• No results found

. de landbouw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share ". de landbouw "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VliJHElD EN

Zater~ag

12 januari 1957 - No. 429

'

Onrust

. de landbouw

DEMOCRATIE tn

<Zie pag. 5)

W!EKBLAD VAN Of VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATII

Het werk van onze Kamerfracties

Propaganda en documentatie

W

at d.e Grondwet is voor de Staat, is het beginselprogram voor de politieke par-

·tij. Dat program houdt de principiële grond- slagen in, waarop de partij is opgebouwd. De werk-, verkiezings-en gemeenteprograms vor- . men daarnaast de nadere en meer actuele uit- werking dier beginselen op de hoofdpunten der praktische politiek.

Wij zullen de laatsten zijn om de grote waar- de van dergelijke programs, over welker for- mulering-op-onderdelen bij hun vaststelling op de algemene vergaderingen dikWijls een leve:adige strijd wordt gevoerd, te ontkennen.

Toch weet de "gemiddelde burger" van deze programs maar weinig af. Wat hij echter we 1 telkeus weer ziet en leest, is de wijze, waarop de vertegenwoordigers in de Kamers en die in de staten en gemeenteraden zich tegenover de vraagstukken van de dag, die hem- en zijn belangen - raken, gedt'agen.

Wij hebben niet de illusie, dat de persversla- gen daarvan altijd volledig en door ieder wor- den gelezen. Dat zal behalve van zijn (of haar) algemene belangstelling, mede afhangen van de onderwerpen, die aan de orde zijn.

Hebben zij betrekking op gebieden, die zijn dagelijkse werk, zijn bijzondere interesse of zijn directe belangen raken, dan zal die belang- stellinlg bij de meesten groter zijn dan wanneer

dat l1lÏá het geval is. ·

Mmu ook zelfs bij het alleen maar kennis- nemem van de "koppen" in de dagbladen en van <ie korte berichten over de stemmenver- homlmgen bij beslissingen over wetsontwer- pen, amendementen en moties, blijft toch tel- kenmale een bepaalde indruk bij de lezers han- gen ea het totaal van die dagelijkse indrukken bepaalt laet algemene beeld van sympathie of antipathie, dat zich bij de individuele lezers vormt.

* * •

N iet

het program, hoe belangrijk ook voor de "geheide partijman" en voor het in·

tern(f leven van de partij, maar het praktische werk van de volksvertegenwoordigers en in- zonderheid van hen, die in de Tweede Kamer zijn gekozen, is het dus, dat voor de massa het politïae beeld der partij bepaalt.

Ook dááarom is dat werk van de allerhoog- ste VAlarde en schept dat voor elk lid van de Katnerfractie telkens weer een grote verant- woondlelijkheid.

Maar ook een andere conclusie moet uit deze feitelijke situatie worden getrokken. En wel deze,,<ilt het in ruimer kring bekendheid geven aan - en het vastleggen van - hetgeen de fracliits in beide Kamers hebben gedaan en van '\\v.l.t haar houding tegenover de onder- scheidene aan de orde gestelde vraagstukken is geweest, een belang van de eerste orde vor- mem.

V anchar de in verhouding tot de beperkte omvang van ons blad maximale aandacht, wel- ke

Wif!A

daarin aan het wekelijkse werk van onze.d\l'áamerfracties wijden.

Vandaar óók, dat we van de "Flitsen van het Binnenhof" voor alle belangstellende geest- verwanten losbladige afdrukken in speciale map beschikbaar stellen, waarvan reeds velen, die zich op enigerlei wijze met het propagan- dawerk bezig houden, een dankbaar gebruik maken.

Velen, maar toch nog niet genoeg!

Daar het Algemeen Secretariaat een deel van de kosten op zich heeft genomen, is de prijs slechts f 2,50 per abonnement per jaar.

Eigenlijk zou ieder afdelingssecretariaat voor deze kleinigheid ten minste één exem-

'"\

Partijprograms zijn nuttig, nodig en be- langrijk, maar voor de indruk, welke de burger van het praktisch-politieke streven van de partij krijgt en voor de propaganda

·naar buiten, is het werk van onze geest- verwanten in de vertegenwoordigende lichamen n o g belangrijker.

· Het is daarop, dat wij hier nog eens de aandacht willen vestigen en in het bijzon- der op de gemakkelijke en pleizierige wijze, waarop allen, die algemene politieke be- langstelling hebben, zich voor een te ver- waarlozen klein bedragje per jaar een pret- tig uitgegeven documentatie van het werk der V.V.D.-Kamerfracties kunnen ver- schaffen.

Vooral voor hen, die zich op enigerlei wijze m~t propagandawerk voor de V.V.D.

bezig houden, is dit een middel om veel voorbereidende arbeid en tijdrovend ge- zoek te voorkomen.

plaar moeten afnemen en dit dan beschikbaar houden voor hen, die daarvan op een bepaald ogenblik ten bate van de liberale propaganda gebruik van willen maken.

We vestigen hierop daarom nogmaals de aandacht. Van deze handige documentatie, welke zowel door de afdelings-secretariaten als door individuele leden kan worden besteld bij het Algemeen Secretariaat, Koninginne- gracht 61, 's-Gravenhage, m o e t nog ruimer profijt worden getrokken!

* * *

R

uim twee maanden van intensieve begro- tingsarbeid heeft de Tweede-Kamer- fractie achter de rug.

Over het financiële, het economische en het sociale beleid, over de onderwijsproblemen, de buitenlandse politiek, de defensie, de water- staats- en verkeersvraagstukken en het wo- ningbouwbeleid heeft zij zich reeds duidelijk uitgesproken.

Na het Kerstrecès zullen binnenlandse za- ken, justitie, overzeese rijksdelen en niet te vergeten het landbouwbeleid nog aan de orde komen, terwijl de Eerste Kamer, op haar beurt,

juist deze week met de begratingsbeschouwin- gen zal zijn begonnen.

Voor de Tweede-Kamerfractie heeft prof.

Oud na het afleggen van de Regeringsverkla- ring door minister-president Drees namens het nieuwe Kabinet, in de laatste week van oktober de grote lijnen reeds getrokken, waar- door de V.V.D.-fractie zich in haar houding tegenover het Kabinet zal laten leiden.

Hij oefende ernstige kritiek zowel op de samenstelling van het Kabinet als op het ge- mis aan realiteitszin in de Regeringsverkla- ring.

De V.V.D. is "in de oppositie".

Dat zal niet zijn een "opposition quarid méme", maar het zal óók niet zo zijn, dat zij voor een naar haar mening ongemotiveerde Regeringsdruk zal zwichten.

*

* *

I

n dit verband is het nuttig, nog eens woor- delijk weer te geven, wat onze fractie- voorzitter daarover verklaarde.

Wij, mijn politieke vrienden en ik (aldus de heer Oud), zullen het Kabinet zeker niet naar het leven staan, maar het is aan de andere kant ook niet zo, dat wij een maatregel, die wij verwerpelijk achten, zullen aanvaarden, omdat het Kabinet er zijn leven aan heeft ver.;

bonden. Dat zal niemand van ons verwachten.

