• No results found

verlening van de gevraagde omgevingsvergunning voor Ypenburgse Boslaan ongenummerd (deelplan 20)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "verlening van de gevraagde omgevingsvergunning voor Ypenburgse Boslaan ongenummerd (deelplan 20)"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ons kenmerk

201611735/6098912

[Geanonimiseerd] Behandeld door

[Geanonimiseerd]

Doorkiesnummer

[Geanonimiseerd]

E-mail

[Geanonimiseerd]

Aantal bijlagen

Datum

zie documentenlijst

Onderwerp

verlening van de gevraagde omgevingsvergunning voor Ypenburgse Boslaan ongenummerd (deelplan 20)

Geachte mevrouw/mijnheer,

Op 29 juli 2016 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van 15 woningen ter hoogte van de Ypenburgse Boslaan ongenummerd (Deelplan 20).

Uw aanvraag omvat de activiteit ‘Bouwen’ waarop de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is. Tijdens de behandeling van uw aanvraag hebben wij vastgesteld dat op basis van de beoordeling en de ingewonnen adviezen de omgevingsvergunning voor voornoemde activiteit kan worden verleend.

Voor de motivering van onze beslissing verwijzen wij naar de bij deze beschikking behorende bijlage waarin voor de activiteit de beoordeling, advisering en de van toepassing zijnde voorschriften zijn opgenomen. Deze bijlage moeten hier als herhaald en ingelast worden beschouwd.

Besluit:

Gelet op het bepaalde in artikel 2.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht hebben wij besloten de gevraagde omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 sub a van deze wet te verlenen met de daarbij behorende in de documentenlijst genoemde bescheiden.

Burgemeester en wethouders van Den Haag, namens dezen:

[Geanonimiseerd]

Deze omgevingsvergunning treedt op grond van het bepaalde in artikel 6.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking op de dag na de bekendmaking ervan.

(2)

Ten slotte wijzen wij u erop dat deze vergunning aan u wordt verleend behoudens rechten van derden en dat door het verlenen van deze vergunning niet wordt vooruitgelopen op enige andere door de gemeente krachtens de wet of een gemeentelijke verordening, dan wel krachtens eigendomsrecht van de gemeente met betrekking tot de onderhavige aanvraag eventueel te nemen beslissing.

Bent u het niet eens met dit besluit? En bent u belanghebbende?

Dan kunt u een bezwaarschrift indienen.

Stuur dit bezwaarschrift binnen zes weken na de bekendmaking naar:

Burgemeester en wethouders van Den Haag, AWB/bezwaar, Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag.

Voor het indienen van een bezwaarschrift gelden de volgende regels.

a. Uw naam, adres en telefoonnummer vermeldt u in het bezwaarschrift.

b. U zet uw handtekening onder het bezwaarschrift.

c. U stuurt een kopie van het besluit mee. Heeft u of kunt u dit niet, dan geeft u een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt.

d. U vermeldt het kenmerk en de datum van het besluit.

e. De argumenten voor bezwaar schrijft u in de brief.

f. Dient u namens iemand anders het bezwaar in? Stuur dan een volmacht mee.

Indien u schriftelijk bezwaar maakt, wordt u verzocht om een kopie van het besluit waartegen het bezwaar is gericht mee te zenden en in de linkerbovenhoek van de envelop de woorden

'AWB/BEZWAAR' te vermelden.

De indiener van het bezwaarschrift kan, als onverwijlde spoed dat - gelet op de betrokken belangen - vereist, eveneens een voorlopige voorziening (bijvoorbeeld een schorsing van het besluit) vragen bij de president van de rechtbank, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag.

Op www.denhaag.nl/bezwaar vindt u meer informatie.

(3)

Bijlage

Beoordeling activiteit

Kadastraal is het projectgebied bekend als gemeente ‘s-Gravenhage, sectie BF, nummers 4722,4725, 4727 allen gedeeltelijk

Op basis van de aard en inhoud van deze aanvraag is volgens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen het gebruiksdoel Woonfunctie vastgesteld.

