• No results found

Voorstel aan commissie Waterkeringen & Bestuur en Organisatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Voorstel aan commissie Waterkeringen & Bestuur en Organisatie"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voortgangsrapportages over Q4-2019 voor programma HWBP en Dijkversterkingen Maaswerken

6 april 2020

Voorstel aan commissie Waterkeringen

& Bestuur en Organisatie

datum WBO 15 april 2020

openbaar Ja

agendapunt 2.2

steller/cluster Arne Vissers / Projecten

portefeuille(s) Jos Teeuwen

bijlage(n) 2

zaaknr. 2020-Z468

documentnr. 2020-D35735

Onderwerp

Voortgangsrapportages over Q4-2019 voor programma HWBP en Dijkversterkingen Maaswerken

Voorstel

De bestuurlijke voortgangsrapportages over Q4-2019 voor Programma HWBP en Dijkversterkingen Maaswerken voor kennisgeving aannemen.

Toelichting

In de rapportageperiode (Q4-2019) is vanuit de beide programmaorganisaties hard gewerkt en zijn er op verschillende onderdelen aansprekende vorderingen te melden. Inhoudelijk zijn deze vorderingen in de voorliggende rapportages verder toegelicht. Op hoofdlijnen is de belangrijkste voortgang uit de beide programma’s hieronder vermeld.

Sinds 1995 is Waterschap Limburg een waterkerend waterschap. Een serieuze invulling van deze relatief nieuwe rol van ‘waterkerend waterschap’ vergt langjarige reserveringen. De kadernota geeft de kaders om naar deze nieuwe waterschapsrol toe te groeien. Geleidelijk treffen we zo de nodige reserveringen en creëren ruimte in de begroting om invulling te geven aan een ‘waterkerend waterschap’.

Programma HWBP

 Programmavoortgang

Waterschap Limburg heeft 15 van de 16 HWBP-maatregelen uit de Noordelijke Maasvallei samengebracht in haar HWBP-programma Noordelijke Maasvallei. De programmaorganisatie verzorgt vanuit dit programma de realisatie van elk van deze dijkverbetermaatregelen en stuurt de tijdige realisatie van de maatregelen centraal aan. Naast deze 15 HWBP-maatregelen heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat in het BO-MIRT van 21 november 2018 besloten tot de MIRT verkenning van Lob van Gennep. Derde onderdeel van het HWBP-programma is de POV Dijkversterking Gebiedseigen Grond (POV-DGG). Deze Projectoverstijgende Verkenning (POV) is

(2)

een innovatieproject dat in zijn geheel gesubsidieerd is door het landelijke

Hoogwaterbeschermingsprogramma en heeft als doel de kansen te onderzoeken voor het gebruik van gebiedseigen materiaal. Het project Lob van Gennep, de POV-DGG en de 15 HWBP- maatregelen uit de Noordelijke Maasvallei zijn, met het oog op doelmatige samenwerking in beheersing, verantwoording en inkoop organisatorisch ingebed in het HWBP-programma van Waterschap Limburg.

De HWBP dijkverbetermaatregelen van Waterschap Limburg bevinden zich momenteel deels in de verkenningsfase, deels in de planuitwerkingsfase en deels in de nazorgfase. Tijdens de planstudie van deze projecten (de verkennings- en planuitwerkingsfase) wordt de scope van de opgave verkend. Voor de dijktrajecten uit Tranche 3 en Baarlo, die zich momenteel in de

verkenningsfase bevinden, was eind 2018 de informatie gereed voor bestuurlijke besluitvorming door de Minister samen met Waterschap Limburg. Deze besluitvorming heeft voor Arcen en Well en Baarlo pas in Q4-2019 (BO MIRT november) plaatsgevonden en wordt voor Thorn pas eind Q2/begin Q3 2020 verwacht. Hierdoor is er vertraging ten opzichte van de originele

deterministische planning opgetreden.