Wij zullen alles volkomen op zijn zakelijke merites bezien en wij zullen er voorts belang- stellend getuige van zijn als de bondgenoten in de Regering elkaar in de Kamer in de haren .

vliegen. ·

Behoefte om hun onderlinge twisten aan te wakkeren, zo verzekerde de heer Oud, hebben wij niet en toen hierop van de katholieke ban•

ken een ietwat ongelovige interruptie werd ge•

plaatst, antwoordde prof. Oud: "Neen, die hebben wij lieus niet".

Het is trouwens volstrekt niet nodig, dat de V.V.D. dient als een katalisator om beide groe- pen tegen elkander op te zetten. Dat gaat van- zelf wel, Mijnheer de Voorzitter; daar heeft men ons niet bij nodig, maar we zullen, wat dat betreft, belangstellende toeschouwers zijn!"

Doelend op de kwestie van het bisschoppelijk mandement, op de Zondagswet en de Crema•

tiewet, voegde de heer Oud daar nog iets aan toe, dat we in een gouden rand zouden willen plaatsen.

Dat luidde: "Als het weer eens mocht gaan om principiële punten, dan zullen wij zeker partij kiezen, zoals we het ook in het verleden hebben gedaan, en dan zullen wij dat doen zo- als wij menen, dat het naar ons beginsel moet gebeuren, onverschillig de vraag, aan welke zijde wij dan door dat partij kiezen zullen ko- men te staan".

Dat is klare taal, die iedere ware liberaal naar het hart- zal zijn gesproken en die waard is, tot motto van elke propagandaspeech te

worden gekozen. A.

(2)

Flitsen van Het Binnenhof (IJ

gUig en waarbij men bovendien telken..

male moet kunnen bekijken en zal moeten bekijken of hier een specifieke compensatie nodig is.

Begroting Yolkshtlisvesting en Bouwnijverheid • Nog viiftien iaar woningnood? • Dat is te lang • Onbevredigend huurbeleid • Snellere woningproduktie door continubouw en systeembouw • Minister Witte vooringenomen tegen onze fractie • Werkzaam·

heden Parlementaire Enquête-Commissie beëindigd.

Hierin kan een zekere vorm van be- stedingsbeperking zitten, die de rege- ring wenst en hierdoor wordt boven- dien tegemoetgekomen aan de huis..

eigenaren tegenover wie al zo lang onrecht is bedreven.

* * *

M

inister Witte heeft geen middel ongebruikt · gelaten en geen we- gen overgeslagen, die zouden kunnen leiden tot het oplossen van de woning- nood. Maar bij de behandeling van de begroting van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid in de Tweede Kamer, verweet onze geestverwant mr. E. H.

Toxopeüs hem, dat hij die middelen niet doortastend genoeg heeft gehan- teerd en de wegen niet ten einde is gegaan.

Men kan zeggen: "En reken d' uit- slag niet, maar tel het doel alleen", doch die zegswijze kan alleen opgeld doen wanneer er inderdaad met effec- tieve middelen is gestreefd en wan- neer het niet bereiken van het doel uitsluitend het gevolg is van omstan- digheden, die degene die streeft niet in de hand had.

Het Nederlandse volk mocht en mag nog verwachten een zeer . effectief stre- ven naar de oplossing van de woning- nood. Dat streven is totnutoe onvol...

doende geweest.

. Er zijn geen factoren van buitenaf geweest, die oorzaak waren, dat de produktie van woningen niet aanzien- lijk groter had kunnen zijn.

• • •

I

n 1954 zijn er aanmerkelijk meer woningen gereed gekomen dan in 1955. Er zijn verontschuldigingen voor aangevoerd, Maar mr. Toxopeüs vroeg zich af, of wij met die verontschuldi- gingen nog lang met de woningnood moeten blijven zitten. Het tekort aan woningen in ons land bedraagt glo- baal l96.000. In 1955 is het tekort in- gelopen met ongeveer 7000 woningen.

· Er zijn in dat jaar ruim 60.000 wo- nfii}ien gebouwd. Bijna 9000 woningen vielen af in 1955 als gevolg van brand, krotopruiming, afbraak of doorbraak ten behoeve van het verkeer. Van de ruim· 60.000 nieuwe woningen kwamen dus ongeveer 51.000 in aanmerking voor het inhalen van de achterstand en het opvangen van de nieuw ontsta- ne behoeften.

. Als wij dan horen, dat wij maar 7000 zijn ingelopen op de achterstand dan blijkt daaruit, dat er ongeveer 45.000 nieuwe woningen in 1955 ook zonder woningnood nodig zouden zijn geweest. Wanneer men dan in de me- morie van antwoord leest, dat de mi- nister hoopt in het komende jaar 75.000 woningen gebouwd te krijgen, dan con- cludeert de heer Toxopeüs daaruit, dat wij, als wij daarin zouden slagen en wanneer er geen tegenslagen zouden .komen, toch ten minste nog tien jaar met de woningnood zullen blijven 2'iit- ten.

Gevreesd moet echter worden, dat dit te optimistisch is als de gang van zaken zo blijft als nu. De normale toe- neming van de woningbehoefte stijgt steeus meer. Bovendien zullen er in alle gemeenten nog woningen moeten worden afgebroken, omdat er verkeel'IS- problemen zijn, die anders niet kunnen worden opgelost. We wensen ook de krotopruiming te bevorderen. Zonder al te )X'~imistisch te zijn gelooft de heer Toxopeüs, dat wij nog wel vijf- tien jaar woningnood zullen hebben en dat vindt hij' persoonlijk te lang.

Als het niet anders kan, zal het wel moeten, maar het kan wel anders. Er is een groot complex van omstandig- heden, dat tot nu toe remmend heeft gewerkt. Eén factor is bijvoorbeeld, dat de huren te laag zijn gebleven, een reden waarom de woningproduktie te langzaam is gegaan.

Deze laatste factor heeft ook weer zijn eigen oorzaken: tekort aan arbei- ders, onvoldoende efficiency in de bou- werij en teveel oponthoud door on- werkbaar weer. Al deze dingen .zijn met elkaar verweven.

• •

li

et is gemakkelijker gezegd dan gedaan de woningproduktie flink hoog op te voeren. Men moet daartoe toch wel de meest efficiente methode kiezen, willen niet onze kinds- kinderen zuchten onder de onmogelijk- heid de woningproduktie te verhogen.

Beginnend met het huurbeleid con- stateerde de heer Toxopeüs dat de hu- l;'en te laag zijn gebleven. Hij woont zelf in eer vooroorlogs huurhuis en hij sprak dus niet voor eigen parochie.

Wij moetEn leren een groter deel van ons inkomen aan huur te besteden. Wij zijn nu eenmaal gewend geraakt aan te lage huren. Het gevolg daarvan is ook geweest een slecht onderhoud van de woningen en daardoor een te Bnelle .veroudering, waardoor het ren-

Mr. TOXOPEüS .••. huren bleven te laag ....

dement. van het oude woningbezit zeer slecht is.

