• No results found

Bewegende baby s. Bewegingskansen, buikligtussendoortjes, afwisselende houdingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bewegende baby s. Bewegingskansen, buikligtussendoortjes, afwisselende houdingen"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Nr 70 oktober 21 V.U. VZW Kinderopvang Vincent Bavaisstraat 23 2540 Hove

Kinder pvangwijzer Bewegende baby’s

Bewegingskansen,

buikligtussendoortjes,

afwisselende houdingen

(2)

2

Hallo kinderbegeleider,

Valt het op? Het voorblad van ons boekje ziet er anders uit! We steken het boekje in een nieuw jasje en hij krijgt een nieuwe naam. Jarenlang lazen jullie het “Koliho-boekje”. De K en O stonden voor de afkorting KinderOpvang. Li, Ho, Bo waren de kortingen voor de drie gemeenten waar onze VZW eerst werkzaam was: Lint, Hove en Boechout. We

vonden het tijd geworden om de naam breder open te trekken want door de jaren heen zijn er 8 gemeenten aangesloten bij VZW Kinderopvang.

We kozen ervoor om “Kinderopvang” voluit te schrijven omdat het hierom draait! Dit boekje mag een richtingaan”wijzer” zijn voor jullie, helpt jullie

“wijzer” worden rond opvang van baby’s en peuters, wil jullie warm maken om nieuwe dingen uit te proberen en bovenal plezier meegeven aan jullie werk!

Voortaan zal het boekje door het leven gaan als “Kinderopvangwijzer”.

Ik wens je veel plezier bij het ontdekken van het 70ste boekje!

Baby’s leren volop in beweging de wereld ontdekken. Kinderbegeleiders mogen baby’s uitnodigen tot verkenning van hun wereldje. Tips worden hier aangereikt…

Met veel enthousiasme gemaakt door

Sarah Van Hoevelen (kinderbegeleider in Boechout), Kristel Kerschkamp (kinderbegeleider in Wijnegem) en Lieve Enkels (spel-assistente van VZW Kinderopvang)

(3)

3

Kind en Gezin heeft een nieuwe campagne gelanceerd waarin ze ouders en verzorgers aanmoedigt baby's meer zelf te laten bewegen. Daarom vind ik het interessant om dit thema hier te

bekijken.

Eerst overlopen we de ontwikkelingsstappen die de baby doormaakt op motorisch gebied.

Vervolgens bieden we tips en spelletjes aan om de baby aan het

bewegen te zetten.

(4)

4

Motorische ontwikkeling van de baby

Het bewegen ontwikkelt zich vanuit 4 verschillende houdingen: buiklig, ruglig, zit en stand. Om de spieren in het hele lichaam zo goed mogelijk te leren gebruiken en om uiteindelijk goed zijn evenwicht te kunnen

bewaren, is het belangrijk dat een kind zich in elke houding goed kan bewegen en dat het zelfstandig (zonder hulp van anderen) van de ene in de andere houding kan komen. Vandaag blijven we stilstaan bij de eerste stappen in die ontwikkeling.

De eerste mijlpalen in de motorische ontwikkeling

Mijlpaal 1: de baby rolt om

Voor het omrollen heeft de baby veel spierkracht nodig waardoor het niet vaak zal gebeuren voordat het 4 maanden oud is. Rond de 6 maanden en na veel oefenen zal het steeds vaker en bewuster gedaan worden. De baby zal

vermoedelijk beginnen met het rollen van zijn rug naar zijn buik en vervolgens van zijn buik naar zijn rug. Elk kind ontwikkelt zich op zijn manier en tempo.

Daarom is het niet raar als een baby pas bij 8 maanden beiden kanten oprolt.

(5)

5

Toch kan het nuttig zijn om een baby te helpen zodat het meer spierkracht krijgt en zo het omrollen stimuleert.

Spelen op de buik

Baby’s worden op de rug te slapen gelegd, om de kans op wiegendood sterk te verkleinen.