In het BO-MIRT van oktober 2016 is besloten de HWBP-verkenningsfase voor de dijktrajecten bij DR68 – Venlo-Velden en DR69 – Groot Boller mee te nemen in een gecombineerde MIRT- Verkenning. In Q4-2018 heeft gemeente Venlo eenzijdig het besluit genomen uit het

samenwerkingsverband MMMV te treden. In Q1-2019 is de beëindigingsovereenkomst MMMV door de minister ondertekend. Als gevolg van het “on hold” zetten van het project is vertraging opgetreden ten opzichte van de originele planning. Het waterschap verkent thans de kansen en mogelijkheden van het (deels) opnieuw opstarten van de beide verkenningen.

Bij Lob van Gennep is de gebiedsparticipatie in volle gang. Het gesprek met mensen uit het gebied vindt plaats via omgevingswerkgroepen, keukentafelgesprekken, inloopspreekuren en brede informatieavonden. Het project heeft sinds de zomer de gebiedsparticipatie en

communicatie geïntensiveerd. Benadrukt is dat het project de ruimte neemt voor het gesprek met mensen in het gebied. De gebiedsparticipatie heeft ertoe geleid dat twaalf

oplossingsrichtingen in beeld zijn. In de Notitie Reikwijdte en Detailniveau wordt vastgelegd welke alternatieven in de verdere verkenning worden uitgewerkt en onderzocht.

In het BO-MIRT van november 2019 is afgesproken dat het Ministerie IenW, Limburgse gemeenten en Waterschap Limburg hun medewerking toezeggen bij de afronding van de Bestuursopdracht Limburg en mogelijk vervolg van de bestuursopdracht. Op 17 december 2019 is de bestuursopdracht door middel van een mededeling door de portefeuillehouder aan Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg kenbaar gemaakt en daarmee ook openbaar geworden. De Bestuursopdracht Limburg heeft mogelijke impact op een aantal HWBP-projecten van Waterschap Limburg. Exacte impact van deze bestuursopdracht is nog niet geheel duidelijk.

Beoogd is dat uiterlijk op 5 maart 2020 de bestuurlijke partijen zich gezamenlijk uitspreken over de mogelijke impact van de Bestuursopdracht Limburg op de 6 betreffende NM-projecten van Waterschap Limburg (Beesel, Belfeld, Nieuw-Bergen, Roermond Willem Alexanderhaven C, Thorn-Wessem en Well).

(3)

Vanuit Waterschap Limburg bezien betreft de mogelijke impact van de Bestuursopdracht Limburg een voor Waterschap Limburg exogeen risico. In de HWBP-projecten van het

waterschap wordt uitgegaan van de normklasse uit de Waterwet en de projectscopes zoals in de Stuurgroep Noordelijke Maasvallei vastgesteld. In de HWBP-beschikkingen zijn dat ook de uitgangspunten die voor de betreffende beschikkingsaanvragen zijn gehanteerd. De uitwerking van de bestuursopdracht kan invloed hebben op de normering en daarmee op de HWBP- projecten van het waterschap.

In de voortgang van een aantal projecten merken we overigens nu al dat de bestuursopdracht ons hindert in de voorbereiding daarvan. Dit is nadrukkelijk zo ervaren in de voorbereiding op de projectplannen Heel en Beesel en speelt thans bij het in procedure brengen van deze

projectplannen. Het is uiterst onzeker of de Provincie Limburg overgaat tot goedkeuring van de plannen. Een soortgelijke uitwerking lijkt in Q1-2020 mogelijk ook van toepassing op de

dijktrajecten Nieuw Bergen en Belfeld. Verwachting is dat in Q1-2020 meer duidelijk zal zijn over het effect van dit risico op de voortgang van het HWBP-programma van het waterschap. Een soortgelijke uitwerking lijkt mogelijk ook van toepassing op de dijktrajecten Nieuw Bergen en Belfeld. Verwachting is dat tenminste ook die projecten in planning uitlopen onder impact van de bestuursopdracht.

 Programmafinanciën

Het vigerend programmabudget voor de 15 HWBP-maatregelen Noordelijke Maasvallei bedraagt op dit moment € 509,66 mln. (exclusief koploperproject Maastricht en Lob van Gennep). Dit budget is in 2019 toegenomen met ruim € 217,6 mln. Het budget voor Lob van Gennep bedraagt conform besluit BO-MIRT € 160 mln.