Met het optrekken van de huren zal de verdeling vs.u de oude woonruimte veel sneller en beter geschieden, vol- komen op basis van vrijwilligheid. Men kan zich toch voorstellen, dat een echt- paar zonder kinderen of met één kind, dat woont in een comfortabel oud huis met een vrij geringe huur, niet gaarne zal verhuizen naar een flat met veel minder comfort en een veel hogere huur.

De te laag gebleven huren vormen overigens een geweldige onbillijkheid tegenover de huiseigenaren, voor een groot deel mensen, die enige huizen bij elkaar hebben gespaard en van de inkomsten geheel of ten dele moeten leven.

* * *

N

u is er aangekondigd een huur- verhoging var. 25% per 1 juli a.s., waarvan de helft zal worden ge- blokkeerd. Die huurverhoging zal nog niet voldoende zijn.

Bovendien heeft mr. Toxopeüs tegen de methode van blokkering grote be- zwaren. Hij vroeg daarom of de mi- nister voelt voor de gedachtengang van een trapsgewijze huurverhoging met telkens bijvoorbeeld 10% over een tijdruimte verdeeld, zodat men tenslot- te hoger uitkomt, waarbij men niet krijgt een afroming of een blokkering van een gedeelte van de huurverho-

I

n het belang van een snellere wo..

ningproduktie en van besparingen zag mr. Toxopeüs mogelijkheden in de continubouw. Wanneer de continubouw meer wordt gestimuleerd zal dit mede ten gevolge hebben, dat de aannemers in en om de bouwplaats meer outillage kunnen aanbrengen.

Men moet de gemeenten niet telken- jare een bouwvolume toekennen, maar zeggen: gemeenten, gij kunt nu voor zoveel woningen '-'OOrtdurend in aan- bouw hebben. Men kan er bijvoorbeeld 800 in continu in aanbouw hebben. Dat zal afgestemd moeten zijn op de bouw- capaciteit van de gemeente.

Ook voor het doorwerken bij "on- werkbaar weer" is continubouw de OP- lossing, eventueel omdat dit doorwer- ken bij onwerkbaar weer mede een investering vraagt, die alleen bij de bouw op langere tElmijn van verschei.

dene blokken achter elkaar te realiae- ren zal zijn. Alle andere wegen tot versnelling van de produktie, zoals sy- steembouw, pal!lsen beter in het sche- ma van continubouw.

• • •

O

ok voor de scholenbouw vroeg mr. Toxopeüs aandacht. Wan..

neer wij woningen bouwen om gezin- nen te huisvE,sten, dan moeten wij er rekening mee houden, dat de· kinderen naar school moeten. Is de scholenbouw niet juist een project, dat met gepre- fabriceerde elementen kan worden aan.

gepakt?

De overheidsgebouwen baren de heer Toxopeüs minder zorg. ALs deze enigs..

zins achterblijven, doet dit nog het minst pijn. Het ifZ natuurlijk voor de- genen, die er in moeten werken niet zo prettig, maar daaraan zit niet zo'n essentieel belang verbonden als aan de woningbouw en de scholenbouw.

Industrie en handel kunnen tenslotte niet worden stilgelegd, maar moeten toch worden achtergesteld bij de wo.

ningbouw en de scholenbouw.

* * *

B

epaald vooringenomen tegen onze fractie antwoordde minister Witte: voorzover gesuggereerd wordt.

dat hoge huren tot een hogere pro- duktie zouden leiden, een suggestie die ik ook in de rede van de afgevaardig.

de de heer Toxopeüs heb beluisterd, wil ik nogmaals. voor de geachte afge- vaardigde de heer Toxopeüs waar- schijnlijk voor de eerste maal, maar verder waarschijnlijk tot vervelens toe, stellen, dat er geen verband bestaat tussen de hoogte van de huren van de oudbouw en het aantal gebouwde of te bouwen woningen onder de huidige omstandigheden. Ik kom hierop nog eens terug, omdat dit sprookje blijft

DEZE BURGER

was even op reis en daarom heeft hij niet de ge1egenheid gehad U, mijne veeveedeeërs, de complimenten van de dag te brengen.

Welaan dan; zij het laat, een welgemeend en - al zeg ii: bet zell - goedgekozen woord komt nóóit te laat. Welaan dan, ten tweeden male: veel heil en zegen in het Nieuwe Jaar:; moge ilc U nog vele malen vermanend of schalles toeschrijven; moogt gij mij even zovele malen met genoegen, om niet te zeggen: met verwondering, lezen. Zo krijgt ieder bet zijne en is dit niet ons, aller politieke en sociale ideaal?

Nu een vermanend woord?

Neen.

Een lieve wens dan?

Ja,

Deze: dat het u allen goed moge gaan en dat met name onze hoge ver- tegenwoordigers in 's lands vergaderzalen voldoening in haar en hun arbe;id mogen vinden. Dat zij allen op de bres mogen blijven staan: onze drie Kenau's, onze eigen Cornelissens, Hartogs, Molenaars, van Dijks, de Wilde's, van Leeuwens en wie nog meer ons legioen van parlementaire spitsafbijters vormen. Dat zij allen, oppositioneel doch gehoorzaam zoals bet betaamt, zul·

Jen blijven tonen dat oppositionaliteit en loyaliteit harmonisch naasteen kun·

nen blijven gaan in 't belang van land en volk.

En dat gij allen die dit leest - saluut! - ook eens zult gedenken, óns, de jongelui van dit weekblad, die - dat mag nu, te droes dan toch, toch ook wel eens gezegd wezen - zich week aan week in 't zeel der plichtsbe·

trachting in 't zweet des aanschijns, werken, om U, telkens weer, dit blaaiken vóór te toveren.

Niet om iets van ons zell te zeggen, al mag het dan toch één maal wel gezegd worden, maar doet U dat dan maar eens na.

Doch neen - er mag geen sprake zijn van eigen lof te verkondigen al brandt die ons wel op de lippen. Liever zij aan den aanvang dezes jaars in alle, ons zozeer sierende bescheidenheid, de aarzelende hoop uitgesproken, dat wij, mijnheer de voorzitter, met onze zwakke krachten U en onze zaak onderdanig van dienst zullen mogen zijn. Wéér een jaar. Onze gehele redac·

teurenstaf, met ootmoedig achter in de rij

1! .JANUARI 195'7 - PAG: I

rondwaren in de kringen van de ge- achte afgevaardigde de heer Toxopeüs, die dit sprookje ook in deze Kamer weer navertelt.

In zijn repliek maakte mr. Toxo..

peüs er op attent, dat hij niet had ge.

zegd dat de huurverhoging nodig was om een snellere woningbouw te krij- gen, maar voor een betere verdeling van de woonruimte.

