• No results found

Lessen van de klaproos

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Lessen van de klaproos"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lessen van de klaproos

Reflectief schrijven en kaarten maken met de stempelset “Painted Poppies” van Stampin’Up!®

Pagina

Inleiding 2

Deel 1: Reflectief schrijven

Oefening 1: Eerste associaties 5

Oefening 2: Omgewoelde aarde 6

Oefening 3: Krachtige zaden 7

Oefening 4: Kleur bekennen 8

Oefening 5: Eindreflectie 9

Deel 2: Kaarten maken

Kaart 1: Veld vol klaprozen 10

Kaart 2: Maak je eigen designpapier 12

Kaart 3: Vierkante omlijsting 14

Bijlage

(2)

Inleiding

Dag!

Fijn dat je dit werkboek hebt besteld en dat je benieuwd bent naar wat klaprozen jou te zeggen hebben.

Dit is een werkboek met 5 reflectieve schrijfoefeningen en 3 kaartbeschrijvingen naar aanleiding van een stempelset van Stampin’Up!®, de Painted Poppies.

Prachtige stempels zijn dat.

Ik ben onafhankelijk demonstratrice van Stampin’Up!

en heb toestemming gekregen voor het maken van reflectieopdrachten naar aanleiding van deze producten. Die combinatie ligt voor de hand als je bedenkt dat de afbeeldingen en teksten heel goed gebruikt kunnen worden voor creatief dagboek- schrijven en het maken van art journals.

Werkwijze

• Je kunt de oefeningen in dit werkboek in je eigen tempo doen en ook aanpassen als je daar zin in hebt, maar ik raad je wel aan om de volgorde van de oefeningen aan te houden. Op die manier bewaar je de samenhang die erin zit.

• Lees de oefeningen niet van tevoren door, maar bekijk ze pas op het moment dat je klaar zit om te gaan schrijven. Dan houd je je gedachten fris en eerlijk en dat komt je oogst ten goede.

• Het gaat er niet om dat je mooi of goed schrijft. Kern is dat je al schrijvend in gesprek bent met jezelf, dingen ontdekt, onderzoekt. Wees niet bang in herhaling te vallen of onzin te schrijven.

Saskia de Bruin zegt heel mooi: “Je hebt modder nodig om goud te vinden.” Schrijf dus modder!

Schrijf vrijuit, wees eerlijk over wat er in je opkomt en probeer je oordeel daarover zoveel mogelijk los te laten. En als je er wél oordelen over hebt, schrijf die dan ook op, want dan heb je weer nieuwe oogst om te onderzoeken.

• Schrijftechnieken die cursief gedrukt staan (zoals bijvoorbeeld elfje, sprintje en rondeel) worden uitgelegd aan het eind van dit werkboek, in de bijlage.

(3)

Wat heb je bij dit werkboek nodig?

• Papier en pen

• Kleurpotloden

• Kookwekker of (meditatie)timer

• Eventueel: stempelset Painted Poppies, te bestellen via www.papierenspiegel.nl (webshop)

• Mooie inktkleuren om daarbij te kiezen zijn Memento Black, Granny Apple Green, Poppy Parade en Calypso Coral, maar je kunt ook volstaan met zwarte inkt en vervolgens de klaprozen en de blaadjes met stift of kleurpotlood inkleuren.

Bij de kaarten in deel 2 staat aangegeven welke materialen ik ervoor gebruikt heb. Op mijn website www.papierenspiegel.nl zal ik meer voorbeelden en kaartbeschrijvingen plaatsen.

Tips voor een creatief dagboek

Spelen met vorm en inhoud is niet alleen leuk, het roept ook andere dingen wakker. Je gebruikt beide kanten van je brein en dat levert nieuwe verbanden en resultaten op. Dit hoeft niet moeilijk te zijn! Je kunt kleine dingen doen die een groot effect hebben, bijvoorbeeld:

• Een rand van klaprozen langs je dagboek- pagina stempelen.