Een misverstand is, dat de kinderen dan helemaal niet (alleen) op de buik

mogen liggen. Als de baby wakker is en je bent in de buurt, mag zij gerust op de buik spelen ! Het is goed voor het sterk maken van de rugspieren en het

evenwichtsgevoel. Ook is het een krachtige manier om een sterke

voorkeurshouding van het hoofd naar één kant, te helpen voorkomen of te verhelpen.

Mijlpaal 2: de baby gaat zelfstandig zitten

Tegen de tijd dat de baby zich kan omrollen zal het ongeveer toe zijn aan zitten.

Het kunnen zitten kan variëren van 6 tot 11 maanden maar veel baby’s zitten zelfstandig bij 9 maanden. Waar kan je op letten bij het oefenen van het zitten?

Zitten en zitten

Wanneer spreken we van zitten bij een baby ? Wij zeggen: als zij zelfstandig tot zit kan komen en zo haar evenwicht kan bewaren. De verleiding, om de baby

(6)

6

voor die tijd lange tijd achtereen rechtop te zetten, is groot. Zij kan rondkijken, met de handen spelen en heeft al snel plezier.

Het veelgebruikte Maxi Cosi stoeltje is bedoeld, om de baby veilig te vervoeren in de auto. Uit onderzoek blijkt, dat dit stoeltje ook op andere momenten gebruikt wordt. De tijd, dat de baby per dag in het stoeltje doorbrengt neemt toe. Het gemak komt van twee kanten: de baby vindt het plezierig en de ouders hebben hun handen vrij. Intussen worden haar hals- en buik-spieren almaar sterker, want zij wil rechter opzitten. Groot nadeel, is dat de spieren aan de achterkant van het lichaam , het evenwicht , en het draaien van de rug minder geoefend worden.

Tip: Leg een baby afwisselend in buiklig, ruglig of zijlig om te spelen, zeker in de eerste zes maanden. Naarmate zij beter kan rollen, reiken en grijpen, kan het speeltje af en toe net buiten haar bereik gelegd worden. Zij wordt dan

uitgedaagd haar mogelijkheden te vergroten. Beperk het rechtop zitten in bijvoorbeeld de Maxi Cosi tot het vervoer.

(7)

7

Een veel gestelde vraag:

Op welk moment kan een kind in een fietsstoeltje ?

Zodra een kind zelfstandig tot zit kan komen en langer tijd los kan blijven zitten.

Tip: Pas de duur van een fietsrit aan, aan het uithoudingsvermogen van het kind, om rechtop te blijven zitten. Ga op weg, als zij is uitgerust.

De loopstoel

Een misverstand is, dat het kind eerder gaat lopen, als zij in een loopstoel heeft voortbewogen. De loopstoel is te koop voor kinderen tussen de 6 en 14

maanden. Uit onderzoek is gebleken dat de stoel onveilig is. Op deze leeftijd kennen zij geen gevaar bij botsen, eruit klimmen. De kans is groot, dat de normale volgorde, maar ook het normale evenwichtsgevoel in de

bewegingsontwikkeling onbedoeld verstoord raakt. Zij leert niet op de goede manier haar gewicht op de benen te dragen en zal vooral achteruit willen door zich op de tenen weg te duwen. Het zo aangeleerde bewegen is niet makkelijk af te leren.

Mijlpaal 3: de baby kan tijgeren

Tijgeren is het voorwaarts verplaatsen van een baby terwijl de buik contact maakt met de onderlaag. Dit doet hij door zichzelf met de voeten af te zetten en zijn armen te gebruiken om zich vooruit te trekken. De gemiddelde leeftijd

(8)

8

dat kinderen beginnen te tijgeren ligt rond de 7-8 maanden. Het kan zijn dat de baby deze stap overslaat en direct gaat kruipen.