De minister erkende in zijn dupliek:

misschien was ik teveel door een a priori ten aanzien van zijn partijgenO- ten vervuld en heb ik hem daarom niet goed verstaan. In ieder geval heb ik met vreugde gehoord, dat de ge- achte afgevaardigde de heer Toxopeüs

· een huurverhoging niet nodig vond voor een snellere woningbouw. Ik heb dit zeer gaarne gehoord en ik zal hem hierover werkelijk nooit meer lastig vallen.

• •

V

ooringenomen ook was het voL gende antwoord van minister Witte geweest. Dat de te lage huren.

zoals de geachte afgevaardigde de heer Toxopeüs naar voren heeft gebracht, een oorzaak van de bele.mmering van de opheffing van de woningnood zou.

den zijn, is in de kring, waaruit de ge- achte afgevaardigde stamt, meer ge- steld.

Voorzover eventueel hoge huren de vraag verminderen, aldus minister Witte, kan de stelling van de heer Toxopeüs niet worden bestreden, om..

dat het duidelijk is, dat de vraag ver.

mindert naarmate de prijs van het goed hoger is; aldus een algemene economische wet.

Voor alle zekerheid verklaarde mr.

Toxopeüs bij de replieken, dat hij be- paald niet had gezegd, dat het verho- gen van de huren het prettige effect van het beperken van de vraag zou hebben, m.a.w. dat de mensen het niet meer zouden kunnen betalen en die huizen niet meer zouden willen heb.

ben. Ik wil één ding duidelijk zeggen1 dat dat verre van mij is. Het gaat f'i mij om, aldus mr. Toxopeüs, dat het nodig is, dat er voor alle gezinnen goede en behoorlijke woningen komen.

MINISTER WITTE _ .. geen nationaal bouwbedrijf .. _

U

it de rede van minister Witte zU nog vermeld, dat hij evenals mr. Toxopeüs de oprichting van e~

nationaal bouwbedrijf als middel tot verbetering van de woningproduktie afwijst. Tegenover deelneming van het Rijk in één of meer particuliere bouw- bedrijven staat hij minder kritisch.

In principe kan het mogelijk zijn, dat voor de toepassing van een of ander bouwsyateem, dat niet per een buitenlands bouwsysteem behoeft te zijn, op een of andere wijze deelne- ming van de Staat gewenst ifl.

De minister denkt hierbij vooral aan

deelneming in de kapitaalvoorziening, hetzij door garanties, hetzij door deel.

neming in het risicodragend kapitaal, omdat voor sommige projecten inves..

tering in machines en installaties no..

dig is in een mate, die vooral onder de huidige omstandigheden door een particuliere firma moeilijk valt op te brengen.

• ••

O

P het probleem van de huren wiL de minister Witte niet ingaan, omdat het binnenkort aan de orde komt. Daar zal dan een hartig woord over worden gesproken, want men kan bij de kabinetsformatie wel een af- spraak maken over de huurverhoging, maar in het begrotingsdebat bleek dat VVD, CHU en AR (voorshands) gro.

te bezwaren hebben indien de helft van de huurverhoging wordt geblok..

keerd. En PvdA en KVP gaan met het aangekondigde plan alleen akkoord onder bepaalde voorwaarden.

De PvdA wil haar definitieve stand- punt pas bepalen op het moment, dat

(Zie vervolg pag. 8)

(3)

* IMJtl, WEEK to.t WEEK *

Voortgaande strijd

D

e internationale politieke spanningen be- heersen de wereld nog steeds. De korte krachtmeting in het Midden-Oosten heeft aan deze spanning geen einde gemaakt. Integen- deel.

Zowel het Oosten als het Westen gaan als het ware hun troepen hergroeperen. Nu de verkiezingen in de Verenigde Staten achter de rug zijn, komen ook de Amerikanen wat meer in beweging en onder het motto "de wereld moet nu maar eens weten, waar wij staan", probeert president Eisenhower een strengere en duidelijker politiek met betrekking tot de toestand in het Midden-Oosten te voeren.·

De Sowjet Unie heeft zich eveneens op haar stellingen teruggetrokken en is kennelijk tot de conclusie gekomen, dat de agressieve poli- tiek in het Midden-Oosten voorlopig niet de ge- wenste resultaten heeft kunnen boeken.

Dit feit, gevoegd bij de jongste ontwikkelin- gen in de satellietlanden, heeft weer eens tot een opvallende koersverandering geleid.

De van zijn voetstuk gehaalde Statin wordt plotseling weer met vereende krachten opge- vijzeld en den volke getoond als de grote "strij- der. tegen het imperialisme".

Tenslotte hebben de Sowjet-machthebbers gezien, dat zij met hun politiek van een de- stalimisatie te ver zijn gegaan. Deze politiek immers, heeft de door Rusland onderdrukte volkeren te veel hoop gegeven op een meer eigeD zelfstandig bestaan, dat desnoods werd gegoten in een of andere vorm van een "natio- naal: communisme".

EeD dergelijke ingrijpende reactie hadden de Russen blijkbaar niet verwacht en daarom wordt men plotseling weer wat sterker in de oude leer.

Miaar dit alles betekent een toenemende aan- merkelijke verkoeling tussen het Oosten en het Westen. De krachten worden aan beide zi.jdela opnieuw gebundeld en gemeten.

Gftaarlijk hoeft dit niet direct te zijn, doch ernmg is deze toestand ongetwijfeld. Aldus wordllt 1957 ingezet onder weinig rooskleurige omstl:mdig}leden, waarbij de krachten van de demOXfT'atie opnieuw ernstig op de proef zullen

wo~ gesteld.

P~j sslabilisatie

D

e prijsstabilisatiepolitiek der regering sta.at ongetwijfeld in het brandpunt van de algehle belangstelling. Het meest opval- lend\ hierbij is wel, dat het overgrote deel van de lt;iezers er niet veel van begrijpt ..

MiHm. moet dan ook constateren, dat sommige tege.natrijdigheden, of schijnbare tegenstrijdig- hedm.., psychologisch heel ongelukkig liggen.

V~ral ten aanzien van de tramtarieven valt een tiegenstrijdige politiek wel erg in het oog.

ZoJ verklaren de ministers Hofstra en Struy- ckem o.m. in hun meorie van antwoord aan de Tweede Kamer over de begroting van het ge- meenlltefonds voor 1957, dat, als de rentabiliteit van lbepaalde gemeentebedrijven onvoldoende moett worden geacht, maatregelen niet achter- wege zullen moeten blijven om die rentabiliteit te werhogen. V oor verleende diensten door ovedleids- en semi-overheidsbedrijven moet ge- streefd worden naar een reële kostendekking, aidWil deze ministers.

Welnu, laten wij vooropstellen, dat wij dit een gezond standpunt achten en dat wij op deze plaats reeds veel vroeger van een derge- lijk standpunt hebben getuigd.

Het eigenaardige is nu evenwel, dat men nu pas van regeringszijde een dergelijk geluid hoort. Weliswaar had minister Van de Kieft zich reeds eerder in een dergelijke zin uitgela- ten, doch de vorige regeringen lieten deze zaak zoals zij was.