Het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft is niet gelegen in het gemeentelijk of Rijks

beschermd stadsgezicht en is ook niet gelegen bij een bouwwerk dat wordt vermeld in het Rijks dan wel gemeentelijk monumentenregister.

Activiteit ‘Bouwen’

Voor zover van toepassing is deze activiteit getoetst aan:

- het bestemmingsplan Ypenburg Nootdorp, waar ter plaatse van uw initiatief de bestemming Uit te werken gebied voor bedrijfsdoeleinden en voorzieningen is opgenomen;

- de Bouwverordening;

- het Bouwbesluit 2012;

- de Welstandsnota.

Voor deelplan 20 geldt vooralsnog het bestemmingsplan ‘Ypenburg Nootdorp’, dat op 26 februari 1998 is vastgesteld. Het gebied heeft daarin de bestemming: ‘uit te werken gebied voor bedrijfsdoeleinden en voorzieningen’. Op basis van het nieuwe plan voor deelplan 20 wordt een bestemmingsplanherziening voorbereid.

Gebleken is dat de aanvraag niet voldoet aan de bouw- en gebruiksregels van het bestemmingsplan/de beheersverordening voor wat betreft het feit dat de geplande woningen niet passen binnen de

uitwerkingsregels die zijn opgesteld in het bestemmingsplan. Hierdoor wordt de aanvraag mede aangemerkt als een aanvraag tot het afwijken van deze regels.

Wij zijn bereid deze afwijking toe te staan. Voor de motivering om af te wijken van deze planregels verwijzen wij naar de beoordeling van de activiteit ‘Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening’.

Deze activiteit is afzonderlijk aangevraagd en de benodigde afwijkingsprocedure, uitgebreide procedure, is inmiddels opgestart. De aanvraag afwijken bestemmingsplan ligt in het kader van die procedure momenteel ter inzage, tot en met 9 augustus.

Er is voorts voldoende aannemelijk gemaakt dat voldaan wordt aan de beoordelingsgronden van het Bouwbesluit 2012 en de Bouwverordening.

De aanvraag voldoet niet aan de Bouwverordening voor wat betreft de verplichting tot voldoende ruimte voor het stallen van personenauto’s op eigen terrein, waardoor de aanvraag mede wordt aangemerkt als een aanvraag tot het afwijken van deze regels.

Dit betekent, dat de gevraagde omgevingsvergunning niet kan worden verleend, tenzij wordt afgeweken van de desbetreffende voorschriften van de Bouwverordening.

Ter plaatse van het bouwplan is de bodem geschikt voor het beoogde gebruik. De omgevingsdienst

(4)

Ingewonnen advies:

De Welstands- en Monumentencommissie heeft op 24 augustus 2016 beoordeeld of het bouwwerk voldoet aan redelijke eisen van welstand als bedoeld in artikel 12a, eerste lid onder a, van de Woningwet.

Haar advies luidt als volgt:

Niet akkoord

Het bouwplan is getoetst aan het onderdeel ‘Karaktergebied Eind twintigste- begin éénentwintigste eeuw’

van de Welstandsnota.

De commissie kan instemmen met de positie en volumeopbouw van de voorgestelde eengezinswoningen maar kan niet instemmen met de architectonische uitwerking ervan.

De voorgestelde woningen zijn gepositioneerd in een omgeving waar woningen voor ‘Klein Opdrachtgeverschap’ zijn gedacht. In de toekomst zal hier dus een wijk met uiteenlopende

architectuurstijlen ontstaan. De commissie acht het in dit licht wenselijk dat het voorgestelde blok eengezinswoningen eenduidig wordt vormgegeven.

Er is sprake van weinig plastiek in de gevels. De commissie pleit voor een verbijzondering bij de

voordeur om deze vlakheid te doorbreken. De commissie vraagt aandacht voor de entree (luifel, voordeur, armatuur ed.)

De commissie betreurt de keuze voor steenstrips maar acht dit denkbaar mits het blok oogt als een gemetseld blok. Zij ziet graag in de detaillering terug dat de hoekoplossingen zorgvuldig zijn. In de kleurstelling pleit zij voor weinig contrast.

