• No results found

Heroriëntering van het socialisme

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Heroriëntering van het socialisme "

Copied!
64
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

aan- der ele ,üjke aats- rezig

ver- ,twat ings-

~ring

nens, ':1. te )cren i/. B.

ische . ccul~

)ciale

1 dat itieke epen, s het iders- :, dat os van g het wski's (bro- vorige voort-

: hun

~s, zij t eind tiende ieden- raarbij

~r tijd lit ook :kende leid in

In ook . Edz.

J.

M. DEN UYL

Heroriëntering van het socialisme

/

- n het Februari-nummer van dit blad heeft Banning, de geestelijke situatie van het socialisme besprekend, een samenvatting gegeven van de politieke en maatschappelijke ontwikkeling die tot een nieuwe oriëntering van het socia- lisme dwingt. In het onderstaande wil ik een poging dcozn om dit onderzoek zo mogelijk verder te voeren door een nadere beschouwing van enkele ontwikkelingen, die in de sociale en economische sfeer van onze maatschappij voelbaar zijn en die wellicht in de toekomst een beslissende rol gaan spelen .

Bij het onderzoek naar de situatie van het socialisme, naar de kracht en naar het falen van de socialistische bewzging, staan twee vragen centraal. In de eerste plaats: beschikt het socialisme, dat uiteraard de pretentie heeft de beste oplossing te bieden voor de maatschappelijke en politieke problemen van onze tijd, inderdaad pver de voor onze tijd en onze situatie meest geëigende inzichten en opvatting'zn?

In de tweede plaats: zijn de methoden die het socîalisme als beweging van aan- hangers, meelopers en kiezers gebruikt om zijn idealen in werkelijkheid om te zetten, de méest doelmatig'zP Deze hier onderscheiden vragen lopen in de practijk natumlijk veelal in elkaar over, maar naarmate het me'er waar is, dat het socialisme niet beschikt over het monopolie van vooruitstrevende ideeën, is het noodzakelijker om te onderscheiden tussen de politieke idee, het inzicht enerzijds, en de ·politieke partij, de beweging, anderzijds.

De dialectiek van de progressieve beweging.

Het onderscheid tussen de beweging en het inzicht brengt ons op het eerste punt dat met na:druk dient te worden gesteld wanneer wij ons afvragen in hoeverre

"het socialisme" als beweging thans aan de eigen pretentie voldoet. Het is immers uiterst, onwaarschijnlijk dat een beweging, op jaren gekomen, zoals met het socia- lisme het geval is, de soepelheid zou hebben behouden om zich telkens en telkens weer in haar program en haar politiek aan te passen aan de gewijzigde maatschap- pelijke omstandigheden. Het be'eld dat de geschiedenis vertoont is veeleer tegen- overgesteld. De geschiedenis. doet bevroeden dat de natuurlijke gang van een beweging is dat zij in haar opkomst een, op dat moment zeer wezenlijke, yerdere· ontwikkeling van de gedachten over maatschappij-inrichting vertegenwoordigt, terwijl deze gedachten naarmate zij worden gerealiseerd minder ter zak,z word'en, dus haar geldigheid verliezen en tot een conservatief, verstarrend el,eII.1ent worden.

Dat een dergelijke dialectiek bestaat in de vooruitgang in het algemeen, is een gedachte die door verscheidene historici is geformuleerd. Dat de beweging voor De reeks beschouwingen over de situatie van het socialisme wordt in dit nummer voortgezet met bijdragen over de sociale en'· de internationale perspectieven van het socialisme.

(2)

vrijheid, gelijkheid en broederschap uitliep op een Napoleon, dat de strijd voor de vrijmaking van de arbeiders en boeren in Rusland uitmondde in de Stalinistische uitbuiting van arbeiders en boeren, is een proces dat genoegzaam bekend is. Ons interesseert in dit verband echter meer het verloop van de beweging, die in een bepaalde periode vorm geeft aan een vooruitstrevende gedachte. Dan blijkt zich in het verleden tellians een vergelijkbare dialectiek te hebben ontwikkeld. Het verval van het liberalisme op het Europese continent vormt er de meest sprekende illustra- tie van, De ontwikkeling van de A.R.-partij ten onzent, begonnen als "Partij der kleine luyden" tot sQlide bondgenoot van de beschermers van de rechten der bezit- tenden is in dit opzicht niet minder betekenisvol.

Zoekt men naar elementen ter verklaring van een dergelijke ontwikkelingsgang dan meen ik, dat men op een drietal factoren zal moeten letten.

In de eerste plaats staat aan het begin van elke beweging steeds het leiderschap van een enkele overheersende figuur of van-een kleine groep bezielden. Hun activi- teit duurt bijna zonder uitzondering een leven lang., Slechts weinig politieke leiders hebben· de grootheid om hun beweging zo sterk te maken dat zij zelf overbodig worden en tijdig een nieuwe generatie de kans krijgt. De ervaring wijst dan ook uit, dat nergens de oprichtersbewijzen meer agio doen dan in de politiek. Gegeven het veelvuldig, langdurig gecontinueerde leiderschap, treedt bijna steeds de figuur op dat de leiders de idealen van hun jeugd verabsoluteren. De maatschaPfij verandert ,echter en wat gister vooruitstrevend was, betekent vandaag verstarring en morgen reactie. De mening dat vele politici in hun jeugd het hart en bij het grijzen der haren het .hoofd laten spreken en zo van vooruitstrevendheid naar conservatief evolueren, berust op gezichtsbedrog. Aan gezindheid. schort het de grijsheid niet, maar de gezindheid pleegt zich te richten op wat enkele decennia terug vooruit- strevend was.

In de tweede plaats gaat elke organisatie en elke beweging, geïnspireerd op een idee, een eigen leven leiden dat dikwijls veel taaier en weerbarstiger is clan de idee zelf. De begrippen, de leuren, de symbolen en alles wat er aan mythische trekken in elke beweging schuilt, evolueren bijzonder moeilijk mee met veranderde omstan\

digheden. Wel is waar slagen wij er dikwijls in om bijv. begrippen als kapitalisme, imperialisme, klassestrijd, als een nog niet uitgevonden elastiek rekbaar te maken,

, maar daarmee zijn wij nog niet van de verwarrende en verstenende werking van

d'ergelijke begrippen 'bevrijd. Dat dit eigen leven van een beweging, geïnspireerd op de centrale idee van een voorbij tijdperk, de slagvaardigheid en juiste instelling van de beweging in het heden bemoeilijkt, behoeft geen betoog:

In de derde plaats,' en dit hangt nauw samen met wat hier gezegd-:werd over leiderschap en' de eigenwettelijkheid van een b~weging, zal ellia beweging die iets bereikt heeft; geneigd tijn meer aandacht te besteden aan de verdediging van het bereikte dan aan het winnen van nieuwe mogelijkheden. Voor het socialisme spreekt hier natuurlijk het duidelijkst het voorbeeld van het levenspeil en de bestaanszeker- heid van de arbaiders tegenovJ:lr bijv. de mogelijkheden van irÎternationale integratie.

Het fanatisme waarmee de A.R.-partij tracht om de bijzondere school opni~uw als eeR overheersend verschilpunt in de politieke strijd te werpen, dient men in het- zelfde licht te bezien.

(3)

Ir de ische

Ons een

~h in erval lstra-

der lezit- gang

chap ::tivi- iders lodig

~ uit,

1 het

l' op ldert Irgen

l der

ratief niet, Iruit- \

I een

idee kken stan isme, lken, van :eerd

!lling

over

! iets

l het

reekt eker- ratie.

vals het-

Beschouwt men nu de situatie van het socialisme aan de hand van de geschetste te'ndenz tot verstarring, waaraan een zo gerenommoorde beweging als de socialisti- sche wel onvermijdelijk onderhevig moet zijn, dan moet tegelijk worden opgemerkt dat de positie van de Partij van de Arbeid binnen h~t geheel van het socialisme uitzonderlijk is·. De Partij van de Arbeid immers is een nieuwe partij, juist opgericht om het gesignaleerde verkalkingsproces te doorbreken, een partij die, hawust aan- knopend bij het wezenlijke in de socialistische traditie, toch haar uitgangspunt enkele, resp. ettelijke graden anders legt dan het. gros ,:an de socialistische partijen.

De doorbraak was niet alleen zelf vrucht van nieuw denken, maar ze heeft OGk nieuw denken mog-alijk gemaakt. Met name een rapport als "De Weg naar Vrijheid"

met zijn nadruk op gedecentraliseerde machtsuitoefening, zijn pleidooi voor vrije ontplooiing en zijn aandacht voor de cultuur is alleen denkbaar in een partij die bewust volkspartij wil zijn en elk gesloten maatschappijbeeld principieel verwerpt .. Dat aan een dergelijke uitzonderlijke positie te'midden van het internationale socia- lisme ook schaduwzijden verbonden zijn, is duidelijk. Uitzondering betekent altijd tegelijk een stuk isolement.

