kantoor van L’Oréal International voor de

Nederlandse markt. De strategie van L’Oréal International wordt voor het grootste deel in Frankrijk

gevormd, de Intented Strategy. Per land wordt de strategie aangepast naar de betreffende markt waar

ze op van toepassing is (Emergent Strategy). De Realized Strategy kan dus per land nogal

verschillen.

(29)

De strategie van DPP in Nederland wordt als volgt geformuleerd:

‘Bijdragen aan de ontwikkeling van het kappersvak door een beleid van actief partnerschap, geconcentreerd op kapperstraining’

Deze divisie concentreert zich op de kappersbranche en voorziet de kappers van de meest vooruitstrevende techniek, haarverzorging en stylingproducten. Daarnaast biedt de divisie hulp bij de ontwikkeling van kapperszaken door middel van technische en artistieke trainingen, management seminars en kappersshows. DPP is zowel fabrikant als toeleverancier. Als toeleverancier van salons biedt DPP de salon alle producten voor salonbehandeling en verkoop in de salon. De salon is dus tegelijkertijd gebruiker en verkooppunt.

DPP wordt door de kappersbranche beschouwd als een generalistische leverancier. Zij voert een volledig productassortiment en heeft een breed gedifferentieerd afnemersbestand. Het is niet zo dat zij zich op een bepaalde niche in de markt fixeert of al haar kennis aanwendt om uitsluitend één specifieke doelgroep te bedienen. Dit is de strategie van specialisten.

L’Oréal is ook een ‘full-service’ leverancier, wat betekent dat zij niet alleen producten verkoopt, maar daarnaast ook allerhande initiatieven onderneemt om haar afnemers te ondersteunen, zoals promoties en promotie materiaal, management seminars, technisch adviseurs die men de hele werkdag kan bereiken en technische en artistieke trainingen ( kapperstrainingen).

L’Oréal heeft erg veel ervaring met product- en merklanceringen. Op de markt voor kappersproducten volgen productlanceringen elkaar snel op, de producten zijn enigszins generiek en proberen zich op alle mogelijke manieren te onderscheiden, dit is op deze markt soms wel moeilijk. Aangezien technologie belangrijk is in deze professionele branche, verschijnen regelmatig productmodificaties op de markt, op basis van nieuwe technologieën. Opvallend is echter dat L’Oréal meestal niet als eerste de markt betreedt met een nieuw product, zij is een ‘follower’.

Tenslotte kan van DPP gezegd worden dat ze concurreert op basis van kwaliteit. Zij pretendeert kwalitatieve producten op de markt te brengen tegen een redelijke prijs. Zij is zeker niet de goedkoopste leverancier, maar zij meent dat kwaliteit en constant onderzoek naar kwaliteitsverbetering een meerprijs rechtvaardigt. Voor een hoge prijs dient het merkartikel wel een mate van differentiatie te hebben, waar L’Oréal dan ook continue naar streeft. Door zich als een kwalitatief hoogwaardig bedrijf op te stellen weet zij zich te differentiëren van haar concurrenten.

Dit komt ook terug in de missie:

‘Het garanderen van tevredenheid onder de klanten en distributeurs door het verzekeren van kwaliteit en beschikbaarheid.’

Deze missie wordt uitgedragen door het continue blijven inspelen op de vraag vanuit de markt en het

blijven onderzoeken en verbeteren van formules en producten om op deze manier altijd kwalitatief

hoogwaardige producten aan de klant te kunnen bieden.

(30)

5.3 Structure

De structuur wordt ook wel beschreven als de manier waarop taken verdeeld zijn en afdelingsvormen en coördinatiemechanismen ontstaan. Organisaties worden gestructureerd om materiele- en informatiestromen vast te leggen en inzicht te verkrijgen in de verbanden tussen verschillende delen van de organisatie. De platte organisatiestructuur en korte communicatielijnen van DPP bieden goede werk mogelijkheden voor een snelle omgeving als die van L’Oréal. L’Oréal wordt gedreven door mensen, niet door procedures. DPP heeft een functionele structuur in de organisatie. Hier is er sprake van een gespecialiseerde vorm van arbeidsverdeling. De divisie directeur is de eindverantwoordelijke van de afdeling, van alle merken van DPP. De Artistic & Business Development directeur is verantwoordelijk voor het technisch team, de evenementen, de technisch specialist en voor de PR van elk merk. Elk merk heeft zijn eigen opbouw qua teams en deze teams werken verder op geen enkel gebied samen (zie bijlage 2). Dit om de identiteit van de merken te waarborgen. Een vijfde team voor Mizani zou ook apart gevormd worden met als enige overlap met de andere merken; de divisie directeur en de Artistic & Business Development directeur.

5.4 Systems

Met systemen binnen de organisatie worden de formele en informele procedures, processen en routines bedoeld waarmee de organisatie in staat is haar dagelijkse functioneren te bewerkstelligen.

Dit punt krijgt verder géén aandacht, aangezien het niet relevant is voor de te nemen introductiebeslissingen.

5.5 Skills

De skills van de organisatie geven aan waar de organisatie goed in is. Welke kennis en vaardigheden de organisatie bezit om succesvol te zijn in de activiteiten die zij ontplooit.

Door de snelle omgeving worden werknemers gestimuleerd verder te groeien binnen de organisatie.

Werknemers proberen gemiddeld elke drie jaar een stapje hoger te komen, worden dan soms ook op andere merken geplaatst om daar van te proeven. Daarnaast managen ze ook vaak een paar jaar een merk in het buitenland. De grote kennis die een aantal medewerkers hebben ontwikkeld door deze jarenlange ervaring is een sterk punt binnen L’Oréal.