M.a.w. het niet voldoende zijn der rentabili- teit van diverse gemeentebedrijven is niet een zaak van vandaag of gisteren. Het is een pro- bleem, dat zich reeds jaren geleden voordeed.

Een herziening der tarieven had aldus dan ook reeds veel eerder aan de orde moeten worden gesteld.

Dat dit nu pas gebeurt, terwijl de regering anderzijds een prijsstabilisatiepolitiek propa- geert, is wel hoogst ongelukkig en voor de gro- te massa dan ook moeilijk verteerbaar.

De bezuinigingspolitiek, waarvan de rege- ring voorstander blijkt te zijn, ligt in hetzelfde vlak. Jaren achtereen heeft men van V.V.D.- zijde op een dergelijke politiek aangedrongen, waarbij vooral voor het overheidsapparaat een grotere efficiency werd bepleit. Welnu, dit wordt thans over een breed front ingezien.

Het is alleen jammer, dat men in Nederland achter de feiten blijft aanlopen en dat dit niet zonder schadelijke gevolgen kan blijven, heb- ben de jongste ontwikkelingen wel op een dui- delijke wijze aangetoond.

Onveilig cellofaan

E

en stukje doorzichtig cellofaan is er de oorzaak van geweest, dat het gemeente- huis van Leusden de vorige maand door een straaljager van de Koninklijke Luchtmacht . werd beschoten.

Dit bleek uit het antwoord van minister Staf op schriftelijke vragen van het Tweede- Kamerlid, de heer Visch over bovengenoemd incident.

De conclusie va.u het onderzoek is, aldus de minister, dat de cellofaanbeveiliging gefaald heeft.

Wij geven onmiddellijk toe leken te zijn op het gebied van de constructie van straaljagers, doch dat zulk een belangrijke pal in dergelijke vliegtuig slechts wordt afgeschermd door een stukje doorzichtig cellofaan lijkt toch wel in hoge mate onverantwoord.

Vanzelfsprekend heeft de minister nu mee- gedeeld, dat de veiligheidsmaatregelen zijn ver- zwaard. Wij hopen dan ook maar het beste voor de toekomst, doch vreemd blijven wij het geval niettemin vinden.

Hofstra tegen zich zelf

L

aten wij vooropstellen, dat wij minister Hofstra aan het hiervolgende betoog niet willen "ophangen". Maar het is toch wel interessant na te gaan, hoe deze bewindsman reeds meteen, dat hij deel van het kabinet uit- maakte, zijn vroeger gebezigde woorden moest inslikken.

Een van de eerste beleidsdaden van deze minister was de verhoging · van de suiker- accijns. Wij herinneren ons vaag, dat de heer Hofstra in zijn bekende boek "Socialistische

12 JANUARI 195'% - PAG. S belastingpolitiek" wel een heel ander liedje

heeft gezongen. . .

Welnu, teneinde ons aller geheugen op te frissen, hebben wij dat boek nog eens geraad- pleegd.

Op pagina 228 en 229 van dit boek, dat in 1946 werd uitgegeven door N.V. De Arbeiders- pers te Amsterdam lezen wij het navolgende:

1. De accijns op zout: hoewel op zichzelf niet zo belangrijk, geeft aanleiding tot enkele be- schouwingen omtrent oude en nieuwe belas- tingpólitiek, die niet van betekenis zijn ont- bloot. Speciaal bij ~eze accijns kan blijken, hoe geheel anders de fiscale problemen komen te liggen in de sociale staat van de toekomst dan in de liberale staat.

Volgens de draagkrachttheorie mag een zoutaccijns niet worden geheven. Zout toch be- hoort tot de primaire levensbehoeften. Het ge- bruiken van zout kan nimmer wijzen op wel- stand (draagkracht); ook de allerarmsten ge- bruiken zout, in bijna dezelfde hoeveelheden als de meer welgestelden. De zoutaccijns werkt dientengevolge als een soort hoofdgeld, waar- bij de grote gezinnen extra zwaar worden ge- troffen.

De omstandigheid nu, dat de zoutaccijns niet- temin de jaren door is gehandhaafd, en dat hij zelfs niet is afgeschaft· in perioden, waarin de jaarlijkse overschotten op de begroting vele malen groter waren dan de luttele miljoenen, die de belasting opbracht, vormt een treffende illustratie van het gebrek aan ernst, waarmede heersende groepen hun eigen theorieën plegen te gebruiken, wanneer zij hun onvoordelig worden.

Dikke boeken zijn geschreven over de vraag, hoé een belastingstelsel naar draagkracht er nu eigenlijk moet uitzien; doch wanneer het er op aankwam om de consequentie van de eigen theorie te trekken en een belasting af te schaf- fen, die, volkomen in strijd met de draag- krachtgedachte, geacht werd de armen e•

armsten het zwaarste te trefffen, gaf men niet thuis.

Tot zover de heer Hofstra in zijn boek. Op bladzijde 230 en 231 lezen wij nog het vol- gende:

3. De accijns op suiker is veel te hoog; zij is, voor zover mij bekend is, hier te lande hoger dan overal elders ter wereld. Toegegeven kan . worden, dat suiker in belangrijke hoeveelheden tot niet-noodzakelijke genotmiddelen wordt verwerkt, tevens is zij echter een volksvoedsel met een hoge voedingswaarde.

Gezien de geringe prijs, waartegen suiker hier te lande met winst kan worden geprodu- ceerd, en het feit, dat het maatschappelijk le- ven zich nu eenmaal op een bepaalde suiker- prijs heeft ingesteld, schijnt een afschaffing van deze financieel zeer belangrijke 1) accijns niet in overeenstemming met de eisen van een solide beleid.

Zij zou echter belangrijk behoren te worden verlaagd; de achteruitgang in opbrengst zou althans ten dele kunnen worden gecompen- seerd door de genotmiddelen, welke met sui- ker worden bereid, aan een hoger percentage omzetbelasting te onderwerpen dan het thans geldende.

1) De jaarlijkse opbrengst bedroeg in de jaren 1937-1939 gemiddeld f 50.000.000,-, met een regelmatige stijging.

Aldus weer de heer Hofstra.

Wij willen er niet te veel van zeggen. Alleen dit: dat men niet te hoog van de toren moet blazen als men het heeft over "het trekken van de consequentie van de eigen theorie".

(V~ van pag. 2>

het ciabetreffende wetsvoorstel ter ta- fel ligt, waarbij de aandacht dan in het bijzooder zal uitgaan naar de vol- gende pmten: in <ie eerste ·plaats of de miiri&ter er in geslaagd is een han- teeri!NI.ar S:JSteem te vinden, in de twee- de pjlaats of er voldoende waarborg is, dJat de geblokkeerde gelden ook in- derdiuai de volkshuisvesting ten goede komero en in de derde plaats of vol- doendel rekening wordt gehouden met de tielliJngen van de huurders van be- drijfà]pwnden.