Intussen is interI:\ationaal gezien het socialisme sterk in beweging'!) Juist de dis-. cussie over de herbewapening, de samenwerking met andere partijen in de afweer tegen de bolsjewistische dreiging en de confrontatie met vooruitstrevende ideeën

en

practijken van het "kapitalistische" Amerika dwingt de socialistische partijen tot een nieuwe oriëntering met betrekking ·tot haar uitgangspunt. Dat daaruit tegen- stelling (Engeland) en splitsingen (Italië, Japan enz.) voortvloeien kan men in de huidige situatie slechts beschouwen als het noodzakelijke doorbreken van de zweer, zonder welke geen zuivering en genezing mogelijk is.

De groei van het communisme na de tweede wereldoorlog bood, hoe tragisch dit verschijnsel menselijk en politiek is, het socialisme de mogelijkheid tot een nieuw positie kiezen en daarmee tot innerlijke vernieuwing. Het communisme, als dialecti-' sche omslag van het socialisme, bevrijdt de socialistische beweging van eelll' Fllsto- risch gezien vrijwel onafwendbaar fatum, nl. de verstening in het dogmatisme.

Maatschappii~analyse en maatschappijvisie.

Behoeven de voorwaarden tot adequate inzichten in een zeveeljarige beweging als de socialistische, met name in ons land,. dus niet als ongunstig te worden. be- schouwd, het staat buiten twijfel dat de dogmatiserende en verstarrende tendenzen die we opsomden, socialisten bij voortduur verplichten tot toetsing van eigen inzichten en programs aan de sociale werkelijkheid. De eerste vraag, die dan dient te worden geste'ld, luidt: heeft -het socialisme een eigen visie op de maatschappelijke ontwik- keling? Men ontmoet nogal eens de stelling, dat de kracht van het socialisme in het ve~leden vooral school in de doeltreffendheid van zijn maatschappij-analy~e. "Wie geeft ons het Kommunistisch Manifest voor deze tijd" hoor ik wel eeI\s vragen.

Schiet het hedendaagse socialisme hier inderdaad tekort?

1) Vergelijking van periodieken als "Socialist Cornmentary", La Révue Socialiste", "Die Zukunft" en "S. en D.", leert, evenals de nieuwe beginselverklal'ing van de Internationale, dat het denken in de verschillende socialistische partijen groter overeenkomst vertoont dan de politieke practijk.

(4)

Zonder iets af te doén aan de genialiteit van Marx' ontleding van de maatschap- pelijke krachten, die tientallen jaren lang een superieur werktuig is geweest in de emancipatiestrijd van de arbeidersbeweging, meen ik toch dat men hier wel moet onderscheiden. Er was bij tvlarx en bij de oudere socialisten maatschappij:analyse en een stuk maatschappij-beschouwing, maar geen maatschappij-visie. Geen maat·

schappijbeeld voor de toekomst, ten minste niet voor zover élat uit zou dienen te gaan boven "grond- en productiemiddelen aan de gemeenschap". De plaats van de maatschappij-visie w~rd ,ingenomen door het geloof in de komst van "het socio alisme". Het was dit geseculariseerd-e geloof, dat een uiterst belangrijk element veitegenwoordigde in de socialistische strijd 'en dat tharis verdwenen is. Verdwenen met dé deterministische achtergrond van het negentiende eeuwse denken. Vervan-

gen door het scepticisme, dat alle geestelijke bewegingen in onze tijd doortrekt. Ik ga op de aspecten van de geestelijke situatie niet verder in, constateer alleen dat men bij het vragen naar een socialistisch maatschappijbeeld niet de voorstelling mag wekken, of het hierbij gaat om ie'ts dat verloren is geraakt. Daarmee is intussen niet ontkend dat de vraag naar een concretisering van, het socialistische maatschap·

pijbe·eld bestaansrecht heeft. In hoeverre "De Weg naar Vrijheid" een antwoord geeft op deze vraag mogen anderen beoo.rdelen. Wel maak ik uit de opmerking van Schermerhorn op het Plancongres, die vroeg naar een artistiek verantwoorde uit- beelding van de gedachten uit het nieuwe Plan op, dat, we hiermee op zijn best halverwege zijn.

Met de ontleding van de maatschappelijke krachten staat het anders. De criÜek op wat het socialisme aan maatschappij ontleding thans te bieden heeft, richt zich vooral op twee punten: de ontleding vervaagt in het signaleren van een veelheid van krachten, die wel scherp afsteekt te'gen de eenvoudige en heldere analyse van de kapitalistische maatschappij, die het vroegere socialisme hanteerde èn voor zover er analyse aanwezig is bijv. van de verhouding tussen de arbeiders, oude en nieuwe middenstand en ondernemers, worden de lijnen zelden doorgetrokken naar de toe·

komst.

Erkend moet worden dat de maatschappij-analyses van enig portuur, die de laatste jaren op tafel zijn gelegd, het domein zijn gebleven van enkelli)gen en in de socialistische beweging onvoldoende hebben doorgewerkt. Ik noem in dit verband een"drietal visies van ongemeen belang.

1. De heerschappij der bewindvoerders, zoals ontwikkeld door James Burnham. I

Zijn boek, dat reeds van 1941 dateert, heeft nog vrij sterk doorgewerkt. Bij alle gerechtvaardige critiek, die op het betoog van Burnhari1 kan worden gdeve'rd, heeft hij in elk geval de aandacht geconcentreerd op het gevaar van het ontstaan van een nieuwe kaste, die elkaar de bal toespeelt en zich in feite onttrekt aan democratische controle. Bil alle reserve die men ten aanzien van Burnhams stellingen en met name wat betreft zijn onderschatting van het weerstandsvermogen van de politiek>e demo·

cratie moet maken, is tot dusver weinig ernst betracht met het ondervangen van die levensgrote bedreiging voor de democratie die Burnham heeft gesignaleerd: de overmacht .v~n de besturende en uitvoerend-e apparaten op de 'controlerende orga- nen, in staat, bedrijfsleven, vrije organisaties enz. De stuntelige wijze waarop' in ons

(5)

moet alyse naat- en te

van soci- Iment renen rvan- tt. Ik

[l dat

elling ussen chap- voord g van

~ uit- best

:ritlek : zich cl van

tn de Ier er euwe

~ toe-

ie de in de rband

iliam.

j alle heeft neen tische

name lemo- m die d: de

orga- in ons

land de hervorming van de parlementaire werkwijze voortgang vindt (of liever stokt) bewijst eens te meer dat men Of het gevaar niet ziet Of de democratische intentie reeds te zeer is uitgehold. Op dit terrein, nauw samenhangend met het gehele problEem van het 'levend houden van de democratie van onderen-op, ligt voor het socialisme een der belangrijkste taken voor de toekomst, niet het minst in het bewust çrganis_eren van democratische controle en stuwing in de eigen partij.

2. De depersonalisermg vau" de mens als gevolg van het overheersen van de techniek en het ontnemen aan de mens van elementaire levensfuncties door maat- schappelijke organisaties. Ik denk hierbij aan de groep schrijvers als Huxley (Brave new world), Orwell (1984), Gheorgiu (Het 25ste uur). Deze problematiek kan, zoals bij Orwel!, in directe samenhang worden gezien met de overwinning van de totali- taire staat. Ze bestaat ook daarbuiten voor zover het totalitarisme betekent dat

"vrije" mensen (ook in een formele democratie) het stempel opgedrukt krijgen van een eenheidscultuur en door reclame, pers, radio en film geconfectionneerd worden . tot dezelfde, mechanische, onpersoonlijke wezens, die uit angst om achteraan te komen in de race naar maatschappelijk succes, bovendien nog gedwongen worden in hetzelfde tempo ~e leven.