Een rand van groene blaadjes en spikkels langs je dagboekpagina stempelen, dan schrijven en daarna woorden die er in je tekst uit springen (‘klaprooswoorden’) met felrood potlood kleuren.

Met het spikkelstempel lichtgroene spikkels kriskras over al je geschreven tekst heen stempelen en dan bepaalde woorden die eruit springen (‘klaproos- woorden’) met felrood potlood kleuren of er een klaproos overheen stempelen. Zo wordt je dagboekpagina een veld vol bloemen.

Vijf blaadjes rondom langs de randen van een pagina stempelen en bij (of in) elk blaadje een woord schrijven dat opkomt als je terugkijkt op je dag. In het midden van de pagina schrijf je een

(4)

Ik wens je veel plezier toe met dit werkboek!

Mocht je vragen hebben of iets over je ervaringen willen vertellen, dan hoor ik dat graag.

Hartelijke groet,

Zwijndrecht, 23 juni 2020

Sarine Zijderveld Papieren Spiegel Tolhuis 25

3332 BH Zwijndrecht 06 5352 6009

info@papierenspiegel.nl

(5)

Deel 1: Reflectief schrijven Oefening 1: Eerste associaties

1. Maak de volgende open zinnen af met 3 à 5 regels tekst:

a. Toen ik de aankondiging van dit werkboek zag…

b. Mijn ervaring met reflectief schrijven…

c. Creativiteit gaat voor mij vooral over…

d. Wat ik hoop dat dit werkboek mij brengt…

2. Maak een lijstje van 5 à 10 associaties: waar doet “lessen van de klaproos” je aan denken? Wat roept dit thema bij je op? Of waar doet de klaproos zelf jou aan denken?

3. Welk item uit je lijstje van stap 1 springt eruit? Ga daar niet over nadenken, maar schrijf er meteen een sprintje over van 7 regels tekst.

4. Lees je sprintje uit stap 3 (hardop) terug en onderstreep één fragment (een zin, een woord) dat eruit springt. Ga daar dieper op in, al mijmerend op papier, in een sprintje van 5 minuten.

5. Lees je sprintje uit stap 4 (hardop) terug en maak vervolgens deze open zin af met 3 à 5 regels tekst: Wat ik hiermee echt wil zeggen, is…

6. Heeft deze kern (uit stap 5) iets te maken met jouw verlangen uit jouw open zin bij stap 1.d? Dat hoeft niet, maar misschien is het zo. Schrijf daar iets over op.

(6)

Oefening 2: Omgewoelde aarde

1. De klaproos groeit bij uitstek op braakliggende grond, op aarde die kort daarvoor is omgewoeld en waar vervolgens even niets mee gebeurt. Het is bijzonder dat op die ruwe, omgewoelde grond zo’n mooie bloem groeit. Teer en kwetsbaar, en tegelijkertijd zo krachtig en fel van kleur.

Omwoelen brengt dus iets nieuws en iets heel moois, iets dat kwetsbaar en krachtig tegelijk is.

Mijmer op papier in een sprintje van 5 minuten over de vraag: wat is er omgewoeld in jouw leven, in deze tijd van corona? (Of misschien wel in een eerdere periode in je leven; je kunt deze oefening ook gebruiken om terug te kijken als je wilt.) → Let op: ga nog niet in op wat dit oplevert, maar blijf even bij die omgewoelde aarde. Hoe ziet dat omwoelen eruit, wat is niet meer vanzelfsprekend, wat is anders? En hoe voelt het? Ga het niet zitten verzinnen, maar begin meteen met schrijven en volg wat in je opkomt.

2. Schrijf door met een sprintje, al mijmerend, over de volgende vraag: Wat groeit er nieuw op, op deze omgewoelde grond in jouw leven? Wat zijn als het ware de klaprozen in jouw leven? Zijn er kleurige accenten, kwetsbare momenten, kostbare dingen die je wilt koesteren of waar je blij mee bent? Ga ook hier niet over nadenken, maar begin meteen te schrijven.