De commissie vraagt aandacht voor het maaiveld. Voor de inrichting hiervan kan Ypenburg voor inspiratie zorgen. De terreininrichting inclusief erfafscheidingen dient van eenzelfde kwaliteit te zijn.

Bij een volgende behandeling van dit plan krijgt de commissie graag complete detaillering voorgelegd.

Als gevolg van bovengenoemd negatief advies hebben wij u verzocht een gewijzigd bouwplan in te dienen.

Het gewijzigd bouwplan dat door ons is ontvangen is voorgelegd aan de Welstands- en

Monumentencommissie en op 14 september 2016 opnieuw beoordeeld. Haar advies luidt als volgt:

Akkoord

Het bouwplan is getoetst aan het onderdeel ‘Karaktergebied Eind twintigste- begin éénentwintigste eeuw’

van de Welstandsnota.

De commissie kan instemmen met de positie en volumeopbouw van de voorgestelde eengezinswoningen maar kan niet instemmen met de architectonische uitwerking ervan.

De voorgestelde woningen zijn gepositioneerd in een omgeving waar woningen voor ‘Klein Opdrachtgeverschap’ zijn gedacht. In de toekomst zal hier dus een wijk met uiteenlopende

architectuurstijlen ontstaan. De commissie acht het in dit licht wenselijk dat het voorgestelde blok eengezinswoningen eenduidig wordt vormgegeven.

Door het toevoegen van een luifel boven de entree wordt de vlakheid, waar de commissie eerder bezwaar tegen had, doorbroken. Waardoor deze voldoende passend zijn binnen dit karaktergebied

wederopbouwgebieden.

De commissie acht steenstrips akkoord, aangezien deze zorgvuldig gedetailleerd zijn.

De erfafscheidingen zijn nu, in de vorm van hagen, parallel aan de straat voorgesteld. Hierdoor ontstaat een helder beeld.

Wij nemen het advies van de welstands- en monumentencommissie over.

(5)

Eindoordeel activiteit ‘Bouwen’

Op basis van de beoordeling van de activiteit en de daaraan verbonden advisering bestaat er geen bezwaar tegen het, met toepassing van artikel 2.10 van de Wet algemene bepalingen

omgevingsrechtverlenen van de vergunning voor de activiteit ‘Bouwen’.

Aan deze omgevingsvergunning verbinden wij met betrekking tot de activiteit ‘Bouwen’ de volgende voorschriften:

Het bouwen moet gebeuren volgens de bepalingen van het Bouwbesluit en de Bouwverordening.

Tevens moet worden voldaan aan de in de documentenlijst genoemde bescheiden, nadere voorschriften en bepalingen.

Voorschriften op basis van de Regeling omgevingsrecht (Mor)

Gegevens en bescheiden waaruit blijkt dat de te bouwen woningen kunnen voldoen aan de Bouwbesluit eisen in relatie tot Bouwfysische onderdeel:

Nadere in te dienen detaillering:

In de geveltekeningen is zichtbaar dat de kozijnen en/of de gevel rondom de kozijnen divers wordt uitgevoerd. Van deze bijzonderheden in de gevel zijn verder nog geen gegevens ingediend. De wijze van detailleren kan effect hebben op diverse bouwfysische aspecten (gevelgeluidwering, energiezuinigheid, vocht). Werk deze geveldelen verder uit.

Er is slechts een beperkt aantal details ingediend. Deze details zijn niet gekoppeld aan (een plek op) de tekeningen. Maak duidelijk waar de getekende details zich bevinden.

Afdeling 3.2 Bouwbesluit:

Bescherming tegen geluid van installaties niet akkoord Geef aan welke ventilatie-installatie zal worden toegepast.

In de bouwfysische rapportage is aangegeven welke maatregelen (afhankelijk van de unit) nodig zijn om aan de eis te kunnen voldoen. Als het type unit bekend is, ga dan nog na welke voorzieningen nodig zijn.