Ik ontken opnieuw niet dat ook in socialistische kring aan deze ontwikkeilng aan- dacht is gegeven. Dat in het nieuwe Plan een zo grote plaats is ingeruimd aan cultuurvr~en, waarin mede deze ontwikkeling onder ogèn wordt gezien, lijkt me voorshands nog steed:; het belangrijkste aspect van het Plan. Essentieel is echter dat een dergelijke ontwikkeling alleen kan worden weerstaan, indien er iets verandert in onze waarden-structuur. Daarin immers schuilt een duidelijke fout. Als illustratie volge hier een citaat uit het studentenorgaan Politeia (April 1950), waariri naar aanleiding van het socialistisch program voor actieve cultuurpolitiek met zijn nadruk op geiijkheid van kansen, het volgende wordt opgemerkt:

"Ditalles heeft slechts zin, indien we ook een goed gebruik van die kansen kun- nen maken, dwz. in staat zijn ze als middel te gebruiken om vrije' mensen te worden, om de capaciteiten die we als mens bezitten te ontwikkelen zodat onze persoonlijk- heid niet meer zo verminkt is als nu, en we van het leven in onszelf en anderen kunnen houden: het doel van het socialisme is in laatste instantie de bevrijding van de mens; dus ook een maatschappij die ons de gelegenl,1eid ge'eft ons zelf te zijn, een maatschappij die ons niet langer een carrière, prestige, geld enz. als de voornaamste levensdoelen voorhoudt. Vrij~el iedereen streeft immers in. zijn leven die doelen na, die volgens de maatschappij primair zijn, ook al wordt daardoor het meest waardevolle in ons beknot."

Men kan in antwoord daarop verwijzen naar onderwijsvernieuwing, verbetering van opvoeding en opvoeders, om daarmee dan tegelijk de grens te naderen van wat mogelijk is binnen het kader van socialistische politiek, Voor mij vormen de paragrafen over pers en radio in het nieuwe Plan de minst bevredigende, niet om wat er wel maar om wat er niet in gezegd is. Als men aan de andere kant de moge- lijkheid van een eigen socialistische cultuurpolitiek, in die zin dat zij een eigen rangorde van waarden hanteert, in twijfel trekt of afwijst 2), dan rest hier slechts de

2) Zo dr J. G. Bomhoff in "Tijd en Taak" 26 April 1952.

,

(6)

/

'Conclusie dat, althans in ons land, een van de belangrijkste taken op maatschappelijk.

vormend gebied buiten het kader van het socialisme Zal moeten worden verricht.

3. De versnelde technische vooruitgang die de arbeid in landbouw'en industrie binnen afzienbare tijd tot een minimum van' enkele uren zal' reduceren en door de overmaat van vrije tijd enerzijds, de aflopende vraag naar ongeschoolde arbeid anderzijds, een geheel nieuw maatschappij type tot stand brengen. Ik ,denk hierbij in de eerste plaats aan de Franse hoogleraar en hoofdambtenaar Jean Fourastié die in zijn beide boeken "La .Civilisation de 1960" en "Le grand espoir du XXe sièclé' deze ontwikkeling op fascinerende wijze heeft gesuggereerd.3) In ons land heeft F. L. Polak in zijn "De wentelgang der wetenschap en de maatschappij van mor·

gen" een, wat de revolutionnaire ontwikkeling van de techniek betreft verwante, maar in tegenstelling tot Fourastié, pessimistische visie op deze proble~atiek bijgedragen. Fourastié die wel sterk eenzijdig en schematisch redeneert ,maar geen fantast is, voorziet een nieuw beschavingstijdperk waarin nog slechts 20% van de bevolking zal werken in industrie en landbouw en de rest werk zal moeten vinden in de sfeer van de maatschappelijke diensten in~de ruime zin van het woord. Hij steunt zijn betoog vooral op een analyse van de technische ontwikkeling in de Ver·

enigde Staten, waar inderdaad allerlei verschijnselen waarneembaar zijn op het gebied van de vervanging van menselijke arbeid door mechanische hulpmiddelen, die ook de sceptici op dit gebied tot nadenken mOeten stemmen. •

Het merkwaardige feit: ligt er dat het socialiSme, gedurende lange tijd achter·

·dochtig ten opzichte van de machine, thans en met name daar waar het zelf heeft

moeten regeren, heeft leren denken in termen van'productiviteÜ:, door deze ·ontwik·

1<eling weer gedwongen z'ou worden zijn achterdocht te.gen de machine in te scha·

1<elen. Voor een socioloog die' denkt in termen van voorsprong en achterstand om van te' watertanden! Zonder in dit bestek op het vraagstuk van coördinatie en behee.rsing van de technische ontwikkeling dieper in te gaan, kan de voorlopige conclusie zijn dat hier een terra incognita ligt, waarvan dringend vereist is dat bet in kaart wordt gebracht. Opdat we niet ovenompeld worden" wanneer het te laat is. Voor zover technische bulp door Amerika aan de rest van de wereld wordt verleend, is reeds een bescheiden begin gemaakt met het coördineren van de toepassing van tech·

nische vindingen. In beginsel moet het mogelijk zijn deze coördinatie op oneindig ruimer schaal toe te passen, waarbij de vraag van de beheersing vanzelf aan de orde komt.

Het einde van het causaal monisme.

Zijn er dus' een aantal maatschappij-analyses waar het socialisme ei-n_st mee moet maken - "het Kommunistisch Manifest voor deze tijd" is een utopie in de slechte zin van het woord. Waarom dit zo is, verdient ièts nader te worden aangeduid omdat veel van het bestaande onbehagen terug te voeren is op onvrede over het ontbreken van een kláre, simpele maatschappij-analyse, die duidelijk laat zien wat we van de toekomst te verwachten bebben.

Een dergelijke analyse is door verandering in de maatschappij zelf onmogelijk 3) Een uiteenzetting van en critiek op de denkbeelden van Fourastié heeft prof. dr F. L. Polak geleverd in "De Economist" van Febr. 1951.

(7)

pelijk- rricht.

lustrie

)01' de ubeid :lierbij :ié die ,ièclé'

heeft

l mor-

N'ante, natiek : geen 'an de rin den d. Hij e Ver- lp het delen,

.chter- heeft ntwik-

scha- m van

·e.rsing ie zijn

wordt zover reeds tech- eindig ,an de

l moet

;lechte :eduid er het :n wat :>gelijk rof. dr

geworden. In de eerste plaats is de onderlinge afhankelijkheid van de verschillende, in de maatschappij werkende krachten enorm toegenomen als gevolg van de ver- dichting van het maatschappeli;ke weefsel. De basisverschijnselen van de maat- schappelijke ontwikkeling van de laatste eeuw: de ontwikkeling van de techniek, de groei van de bevolking en de verhoging van de welvaart, hebben geleid tot een veelheid van technische, economische en sociale apparaten, waardoor als het ware aan de maatschappij een nieuwe dimensie is toegevoegd. De onderUnge betrek- kingen tussen de maatschappelijke instituten en krachten zijn verveelvoudigd. Dit betekent dat het aantal onbekenden in de redenering over de verdere. maatschap- pelijke ontwikkeling eveneens is verveelvoudigd.

In de tweede plaats heeft de toeneming van de leiding, die aan de maatschap- pelijke ontwikkeling wordt gegeven aan de ene kant weliswaar de speelr~imte. voor de maatschappelijke krachten beperkt, aan de andere kant heeft dit een arbitrair, onvoorspelbaar element aan de ontwikkeling toegevoegd. Of een socialistische orde- ning van de maatschappij in de komende periode reële kansen krijgt, is veel minder afhankelijk van het uitbreken van een crisis in de Amerikaanse economie, dan van de reactie van de. Amerikaanse regering hierop en die is nog in hoge mate onvoor- spelbaar. Dit voorbeeld is met talloze uit te breiden. Beslissend is dat de maat- schappij-ontwikkeling vooralsnog niet gaat in de richting van grotere, maar van geringere voorspelbaarheid. Dit betekent dat het onheilSpellende besef "in de mist te zitten en niet, weten waar te belanden", een besef dat wellicht meer dan iets anders in de jaren na de oorlog neerdrukkend heeft gewerkt, voorlopig niet kan worden weggenomen.

De conclusie hieruit kan geen al1dere zijn dan een beklemtoning van de urgentie van het ontwikkelen van nieuwe methoden van voorlichting, van het verschaffen van inzicht in samenhangen en grenzen. Uiteraard is hier nog iets meer mee ge-' moeid: een levensopvatting en -houding, die bereidheid vertoont tot ingespannen arbeid en persoonlijke inzet zonder dat men weet of gelooft dat aan het eind van de weg de erepoorten staan opgericht. In dit verband lijken me de opmerkingen die Ter Braak in 1939 heeft gemaakt (in "De Nieuwe Elite" in antwoord op een con- crete vraag van H. Marsman naar zijn maatschappijbeeld) over maatschappelijke activiteit van de geseculariseerden die ook niet in een heilstaat geloven, nog altijd van fundamenteel belang.

Achterstand in maatschappijbeschouwing.