Wat de compensatiemàatregelen voor de eventueel in te voeren huur- verhoging betreft, verzochten zowel de heer Van Vliet van de KVP als de heer Bomroer van de PvdA er voor te zorgen, dat deze compensatie ook zal omvatten de niet-loontrekkende econo- misch zwakkere groepen en dat een verhoging van de uitkeringen krach- tens de sociale wetten en bijstandsre- gelingen tot stand zal worden ge- bracht en eventueel huurbijslagen zul- len worden toegekend.

tuigenverklaringen over feiten, die meer dan tien jaar geleden zijn voor- gevallen; het menselijk geheugen blijkt

paalde personen de hand boven het hoofd heeft willen houden.

De 24 tegenstemmers waren 14 le- den van de KVP, 4 van de AR, 2 van de CHU, 2 van de SGP en 2 van de CPN. Vooral de heren Gerbrandy en Wel ter hadden tegen het staken van het onderzoek bezwaar gemaakt.

De· KVP zal de minister steunen in het "\Jft'trouwen, dat alles wat mogelijk is zal\ worden gedaan om aan de huur- derlJi, olie dit nodig hebben, voor de verhopg van de huurlast compensa- tie tèe lhieden en de verhoging der hu- ren ~ de oude woningen gepaard zal g~ met waarborgen van goed ondel1l'!ml.d en verbetering van de be- treffamtde woningen.

* * *

O

p de laatste vergaderdag voor het kerstreces heeft de Tweede Ka- mer met 72 tegen 24 stemmen beslo- ten de werkzaamheden vah de parle- mentaire Enquête-Commissie (het on- derzoek naar het regeringsbeleid in de jaren 1940-1945) te staken. De com- missie had daartoe unaniem het voor- stel gedaan, omdat zij geen oordeel meer durfde vellen op grond van ge-

· dan tekort te schieten.

De voorzitter van de commissie, de heer Koersen, verklaarde dat men voortzetting van het onderzoek niet meer verantwoord achtte. Want de be- doeling is steeds geweest te komen tot verantwoorde en evenwichtige conclu- sies op grond van getuigenverklarin..

gen.

Moreel is het echter onaanvaardbaar mensen onder ede te horen over fei- ten, die tien jaar of langer geleden zijn voorgevallen. Het menselijk ge- heugen verzwakt. Dat heeft de com- missie herhaaldelijk ervaren en dat is voor de commissie het hoofdargument.

Overigens vindt men in het laatst verschenen deel velerlei dokumentatie over de gang van zaken in Indonesië.

De commissie heeft zeker niet moed- willig punten weggelaten. Er is ook geen sprake van, dat de commissie be-

Voorzitter Kortenhorst deelde mede, dat de oud-voorzitter en de voor:uit- ter van de parlementaire Enquête- Commissie, resp. de heren Schilthuis

(PvdA) en Koersen (KVP), waren be- noemd tot commandeur in de Orde van Oranje-Nassau, de langst dienst- doende griffier van de commissie, de heer Huygens, tot Officier in de Orde van Oranje Nassau, en de administra- teur van de commissie, de heer Goos- sen, tot Ridder in de Orde van Oranje- Nassau, met welke laatste onderschei- -ding tevens het gehele personeel van

de commissie werd g-eëerd.

Tot 29 januari is de Tweede Kamer

op reces. V. v. D.

(4)

"BUREID EN DEMOCRATIE

Flitsen van Het Binnen_hof (11)

Belastingverhoging in de Eerste Kamer behandeld • Merkwaar- dig priisgeven van 70 milioen guiden • Respect voor sociale mo- tieven • Beste methode om overbesteding tegen te gaan is het bud9et van de consument te verzwaren • Onzekerheid op wie de belastingverhoging drukt • Priisbeleid beslissend • Horecabedrii·

ven in de verdrukking • Indien omzet gedistilleerd daalt. dan acciinsverlaging • Tegen automatische verhoging van sociale uit·

keringen • Pensioenwetten.

D

e eerste Kamer heeft vóór het eind van 1956 met spoed een aantal wetsontwerpen moeten afhandelen om·

dat de desbetreffende maatregelen op 1 januari 1957 in werking moesten treden.

Tussen Kerstmis en nieuwjaar is de Eerste kamer daarom bijeengekomen om te beslissen over de blijvende vrijstelling van textiel voor de omzetbelasting en over de verhoging van de belasting op suiker, benzine en gedistilleerd.

Onze geestverwant mr. J. de Wilde, die verklaarde in het algemeen voor de rea- -listische beleidsaanpak van minister Hof- stra wel waardering te hebben en een daadkrachtig beleid in dit opzicht te zul- len steunen, vond het merkwaardig, dat met de blijvende vrijstelling van textiel f 70 miljoen wordt prijsgegeven, terwijl de belastingverhogingen haar rechtvaar- diging móeten vinden in de zorgwek- ltende financiële situatie.

Hoewel ik respect heb voor sociale mo- tieven; aldus mr. De Wilde, meen ik, dat de beste methode om overbesteding te- gen te gaan is om het budget van de con- sument te verzwaren. Ik acht het uit een oogpunt van gerechtigheid - en naar mijn mening moet ook een sociaal motief . daarin geworteld zijn - veel juister, in-

dien blijkt, dat alle delen van de volks- huishouding meer consumeren dan zij produceren, zoals de deskundigen van de SER he.bben vastgesteld, alle consumen- ten gelijkelijk de lasten te laten dragen.

* ..

*

D

e verhoging van de belasting op benzine acht mr. De Wilde op al- gemene fianciële overwegingen als tij- d'elijke maatregel in de tegenwoordige situatie verantwoord. Uit de mededeling van de regering, dat zij zich in het licht van het gevoerde algemene prijsbeleid nog nader zal beraden over 'n eventuele doorberekening van de verhoging in de prijzen, blijkt weer hoe weinig de Kamer concreet is geïnformeerd.

Het is echter voor een Kamerlid van . het grootste belang, wanneer hij zijn

· stem voor een belastingverhoging uit- brengt, te weten op wie deze belasting uiteindelijk zal drukken. Een. belasting- ontwerp is niet rijp voor bespreking in- dien, al of niet als gevolg van een nog niet bekend prijzenbeleid, niet vaststaat op wie de belasting uiteindelijk drukt.

In de toekomst zal de minister bij vra- gen omtrent de afwenteling van de be- lasting, zich niet moeten beroepen op een nader beraad van de regering.

W

at betreft de verhoging van de ac- cijns op het gedistilleerd had mr.

De Wilde het op prijs gesteld, indien de cosmetische industrie een verhoogd resti- tutie-percentage zou krijgen, want het fs niet juist een kleine groep in het bij- zonder te treffen.

Een speciale groep vormen ook· de Ho- recabedrijven, die in het bijzonder in het hoek'e zitten waar de slagen vallen. Zij zijn ernstig gedupeerd door het rijv·er- bod op zondag.

De verhoging van de benzineprijs heeft stellig consequenties voor het internatio- nale toeristenverkeer. De verhoging van de accijns op gedistilleerd zal ongetwij·

feld het verbruik doen afnemen. De mi- nister van Economische Zaken zal bij zijn prijzenbeleid hier wel bijzondere compensaties moeten toestaan.