3. Lees je sprintjes uit stap 1 en 2 (hardop) terug en onderstreep woorden/flarden die eruit springen. Je kunt hiervoor een rood kleurpotlood gebruiken, dat past leuk bij het thema.

4. Sla twee regels over (houd deze blanco), en schrijf je onderstreepte woorden/flarden uit stap 3 onder elkaar op, als een lijstje.

5. Lees je lijstje uit stap 4 (hardop) terug. Geef het een titel: wat is de vlag die de lading dekt, hoe heet dit lijstje? Schrijf die titel boven je lijstje, op de blanco regel erboven.

(7)

Oefening 3: Krachtige zaden

1. Op wikipedia staat: “De zaden van de klaproos behouden onder de grond erg lang hun kiemkracht en ontkiemen als ze, soms na jaren, weer aan de oppervlakte komen.”

Een bemoedigende gedachte! De klaproos zelf is kwetsbaar: als je hem plukt, vallen de blaadjes heel snel uit. Maar de zaadjes zijn ijzersterk en bewaren hun kracht.

Mijmer op papier in een sprintje van bijvoorbeeld 5 minuten over wat dit beeld jou te zeggen heeft. Ga het niet zitten verzinnen, maar begin meteen met schrijven en wees niet bang ‘modder te schrijven’, zoals in de inleiding staat.

2. Lees je sprintje uit stap 1 (hardop) terug. Schrijf daarna een sprintje van bijvoorbeeld 5 of 10 regels tekst als antwoord op de vraag: heeft dit iets te maken met de titel van je lijstje waar je de vorige oefening mee eindigde? (stap 5 op pagina 5)? Voegt het ene iets aan het andere toe?

3. Lees je sprintje uit stap 2 (hardop) terug. Kies daaruit één woord dat eruit springt als kern die je wilt koesteren, iets waar je blij mee bent, dankbaar voor bent.

4. Maak met dat woord een elfje. Je kunt dit elfje eventueel in de stempelafdruk of de tekening van een klaproos schrijven of een klaproos over je elfje heen tekenen/stempelen en deze inkleuren.

(8)

Oefening 4: Kleur bekennen

1. Een van de opvallendste dingen aan een klaproos is de kleur. Er zijn verschillende soorten, maar het felrood of soms oranje-rozerood is altijd van verre te zien. Niet te missen!

Een schilderij dat Richard van een klaproos maakte, heette “Grow your own way”.

Grow your own way Richard Zijderveld, 2003 Olieverf op linnen, 50x60 cm

Ik schreef daar deze tekst bij:

Eerst vond de klaproos dat hij te hoog uitstak boven het gras.

En hij stond er ook nog zo onbeheerst rood te wezen.

Maar al gauw verschenen er nog meer klaprozen

en felblauwe korenbloemen en witte madeliefjes met hartjes die eigenlijk ook wel onbeheerst waren. Maar dan geel.

De klaproos werd blij met zijn lengte en zijn kleur in de berm.

Toen hoorde hij voetstappen.

Iemand zette een bordje neer.

Er stond op: “verboden te maaien”.

Waar gaat dit voor jou over? Ga niet nadenken, maar begin meteen te schrijven in een sprintje van bijvoorbeeld 10 minuten.

2. Lees je sprintje uit stap 1 (hardop) terug en onderstreep flarden die je mooi en waar vindt.

Of geef ze een felrode kleur, met stift, kleurpotlood of stempel.

3. Kies twee flarden uit die het meest de kern raken van wat je wilt zeggen en maak daarmee een rondeel. Gebruik de twee flarden als zin 1 en 2, vorm ze desnoods een beetje om.