Door de snelle markt zijn er vele product introducties. Door deze razendsnelle ontwikkelingen heeft L’Oréal veel kennis over product en merk introducties. Wat L’Oréal echter niet heeft is kennis van de black hair markt. L’Oréal is een westers merk uit Frankrijk met weinig kennis van black hair klanten en producten. Uit interviews met de salons blijkt dat L’Oréal door de niet-westerse Nederlanders dan ook echt wordt gezien als een ‘wit-merk’.

Op de markt voor kappersproducten volgen productlanceringen elkaar snel op. Aangezien technologie

belangrijk is in deze professionele branche, verschijnen regelmatig productmodificaties (op basis van

nieuwe technologieën). Opvallend is echter dat L’ Oréal meestal niet als eerste de markt met iets

(31)

Nederland wil betreden, daar het L’Oréal doorgaans geen ‘pionier’ op de markt is. Dit vereist een andere aanpak van introductie.

DPP is een afdeling die zich beweegt in de kappersbranche. Kennis van de kappersbranche is erg belangrijk voor dit onderzoek. Er is veel kennis op dit gebied van ‘westerse kapsalons’ maar niet van de black & mixed hair kappersbranche. De vraag is of samenwerking met deze kappers anders zal zijn. L’Oréal heeft tot op heden slechts twee contacten weten te leggen in de black & mixed hair kappersbranche. Om voet aan de grond te krijgen zal L’Oréal dit snel moeten uitbreiden. Mensen met afro-haar worden niet geknipt bij de zogenaamde ‘westerse kapper’ maar gaan naar een kapper die gespecialiseerd is in het behandelen van black hair.

5.6 Shared Values

Cultuur is een begrip waar veel definities van bestaan. Het zijn de overheersende normen en waarden die ontstaan zijn in de loop van de tijd. L’Oréal is een bedrijf dat altijd in haar communicatie vernieuwend wil zijn en anders dan de anderen. Nooit mag twee keer hetzelfde gebruikt worden. Wat dat betreft is Mizani een goede nieuwe weg, vol mogelijkheden, om in te slaan.

L’Oréal is een ‘witte’ organisatie. Zowel binnen de consumenten divisie als de DPP kent L’Oréal Nederland nog geen producten voor de donkere huid / black hair. Ook de werknemers binnen L’Oréal Nederland zijn overwegend blank, dit beïnvloed de gedachten gang. Nu L’Oréal met Mizani het black hair segment gaat betreden, is het aan te raden een meer multicultureel beeld naar buiten te dragen.

In Amerika is bijna het gehele Mizani team Afro-Amerikaans. Uit gespreken met diverse salon op de black hair markt is naar voren gekomen dat een black hair consument door een black hair salon behandeld wil worden, en dat een black hair salon over het algemeen ondersteund wil worden door een ‘donker’ bedrijf.

Uit internationale onderzoeken en gehouden interviews met de kappers blijkt een overheersende overtuiging dat blanke mensen / bedrijven geen expertise kunnen hebben van black hair. Dit zet te denken dat L’Oréal voor Mizani uiteindelijk ook een heel ‘donker’ team zal moeten aanstellen.

5.7 Style

Met style wordt hier bedoeld managementstijl. Dit is de wijze waarop het management de organisatie aanstuurt. Volgens de theorie van Mintzberg (1997) vindt coördinatie binnen een simpele structuur plaats door directe supervisie. Er worden dus geen beslissingen genomen zonder dat de directeur daarvan op de hoogte wordt gesteld en om zijn oordeel wordt gevraagd. Dit is ook de werkwijze bij DPP, zie ook het kopje structuur.

Aangezien Mizani een apart merk binnen DPP wordt en de managers van de merken op geen enkel

gebied samen werken, is de managementstijl van de andere merken niet relevant voor het onderzoek.

(32)

5.8 Staff

Het gaat hier om de kenmerken van het personeel en hoe daarmee wordt omgegaan. De werknemers

binnen L’Oréal zijn zoals gezegd overwegend blank. Bij het aantrekken van personeel is een

academische opleiding gewenst, waarbij richting in eerste instantie minder relevant is. Voor het merk

Mizani zal L’Oréal naar aller waarschijnlijkheid toch een team moeten aantrekken waarbij verstand van

black & mixed coiffure een hoge prioriteit heeft, zodat de kennis van de black hair cultuur groeit.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nadat de Zilvervloot is binnengelopen en de staat zijn aandelen in uitvoerders als KPN, Schiphol en de NS verkocht heeft en de lagere overheden hun aandelen in distributiebedrijven

a string terminating on a black hole, which has a gravita- tional counterpart. We also comment on the dynamical process of black hole cosmic string interaction and the second law

dokter echt 'away' houdt? Is het een schrikbeeld of een zegen als we met be- hulp van moderne biotechnologie het ge- bruik van milieubelastende bestrijdings- middelen

• Welke potentiële lezers van MERK A kunnen worden gevonden en welke behoeften hebben zij?. • Welke redenen hadden voormalige abonnees om het abonnement

Om deze heilloze ontwikkeling af te remmen, acht hij het noodzakelijk om een nationale conferentie te organiseren waar onder meer gesproken wordt over de waarschijnlijkheid dat

De referentiecase zoals beschreven in het concept van de Eindrapportage Balancerings- regime wordt slechts op 1 punt aangepast; GTS roept niet de biedladder af maar koopt of

A brand new day – L’Oréal op de black hair markt Bijlage 1: Framework voor introductie strategieën Bron: Hultink et

Dit onderzoek richt zich op de volgende hoofdvraag: “Hoe kan de mismatch tussen vraag en aanbod op de markt voor bedrijventerreinen in Nederland verkleind worden?” Deze vraag