In het rekest van het produktschap voor gedistilleerde dranken wordt de stelling geponeerd, dat de huidige accijns van f 475 per hectoliter ad 50% thans- fiscaal optimaal is. Accijnsvèrhoging zal daarom niet leiden tot een hogere totaal·

opbrengst van de accijns op gestilleerd, althans leiden tot een aanzienlijke lagere opbrengst dan de minister beoogt.

Het is duidelijk, dat met de nieuwe verhoging van 25% het optimum wordt bereikt of reeds is overschreden. Ik wacht met spanning de gevolgen van deze ver- hoging af, aldus mr. De Wilde, en ik verwacht, indien de feiten de minister in het ongelijk zullen stellen, dat hij hieruit consequenties zal trekken.

Mr. DE WILDE .... wacht in spanning af . .••

I

ndien de accijnsverhoging niet een vermeerdering van de opbrengst, maar een vermindering geeft, antwoord-

de minister Hofstra, is de noodzakelijke consequentie van het uitgangspunt van de regering, dat wij in dat geval, willen- de streven nàar een zo hoog mogelijke opbrengst, inderdaad het tarief verlagen.

Indien wij in de eerste drie maanden een terugloop van de opbrengst krijgen, be- tekent dit. natuur.!Jj;k niets.

Er zijn altijd mefl,sen, die vóór een be- trekkelijk kleine verhoging van de ac- cijns, een voorraad in huis nemen. Boven- dien is de ervaring in Amerika, dat er direct na de accijnsverhogng een neiging i-s tot een kleine terugloop, die zich ech- ter vrij snel herstelt. Men zal dit pro- bleem dus over een · ·at langere termijn moeten bezien.

In het kader van de bestedingsbeper- king vond minister Hofstra het niet on- geoorloofd en niet vreemd, dat een deel van de belastingverhoging, die daarvoor nodig is, ook wordt gelegd op een luxe artikel als 'de cosmetische industrie le- vert. Een verhoogd restitutie-percentage aan de cosmetische industrie wilde hij daarom niet toezeggen.

* * ::

A

an het slot van zijn rede had mr.

De Wilde zijn spijt uitgedrukt over het feit, dat minister Hofstra tP. voort- varend is geweest met de afschaffing van de omzetbelasting op textielproduk- ten omdat deze afschaffing niet past in het grote te voeren beleid, dat vóör alles gericht dient te zijn op een evenredige verdeling van de lasten die de beste- dingsbeperking met zich brengt.

Mr. De Wilde had het ook betreurd, dat de minister niet was ingegaan op de suggestie van zijn politieke vrienden in de Tweede K~mer om het voorstel terug te nemen totdat de Kamer met de rege- ring een algemene gedachtenwisseling zou hebben gevoerd over het probleem van de bestedingsbeperking.

Minister Hofstra antwoordde, dat de gedachte om voorlopig niet meer te doen dan de vrijstelling van de omzetbelas- ting op textiel enige tijd te verlengen, wel een ogenblik bij 't kabinet is opge-

komen, maar de gedachte is verworpen om twee redenen: in de eerste plaats, omdat dit zou leiden tot een verder tijd- verlies, tot een verlies ook van inkoms·

ten voor de schatkist en tot een vertra- ging, die als het ware zou suggereren, dat de door de regering noodzakelijk ge- achte maatregelen niet zo verschrikke- lijk urgent waren; in de tweed~ pla'lts op grond van de overweging, dat een dergelijke maatregel de onrust in de textielsector zou hebben verscherpt.

Het standpunt van de regering is ge- weest, dat - hoe dan ook - een beste- dingsbeperking nodig zou zijn en dat daavbij een stulkje belastingverhoging niet zou kunnen worden vermeden.

In het uitgangspunt, dat de schatkist een versterking nodig heeft en dat de:

nationale economie tot een beperking van de bestedingen moet overgaan, lag

inderdaad de wederinvoering van de omzet·belasting op textiel voor de hand, aldus minister Hofstra.

Ik acht op zichzelf genomen een ma- tig tarief van omzetbelasting op textiel in het gehele systeem van de omzetbe- lasting bepaald wel juist. In het geheel past een bescheiden heffing O[J textiel zeer wel. Daarom zal wellieht ook in de toekomst deze belasting wel eens kun- nen worden hersteld.

De vrijstelling van textiel in Septem- ber 1955 was wel aan een termijn ge- bonden, maar de redenen die destijds tot de invóering van de vrijstelling hebben geleid (compensatie voor huurverho- ging) zijn ook thans nog wel aanwezig, Bovendien is de omzetbelasting geleide- lijk aan telkens toch weer een element geworden in het prijs- en loonbeleid. On- der de huidige omstandigheden was ook dat een argument om de omzetbelasting op textiel niet te doen herleven.

De vrijstelling van de omzetbelasting op textiel, gepaard gaande met de be- lastingverhoging op suiker, benzine en gedistilleerd, werd tenslotte zonder hoofdelijke stemming aangenomen met de aantekening van de K.V.P.'er mr.

Witteman, dat hij geacht wenste te wor- den te hebben tegen gestemd.

* *

*

V

ervolgens· kwamen aan de orde de wetsontwerpen tot verhoging met 10 % van een aantal sociale uitkeringen, o.a. de kinderbijslagen, in verband met de in 1956 tot stand gekomen loonsver- hogingen. Zoals bekend, liet onze fractie in de Tweede Kamer aantekening ver- zoeken, dat zij tegen de welvaartsverho- ging van de kinderbijslagen was.

De woordvoerder van onze fractie In de Eerste Kamer, prof. mr. A. N. Mole- naar, meende bij een verhoging van de uitkeringen, maar ook bij een verhoging van de loongrenzen en dus ook van in- komensgrenzen (kinderbijslag zelfstandi- gen) een onderscheid te moeten maken tussen verhogingen, die hun rechtvaar- diging vinden in een verhoging van :te 'kosten van levensonderhoud en verho- gingen, die de regering meent te moeten voorstellen op grond van een algemene verhoging van de lonen in verband met toegenomen welvaart.

Wij menen, aldus prof. Molenaar, dat de rentetrekkers wel degelijk een waar ..

devaste uitkering moet worden gewaar- borgd, maar dat de rechtvaardigheid niet eist hen ook te laten delen in loons- verhogingen, die het bedrijfsleven in verband met een verhoging van de wel-

vaart meent te moeten invoeren.

Met pijnlijke scherpte zei prof. Mole- naar: ik zou de regering willen vragen of zij dit stelsel ook toepast op de over- heidspensioenen? Kan men er op reke- nen, dat in verband met de loonsverho- gingen als een gevolg van de vergro- ting van de welvaart, de pensioenen van de rijksambtenaren en die van het over- heidspersoneel in het algemeen met een evengroot percentage omhoog gaan?

Prof. MOLENAAR ... . een fooi ....