Mijlpaal 4: de baby kan kruipen

Om te kruipen moet hij sterk genoeg zijn want hij moet op zijn handen en knieën kunnen steunen. De baby leert om met zijn armen en benen samen te werken en leert deze onafhankelijk van elkaar te bewegen. Het kruipen zorgt voor verbindingen tussen de linker- en rechterhersenhelft en is daarom een belangrijke vaardigheid. Kinderen gaan kruipen tussen de 7 en 13 maanden.

Kinesitherapeuten vinden het belangrijk om het kruipen te stimuleren.

(9)

9

We kunnen de kleine baby laten kennismaken met wisselende houdingen

De manier waarop we de baby oppakken, dragen of neerleggen, kan erg verschillend zijn. Het is boeiend om hier even bij stil te staan want tijdens deze handelingen laten we de baby vanzelf kennismaken met wisselende houdingen.

✪ Draag een baby afwisselend rechts, links of middenvoor.

✪ We kunnen de baby bij het zitten op onze schoot ook een andere houding geven:

Leg de baby op zijn buik dwars op je schoot met zijn armen naar voren.

Je kan de baby ondersteuning geven door je hand op zijn billen te leggen. Kruis je benen over elkaar zodat één been hoger komt. Dan ligt de baby wat hoger en kan hij het hoofd gemakkelijk oprichten.

(10)

10

✪ Als de baby en jezelf het leuk vinden, kan je zoals tijdens het

kangoeroeën de baby op zijn buik op je eigen buik leggen met de armen naar voren. In die houding oefent de baby hoofdoprichting terwijl jullie naar elkaar kunnen kijken, samen kunnen praten, zingen … Dat kan als je wat onderuitgezakt in een zetel zit.

✪ We kunnen de baby optillen en neerleggen terwijl hij heel de tijd in zijlig blijft, op onze arm:

We tillen de baby meerdere keren per dag op en leggen hem ook weer neer, meestal vanuit ruglig. Op die manier trekt de zwaartekracht het hoofd en de armen van de baby naar achteren. Daardoor kan hij

schrikken en bestaat de kans dat hij zich nog meer gaat opspannen en begint te huilen. Opspannen naar achteren kan daarbij een

voorkeurshouding uitlokken en/of versterken. Probeer de baby op te tillen en neer te leggen via zijlig om zo buiging, symmetrie, comfort … te stimuleren.

✪ Als we de baby dragen kan hij ook verschillende houdingen aannemen: Je kan de baby bijvoorbeeld ook in buiklig op je armen dragen en hem over je ene arm laten leunen. Met je andere arm ga je tussen de benen van de baby door en ondersteun je zijn buik met je hand.

Deze houding wordt meestal als aangenaam ervaren en kan ook helpen wanneer de baby last heeft van buikkrampen.

(11)

11

Volop bewegen vanuit ruglig (volgens het idee van Emmi Pikler)

De basis van het gedachtegoed van Dr. Emmi Pikler is gebaseerd op vrije bewegingsontwikkeling voor baby's. Dus laat je baby bewegen.

Hierbij maakt Pikler de opmerking dat de rugligging de meest ideale uitgangspositie is.

Dr. Emmi Pikler en haar medewerkers hebben de

bewegingsontwikkeling van jonge kinderen, tussen 0 en 3 jaar die opgroeiden in het Pikler® instituut, tot in detail geobserveerd en geanalyseerd. (Last mir Zeit, Die selbstständige

Bewegungsentwickelung des Kindes bis zum freien Gehen E. Pikler)

Wanneer we spreken over de rugligging als belangrijkste en meest natuurlijke uitgangspunt voor de baby om zich verder te kunnen

ontwikkelen, kunnen we dit niet los zien van de randvoorwaarden; hoe leg je je baby op zijn rug te spelen.

Stel je voor dat je hier op deze wereld gloednieuw bent en alles voor het eerst ziet en hoort ... het is allemaal interessant en boeiend, je wilt

zoveel mogelijk onderzoeken en in je opnemen. Een schaduw op de grond, de blaadjes die door de lucht dwarrelen, voetstappen van je onthaalouder, een auto die buiten voorbij rijdt…

Al deze dingen leiden ertoe, dat de baby zijn hoofd draait. De baby wilt onderzoeken vanuit welke richting dit interessante geluid, dat beeld of deze beweging komt. Het zijn juist deze frequente momenten van bewegen en draaien met het hoofd, die na verloop van tijd, ervoor zorgen dat de schedelplaten gelijkmatig samensmelten - waardoor een gladde en ronde hoofdvorm ontstaat.