Deze budgetten zijn opgenomen in de in Q4-2019 vastgestelde begroting. Deze bedragen worden deels gefinancierd door het HWBP en deels vanuit bijdragen vanuit het BO-MIRT. Van het HWBP- deel wordt 90% gesubsidieerd uit het landelijke HWBP-programma en komt slechts 10% voor rekening van ons waterschap. De MIRT-financiering kent geen bijdrage van het waterschap.

Belangrijkste oorzaken van de budgetaanpassing liggen in de toepassing van de nieuwe

Waterwet / gewijzigde normering, het grotere ruimtebeslag hierdoor en de extra aan te leggen waterkeringen t.b.v. de aansluitingen op hoge gronden.

Uit de analyse van de gerealiseerde kosten en de prognose van de uitgaven, afgezet tegen het in beschikkingen afgegeven taakstellend budget blijkt spanning te zijn ontstaan. De Prognose Einde Werk voor de beschikkingen van de Verkenning van de 10-trajecten en de Planuitwerking van Tranche 1 komt tot een prognose van respectievelijk minus € 1,8 mln. en minus € 2,3 mln.

Inhoudende dat – zonder verdere ingrepen – in de eerste helft van 2021 dit verlies gerealiseerd zal worden. Oorzaken voor het ontstaan van deze budgetspanning liggen voor de 10-

verkenningen in het lange tijd uitblijven van besluitvorming door de minister op de 4

systeemmaatregelen en voor Tranche 1 in het bijstellen van de projectplanningen onder andere a.g.v. Programma Aanpak Stikstof (PAS), de grondverwerving, de vergunning i.h.k.v. de

Natuurwet de bestuursopdracht, de uitwerking van de “harde kering” en het grote aantal technisch-ruimtelijke afwegingen met betrokkenheid op bestuurlijk niveau. Gezien deze ongewenste situatie zijn direct beheersmaatregelen ingezet om dat verlies zo veel mogelijk te

(4)

beperken. Een van deze maatregelen is het voeren van overleg met het ministerie van I&W.

Standpunt van WL is dat er sprake is van onvoorziene meerkosten t.g.v. 1 jaar vertraagde besluitvorming op de 4 systeemmaatregelen Well/Arcen/Thorn-Wessem/Baarlo-HB. Bij aanvang van de MIRT-werkzaamheden is overeengekomen om bij afwijking van de

verkenningswerkzaamheden en het totaalbedrag dit direct nadat hiervan sprake is te melden waarna partijen in onderling overleg en binnen redelijkheid en billijkheid hiervoor een oplossing zoeken. In lijn met de recente besluitvorming in het BO-MIRT, alsmede de aanvullende

onderzoeksopdrachten die in lijn hiermee door het ministerie zijn uitgevaardigd, is het

aannemelijk dat de werkzaamheden als gevolg van de opgelopen vertraging en de aanvullende werkzaamheden vergoed worden. Het waterschap stelde daartoe recent en rapportage op, in Q1-2020 bespreekt het waterschap deze rapportage met het ministerie.

 Programmaplanning

We rapporteerden tot op heden de mijlpaaldata zonder dat we de negatieve effecten, die het optreden van risico’s daarop hebben, hebben ingecalculeerd. Deze mijlpalen zijn aan

verschuiving onderhevig omdat bepaalde risico’s kunnen optreden. Een aantal van deze risico’s zijn tot op heden opgenomen in de voortgangsrapportages.

Voor de projecten die zich momenteel in de planuitwerkingsfase bevinden hanteren we een buffer op de mijlpaal vastgesteld Projectplan Waterwet van 3 maanden en voor de mijlpaal hoogwaterveilig te rekenen met een ruimte van 6 maanden. Voor de projecten die momenteel nog in de verkenningsfase bevinden hanteren we een buffer op de mijlpaal vastgesteld

Projectplan Waterwet van 6 maanden en voor de mijlpaal hoogwaterveilig rekenen we met een waarde van 12 maanden.