(9)

Oefening 5: Eindreflectie

1. Lees terug wat je bij oefening 1 (Eerste assocaties) hebt geschreven, terwijl je opmerkt welke les daarin verstopt zit. Misschien staat hij er letterlijk in, misschien zie je hem nu pas. Of zie je nu een andere les dan die er staat. Dat geeft niet, je ziet het vanzelf als je het terugleest.

Maak dan deze open zin af, zodat je één zin hebt als kern: De les die hierin zit, is…

2. Doe ditzelfde met wat je schreef bij oefening 2 (omgewoelde aarde), oefening 3 (krachtige zaden) en oefening 4 (kleur bekennen).

3. Je hebt nu vier kernachtige zinnen, vier ‘lessen van de klaproos’. Maak de volgende open zinnen af met 3 à 5 regels tekst:

a. Wat me opvalt aan deze lessen…

b. De belangrijkste les/boodschap/kern vind ik…

c. In een magische wereld zou ik de klaproos bedanken…

d. En dan zou de klaproos tegen mij zeggen: …

4. Kijk eens terug naar wat je schreef bij oefening 1, stap 1.d, over wat je hoopte dat dit werkboek jou zou brengen. In hoeverre is dit uitgekomen? Wat heeft het schrijven en misschien ook het tekenen, stempelen en kleuren jou gebracht? Hoe was het om er überhaupt tijd voor te maken?

Misschien wil je hier een lijstje van maken, maar het kan ook een sprintje zijn van bijvoorbeeld 5 of 10 regels tekst.

5. Lees (hardop) terug wat je in stap 3 en 4 geschreven hebt. Zit hier nog een extra les/boodschap in verstopt? Dat hoeft niet, maar het kan wel. Zo ja, schrijf deze dan ook op.

6. Schrijf jouw lessen op een blanco pagina en versier deze met klaprozen, kies daarvoor je eigen manier. Teken ze bijvoorbeeld, stempel ze, maak er een rand mee, plak foto’s op, net wat je wilt.

Je kunt er eventueel ook een boekenlegger van maken: klaprozen stempelen en op elke kant één of meer lessen schrijven. Zorg in elk geval dat je je oogst vastlegt op een manier die er recht aan doet, want dit is jouw afronding van het reflectief schrijven met dit werkboek.

(10)

Deel 2: Kaartbeschrijvingen Kaart 1: Veld vol klaprozen

Dit vind ik een prachtig voorbeeld van: kleine moeite, groot effect! Een stempel, papier en inkt is alles wat je nodig hebt.

Materialen voor de kaart

A. Kaartkarton Whisper White Thick, van 29,7 x 10,5 cm B. Kaartkarton Shaded Spruce, van 14,8 x 6 cm

C. Kaartkarton Whisper White, van 14,8 x 5,5 cm D. Stempelset “Painted Poppies”

E. Inkt: Memento Tuxedo Black, Granny Apple Green, Pool Party F. Stift: Stampin’ Blends Markers Dark Poppy Parade

Let op: bij deze kaart kleur je de stempels in met een stift. Stiften en stempelinkt gaan niet altijd goed samen, soms maakt de stift je gestempelde afbeelding vlekkerig en lelijk. Als je kleurt met Stampin’ Blends Markers (op alcoholbasis), gebruik dan Memento inkt (op waterbasis): die combinatie werkt perfect.

Materialen voor de groet/tekst

G. Stempelset “Itty Bitty Greetings”: stempel “many thanks” (of een groet naar keuze; de set is er ook in het Nederlands, “Van alles wat”)

(11)

Stappen

1. Ril en vouw het kaartkarton A op de lange zijde op 14,8 cm, zodat een liggende rechthoekige kaart ontstaat. Dit is je kaartbasis. Leg deze weg voor later.

2. Leg het kaartkarton C (dat is het strookje karton waarop je gaat stempelen) recht vóór je op een gladde ondergrond met kladpapier onder je kartonstrookje.

