• No results found

Early history of ethnography and ethnology in the German enlightenment : anthropological discourse in Europe and Asia, 1710-1808

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Early history of ethnography and ethnology in the German enlightenment : anthropological discourse in Europe and Asia, 1710-1808"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Early history of ethnography and ethnology in the German enlightenment : anthropological discourse in Europe and Asia, 1710-1808

Vermeulen, H.F.

Citation

Vermeulen, H. F. (2008, November 12). Early history of ethnography and ethnology in the German enlightenment : anthropological discourse in Europe and Asia, 1710-1808.

Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/13256

Version: Corrected Publisher’s Version

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/13256

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

STELLINGEN

behorende bij het proefschrift van Han F. Vermeulen, Early History of Ethnography and Ethnology in the German Enlightenment: Anthropological Discourse in Europe and Asia,

1710-1808. Universiteit Leiden, 12 november 2008.

I De naamsverandering van etnologie in antropologie die plaatsvond in Londen (1864-1871), Washington (1869-1879) en Parijs (1876-1891) leidde tot een hiërarchische opvatting van antropologie. In Nederland gebeurde ongeveer hetzelfde na de Tweede Wereldoorlog (1952). Deze hiërarchische opvatting van antropologie verhindert een helder zicht op de betekenis van de achttiende-eeuwse volkenkunde (etnografie/etnologie).

II De wortels van de sociaal-culturele antropologie liggen in de achttiende eeuw bij het ontstaan van de volkenkunde in de werken van Duitstalige historici. Dit proces voltrok zich in twee fasen: (1) de totstandkoming van ‘Ethnographie’ (Völker-Beschreibung) in het veld (Siberië) gedurende de eerste helft van de achttiende eeuw, en (2) de totstandkoming van

‘Ethnologie’ (Völkerkunde) aan universiteiten en academies in Duitstalige gebieden (Göttingen en Wenen) gedurende de tweede helft van de achttiende eeuw.

III De etnografie ontstond in het werk van Duitstalige geleerden in dienst van de Russische overheid die op grote schaal multidisciplinair onderzoek deden in Noord-en Centraal-Azië.

Gerhard Friedrich Müller en anderen produceerden volkenkundige beschrijvingen, waarvoor Müller in 1740 een programmatische term invoerde, Völker-Beschreibung.

IV De volkenkunde ontstond in Göttingen en Wenen in het werk van de historici August Ludwig Schlözer, Johann Christoph Gatterer en Adam Franz Kollár (1771-1783). Daar werden de resultaten van de Völker-Beschreibung verwerkt en vond de omzetting plaats van empirisch-beschrijvend naar algemeen-theoretisch (Völkerkunde en ethnologia)

V De uitvinder van de etnografie was niet Malinowski rond 1915, maar Müller rond 1740.

VI Geschiedenis is de moeder van de etnologie.

VII Het object van de volkenkunde was tijdens de achttiende eeuw niet ‘de Ander,’ of

‘andere volken’ van buiten Europa, maar ‘alle volken’ van alle tijden en continenten. De beperking van het object van de culturele en sociale antropologie tot uitsluitend ‘niet- Westerse volken’ vond veel later plaats, vermoedelijk pas in de twintigste eeuw.

VIII De conceptualisering van de volkenkunde (etnografie en etnologie) behoort niet tot de voorgeschiedenis maar tot de geschiedenis van het vak.

(3)

IX In de historiografie van de antropologie wordt ten onrechte weinig aandacht aan Centraal- en Oost-Europa (Duitsland en Rusland) besteed, terwijl het etnologische discours zich tijdens de achttiende eeuw juist daar begon af te tekenen. Dit is een belangrijk punt van kritiek op vroegere studies, die de blik vooral op de Franse en Schotse Verlichting richtten.

X De sociaal-culturele antropologie is geen Romantische wetenschap, maar in de vorm van ethnographia (1767-1775) en ethnologia (1781-1783) ontstaan uit de Verlichting in het tijdperk van empirisme, absolutisme, imperialisme en universalisme.

XI In Nederland wordt structureel te weinig geïnvesteerd in research and development.

XII Duitsland is cultureel gezien een eiland, opgesloten in zijn eigen taalgebied. Toch is de culturele verscheidenheid en het aantal dialecten groot. Veel Duitsers stellen het op prijs als buitenlanders hun taal spreken. Daarin zijn zij tolerant en neigen ernaar het Nederduitse accent als een curieuze, vooralsnog onbekend-gebleven dialectvorm te interpreteren.

XIII Teksten schrijven zichzelf. Wetenschappelijke teksten vereisen discipline van de schrijver om te voorkomen dat de tekst met zichzelf op de loop gaat.

XIV De opheffing van de onderzoekschool CNWS in Leiden impliceert niet alleen een vorm van kapitaalvernietiging, maar ook het beëindigen van de institutionele interfacultaire samenwerking tussen de kleine letteren, sociale wetenschappen, rechten en archeologie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

By focusing on the history of the names of sciences from an emic perspective, it has become possible to distinguish two stages in the conceptualization of ethnology: (1) the

Vooral zijn idee dat bij de studie van volken in de vroege geschiedenis alleen het vergelijkend onderzoek van hun talen antwoord kan geven op vragen naar oorsprong, herkomst en

Early history of ethnography and ethnology in the German enlightenment : anthropological discourse in Europe and Asia, 1710-1808..

[r]

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

Deze organisaties kunnen niet zonder meer doorsnee overheidsorganisaties worden beschouwd en een aantal karakteristieken van de marine (wereldwijde karakter van de

Als men kijkt naar de waardes per thema, waar de respondenten het meest hebben aangegeven het desbetreffende belangrijk te vinden, kan men eveneens bij enige waardes observeren dat