 Programmasucces HWBP en (bestuurlijke) exposure

Afgelopen periode zijn er aansprekende successen behaald. We noemen de volgende (niet limitatief):

o Minister I&W stemde in met de VKA’s voor de systeemmaatregelen van Well/Arcen/Baarlo HB, inclusief additioneel budget;

o de projectplannen Waterwet voor de projecten Beesel en Heel zijn vastgesteld in het DB WL;

o er is een marktverkenning uitgevoerd voor de zelfopdrijvende kering bij Steyl Maashoek;

o het concept VKA/MER voor Arcen en Well is gereed en worden in maart 2020 ter

besluitvorming aangeboden aan het DB WL. Op basis daarvan gaan de documenten onder meer richting de commissie MER en vinden informatiebijeenkomsten in de regio plaats;

o een zeer geslaagde landelijke campagne HoHoHoogwater over het belang van hoogwaterveiligheid met daarin een substantiële bijdrage vanuit WL en het HWBP programma;

o etc.

Programma Dijkversterkingen Maaswerken

 Programmavoortgang en -planning

Het programma ligt goed op koers. Van de 18 projecten zijn 12 projecten opgeleverd. De bestuurlijke mijlpaal van het programma is het behalen van de hoogwaterveiligheidsdoelstelling

(5)

voor het eind van 2020. Deze periode hebben geen wijzigingen plaatsgevonden die de bestuurlijke mijlpaal beïnvloeden. De actuele planning is dat het laatste project van het

programma, het project Neer (Prio 3), de mijlpaal hoogwaterveilig in het najaar van 2020 haalt.

 Programmafinanciën

Op dit moment is 80% van het beschikbare programmakrediet (€96,68 miljoen) werkelijk besteed. De programmaraming is in Q4-2019 vrijwel stabiel gebleven ten opzichte van de stand bij Q3-2019. Het huidige beeld is dat het programma binnen het vastgestelde krediet uitgevoerd kan worden.

 Programmarisico’s

De risico’s met de grootste impact zijn voor tijd (grondverwerving, kabels & leidingen,

areaalgegevens onjuist, ontwerp gemaal, ontwerp harde kering niet tijdig) en geld (richtlijn PAS, nadeelcompensatie, interpretatieverschillen meerwerken, aantreffen verontreinigende grond, aanvullende teaminzet en ondersteunende expertise) bevinden zich met name bij de projecten die nog volop in realisatie zijn.

De bijgevoegde voortgangsrapportages zullen ook ter kennisneming worden geagendeerd voor het algemeen bestuur.

Het dagelijks bestuur,

de secretaris-directeur, de dijkgraaf,

ir. E.J.M. Keulers MMO drs. ing. P.F.C.W. van der Broeck

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In Tabel 3 zijn verschillende trajectgemiddelde effecten binnen het programmagebied van HWBP-NM getoond van verschillende systeem- en koploperprojecten, aangevuld met

Op deze wijze kan werk verricht worden dat voor kosten van de gemeente is, maar waar door aan te sluiten bij de dijkaanpassingen, grote besparingen bewerkstelligd kunnen

Daarnaast wordt in de praktijk al gezamenlijk naar vraagpun- ten gekeken, bijvoorbeeld door Beleid & Onderzoek en Operationeel Waterbeheer als het gaat om de vraag

Daarnaast wordt in de praktijk al gezamenlijk naar vraagpun- ten gekeken, bijvoorbeeld door Beleid & Onderzoek en Operationeel Waterbeheer als het gaat om de vraag

onderwerp / beknopte weergave besprokene / overwegingen advies / besluit wordt dat deze incidentele kosten structureel worden.. Portefeuillehouder de heer Sleijpen onderschrijft

Voor de procesanalyses waarbij het, gelet op het tijds- en capaciteitsaspect, niet mogelijk is om dit voor de jaarrekeningcontrole af te ronden, zal dit voor de start van de

- de Regeling Individueel Keuzebudget BAR-organisatie vast te stellen per 1 januari 2017 onder gelijktijdige intrekking van regeling “Uitruil eindejaarsuitkering –

Vanuit het ideaal dat natuur voor iedereen toegankelijk moet zijn, heeft Natuurmonumenten in 2015 bij de Nationale Postcode Loterij de aanvraag ingediend om het project