Geef deze voorzieningen zoveel mogelijk op tekening aan.

Afdeling 3.5 Bouwbesluit:

Wering van vocht niet akkoord

In de details (Timmerfabriek) is ter plaatse van de betonwanden een opening in de gevel getekend. In detail 4 is de kop van het beton voorzien van isolatiemateriaal. Om te voorkomen dat dit materiaal nat wordt en om te voorkomen dat koude lucht door de isolatie heen waait, moet aan de buitenzijde van de isolatie nog een dampdoorlatende, winddichte laag worden aangebracht.

In detail 3 ontbreekt ook het isolatiemateriaal. Hier is dezelfde opbouw nodig als hierboven beschreven.

Geef naaddichtingen (ook tussen de gevelelementen) aan.

In detail 6 is een mogelijke koudebrug te zien via de funderingsbalk. Werk dit detail verder uit. Mogelijk is een berekening nodig om aan te tonen dat deze aansluiting voldoet aan de eis voor de factor van de oppervlaktetemperatuur. Op detail 6 zoals nu getekend is, staat een houten gevelelement op de funderingsbalk onder maaiveld. Dit zal in de praktijk niet op deze manier gemaakt worden. De constructie kan niet tegen de vochtbelasting.

Een stalen koker met koppeling aan de betonwanden is in de details getekend. In de bouwkundige

(6)

Afdeling 3.6 Bouwbesluit:

Luchtverversing

Op tekening is aangegeven waar de aanzuigopening en de uitblaasopening van de ventilatie op het dak worden aangebracht (LBK). De onderlinge ligging is kritisch. Een berekening van de verdunningsfactor is nodig om aan te tonen dat wordt voldaan aan de eis voor de plaats van de opening.

Afdeling 5.1 Bouwbesluit Energiezuinigheid

In de berekening van de EPC is gerekend met een ventilatiedebiet van 72.66 dm3/s (zie opmerking onder afdeling 3.6). Het benodigde debiet is 108 sm3/s volgens de ventilatieberekening, hetgeen tot een andere EPC-uitkomst zal leiden.

Er zijn onvoldoende gegevens (details) om te kunnen beoordelen of de EPC-invoer klopt met het ontwerp.

Denk hierbij aan de gevelopbouw bij de genoemde ‘bijzonderheden in de gevel’, luchtdichtheid en aan lineaire koudebruggen. De details die zijn ingediend zijn onvoldoende uitgewerkt.

Teken de opbouw van de uitwendige scheidingsconstructies uit (met materialen en maten) ter onderbouwing van de Rc-waarden.

Overleg de EPC-berekeningen (nu is alleen een opsomming gegeven van enkele toe te passen voorzieningen).

In de details (Timmerfabriek) is ter plaatse van de betonwanden een opening in de gevel getekend. In detail 4 is de kop van het beton voorzien van isolatiemateriaal. Om te voorkomen dat dit materiaal nat wordt en om te voorkomen, dat koude lucht door de isolatie heen waait, moet aan de buitenzijde van de isolatie nog een dampdoorlatende, winddichte laag worden aangebracht.

In detail 3 ontbreekt ook het isolatiemateriaal. Hier is dezelfde opbouw nodig als hierboven beschreven.

Teken de opbouw van de uitwendige scheidingsconstructies uit (met materialen en maten) ter onderbouwing van de Rc-waarden.

Nader in te dienen bouwplaatsinrichting

Voordat met de bouwwerkzaamheden wordt begonnen, dient een door de Dienst Stedelijke Ontwikkeling, goedgekeurde bouwplaatsinrichting aanwezig te zijn.

De aanvrager dient tekeningen van de bouwplaatsinrichting en reclamevoering op het bouwterrein te overleggen bij de Dienst Stedelijke Ontwikkeling. Met de werkzaamheden mag pas een aanvang genomen worden nadat hierop goedkeuring is verkregen.