3. Stempelen:

a. Stempel met het kleine spikkelstempel uit “Painted Poppies” in Granny Apple Green een onregelmatige rand langs de onderkant van de kartonstrook. Laat je stempel een beetje over de rand steken, zodat je deels op het kladpapier eronder stempelt. Dit zorgt voor een nette ‘vulling’ tot op de rand van de kartonstrook.

b. Maak je stempel schoon en stempel in Pool Party een onregelmatige rand langs de bovenkant van de kartonstrook, op dezelfde manier als bij 3.a.

c. Stempel het veldje kleine klaprozen uit “Painted Poppies” in Memento Tuxedo Black herhaald langs de hele onderkant van het strookje kaartkarton C. Varieer een beetje in hoogte, maar laat het ook over de rand steken zoals bij 3.a. Zo zorg je ervoor dat de steeltjes op je stempelstrookje niet in de lucht komen te zweven.

Tip: stempel als je wilt nu ook de binnenkant van je kaart en de envelop (zie stap 6).

4. Laat de inkt drogen. Neem dan je Stampin’ Blends Marker “Dark Poppy Parade” en kleur de klaprozen in.

5. Stel de kaart samen door alles op elkaar te plakken:

- je kaartbasis uit stap 1 (tip: stempel als je wilt eerst je tekst/groet uit stap 5.d op de kaartbasis, zodat je een nieuwe kaartbasis kunt pakken als je afdruk misgaat) - daarop de ‘mat’ van kaartkarton B

- daarop je gestempelde strook kaartkarton C

- stempel dan je groet onder de strook (tip: als dit misgaat en de afdruk niet mooi wordt, stempel de groet dan op een los kaartje en plak dat over de misdruk heen.)

6. Denk eraan ook een groet en/of een afbeelding te stempelen op de binnenzijde van je kaart en op de envelop. Dit maakt je kaart echt af, het wordt een cadeautje dat met aandacht voor detail is gemaakt. Je kunt dit aan het eind doen, maar misschien vind je het handiger om dit te doen bij stap 3 als je toch aan het stempelen bent.

(12)

Kaart 2: Maak je eigen designpapier

Het is heel leuk je eigen ‘designpapier’ te maken door stempels kriskras door elkaar heen te zetten en zo een stuk blanco papier te vullen. In deze beschrijving doen we dit met één stukje wit

kaartkarton, genoeg voor één kaart, maar je kunt ook een heel A4 Whisper White kaartkarton op deze manier bestempelen en het dan in vieren snijden, zodat je vier kaartfronten hebt. Heel handig als je snel een paar kaarten nodig hebt.

Materialen voor de kaart

A. Kaartkarton Calypso Coral, van 21 x 14,9 cm

B. Kaartkarton Whisper White, 2 stukjes van 9,5 x 13,9 cm elk C. Stempelset “Painted Poppies”

D. Inkt: Flirty Flamingo, Granny Apple Green, Mossy Meadow Materialen voor de groet/tekst

E. Strookje kaartkarton Whisper White, ongeveer 1,5 x 4 cm F. Strookje kaartkarton Calypso Coral, ongeveer 2 x 5 cm

G. Stempelset “Itty Bitty Greetings”: stempel “a little hello” (of een groet naar keuze; de set is er ook in het Nederlands, “Van alles wat”)

H. Pons “Classic Label Punch”/”Klassiek Etiket Pons”

Overige materialen

I. Papiersnijder/Paper Trimmer

(13)

Stappen

1. Ril en vouw het kaartkarton A op de lange zijde op 10,5 cm, zodat een staande rechthoekige kaart ontstaat. Dit is je kaartbasis. Leg deze weg voor later.

2. Leg het kaartkarton B (dat is het stukje kaartkarton waarop je gaat stempelen) recht vóór je op een gladde ondergrond met kladpapier eronder.