Naast de op de toekomst gerichte maatschappijvisie en de maatschappij-analyse als werktuig is de principiëlè benaderingswijze van het wezen der maatschappij en de afbakening van de functies van maatschappelijke instellingen van 'groot be- lang voor de kracht en slagvaardigheid van het socialisme. In een theologenland, waar "het beginsel" nog altijd geldt als een noodzakelijke legitimatie voor de geestelijke notabelen, telt dit des te meer. In een periode, waarin het socialisme wordt achtervolgd met de beschuldiging va~ staatssocialisme en de eerbied van socialistische politiek voot het organisch-maatschappelijke in twijfel wordt getrok- ken, is het gewenst dat het socialisme zich rekenschap geeft van zijn inzichten omtrent het wezen' van staat en maatschappij.

(8)

Hoewel de houding die de P.v.d.A. heeft aangenomen, waar deze vragen in de poütièke realiteit van de afgelopen jaren aan de orde kWamen, vrij trefzeker is geweest, kan niet worden ontkend dat de keuze van geval tot geval meer op grond van common sense dan op grond van principiële overwegingen werd bepaald.

Nu hoeft

m~n

zich voor gezond verstand nooit te schamen: en zeke niet waar het geldt de. afbakening van taak en bevoegdheden van overheid en particulier initia- tief, van hogere en lagere organen. De vraag dient echter gesteld of de gevolgde methode op den duur toereikend is. Het is niet toevallig dat' de critiek op het nieuwe Plan van K.V.P.-zijde zich vooral heeft toegespitst op h~t veelvuldig hante- ren van de doelmatigheidsnorm en het ontbreken van uitvoerige overwegingen omtrent wezen en taak van individu en gemeenschap. Het socialisme bedreigt inderdaad het gevaar dat het afglijdt tot een utiliteitsleer met een platte oppor- tnniteitspolitiek als consequentie.

Men behoeft nog niet de noodklok te luiden om niettemin van oordeel te zijn dat de gedachte van de functionele decentralisatie, zoals die in de vroegere S.D.A.P .. is ontwikkeld, in de P.v.d.A. opnieuw op de helling dient te worden gezet. Daarbij zouden dan in het bijzonder de werkgemeenschappen een bijdrage' hebben te leveren. Het gaat om een principiële fundering van taak en grenzen van overheid, staat en maatschappij, die politiek bruikbaar is. Het behoeft geenszins te betekenen dat er iets uit de bus komt dat specifiek socialistisch kan heten. Prof. Veraart maakte hierover onlangs een opmerking n.a.v. "de Weg naar Vrijheid", welke op z'n minst te denken geeft. "Fris is het uitzicht en het perspectief, dat ik echter geenszins bereid ben zo maar een "socialistisch" perspectief te . gaan nOemen. Waarom niet met ten minste 'even veel reden "solidaristisch" perspectief, waardoor andere brede groepen van onze (Nederlan"dse) samenleving evenzeer als die van de Partij van de Arbeid - en met name de katholièke - worden ingeschakeld?:'4).

Men ontmoet nogal eens de opvatting, dat aUe aandacht, besteed aan de sociaal>wijsgerige en rechtsfilosofische aspecten van de politieke problematiek ver- spilde energie is. Men kan hiervoor zelfs aanknopen bij een uitspraak als die van de A.R. prof. Zijlstra, die over de souvereiniteit in eigen kring sprak als over één der

"empty boxes" in onze politiek. 5) Maar om aan te tonen dat de dozen van het solidarisme en de wetsidee alleen met professorale lucht zijn gevuld, zal men 'de filosoferende niet-socialist op eigen terrein moeten bestrijden.

Het ziet erin veel opzichten naar uit dat .naarmate het herstel van de oorlogs- schade vordert, de rechtse stromingen in de politieke partijen de overhand krijgen en voor de kortzichtigen de ruimte voor onvruchtbare haarkloverijen terugkeert, het politieke tournooiveld weer meer zat wórden verlegd van de practische pro- blemen naar de zgn. beginselen.' Dat geldt in ons land voor de prot.-chr. partijen, dat geldt in Europa voor de katholieke politieke partijen die op voorheen ongekende wijze zijn georganiseerd en geactiveerd,. het geldt internationaal voor het neo-libe-

4) Katholiek Cultureel Tijdschrift, Jrg. V, nr. 8. ,

5) In de Werkgever, Mei 1951 "Het is sinds lang mijn mening, dat de gangbare opvat- tingen over de 'souverein;iteit in eigen kring' van de 'Maatschappij' t.O. de 'Staat' één van de ' empty boxes' uit de politieke strijd is, di~ in aanmerking kgmt voor verwijdering

uit het politieke arsenaal". .

(9)

I de :r is

op tald.

het itia- 19de

het . nte- Igen :eigt por-

zijn

A.P.

irbij

~ te leid, men akte linst ,zins

niet rede

11 de

. de ver-

Cl de

der het l-de

logs- jgen eert, pro- ijen,

~nde

libe- pvat-

.

één ering

ralisme dat steeds duidelijker als een eigen internationale groepering gaat optreden.

Bet socialisme behoeft op dit punt dringend aanvulling van het arsenaal.

Knelpunten van de sociaal-economische ontwikkeling.

Na de vrij uitvoerige bespreking van de globale aspecten van de maatschappij- ontwikkeling volstaan we met in het kort aan te geven op welke punten na hetgeen in "De Weg naar Vrijheid" over de maatschappelijke orde is opgemerkt, het denken verder moet worden gevoerd, of de problemen opnieuw moeten worden gesteld .

1. Het socialisme heeft in de meeste landen bereidheid getoond tot een concen-

!Fatie van zijn krachten .op het vergroten van de welvaart. De verdelingsproblemen worden in toenemende mate als secundair gezien. Niettemin vindt het socialisme in de meeste landen een meerderheid tegenover zich, die zich hardnekkig verzet tegen planmatige leiding van de productie en tegen vergroting van de gemeen- schapsinvloed in het bedrijfsleven. Het 'Succes van het tree enterprise in de Verenigde Staten speelt daarbij een grote' rol in de geest van de massa. Het is duidelijk dat bij een verdergaande ontmoeting en doordringing van de economîsche systemen van de' verschillende landen met elkaar, die zowel met als zOllder Europese integratie, onvermijdelijk zal plaats vinden, de strijd om het systeem van welvaartsbevordering en werkgelegenheidspolitiek zal toenemen. Men bedenke dat zolang het socialisme irl Engeland in de regering is u,itgeschakeld het socialisme in Europa als regeringsmacht betrekkelijk weinig te betekenen heeft. Meer dan 40%

I van de socialistische kiezers in Europa woont in Engeland. Het is dus duidelijk dat de strijd om het stelsel van welvaartsbevordering uiteindelijk op internationaal plan zal worden beslist. Door de de'skundigenconferenties van de Comisco, thans Internationale, is voor· het voeren van deze strijd reeds belangrijk voorbereidend werk verricht .. Dit werk zal echter sterk geïntensiveerd moeten worden. Daarbij zal het .socialisme zich nadrukkelijk bezig hebben te .houden met vergelii.king en synthese van Amerikaanse sociaal-kapitalistische opvattingen en Westeuropese socialistische concepties.'

2. De prioriteit van de vraagstukken van internationale economische ordening mag .ae aaridacht niet afleiden van verdergaande maatschappelijke hervorming binnen nationale grenzen. Het Europese integratie-streven is ongetwijfeld ook ge- stimuleerd en gesteund door belangengroepen, die werken uit de overtuiging, dat zij binnen de Europese ruimte meer kansen tot voortzetting van het oude spel zullen krijgen, dan binnen nationale grenzen. Dit discrediteert niet het Europese eenheidsstreven, wel het vooJ:barige en schadelijke fatalisme waarmee sommigen het streven naar een rechtvaardige maatschappelijke orde binnen nationale grenzen voor nutteloos ~erslijten. Het socialisme zal zich in de komende periode duidelijk moeten gaan uitspreken.. waar de keuze ligt bij een botsing tussen de belangen van de sociaal zwakke groepen en de voordelen van een vergroting van de markt en samenvoeging van economische eenheden.

3. In "De Weg naar Vrijheid" vindt men tot op zekere hoogte een waardering

(10)

van de socialisatie boven ordening, waarbij de nadruk wordt gelegd opve'rnieuwing van de beheersvorm van de gesocialiseerde bedrijven. Dit beginsel van ·osmose . tussen staat en · maatschappij, tussen \ particulier en gemeenschapsbedrijf, is een uiterst vruchtbaar beginsel met het oog op een maatschappelijke "Orde waarin de tegenstelling tussen particuliere sector en overheidssector, die thans nog wordt gevoeld en gevoed, zal hebben plaats gemaakt ~oor een vanzelfsprekend naast elkaar bestaan. In dit verband dient de betekenis te worden 'onderstreept van de nieuwe visie op het concurrentie-begrip. Is ÏI]. de economische literatuur thans de gedachte doorgedrongen dat zelfs in een volled\g gesocialiseerde economie de con- cUlTentie een belangrijke rol kan vervullen - het socialisme zal zich nog nader vertrouwd moeten maken met de gedachte dat de wedijver in het economische leven evenzeer een nuttige functie heeft te vervullen als de gedifferentieerde be- loning en dat dit de gedachte van dé dienende taakuitoefening niet uitsluit maar

logisch aanvult. .