Iets wat zeer belangrijk is, let erop dat de baby geen uitgesproken

voorkeurspositie heeft, het geen moeilijkheid, pijn of een afkeer heeft om zijn hoofd een bepaalde kant op te draaien.

(12)

12

Observeer de baby en zorg ervoor dat hij zijn hoofd vrij (pijnloos) naar beide kanten kan bewegen.

Wanneer de jonge baby zijn hoofd in een neutrale positie ligt, met zijn nek vrij, kan hij zijn hoofd vrij bewegen. En zal hij van nature zijn hoofd constant draaien en bewegen. En biedt het vrij kunnen spelen vanuit de rugligging veel comfort en ontspanning.

Om de baby echt te stimuleren met zijn hoofd te draaien en bewegen, is de ondergrond waar je je baby oplegt ook van essentieel belang.

Denk je eens in; als jij in je lekkere zachte bed ligt, je hoofd comfortabel op een kussen. Je woelt een beetje tot je de beste en meest fijne positie gevonden hebt, voorlopig hoef jij je niet meer te bewegen.

En, als je nu opstaat van je zachte matras en op de harde, stevig vloerkleed gaat liggen. Wat doet dat met je?

Je hoofd draait regelmatig om weer een nieuwe positie te zoeken.

Dit is exact hoe het werkt bij de baby.

Wanneer wij een baby van veel comfort voorzien, een heerlijk zacht kussen om op te spelen, een zacht matras om op te liggen. Betekent dit direct heel wat minder draaiingen en bewegingen met zijn hoofd. Geef je baby een stevige ondergrond om op te spelen, een plek om actief te zijn.

Zo bied je, de baby volop bewegingsvrijheid tijdens zijn spel vanuit de voor hem meest ontspannen houding.

Dan is het ook belangrijk dat je kijkt naar de materialen die je aanbiedt aan de baby.

Eén van de meest populaire speelgoedmaterialen voor baby´s is de babygym of ook wel speelboog genoemd. Een boog met hieraan

(13)

13

verschillende speeltjes die je boven je baby kan plaatsen. Het idee erachter is dat je kind op die manier iets leuks heeft om naar te kijken, tegen aan te slaan en mee te spelen.

Echter, wat doet die boog met de beweging van het hoofd van je baby?

Juist, deze creëert een stil liggend hoofd. Deze speelboog zorgt voor een soort televisie effect. In plaats van dat de baby actief met zijn hoofd

beweegt, biedt deze speelboog zoveel prikkels dat hij zijn hoofd niet meer hoeft te bewegen. Net zoals die van jou automatisch naar de bewegende beelden op de televisie gaan.

Het meest interessante speelgoed voor de jonge baby in de eerste periode, is zijn eigen lichaam en dan met name zijn eigen handen. Een voordeel van het rugligging is, dat je kind zijn handen kan ontdekken.

Om uit te vinden wat er allemaal met handen kan, heeft een baby tijd en ruimte nodig om ze voorbij te zien komen, te ervaren dat hij ze kan sturen, ze in zijn mond te stoppen, met de ene hand de andere te pakken, vingers te buigen en strekken, zijn pols te bewegen etc..

Daarnaast legt de ontdekking van de handen het fundament voor de oog-hand coördinatie en tegelijkertijd ontwikkeld je baby een grote concentratieboog.

Zodra je speelgoed aan gaat bieden plaats je de materialen rond de baby, zodat hij zelf kan kiezen waar hij mee wil gaan spelen. Door het materiaal naast het kind te plaatsen in de zogenaamde speelboog rond je kind (dus niet boven het kind) stimuleert dit de baby ook weer om zijn hoofd actief te draaien om zijn speelgoed te kunnen bekijken, te betasten en te kunnen grijpen.