3. Stempelen:

a. Stempel met het grote klaproosstempel uit “Painted Poppies” in Flirty Flamingo

meerdere klaprozen, verdeeld over het kaartkarton, met een beetje witruimte ertussen.

Draai je pols voor verschillende richtingen. En laat af en toe je stempel over de rand steken, zodat je deels op het kladpapier eronder stempelt. Op deze manier lijkt het alsof het een groter blad designpapier is waar jouw kaartkarton uitgesneden is.

b. Stempel met het ronde vlekstempel uit “Painted Poppies” in Flirty Flamingo een

kleurvlek over de klaprozen heen. Doe dit na 3x afgestempeld1 te hebben, zodat het een heel lichte kleur roze wordt.

c. Stempel met het kleine blaadje uit “Painted Poppies” in Granny Apple Green her en der blaadjes tussen de klaprozen.

d. Stempel met het kleine spikkelstempel uit “Painted Poppies” in Mossy Meadow her en der spikkels, soms als eerste afdruk, soms na 1x afstempelen.

e. Stempel je tekst met stempel G op kaartstrookje E en pons dit uit met pons H.

f. Plak je tekststrookje uit stap 3.e op kaartstrookje F en knip dit met de hand uit, zó dat je een randje Calypso Coral kaartkarton blijft zien om het Whisper White strookje heen.

4. Stel de kaart samen door alles op elkaar te plakken:

- je kaartbasis uit stap 1

- daarop je zelfgemaakte, gestempelde ‘designpapier’ van kaartkarton B - plak Stampin’ Dimensionals onder je tekststrookje E/F en plak dit op je kaart

5. Denk eraan ook een groet en/of een afbeelding te stempelen op de binnenzijde van je kaart en op de envelop. Dit maakt je kaart echt af, het wordt een cadeautje dat met aandacht voor detail is gemaakt. Je kunt dit aan het eind doen, maar misschien vind je het handiger om dit te doen bij stap 3 als je toch aan het stempelen bent.

(14)

Kaart 3: Vierkante omlijsting

Je ziet dat de kaarten en afbeeldingen die je met deze stempelset maakt, niet eens met klaprozen te maken hoeven te hebben! Tip: Let bij het aanschaffen van een stempelset op of er kleine ‘rare’

stempels bij zitten. Randjes, vlekken, stippels of strepen, het zijn allemaal dingen waar je veel kanten mee op kunt.

Materialen voor de kaart

A. Kaartkarton Whisper White Thick, van 13,5 x 27 cm B. Kaartkarton Rich Razzleberry, van 12,5 x 12,5 cm C. Kaartkarton Whisper White, van 11,5 x 11,5 cm D. Stempelset “Painted Poppies”

E. Inkt: Rich Razzleberry, Old Olive, Granny Apple Green, Pool Party F. Afplakband of grote post-its (12,7 x 7,7 cm), de kleur maakt niet uit Materialen voor de groet/tekst

G. Stempelset “Itty Bitty Greetings”: stempel “Happy Birthday” (of een groet naar keuze) H. Kaartkarton Whisper White, van 1,3 x 3,3 cm (of zoveel als je nodig hebt voor de groet) I. Kaartkarton Rich Razzleberry, van 1,6 x 3,6 cm (of zoveel als je nodig hebt voor de groet) Overige materialen

J. Papiersnijder/Paper Trimmer K. Tombow Multi vloeibare lijm

L. Stampin’ Dimensionals (schuimplakkertjes)

(15)

Stappen

1. Ril en vouw het kaartkarton A op de lange zijde op 13,5 cm, zodat een vierkante kaart ontstaat.

Dit is je kaartbasis. Leg deze weg voor later.

2. Plak het kaartkarton C (dat is het vierkant waarop je gaat stempelen) recht langs de randen af met afplakband of post-its (F); plak het op deze manier vast op een gladde ondergrond. Hoe je de post-its plakt, bepaalt de witrand die je vrij laat om je stempelafbeelding heen. In het voorbeeld heb ik voor die witrand een halve centimeter aangehouden, d.w.z. ik heb de post-its een halve centimeter over de rand van het kaartkarton geplakt, evenwijdig aan de rand, net als een lijstje eromheen.