,

4. Ten aanzien van de vraagstukken di!l samenhangen met de plaats van de mens in het maatschappelijk productieproces, de rechtsordening van -de arbeid, de recht- vaardige beloning en de arbeidsvreugde vragen we hier slechts aandacht voor de noodzaak van ernstige studie van de mogelijkheid tot vereenvoudiging van de maatschappelijke structuur. "Simplification of industry" is een der leuzen geworden in het streven naar het opvoer~n der arbeidsproductiviteit. Dat "simplification of society" een belangrijke bijdr.age zou kunnen leveren tot vel·groting van de mense-

. lijke productiviteit in de ruime zin en tot het menselijke geluk in het algemeen

heeft nog nauwelijks aandacht gekregen. In "De Weg naar Vrijheid" is aan dit thema een betekenisvol paragraafje gewijd (pag. 25) waar het betreft de beperking van de inkomensoverdrachten. De gedachte verdient· echter op elk gebied van maatschappelijke activiteit te worden onderzocht. Vereenvoudiging van de maat- schappelijke structuur, unificatie van de maatschappelijke voórzieningen, stroom- lijnen van de sociale instellingen, zij vormen de voorwaarden voor het sçheppen . van doorzicht in de maatschappelijke dooThof waarin de burger thans mistroostig ronddwaalt. De ironie wil dat juist degenen die beweren bezorgd te zijn voor de menselijke persoonlijkheid, het zelfdoen en de zelfbepaling, door hardnekkig verzet tegen verèenvoudiging en unificatie de mens elk doorzicht ontnemen en de dool- hof nog onontwarbaarder maken (uitvoeringsorganen sociale verzekering, belas- tillgen, ziekenfondsen, onderwijs enz.)

Het socialisme zal zich hebben bezig te houden met de vraag hoe het maat- schappelijke proces kan worden vereenvoudigd en ·doorzichtig gemaakt terwille

~an de mens. Een veeleisende taak want het domme potlood kan hierbij geen dienst doen.

Elk van ~eze punten dient nader uitgewerkt te worden. Beslissend is echter het besef, dat in onze situatie geen enkele partij of beweging een monopolie van juiste inzichten bezit. Het socialisme heeft evenwel onverminderd de mogelijkheid door een critische instelling tegenover de eigen traditie, door aanvulling van, het geestelijk arsenaal, door soepelheid in de vormgeving van zijn politieke streven een sociale kracht te vormen en leiding te geven aan noodzakelijke vernieuwing.

(11)

g

e- n e lt

it e e

!- I

s

e e

:l

f

, -

!l t

!l

t

t

I

t 1

M. VAN DER GOES VAN NATERS

INTERNA TIONAA L SOCI AL ISME

REMMINGEN EN MOGELIJKHEDEN

D

e wereld staat bepaald niet stil. In acht jaar tijds hebben de politieke constellaties elkaar telkens afgewis~eld: de geallieerden tegen de as Duitsland-Japan; de Europese groep als derde macht tussen Rusland en Amerika; de Atlantische Gemeenschap tegen het totalitarisme. De vroegere vormen hebben echter steeds een rest achtergelaten: af en toe (neo-nazi's; defensie- integratie) is Duitsland nog de ex-veroordeelde, die geen recidivist mag worden;

af en toe wordt een distanciëring tegen Amerikaans drijven in China of elders weer actueel. Maar het laatste beeld overheerst wel sterk: de Atlantische Gemeen- schap, zoals zij is geproclameerd in de verklaring van Washington van 14 September 1951. Zij zou bestaan. uit twee partners: een Amerikaanse associatie en een Europese associatie; deze laatste zou ook weer uit twee delen bestaan: Engeland (en misschien de Scandinavische landen) enerzijds, en "de Continentale Gemeen- schap" anderzijds.

Deze eerste conceptie in de geschiedenis der mensheid van een structuur voor de halve aarde is niet zonder grootsheid. Het .is duidelijk, dat zij grote moeilijkheden oplevert. Wat is de plaats van de Commonwealth? Hoe moet het met de speciale banden van enige continentale landen met Engeland? Hoe moet de E\ll'opese associatie Engeland-Continent worden gedacht, nu het duidelijk is, dat zij (in tegenstelling tot de Continentale Gemeenschap) geen' federale trekkèn zal vertonen?

Men doet verkeerd, deze problemen als vormen-geknutsel te zien. De oplossing van de zaak-Tunis, de positie van Engeland in Gibraltar, Malta en het Suez- kanaal, de verhouding tot Egypte, de al of niet neutralisering van Duitsland, de vervanging' van een Rijn-verdediging door een Elbe-lijn, de toekomst van de O.E.E.S. en de -Raad van Europa, hangt er van af. Op dit "institutionele" terrein spelen de belangrijkste politieke gebeurtenissen van onze tijd zich af. De nieuwste stunt van de Britse buitenlandse politiek, het' White Paper van Eden, is niet anders dan een bijgewerkt concretiseringsvoorstel voor de Brits-continentale associatie;

het voorstel ondersteunt, en st~unt op de politiek van Lissabon en van de Europese Defensie-Gemeenschap. Institutioneel succes, hier, betekent de verkiezing van Eisenhower in Amerika; een fiasco is een succes voor de isolementspoutiek van Taft en de koude-ool'logsstrategie val,l Stalin.

Natuurlijk kunnen de lijnen anders worden getrokken, de accenten/verlegd (meer nadruk op het Atlantische; Of juist diepere bezinning op het .federalisme van

(12)

een Klein Europa); niemand zal ontkennen, dat met het bovenstaande de politieke wereldkaart van voorjaar 1952 wel geschetst is. _

Met die kaart zullen we dus moeten gaan werken: Voor ons, socialisten, is zij nog een blinde kaart. 'Wij zullen moeten a~nduiden, waar wij willen wezen. Als dat netjes en organisatorisch gebeurde, zou dat moeten geschieden door de (heropgerichte )

Socialistische Internationale.

Deze Internationale werd ten doop gehouden op het congres van Frankfort, in Juli 1951, en haar jongste t~ken van leven was de cqnferentie van Londen van Maart 1952. Tussenin lag de conferentie van Brussel van December 1951, toen de Declaratie van Washington juist bekend werd. Zij reageerde daarop in een resolutie, niet geheel negatief, maar tamelijk stroef. De conferentie van Londen bood wel een inleiding over "Les .Problèmes actuèls de l'Europe", maar in 't geheel geen resolutie. Meer kwam er uit een bijeenkomst van de Mouvement Socialiste pour les Etats Unis. de l'Europe (Frankfort, Februari 1952) maar deze beweging wordt gevormd door een groep overtuigden, die als zodani{5 geen politieke verantwoordelijkheid dragen.

Laten 'wij er geen doekjes om winden: er is een crisis in het Europese socialisme, en die kan eerst worden overwonnen, als zij wordt onderkend. De wortels van die crisis reiken tot Transport House, de zetel van de Britse Labour Party. Haar bestaan we~d het eerst geconstateerd bij de 'verschijning in 1950 van "het Bruin-

I boek van Hugh Dalton": European Unity, waarin zowa't alles werd afgewezen op liet terrein der Europese integratie, wat ooit was voorgesteld of voorgesteld zou kunnen worden.

Het sensationele ontslag van P. H. Spaak als voorzitter der Assemblée van de Raad van Europa was het gevolg van irritatie tegen de Engelse socialisten, die daar alleen màar "no" zeggen, of ,,1 abstain". De Scandinaviërs volgen hen op de voet ..

"De mogelijkhéden voor een snelle groei van, productie en welvaart in Europa moeten vooral. op het nationale vlak gezocht worden", zegt de Zweedse Socialistische Partij in een memorandum. En hier zijn wij dan bij de sleutel van het s?cialistiscbe drama. \

Het socialisme heeft een eeuw lang, de eeuw van Proudhon, Marx, , Bakoenin, Bebel en Rosa Luxemburg, gevochten tegen de staat. Velen van ons hebben nog in hun jeugd met overtuiging gezongen: de staat verdrukt, de wet is logen --terwijl er toen al een uitgebreide en een gédetaill~erde sociale wetgeving bestond. Het socialisme heeft toen langzamerhand de weg naar de staat gevonden; 'algemeen kiesrecht en het betrekken van socialisten in het landsbestuur waren hier wegwijzers.