(14)

14

Beweegspelletjes voor de baby

Wil je de motorische ontwikkeling van de baby stimuleren? Ga na op welke momenten van de dag je eenvoudig meer beweging kunt aanbrengen.

In de Bodymap speelkalender Baby vind je een fijne opsomming van piepkleine spelletjes.

1. De baby ligt op de rug

* Het kind leert zijn lichaam kennen door te spelen met voetjes en handjes. Geef hem kleurige rammelsokjes aan. Hierdoor zal hij met de voetjes gaan spelen.

(15)

15

* Leg de baby op de rug. Neem een licht bal en bevestig er een lint aan. Je laat de bal nu lichtjes bewegen voor de voeten van de baby. De baby zal een aantal keren per ongeluk de bal wegschoppen met de voetjes. Zo zal hij leren welk effect schoppen heeft en wil hij dit proberen te herhalen.

TIP: Leg de baby in de box ook eens met het hoofd naar de andere kant zodat hij de andere kant opkijkt als hij naar de spelende kinderen kijkt.

2. De baby ligt op de buik

* Speel samen liggend op de buik op de grond, enkele malen per dag. Baby’s, die niet gewend zijn geweest aan buiklig kunnen krijsend protesteren in deze houding. Neem haar niet te snel op en speel samen; als zij sterker is gaat dit over.

* Plaats een spiegel voor uw baby. Dat kan helpen de reactie van uw baby te zien. Als de baby wat ouder wordt, vindt hij het ook leuk zichzelf te zien.

(16)

16

TIP: Laat hem wennen aan buiklig bij het verschonen, kleden en dragen.

TIP: Probeer de baby niet op te tillen bij het rollen, laat hem steeds contact houden met de ondergrond.

TIP: De baby kan zijn hoofd makkelijker oprichten en steunen op zijn ellebogen als zijn armen naar voren liggen.

TIP: Als het moeilijk is voor de baby om zijn hoofd op te richten en zich op te duwen op zijn armen, kan een opgerolde handdoek onder zijn borst helpen.

3. Omrollen van de baby (na ongeveer 4 maanden)

Voor het omrollen is het belangrijk dat de baby zijn hoofd kan optillen. De nekspieren moeten dus sterk genoeg zijn. Dit kan geoefend worden door de baby vanaf week 1 na de geboorte dagelijks meerdere keren een korte tijd op de buik te leggen.

* Beweeg het linkerbeen van de baby langzaam en voorzichtig naar de rechterkant.

Hierdoor wordt een beginnetje gemaakt met rollen. Let erop dat je het been alleen voorzichtig beweegt en niet duwt. Stimuleren is niet hetzelfde als helpen. De baby moet de beweging zelf gaan uitvoeren.

(17)

17

TIP: Leg de speeltjes niet te dichtbij maar juist iets verder. Zo moet het kind meer moeite doen om het te pakken.

TIP: Oefen het rollen naar beide kanten.

TIP: Bouw het geven van hoeveelheid hulp af zodat de baby steeds meer zelf zal moeten doen om zichzelf om te rollen.

4. Geluiden, muziek zet aan tot bewegen

* Leg de baby op de rug. Maak dan eerst oogcontact door je gezicht dicht bij het gezicht van de baby te brengen (30 – 40 cm) en ondertussen te praten. Vervolgens schud je met een rammelaar. Wanneer hij deze heeft opgemerkt, zal hij het

speelgoed trachten te grijpen. Indien het lijkt of de baby de rammelaar niet heeft gezien, kan je lichtjes met de rammelaar zijn borst aanraken. Moedig de baby aan.

* Maak gebruik van alledaagse voorwerpen om muziek mee te maken. Ook kun je zelf geluid maken door het klappen in de handjes te stimuleren bij het zingen van liedjes.