Met de uitvoering van de aangehaalde onderdelen van het bouwplan mag niet worden begonnen voordat de daarop betrekking hebbende tekeningen en/of berekeningen door de Dienst Stedelijke Ontwikkeling, zijn goedgekeurd. Tevens dienen de goedgekeurde tekeningen en berekeningen op het werk aanwezig te zijn.

(7)

Voorschriften op basis van het Bouwbesluit 2012

V a n u i t h e t B o u w b e s l u i t z i j n e i s e n v a n t o e p a s s i n g , w e l k e n i e t o f o n v o l d o e n d e z i j n o p g e n o m e n i n d e a a n v r a a g . D e v o l g e n d e v o o r s c h r i f t e n z i j n e n b l i j v e n v a n t o e p a s s i n g :

Gegevens en bescheiden waaruit blijkt dat de te bouwen woningen voldoen aan de gestelde eisen in relatie tot:

- Brandveiligheid - Bouwfysica Afdeling 6.5

Tijdig vaststellen van brand (van toepassing op woning met 10 kamers en kamergewijze verhuur) Artikel 6.21 lid 3

De wooneenheden moeten uitgevoerd worden met rookmelder(s) aangelegd conform de NEN 2555.In de NEN 2555 artikel 8.3 lid 3 staat vermeld dat rookmelders niet gesitueerd mogen worden op locaties waar waterdamp kan ontstaan (zoals in de directe nabijheid van een douche, badkamer of keuken of bij een kooktoestel).

- De rookmelders zullen in de hal en overloop aanwezig moeten zijn, maar verder van de douche geplaatst moeten worden.

Afdeling 6.7

Bestrijding van brand (van toepassing op kamergewijze verhuur) Artikel 6.31 lid 1

De aanwezigheid van draagbare of verrijdbare blusmiddelen is onvoldoende.

Artikel 6.31 lid 2

Er dient een blustoestel per bouwlaag in de gezamenlijke vluchtroute en in de keuken Aanvullende toelichting brandveilig gebruik 

Voor het brandveilig gebruiken van het bouwwerk zijn rechtstreeks werkende voorschriften en artikelen op het brandveilig gebruik van toepassing overeenkomstig hoofdstuk 7 van het bouwbesluit.

(Alleen van toepassing in het geval van kamer gewijsde verhuur)

Voor het brandveilig in gebruik nemen van het bouwwerk een toereikende melding brandveilig gebruik noodzakelijk conform artikel 1.18 van het bouwbesluit. Hierop zijn de volgende voorwaarden van toepassing:

- De indiening van de melding brandveilig gebruik dient te voldoen aan de indieningsvereisten zoals omschreven in artikel 1.19 van het bouwbesluit.

Afdeling 8.1

Aan de werkzaamheden worden met betrekking tot de invloed op de belendingen en de omgeving de volgende eisen gesteld:

- de invloed van trillingen op de belendingen ten gevolge van hei- en andere werkzaamheden moet worden bepaald volgens de SBR-richtlijn Trillingen, deel A "Schade aan gebouwen, meet- en beoordelingsrichtlijn" 2002. Er dient dan minimaal te worden voldaan aan de daarin vermelde grenswaarden;

- maatregelen dienen te worden genomen om de overlast voor de omwonenden zo klein mogelijk te laten zijn, waaronder het tot een minimum beperken van geluidshinder en stofoverlast;

- de fundering dient zodanig te worden ontworpen en uitgevoerd, dat er geen schade kan optreden aan de (funderingen van) eventuele belendingen;

(8)

Aanwezigheid bescheiden (artikel 1.23)

Tijdens het bouwen moeten, voor zover van toepassing, de volgende bescheiden of een afschrift daarvan op het terrein aanwezig zijn:

a. de omgevingsvergunning voor het bouwen;

b. het bouwveiligheidsplan als bedoeld in artikel 8.3 van het Bouwbesluit;

c. afschrift van een besluit ingevolge artikel 13, 13a, of 14 van de Woningwet, dan wel een besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang dan wel last onder dwangsom, en

d. overige voor het bouwen van belang zijnde vergunningen en documenten met nadere voorwaarden en ontheffingen.