Dit stuk emancipatie is eerst in: de kwart eeuw tussen 1920 en 1945 in alle Westerse landen voltooid.

Zo kon dan. in sommige van die Westerse landen bij de socialisten het gevoel ontstaan van: houden wat je hebt.

De Labour Party en de S.P.D. van Schumacher geven elkaar hier niet veel toe.

(13)

e

ij s e

I

,

iJ.

r

r

e

e 11

Schumacher zegt de dingen in een wat bruter vorm:

de S.P.D. moet op de nog

altijd lege stoel van de nationale-partij-bij-uitstek gaan zitten: Herinnerd kan ook worden aan de verwijten, die Wilhelm Kaisen, de 'socialistische burgemeester van Bremen, aan de S.P.D.-politiek heeft gedaan, omdat hij daarin een noqdlottig streven zag, het patriotisme . voor zich te monopoliseren. De vijandigheid der S.P.D. tegenover het plan-Schuman ("we zullen daar altijd met twee tegenover zeven staan") en tegenover de Europese Verdedigingsgemeenschap ("Duitsland zal er zonder de rechten en mogelijkheden van de andere landen zijn"), de uitingen tegenover de Raad van Europa ("internationaal-kapitalistische samenzwering") bevestigen deze houding geheel. .

Het Labour-pamphlet van 1950 "Europ~an Unity" gaat uit van de nationale Britse (Labour-)politiek; samenwerking met andere volken mag dan ook niet op boven-natjonale basis geschieden, maar op die van de volledige nationale souverei- niteit. Dit is dus nogal negatief. En het werd niet beter, maar erger. 5 April vond er te Londen een bijeenkomst van de Raad der Socialistische Internationale pláats;

de Britten zaten er bij, eIl; keerden zich alleen tegen deelneming aan een Europese federatie - welke niemand meer van hen vraagt. Op 7 April, twee dagen na de conferentie, verscheen er, kant en klaar, een nieuw "bruinboe'k": "Problems of foreign Policy"; een nóg afwijzender geschrift dan dat van 1950, waarin bijv.

met geen woord over de, ook Engeland billdende, besluiten van Lissabon en de nieuwe, meer constructieve, associatie-voorstellen van minister Eden werd gerept.

En steeds wordt de slogan herhaald: England can not commit itself.

Het is duidelijk, .dat hier van een gevaarlijke remming .van het socialisme moet worden gesproken. Nationaal socialisme is geen 'socialisme meer. Het socialisme is, langer dan een eeuw, een internationale beweging, en wel op twee gronden.

In de eerste ,plaats berust het op een maatschappelijke conceptie, en het maatschappelijke valt in geen enkel opzicht met de nationale grenzen samen. Het:

. "Proletariërs aller landen, verenigt U" was een volkomen natuurlijke c.onclusie;

zij geldt nog steeds' ook voor de modernste vormen van socialisme. In de tweede plaats gaat alle socialisme uit van de gelijkheid van, respect verschuldigd aan, en de gelijkberechtigdheid van iedere méns. Hiermede is onverenigbaar het verheffen van de eigen volksgenoten als bevoorrechté groep, van de eigen natie als uitver- koren volk.

Zoals er tot 1945 op nationaal gebied een bedenkelijke tegenstelling was tussen theoretische staatsverloochening en practische staatsaanvaarding, ligt er nu een dergelijk conflict op internationaal gebied: in 1951 hebben we de Internationale plechtig heropgericht, maar wij willen op de nationale stoel bij uitstek gaan zitten· en ons niet committeren, als er een stuk nationale souvereiniteit moet worden overgedragen. Geen enkele socialistische partij is hier brandschoon. Op het Plan- congres zei Ruygers: ;,Er zijn allerlei krachten eh machten, wier positie afhankelijk is van de instandhouding der gevestigde orde. Maar een socialistische houding kan dat niet zijn". En hij besloot met de waarschuwing: "Laten wij niet de hekkensluiters zijn van een Verenigd Europa". - Is het dan tóch waar, dat de enige geslaagde nationalisatie die van de socialistische partijen is?

Naar mijn overtuiging behoeft "onbehagen" hier niet het laatste woord te zijn.

(14)

Het constateren van het conflict en zijn verklaring (lang onderdrukte nationale gevoelens, die nu overgecompenseerd worden) houdt immers, reeds de vo~rwaarde voor zijn opheffing ,in.

Bovendien spreekt de feitelijke ontwikkeling een steeds duidelijker taal. Er is een ontwikkelings-proces. De vooroorlogse wereld kende feitelijk maar één multilaterale binding, 'één gezamelijke "pool", waarin de staatsmacht eens, althans t~n dele, zou kunnen op'gaan: de Volkenbond. Deze 'is nu vervangen door de Verenigde Naties, waarvan wij allen de machteloosheid kennen, voor zover het werkelijke gezagsuitoefening betreft. Maar verder hebben' wij de N.A.V.O., de O.E.E.S., de' Raad van Europa, het Verdrag van Brussel, het plah-Schuman in wording en de Europese Defensie-g~meenschap in voorbereiding. Een uiteen- groeiende veelheid? Neen, niet meer. In de verklaring van Washington is het verband gelegd tussen het organisatieleven voor de gehele Atlantische Gemeenschap en dat van zijn Europese pijler, tussen de associatiepartner Engeland met Scandinavië, en de Westeuropese boven-nationale gemeenschappen (plan-

Schuman en E.D.C.) Dit alles zijn niet meer de gedurfde constructies van een stel fantasten. De realisten bij uitstek, de Amerikaanse staatslieden. en generaals, vinden het niet meedoen aan deze integratievormen volkomen .... jrreëel.

De verklaring van Washington is mede ~oor een Engelse, minister van Buiten- landse Zaken afgelegd:, de socialist Herbert Morrison .. De conservatieven gingen er mee accoord. Nu heeft in de Maart-zitting van de ministers van de Raad van Europa de conservatieve opvolger van Morrison een voorstel gedaan om de coördinerende functie van deze Raad, die de landen van h~t plan'-Schuman en de E.D.G. omvat, veel sterker 'te maken, en daarin Engelands "associatie" met deze gemeenséhappen te realiseren, en tegen dit stuk buitenlandse politiek hebben.

de socialisten. zich niet· verzet. In het Lagerhuis, wel te verstaan. Het kost hun nog wat moeite, het elders waar te maken. Wij kunnen hen daarmee helpen, door steeds weer tot uitdrukking te brengen, dat wij de Engelsen geen federatie (afstand van souvereiniteit) opdringen ,zoals voor de versplinterde landen van het Continent zelf .welhaast onvermijdelijk is. .

Laten zij op intergouvernementele, confederale wijze medewerken aan onze supra-nationale "pools". Maar laten zij ons ons geloof doen behouden, dat de samenwerking van confederaal en federaal, beiden op dezelfde obiecten gericht,.

toch wel tot een versmelting zal kunnen leiden.

In deze richting zijn de buitenlandse vertegenwoordigers van de Partij van de Arbeid al enige jaren werkzaam. Maar zij staan niet geheel alleelli En in.

Straatsburg, en in de Internationale vindt onze Partij in deze vragen bijna steeds de Franse Socialistische Partij aan haar zijde, alsmede de Italiaanse Partij. Ook een gedeelte der Belgische Partij, nl. Spaak en zijn naaste geestverwanten. Hebben.

de Belgen extra-last met de overdracht van rechten door de nationale staat, omdat.

zij eerst zo laat in de historie tot nationaal bewustzijn zijn gekomen?

In Duitsland is er één officiële sociali~tische mening, maar er zijn meer persoon-·

lijke meningen vaJ;l socialisten, zoals o.a. op het pas gehouden congres van de- Mouvement socialiste pour les Etats Unis de l'Europe bleek: In Engeland is er reeds:

(15)

lle de

Er én

.TIS

de let de

in m- let ap let m- en .Is,

m- en an de en let e.n.

un lOr

nd

mt

lze de·

ht~

de

in

;ds 10k len.

lat.

m- de-

~ds.

lang de onvermoeide voorvechter voor een federatief Europa R. W. N. Mackay, maar er is ook Woodrow Wyatt, tot voor kort Onder-staatssecretaris van Staat voor Oorlog, die op suggestieve wijze Engelands lidmaatschap van de Europese Ver- dedigingsgemeenschap heeft bepleit en zijn landgenoten heeft aangespoord, de leiding te nemen bij het aaneensmeden van Europa. Zeker, hier mag de factor

"tijd", waarvan de Koningi~ ,in New York heeft gesproken, niet worden onderschat.' Maar hiernaast staat, dat met een verdere politieke en militaire versterking van Europa bepaald niet kan worden gewacht.