5. De baby probeert te kruipen

* Leg de baby op zijn buik. Buig de beentjes van de baby een klein beetje en leg je handpalm tegen de voetzolen. De baby zal nu druk uitoefenen op de voetzooltjes. Zo komt hij vooruit.

(18)

18

* Stimuleer het kruipen door met de baby mee te kruipen of voor de baby uit te kruipen. Of leg de baby’s favoriete speelgoed een stukje buiten handbereik. De baby moet dan kruipen om erbij te komen.

* Leg een speeltje neer welke hij wilt pakken en waarvoor hij zijn gewicht moet verplaatsen naar één kant. Dit heeft hij nodig om later zijn hand los te krijgen van de grond en naar voren te zetten.

* Als een baby de kruiphouding kan behouden dan kan je hem met een speeltje

uitlokken om zich te verplaatsen. Leg het speeltje iets buiten zijn bereik. Als hij zelf zijn handen vooruit kan bewegen maar zijn benen nog niet dan kan je hem met de benen helpen.

TIP: Als de baby de benen optrekt en de billen omhoog brengt, kan je hem helpen door met uw hand lichtjes op zijn zitvlak te duwen.

TIP: Let hierbij op de ondergrond. Als je een gladde ondergrond hebt, zullen de benen van de baby sneller uit elkaar gaan en zal het kruipen moeilijker zijn. Een vloerkleed of speeltegels van foam kunnen hierbij helpen.

6. De baby kan zelfstandig zitten

* Het kind zit aan een tafel. Doe samen met de baby mee op de tekst van het versje.

Met je vingers trommel je op tafel, daarna klap je met je platte hand op tafel. Dan volgt het roffelen met je vuist op tafel en als laatste bonk je met je ellebogen op tafel.

Met de vingertjes, met de vingertjes Met de platte hand, met de platte hand Met de vuistjes, met de vuistjes

Met de ellebogen, boem boem boem

(19)

19

* Neem de handjes van de baby in jouw handen en beweeg zijn handjes op de maat van het liedje heen en weer. Op het woordje ‘knol’ prik je zachtjes in zijn buikje.

Olleke bolleke Rebusolleke

Ollekebolleke knol

* Laat de baby een kleine bal rollen waar je baby achteraan kan kruipen of lopen. Of zit tegenover elkaar op de grond en rol de bal naar elkaar.

* Kiekeboe

Vanaf ongeveer acht maanden zal de baby kiekeboe kunnen spelen. Kinderen van deze leeftijd denken dat als ze je even niet zien, je echt verdwenen bent. Wat een verrassing als jij opeens weer tevoorschijn komt. Ga tegenover de baby op de grond zitten. Gebruik een katoenen luier of een grote stoffen zakdoek. Houd de doek voor je gezicht, trek de doek weg en zeg ‘kiekeboe’. Hierna kun je dit ook bij hem doen. Hij zal jou imiteren en zelf het doek willen wegtrekken.

* Zandweggetje

Neem de baby met zijn gezichtje naar je toe op schoot. Zorg dat hij stevig zit. Bij

‘zandweggetje’ beweeg je je benen van links naar rechts. Op ‘kleine steentjes’ beweeg

(20)

20

je je benen een klein beetje op en neer. Op ‘grote stenen’ beweeg je je benen wat hoger op en neer. Bij ‘gat in de weg’ zakt je baby een stukje door je geopende knieën. Zorg dat je je baby hierbij goed vasthoudt en ondersteunt.

Zandweggetje, zandweggetje Kleine steentjes, kleine steentjes Grote stenen, grote stenen Gat in de weg

Damespaard

Neem je baby met zijn gezichtje naar je toe op schoot. Zorg dat hij stevig zit. Bij

‘damespaard’ gaan je benen een klein beetje op en neer. Bij ‘herenpaard’ wordt dat iets meer. Bij ‘boerenpaard’ gaan je benen hoog en laag. Bij ‘wild paard’ gaan je benen op en neer en van links naar rechts. Zorg dat je je baby hierbij goed vasthoudt.