Het uitzetten van de bebouwingsgrenzen (artikel 1.24)

Met het bouwen van het bouwwerk waarop deze vergunning ziet, wordt, onverminderd de voorwaarden bij deze vergunning, niet begonnen voordat voor zover nodig door of namens het bevoegd gezag:

a. de rooilijnen of bebouwingsgrenzen op het bouwterrein zijn uitgezet, en b. het straatpeil is uitgezet.

Mededeling aanvang en beëindiging bouwwerkzaamheden (artikel 1.25)

Ten minste twee werkdagen voor de feitelijke aanvang van de bouwwerkzaamheden waarop deze vergunning ziet, dient de houder van deze vergunning ons schriftelijk van de aanvang van die werkzaamheden, met inbegrip van ontgravingswerkzaamheden, in kennis te stellen.

Ten minste op de dag van beëindiging van de bouwwerkzaamheden waarop deze vergunning ziet, dient de houder van deze vergunning ons schriftelijk van de beëindiging van die werkzaamheden in kennis te stellen.

Het bouwwerk voor het bouwen waarvan deze vergunning is verleend, mag niet in gebruik worden gegeven of genomen indien dit niet gereed is gemeld.

Nadere aanwijzingen Wet bodembescherming

Bij eventueel grondverzet dient, afhankelijk van de bestemming/toepassing van de grond, rekening te worden gehouden met de Wet Milieubeheer (Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen) en/of de Wet bodembescherming aangezien er beperkingen kunnen gelden voor het hergebruik van de af te voeren grond.

U kunt hierover contact opnemen via het Bodem Informatie Punt, bereikbaar op 070- 353 6553 of via E-mail: bodeminformatiepunt@denhaag.nl.

Peilhoogtetekening.

Voor het vaststellen van de peilhoogte kunt u kontact opnemen met de Dienst Stadsbeheer, Productgroep Ingenieursbureau, afdeling Civiele Techniek en Milieu, telefoon 14 070, zijn vastgesteld.

De hoogteligging van de beganegrondvloer ten opzichte van de openbare straat moet in overleg met de stadsdeelinspecteur van het betreffende stadsdeel worden bepaald.

Aansluiting van de riolering op het gemeenteriool

Met betrekking tot deze aansluitvoorwaarden moet in een zo vroeg mogelijk stadium contact worden opgenomen met de Dienst Stadsbeheer, Riolering en Waterbeheersing, afdeling Rioolaansluitingen, telefoon 14 070.

(9)

Algemene informatie:

Dossier:201611735 Type: Aanvraag Wabo

Omschrijving: het bouwen van 15 woningen ter hoogte van de Ypenburgse Boslaan ongenummerd (Deelplan 20) Adres: Geen adres/lokatieaanduiding

Datum Besluit (P) (GG): 20-09-2016

Documenten bij besluit:

Document: Besluit (P)

Bestandsnaam: A6098912.out.pdf  Documentid: 32345813

Bestandsgrootte: 200807

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 Met het bouwen van een bouwwerk waarvoor vergunning is verleend wordt, onverminderd de voorwaarden bij de vergunning, niet begonnen voordat voor zover nodig door of namens

Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteiten: het vellen of doen vellen van een houtopstand (art. 2.2, lid, onder

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25

Gelet op het bepaalde in de artikelen 2.10 en 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) besluiten wij de gevraagde tijdelijke

Op basis van de beoordeling van de aanvraag bestaat er geen bezwaar tegen het, met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 1º, van de Wet algemene bepalingen

Op 18 november 2015 hebben wij uw aanvraag om omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van een tijdelijke kapschuur voor bijen op het terrein aan de Ypenburgse Boslaan

Met het bouwen van het bouwwerk waarop deze vergunning ziet, wordt, onverminderd de voorwaarden bij deze vergunning, niet begonnen voordat voor zover nodig door of namens het

Op basis van de beoordeling van de activiteit bestaat er geen bezwaar tegen het met toepassing van artikel 2.12, lid 1 onder a sub 1 o en 2 º van de Wet algemene