Het zal dus een reële politiek zijn, met kracht en intensjteit de integratie voort te zetten van die landen, die de nieuwe vormen hiervoor reeds aanyaarden, en tegelijkertijd met geduld en tact te bouwen aan de associatieve betrekkingen met de landen, die voorshands geen andere wegen kunnen gaan. Is deze taak van verzoening van wegen, methoden en tempo's geen typisch socialistische taak, en ligt hier voor de P.v.d.A. niet een duidelijke mogelijkheid?

Het probleem kan ook tegen een verdere achtergrond worden gesteld. In de historie hebben steeds perioden van integratie en vap desintegratie elkaar afge- wisseld. Dit was bijna altijd een smartelijk proces. De integratie geschiedde meestal in totalita~e zin: de algehele liquidatie van de persoonlijkheid van landen en volken. De desintegratie daarna was dan even totaal: secessie, opstand, burger,- oorlog .en complete oorlog. Het is bij uitstek de taak van het socialisme, dit maatschappelijk proces meester te worden. Wij leven nu, onder de ru'uk vàn oorlogs- gevolgen en nieuwe bedreiging, in een periöële van integratie. Het moet nu eindelijk mogelijk zijn, deze ontwikkeling in de hand te houden, zodat zij niet ten slotte weer in haar tegendeel omslaat. De integratie zal dit keer niet absoluut moeten zijn, maar - federalistisch; in haar zal de grote en blijvende waarde van de lagere levensgemeenschappen, ook van de natie, steeds vollediger erkenning moeten vinden. In deze beheersing ligt de sleutel van het vraagstuk van oorlog en vrede.

"Deze federale opbouw, waaraan Europa zozeer 1.?ehoefte heeft, is in de P.v.d.A.

verwezenlijkt, en dat is geen toeval. Wij kunnen daarom de overtuiging uitdragen, dat de P.v.d.A. een bijzondere roeping heeft bij het geven van leiding in het moeizame proces der Europese éénwording",l)

1) Prae-advies van schrijver voor het Congres Buitenlandse Politiek der P.v.d.A. 1950.

(16)

J. DE KADT

HET GROENE HOUT.

,

, AMERIKA

OP

ZOEK NAAR EEN BUITENLANDSE POLITIEK

E

nige jaren geleden, in Juli 1947, vonden de lezers van het bekende Ameri- . . kaanse tijdschrift "Foreign Affair's", een artikel geschreven door een zekere

"MI. X.", waarop hun bijzondere aandacht geyestigd werd door de mede- deling, dat die geheiÏnzinnige schrijver een belangrijke persoonlijkheid was uit de kring van de adviseurs van het "Stl;lte Department" der Verenigde !)taten.' Het artikel verdiende de aandacht, want het was een korte en intelligente samen- vatting van de denkbeelden die het Rus~ische Marxisme (na doör Lenin en Stalin in overeenstemming te zijn gebracht met de behoeften van een totalitaire dictatuur over een economisch, politiek en sociaal achtergebleven volk), er op na hield Omtrent de wereldontwikkeling en de daaruit voortvloeiende taken en kansen van de Russische buitenlandse politiek.

De ke~ers van het Bolsjewisme vonden in "The Sources of -Soviet Conduct", zoals het artikel heette, natuurlijk geen enkele nieuwe kijk op het denken der Russische heersers, en ze misten vele belangrijke elementen die een totaal inzicht kunnen verschaffen in het geheel van Russische werkelijkheid, Russische geloofs- denken, en vooral dat randgebied waar zelfbedrog en bewust bedr.og door elkaar lopen, dat randgebied dat juist het specifieke gebied van de Rûssische buitenlandse politiek is.

Maar wat in het artikel stond was in hoofdzaken

,

jui~t; en die hoofdzaken waren in 1947 nog bijna onbekend aan de leiders van de Westerse politiek en aan de

West~rse publieke opinie, die het bondgenootschap Stalin-Roosevelt als een aan- wijzing voor de toekomst, en het bondgenootschap Stalin-H~tler als incident en manoeuvre hadden beschouwd, en nog beschouwden. In die jaren was het van grote betekenis dat althans de Amerikaanse regering een adviseur scheen te hebben die precies wist dat de Russische heersers, ook 'als ze spreken van een "vreedzaam samenleven" der volken en staten, geen ander doel hebben dan de onderwerping van alle volken en alle. staten, niet aan de "idee van het communisme" en zelfs niet aan de Russische staat, maar heel concreet aan de club van Stalin, en aan het handjevol, door die club uitgezochte opvolgers, dat in de toekomst het al- wetend en almachtig centrum van het totalitaire wereldrijk zal zijn.

Het heeft niet veel geholpen, zal men zeggen, als ·men bedenkt dat in 1952 nog' steeds ministers en kamerleden keuvelen over "coexistence pacifique", zodra de Russen het wenselijk vinden hun azijngezicht tot een honinggezicht te ver- trekken, Maar dat is 'de schuld niet van Mr. X. noch van de Amerikaanse regering

(17)

i-

lit et n- in

!lI

Id tn

er bt

ar se

en

;Ie n-

~n

an en rID ilg Ifs an 'll- 52

!ra

~r-

ng

die blijkbaar wel iets van haar adviseur geleerd heeft, en die hem zelfs benoemd beeft tot haar gezant in Moskou.

Reeds in 1947 was het een publiek geheim dat Mr. X .. geen ander was dan George F. Kennan, leider van de belangrijke afdeling' belast met het maken van pbnnen voor de algemene buitenlandse politiek der Ver. Staten. Het plan dat hij voor de buitenlandse politiek ten aanzien van Rusland aan zijn regering had voorgelegd, moest dus, zo mocht men aannemen, als leidende idee hebben: het in bedwang houden van iedere verdere Russische expansie. Want "containment", rustig, flink en waakzaam zijn, was volgens Mr. X. nodig, totdat de Russische machthebbers, erkennend dat hun politiek van wereldoverheersing alleen maar op nederlagen en mislukkingen kon uitlopen, er van doordrongen waren dat ze zich moesten aan- passen aan de grotere macht van de buitenwereld. De vraag hoe die aanpassing dan moest geschieden, liet Kennan in 1947 onbeantwoord, maar zij die hem des- wegen van halfheid beschuldigen, hielden er geen rekening mee dat met die machtsvorming die mr X. bepleitte, toen, noch geestelijk, noch materieel, zelfs maar een begin was gemaakt. Het getuigde van werkelijkheidszin en bescheiden- heid, dat mr X., oproepend tot een nieuwe politiek, niet speculeerde omtrent het binnenhalen van een oogst, terwijl de akker waarop die oogst moest rijpen nog braak lag.

Toen enige jaren later het bericht kwam dat Kennan een "studie-verlof" van een jaar had gekregen, was er hier en daar vrees dat dit betekende dat het State Departrnent de politiek van het in bedwang houden der Russen zou willen laten varen voor de een of andere illusie-politiek van vreedzaam samenleven of van Amerikaans isolationisme, en dat men dus daarom de, voorstander van waakza~mheid' en machtsvorming de laan uitstuurde, ook al hadden de feiten na 1947 - van Tsjechoslowakije en Berlijn tot en met Korea - bewezen, dat wat Kennan wilde, dringend nodig was. Doch de Amerikaanse politiek, hoezeer ook doorlopend bemoeilijkt door Europese angsten en zwakheden en door de.niet-Europese pauper- en parasieten-staten, ging te zeer in de richting van de opvattingen door· Kennan in 1947 uitgesproken, dan dat me;;' zonder meer mocht aannemen dat dit "studie- verlof" een "diplomatieke" benaming was voor het ontslag van een verstandig medewerker.