3. Stempel de blaadjes en spikkels uit de stempelset “Painted Poppies” over de rand van het afgeplakte kaartkarton C. Je kunt zelf kiezen wat je mooi vindt; ik heb in het voorbeeld deze combinaties gemaakt:

a. het grote blaadje gestempeld met Old Olive

b. het kleine blaadje gestempeld met Granny Apple Green c. de grote spikkels gestempeld met Pool Party

d. de kleine spikkels gestempeld met Rich Razzleberry Tips om het beeld interessant te maken:

- Laat de blaadjes en spikkels naar verschillende kanten wijzen, dus draai je pols bij het stempelen en varieer de richting waarin je stempelt.

- Wissel af hoe ver je de stempels naar het midden laat steken: sommige blaadjes zijn bijna helemaal te zien, van andere zie je alleen het puntje.

- Stempel ook af. Dat wil zeggen dat je niet alle stempels rechtstreeks vanaf het

stempelkussen op je papier zet, maar dat je ook eerst ‘afstempelt’ op een kladblaadje en dan met de resterende inkt het stempel op de kaart zet. Op deze manier maak je verschil tussen donkere en lichte kleuren inkt, terwijl je toch met hetzelfde inktkussen werkt.

Tip: stempel als je wilt nu ook de binnenkant van je kaart en de envelop (zie stap 6).

4. Stempel een tekst/groet naar keuze op wit kaartkarton H.

Plak daar kaartkarton I onder, zodat er een gekleurd randje om het witte kaartkarton heen komt.

Ik heb de groet “Happy Birthday” gebruikt uit de stempelset “Itty Bitty Greetings” en daar

natuurlijk het formaat van het kaartkarton H en I op afgestemd. Als jij een andere groet stempelt, kies daarvoor dan kaartkarton in een bijpassend formaat. Knip zo nodig de randjes netjes bij.

5. Stel de kaart samen door alles op elkaar te plakken:

(16)

6. Denk eraan ook een groet en/of een afbeelding te stempelen op de binnenzijde van je kaart en op de envelop. Dit maakt je kaart echt af, het wordt een cadeautje dat met aandacht voor detail is gemaakt. Je kunt dit aan het eind doen, maar misschien vind je het handiger om dit te doen bij stap 3 als je toch aan het stempelen bent.

(17)

Bijlage: Schrijfmethode en -technieken

Meestal schrijven we vanuit ons hoofd, d.w.z. we denken na en produceren en corrigeren onze tekst tegelijkertijd. In dit werkboek doen we het anders: we schrijven intuïtief en vloeiend, zonder te oordelen, zodat het schrijven eerder een ontdekkingsreis wordt. Het gaat dus niet om het product, maar om het proces. Dat betekent:

- de tekst hoeft niet mooi of goed te zijn;

- het is een momentopname, ruw materiaal, alles is goed;

- let niet op zinsbouw of spelling en corrigeer niets;

- houd je pen in beweging en schrijf alle gedachten op die in je opkomen;

- wanneer je even vastloopt, herhaal dan steeds het laatste woord totdat er weer een volgende gedachte in je opkomt.

Naast deze vloeiende manier van schrijven (zie ook hierna, bij sprintje), zijn er ook schrijftechnieken die een bepaalde structuur of opzet hebben, bijvoorbeeld het elfje of het rondeel. Ook deze vind je hieronder toegelicht.

Elfje

Een elfje is een gedichtje dat bestaat uit 11 woorden die als volgt verdeeld zijn over 5 regels:

- eerste regel: 1 woord - tweede regel: 2 woorden - derde regel: 3 woorden - vierde regel: 4 woorden - vijfde regel: 1 woord

Binnen deze structuur is veel mogelijk: het kunnen 11 losse woorden zijn, het kan één doorlopende zin zijn of alles daartussen in. Het hoeft ook niet te rijmen.