M

et een zekere vooringenomenhei·:l tegen onze fractie antwoordde staatssecretaris Van Rhijn, dat wanneer er een grotere welvaart is en wanneer de vraag van de verdeling aan de orde komt, wij in de eerste plaats rekening moeten houden met de omstandigheden waarin de minst draagkrachtige ve:rlke- ren.

Wat echter prof. Molenaar wenst, is precies het tegenovergestelde, want dan blijven de minst draagkrachtigen staan op hetzelfde peil, nl. het peil aangepast aan de kosten van het levensonderhoud, met het gevolg, dat zij relatief achter komen te staan. De rentetrekkers krach·

tens de ongevallenwet en de invaliditeits- wet, hebbén thans een relatief lage uit-

1:1 JANUARI 1961 - PAG. 4,

kering. Gezien de toestand, waarin deze mensen op ·het ogenblik verkeren, is hat nodig bij een welvaartsverhoging in de allereerste plaats aan die groep te den- ken.

Wanneer dat niet gebeurt, aldus de staatssecretaris, valt men terug op de grondslag van de armenzorg in ·de ne- gentiende eeuw. Die grondslag was, dat men de mensen zoveel moest gel't:n, dat zij nog in leven konden blijven. Dan was het wel voldoende. Geluklkig zijn er :n

de tegenwoordige tijd heel andere en meer sociaal reehtvaardige opvattingen, die er toe leiden, dat men niet de con- clusie van prof. Molenaar moet aan- vaarden, maar instemmen met het re·

geringsvoorstel, dat juist de toeneming van de welvaart het eerst ten goede moet komen aan de minst draagkrach·

ti gen.

* * *

V

ernietigend repliceerde prof. Mole- naar: de staatssecretaris heeft een zeker emotioneel element in de discus- sie gebracht en zelfs gezegd, dat de heer Molenaar, als zijn standpunt co;1sequen\

werd doorgevoerd, de rentetrekkers weer naar armenzorg wilde ve1'wijzen.

Dit heeft er allemaal niets mee te ma- ken.

Wanneer de staatssecretaris mij tege- moet voert, de.t de renten van d~ invali- diteitswet uitermate laag zijn en verho..

gingen de minst draagkrachtigen ten goede komen, dan wil ik wel zeggen, dat die invaliditeitsrenten een f o o i zijn.

Die uitkeringen· zijn gebaseerd op be- rekeningen, die in 1913 en zelfs qaar- vóór zijn gemaakt. Het is dus dringend nodig dat er een herziening komt van de Invaliditeitswèt, een herziening waar- op wij al jaren zitten te wachten als· ge•

volg van de omstandigheid, dat de re- gering het beleid in dit opzicht uit han- den heeft gegeven door het ontwerpen van een nieuwe regeling aan de S.E.T' ..

over te dragen.

De staatssecretaris, aldus prof. Mole- naar, is toch scherpzinnig genoeg om te begrijpen, dat het mij niet gaat om de -vraag of het in verband met de stijging van de kosten van levensonderhoud rechtiVaardig is bepaalde renten, uitke·

ringen en eventuele loongrenzen t€: ver- hogen, maar dat het mij gaat om de automatische verhoging van de uitkerin- gen krachtens de bestaande verzekt:rings- wetten; voor die wetten gelden bepaalde verzekeringsprincipes; de renten z~in ge~

fixeerd op lage bedragen; daarop wor·

den bijslagen gegeven ten laste Yan de Staat. Het totaaJ. moet leiden tot waar- devaste uitkel;ingen.

Het ontgaat mij, dat hier doorheen gevlochten: moeten worden de vel·hogin- gen van de lonen. Deze loonsverhogin·

gen zijn een beloning voor gepresteerde arbeid; de werkende mens deelt in de verhoogde arbeidsproduktivdteÎit, de ver- meerderde welvaart. De rentetrekker·s daarentegen zijn niet meer in :het. pro·

duktieproces werkzaam.

Ik ben, betoogde prof. Molenaar, een zeer warme voorstander van een grondige herziening van de invalidi- teitswet en ook van een waardevast pensioen. Ik wijs dus elk verwijt, dat de heer Molenaar niet evengoed als anderen een warm hart zou hebben voor degenen waarom het hier gaat, af.

Over de verhoging van de loongrèns, die ook weer automatisch omhoog gaat, zullen wij bij het wetsontwerp, dat binnenkort aan de orde komt, na- der van gedachten wisselen.

Onze fractie stemde tegen de vijf wetsontwerpen tot verhoging van de sociale uitkeringen. Zij stemde wel voor de extra uitkering van een halve maand aan degenen, die krachtens de noodwet-ouderdomvoorz-iening werden gesteund.

* * *

I "

de week voor Kerstmis heeft de Eerste Kamer met de nodige spoed ook nog aangenomen het wetsontwerp tot beperking van de uitbetaling van een overheidspensioen bij gelijktijdige aanspraak op een pensioen ltrachtens de Algemene Ouderdomswet. Van onze fractie stemden prof. A. N. Molenaar en mr. H. van Riel tegen de mogelijk- heid van korting op een overheidspen.

sioen, omdat zij dat als een aantas.

ting van verkregen recht beschouwen.

Het wetsontwerp tot verhoging van de overheidspensioenen met een algemene toeslag, waardoor de pensioenen wor.

den aangepast bij het huidige loon- niveau, werd met algemene stemmen aangenomen.

Terwijl de Tweede Kamer met va- kantie is tot 29 januari, heeft de Eer- ste Kamer deze week de algemene politieke beschouwingen gehouden in verband met de rijksbegroting voor 1957.

V. v.D.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De middelen, welke kunnen worden aangevoerd ter bevordering van arbeidsmobiliteit in en afvloeiing uit de landbouw, zijn voor een groot deel. I bul.imikze,Kkt r

1 tracht door een analyse van de centrale categorie van de sociologie, namelijk het positionele handelen, vast te stellen wat de oorzaken ' van het conflict zijn en in welke

Elk van de stembiljetten waarop kandidaat Feelders als eerste voorkeur werd genoemd, worden vervolgens toegekend aan de overgebleven kandidaten, indien deze daar als tweede

Elk van de stembiljetten waarop kandidaat Vermeer als eerste voorkeur werd genoemd, worden vervolgens toegekend aan kandidaat Houterman of Schoof, indien deze daar als vierde

Want als gemeente alleen kunnen wij niet zo veel, maar als collectief met andere gemeenten, bedrijven, inwoners enzovoorts kunnen we veel meer.. Laten we vooral samen hierin

De Raad zou op basis van staatsrecht en jurisprudentie zich zeker hebben afgevraagd of artikel 32 voldoende basis biedt voor de inhuldigingswet en eed.. Er zijn dus

De vraag of het kijken naar een programma als ‘Oh Oh Daar Gaan We Weer’ invloed heeft op het alcoholgebruik van jongeren, kan verschillend..

• bijvoorbeeld de waarde dat veel drinken tijdens vakanties niet verkeerd is of dat veel drinken en dronkenschap tijdens vakanties de norm is 1. 12 maximumscore 1 1 =