George F. Kennan kwam dan weer in dienst terug; en in het begin van 1951 publiceerde mr X. opnieuw een artikel in "Foreign Affairs" waarin de verhouding tot Rusland iets meer werd uitgewerkt: "America and the Russian Future". Ook dit artikel bevat weer veel verstandige .inzichten, die men vooral zal weten te waarderen, als men er rekening mee houdt dat dit lectuur is, bestemd voor de Amerikanen die belangstelling hebben voor .politieke problemen, en die er van overtuigd moeten worden dat een vredelievend Rusland dat bereid is met de rest van de wereld samen te werken, er altijd anders zal uitzien dan die landen waarin het "kapitalisme" geleidelijk is ontstaan en zich geleidelijk tot nieuwe vormen ontwikkelt. Ook in de toekomst, zo betoogt Kennan, zal de staatsalmacht in het economische leven, die men in Rusland "socialisme" noemt, niet plaats maken voor een klasse van zelfstandige ondernemers, doch men zal er rekening mee hebben te houden dat een staat met grotere volksinvloed en met werkelijke vak-

(18)

verenigingen, leiding blijft geven op industrieel gebied; de nationalisatie der groot- industrie is niet meer ongedaan te maken, en de Amerikanen mogen Rusland nooit eisen stellen die het instellen van een ondernemers-economie beogen. Aan de andere kant is het duidelijk dat de Russische boeren de dwang-collectivisatie van de landbouw ongedaan zullèn mal<en, zodra ze s1echts de geringste kans hiertoe hijgen:

Wij moeten dus, zo vennaant mr X. zijn Amèrikaanse lezers, begrijpen dat een Rusland, dat het "ijzeren gordijn" heeft, weggeschoven, dat de politionele onder- drukking van het eigen volk heeft opgeheven, dat werkelijk zelfbestuur geeft aan volken als de Oekrainers, dat de politieke zelfstandigheid der Balten erkent, ook al probeert het met die landen een economische Unie te behouden, dat de satelieten . vrij laat in hun keuze, dat zo'n Rusland, met een genationaliseerde groot-industrie'

en met vrïje boeren, als een volwaardig partner moet worden beschouwd, die zijn eigen nationale belangen met kracht zal nastreven, binnen het raam van de ,voor de hele wereld wèreld geld~nde, de vrede eerbiedigende, regelingen.

Dit alles' lijkt me verstandig en gematigd. Men moet niet van een toekomstig Rusland eisen dat het, na 35 of 40 jaren van· tyrannie, zou voldoen aan de ver- langens van Amerikaanse kampioenen der ondernemers-vrijheid, evenmin als men mag vel"wachten of hopen dat het zich zou Ïmichten naar de idealen van de democl"atische socialisfen. Men mag slechts vedangen 'dat het systeem del" tyrannie verni~tigd wordt en dat er daardoor ruimte wordt gebaand voor een eigen vrije ontwikkeling van het Russische volk. '

Voor zover mr X. dit alles befoogt, kan ik me gaarne bij hem aansluiten. Ook daar waar hij, uitsprekend dat de tegenwoordige heersei's van Rusland nooit in die richting zullen gaan, de voorkeur geeft aan een langdurige behandeling van het regiem met kracht erl geduld, boven eén operatief ingrijpen. Het in bedwang houden van Rusland, gedurende 10, 20, 30 jaar, ,is te verkiezen )Joven een oorlog.

En dat in bedwang houden zal op den duur tot stand brengen, wat Kennan met een goed gevonden woord, "erosie" van het despotisme noemt.

Het Russische despotisme kan de problemen van Rusland niet. oplossen, behalve door verovering van het Westen. Als wij die verovering onmogelijk maken, dan zal het regiem aan inwendige spanningen of aan inwendige ~ijvingen bezwijken.

De uitweg van de oorlog moeten we de Russen versperren - door macht niet alleen, doch door duidelijk merkbare overmacht. Dàt, en' dat alleen - het is helaas nodig dit in deze tijden te zeggen - is de zin van de Westerse bewapening. En juist op dit punt vindt men bij mr X. en bij de thans in het openbaar als auteur opgetreden Kennan, onduidelijkheid, aarzeling en erger dan dat.

-Men kan het nog met hem eens zijn, als hij waarschuwt voor te grote verwach- tingen omtrent de uitwerking van onze propaganda. Propaganda en een aantal van de methoden, die James Bumham in' zijn "The Coming Defeat of Communism"

aangeeft, hebben slechts een zeer bijkomstige betekenis, al mag ook het bijkomstige niet worden verwaarloosd. De hoofdzaak is echter dat de druk op Rusland en zijn vazallen en meelopers, in de komende jaren niet mag afnemen, doch moet toe- nemen.

Ii

(19)

:1:- Het "in bedwang houden", moet "belegering" worden; en naast de duidelijke lit uitspraak, dat er met de tegenwoordige Russische heersers geen overeenstemming Ie mogelijk is, moet nadrukkelijk worden verkondigd wat Rusland en de staten en

tn volken van het Russische blok zouden kunneJ? verkrijgen, als ze van het totalitaire )e regiem overgaan naar een vrijzinnig regiem: ,De opvattingen van rnr X., dat de veranderingen in de eerste plaats door de Russen zèlf moeten worden tot stand m g'ebracht, zijn slechts juist met ,het voorbehoud dat niets uit' Rusland zèlf zal :r- komen, als op hét Russische systeem van buiten af niet de allergrootste druk wordt

lil uitgeoefend.

al Een oorlog, zegt rnr X. telkens weer, zou de problemen niet kunnen oplossen.

~n Dat is onjuist; een oorlog zou ze sneller oplossen dan "containrnent" of "belegering".

'ie' Maar wie zou een' oorlog verkiezen, als belege~ing afdoende is; wie verkiest een jn revolutie als hervormingen mogelijk zijn, wie een opstand als men naar de stembus or kan wandelen? Alleen romantische of ergere narren, Wie echter voorop stelt, zoals mr X., dat een oorlog tegen Rusland alleen maar tot betrekkelijke militaire successen kan leiden - een stelling die 'hij nergens uitwerkt of bewijst - slaat daarmee de , jg bodem uit zijn hele politiek. Want dan is een Russische oorlogsdreiging in staat

~r- alle politieken van druk en belegering te verbreken. En als hij er dan nog aan en toevoegt dat, voor zover het directe actie betreft, het meeste door anderen dan de Amerikanen moet worden gedaan, en dat de Amerikanen in het hele proces van tie het "openen" van Rusland slechts een aanvullende- en bijkomstige rol kunnen ije spelen, dan komt wel zeer sterk de vraag op, of rnr X. niet over v<?lkomen zinledige

dingen spreekt.

ok Als er iets in de tegenwoordige wereld veranderd kan worden, dan kan dit in alleen geschieden door Amerika of door Rusland. De rest heeft alleen een zeer an bijkomstige betekenis, daaraan kan alle gebrul van Bevan al evenmin iets veranderen ng als het klagelijk geblaat van India's heilige en hongerende koeien. En als de '>g. geestelijke leider, of een van de geestelijke leiders van de politiek der Verenigde let Staten, er, diep van doordrongen is, dat Amerika het niet kan, dan moet meI) àf

tot de conclusie komen dat de Russische overwinning verzekerd is, ~f dat de heer lve 1.ennan een verkeerde kijk heeft op de hoofdzaken en de mogelijkheden van de lan Amerikaanse politiek.

en.

tiet Nu wil het geval dat Kennan in zijn studieperiode een zestal lezingen heeft las gehouden over de Amerikaanse buitenlandse politiek in' de periode van ongeveer En 1900 tot ongeveer 1950. En die lezingen vormen deel I van een boekje getiteld

~ur "American Dh>lomacy 1900-1950y (Engelse editie bij Secker and Warburg, Londen, 12/6), wam'van het He deel gevormd wordt door de zojuist gereleveerde ch- artikelen van mr X. uit "Foreign Affa,irs".

lan In. de 100 blz. van deel I, probeert Kennan na te .gaan wat de leiQende ge- m" dachten waren van de Amerikaanse staatslieden in die halve eeuw. Want, zo ige redeneert hij, het bepalen van die politiek is door bekwame en hoogstaande mannen djn geschied, en, als die politiek in belangrijke opzichten verkeerd moet worden geacht, oe- dan mankeert er iets aan ons nationaal bewustzijn op dit gebied. -En hij laat hier

direct op volgen de opmerking: in 1900 verkeerden wij in een toestand van vol-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het zeemans-leven, inhoudende hoe men zich aan boord moet gedragen in de storm, de schafting en het gevecht.. Moolenijzer,

Hierdoor is deze mogelijkheid waarschijnlijk alleen toepasbaar in die situaties waarbij de wijze waarop de verantwoordelijkheden worden gerealiseerd overduidelijk is of van

Twee van deze soorten, de driedoornige stekelbaars en de Europese paling, zijn potentiele trekvissen die een groot voordeel kunnen ondervinden van een goede verbinding

Dit onderzoek heeft expliciet niet naar de inhoudelij- ke aspecten van de scenario’s gekeken omdat (1) deze gegevens vertrouwelijk zijn en verzekeraars niet gene- gen zijn dit

Meatosplastiek: operatie waarbij de gehoorgang / gehooringang ruimer wordt gemaakt.. In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten dat bij u een operatie aan het oor

De twijgen zijn bij vrijwel alle mak- kers dun, gegroefd, grijsgeelachtig of roodbruin van kleur, wel of niet behaard, afhankelijk van de soort, en sterk hangend of overhangend,

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

van de leenbijstand in een bedrag om niet voor betrokkene belast inkomen en wel in het jaar van die omzetting Dit inkomen heeft als naam meegekregen papieren inkomen omdat op