Je kunt er eventueel voor kiezen om het eerste en het laatste woord hetzelfde te laten zijn.

Open zin

Bij een open zin is het begin van een zin gegeven en je maakt deze af met het eerste wat in je opkomt. Vertrouw daarop, het is een momentopname en dit zijn nu de gedachtes die zich aandienen. Blijf op deze manier schrijven totdat het gegeven aantal regels of minuten is bereikt. (Met ‘regels’ wordt trouwens bedoeld: lijntjes op de pagina, geen zinnen, want in dat geval zou je zinnen moeten gaan tellen en dan raak je uit het vloeiende schrijven.)

Rondeel

Een rondeel is een dichtvorm die bestaat uit acht regels, waarvan sommige een herhaling

(18)

Er wordt verschillend gedacht over de invulling van regel 7 en 8: het komt voor dat regel 7 identiek is aan regel 1, en regel 8 aan regel 2.

Maar welk herhalingsschema je ook kiest, het is handig om de kernboodschap in regel 1 en 2 weer te geven en deze dan meteen ook in te vullen op de regels 4, 7 resp. 8.

Daarna houd je de blanco regels over (3, 5 en 6); wanneer je deze zodanig invult dat ze op een passende manier tussen de herhalingen ingevlochten worden, breng je eenheid in het gedicht.

Het rondeel wint aan kracht naarmate de teksten op de regels korter en kernachtiger zijn.

Geef het na het schrijven een titel.

Sprintje

Een sprintje is vloeiend, ongeremd schrijven. Je pen zo snel mogelijk in beweging houden, dat is feitelijk alles! En vertrouwen op de gedachten die in je opkomen. Ga niet vooraf bedenken wat je wilt schrijven, maar begin gewoon.

Kies vooraf een tijdsduur (bijvoorbeeld 2, 5 of 10 minuten, zet een kookwekker) of kies een bepaalde omvang (bijvoorbeeld 3, 7 of 10 regels of één A4-tje). Als je een vrij groot aantal regels gaat schrijven, is het handig om deze vooraf in de kantlijn te markeren; zo hoef je niet tijdens het schrijven te tellen of je het aantal lijntjes al bereikt hebt.

Het is af wanneer deze grens bereikt is; laat het dan ook los. Het gaat niet om hoeveel je hebt geschreven, maar om wat je hebt geschreven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- als je heel lang hebt moeten reizen - als je heel trots bent op iets van jezelf - als je ergens beter in wilt worden - als je jezelf weleens alleen voelt - als je dit

De Vlinderstichting Heeft inmiddels bekend gemaakt dat op de site nieuwe beter gespe- cificeerde kaarten worden geplaatst zodat beheerders onderscheid kunnen maken tussen Rode

Meer lokale part en inspireren om samen te werken volgens de vier genoemde punten. 2x per jaar een ontmoeting op deze vier punten om het op de kaart

• Verlaat iPlan door Exit te selecteren in de iPlan Navigator (klik niet op X om het venster te sluiten).. • Verwijder de USB-stick uit uw computer (indien van

Geen vergunningplicht Passende beoordeling in het licht van instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000- gebieden (evt. mitigerende maatregelen zoals extern salderen en

• Coax Zakelijk Internet Pro - Vast zakelijk internet | Vodafone Zakelijk of Glasvezel - Corporate internet (vodafone.nl).. • One Fixed Express - One Fixed Express |

5. Hou je aan een routine. Zorg dat je niet zomaar rond zweeft zonder echt iets voor elkaar te krijgen. Maak een routine waar je je aan kan houden, denk aan de day by day methode

Geef twee redenen waarom sommige aanbieders voor elk apart product een apart merk lancerena. Geef er ook een