Een damespaard, een damespaard, een damespaard gaat zo Een herenpaard, een herenpaard, een herenpaard gaat zo Een boerenpaard, een boerenpaard, een boerenpaard gaat zo Een wild paard, een wild paard, een wild paard gaat zo

TIP: Als een kindje nog wat wiebelig is, kan je zijn benen iets wijder zetten waardoor het steunvlak groter is. Hierdoor zit hij stabieler. Ook kan je zijn handen vasthouden voor steun of hem op die manier juist een beetje uit balans brengen. Hiermee oefent hij om zijn spieren aan te spannen en niet om te vallen.

TIP: Let op dat je een kind niet te vroeg en te vaak laat zitten. Het zal gewend raken aan het zitten op de billen en het kan zijn dat het zich ontwikkelt tot een billenschuiver.

Hierdoor kan het lastiger worden om hem te leren kruipen of zal hij het kruipen overslaan.

TIP: Wilt de baby zich gaan optrekken aan een kast, een stoel, jouw been,… grijp dan niet in door hem of haar op te tillen, maar creëer een veilige omgeving. Zo oefent de baby om zelf tot zitpositie te komen of te gaan staan.

(21)

21

Een leuk weetje

Het Reuzenhuis komt weer naar Antwerpen: van 11 tot 22 maart 2022.

KINDERSPEL IS GEEN KINDERSPEL

AUW! Thuisongevallen zijn de grootste oorzaak van dodelijke

kwetsuren en letsels die leiden tot invaliditeit bij jonge kinderen. De meeste ouders beschouwen hun woning als een veilige haven waar hun kinderen niets kan overkomen. Gevaren worden meestal

geprojecteerd op de buitenwereld. De cijfers bewijzen helaas het tegendeel. Uit Europees onderzoek blijkt dat het aantal dodelijke ongevallen in en rond de woning drie keer hoger ligt dan met de wagen. Kinderen tot 5 jaar lopen het meest risico. Ze zijn

nieuwsgierig en leergierig, maar kennen de gevaren van vuur,

elektriciteit, scherpe voorwerpen enzoverder niet. Nochtans kunnen veel ongevallen met eenvoudige aanpassingen vermeden worden.

Alles risico's wegnemen, lukt niet. Dat is ook niet wenselijk: een veilige omgeving met ruimte tot ontdekken is en blijft absoluut aanbevolen! Risicovol spel moet kunnen, maar dan zonder de risico's die er echt niet bij horen.

Meer info: https://reuzenhuis.org.

(22)

22

Voor jullie inzet, Voor jullie geduld,

Voor het doorzetten tijdens de corona-tijd,

Voor jullie warme onthaal van alle kindjes,

Voor de onthaalouder die je bent!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

tigen, vooropgesteld moet blijven. Wil deze bevoegdheid effectief zijn - meer effectief dan zij thans wel is doordat inci- denteel allerlei toestanden en verhoudingen

“Er moet geen onnodige spanning zijn, je hoofd moet vrij zijn.” Martine Smit, projectleider bij de gemeente Alphen aan den Rijn, valt hem bij: “Op het moment dat je ’s nachts

Uit de tekst ‘Het recht om de gordijnen te mogen sluiten’ zijn meerdere algemene argumenten af te leiden die vanuit het perspectief van de burger pleiten vóór het verzamelen

knie, een spraakcomputer of een pacemaker om zo goed mogelijk te kunnen doen wat ze graag willen, en zo min mogelijk afhankelijk te zijn van anderen. Mensen

Waardoor de briefschrijver precies beledigd was geraakt door ons onderzoek werd niet duidelijk, maar de geweldda- dige tekeningen, de hatelijke scheldwoorden en de veront-

CT-scan hals Lokale uitbreiding Status van de hals Botaantasting.. Diagnostiek

[r]

Gelden voor onderwijs in allochtone talen moeten voor het Nederlands worden ingezet Jaarlijks wordt in het onderwijs.. terecht veel extra geld, zo'n 800 miljoen