• No results found

D Onderzoek Nationale Ombudsman naar kwaliteit van schulddienstverlening door de gemeenten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "D Onderzoek Nationale Ombudsman naar kwaliteit van schulddienstverlening door de gemeenten"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MEMO

ZAAKNUMMER : 2018038602

AAN : Commissie Burgers

VAN : College van B&W, portefeuillehouder wethouder J.P. Spoor NAMENS DEZE : Team Sociaal Domein, J.T. van den Bogaart-van Heugten DATUM : 24 juli 2018

ONDERWERP : Onderzoek Nationale Ombudsman naar kwaliteit van schulddienstverlening door de gemeenten

Samenvatting

Onderwerp

De Nationale Ombudsman heeft naar aanleiding van Het rapport "Een open deur?" (zie bijlage) een grootschalig vervolgonderzoek ingesteld onder alle bij de Nationale

Ombudsman aangesloten gemeenten over de kwaliteit van de schulddienstverlening.

De enquête wordt over twee jaar opnieuw afgenomen zodat er een monitoring mogelijk is.

Het doel ervan is een beeld te krijgen hoe de kwaliteit is bij de toegang tot schuldhulpverlening. In dit onderzoek staat dan ook de volgende vraag centraal:

In hoeverre worden de door de ombudsman geformuleerde uitgangspunten voor het borgen van het burgerperspectief in de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening door gemeenten toegepast?

Uw commissie heeft in haar vergadering van 26 februari 2018 gevraagd om een reactie op de brief van de Nationale Ombudsman van 22-1-2018.

Inleiding

In mei 2016 publiceerde de Nationale Ombudsman het rapport 'Burgerperspectief op schuldhulpverlening'; een onderzoek naar ervaringen van burgers met

schuldhulpverlening. Met dit onderzoek wilde de Ombudsman een bijdrage leveren aan de evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), die in 2016

plaatsvond. Eén van de belangrijkste conclusies uit dit rapport is dat de overheid te veel uitgaat van zelfredzaamheid bij burgers.

In navolging hierop heeft de Ombudsman in 2017 een kleinschalig verkennend onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de schulddienstverlening bij enkele gemeenten in

Nederland.

Op 19 januari 2018 heeft hij het onderzoek afgerond en het rapport "Een open deur?"

gepubliceerd. Hierop volgend heeft de Ombudsman een vervolgonderzoek in gang gezet in de vorm van een digitale enquête.

De gemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Laarbeek en Someren hebben een enquête formulier ontvangen met de vraag om deze in te vullen en terug te sturen.

In het regionale beleidsoverleg is besloten om af te zien van het invullen van de enquête om de volgende redenen:

(2)

2/2 1. Invullen van de enquête op basis van de beschikbare gegevens leidt tot een

verkeerd en/of onvolledig beeld van de dienstverlening in de toegang van de schulddienstverlening en wordt daarom niet zinvol gevonden.

De gemeenten Asten, Laarbeek en Someren hebben om die reden afgezien van deelname aan de enquête. In Gemert-Bakel en Deurne zijn de enquêtes wel ingevuld en teruggestuurd, maar daarin is enkel de lokale informatie verwerkt.

Bij de enquête plaatsen we de volgende kanttekeningen:

- De informatie-uitvraag in de enquête sluit niet aan bij de informatie die gemeenten hebben over de uitvoering in de lokale frontoffice. De lokale uitvoeringspraktijk van gemeenten op het gebied van schulddienstverlening is informeel. De dienstverlening en administraties zijn niet ingericht op het wettelijk systeem. De vraagstelling in de enquête is echter wel gebaseerd op een formele en op het wettelijke systeem gebaseerde uitvoering.

- De bovenlokale uitvoering is daarentegen wel ingericht op het wettelijk systeem, maar daar is slechts een klein deel van de doelgroep in beeld.

2. Het verzamelen en kunnen aanbieden van managementinformatie is een thema in het regionale programma Bijzondere bijstand, Minimaregelingen en

Schulddienstverlening (BMS).

We onderkennen de behoefte aan goede uitvoerings- en sturingsinformatie op het gebeid van minimaregelingen en schulddienstverlening. Randvoorwaarde voor goede en accurate informatie op het gebied van BMS is dat zowel de bovenlokale als de lokale informatie met betrekking tot de uitvoering van schulddienst-

verlening en minimaregelingen wordt meegenomen.

Om een beeld te krijgen van de informatie die van belang is én al beschikbaar is, doen we in 2018 - bij wijze van proef- mee aan de benchmark armoede en schulden van Stimulanz. Aan de hand van onze ervaringen hiermee, kunnen we op het niveau van de Peelsamenwerking bezien of en in hoeverre het werken aan een gezamenlijke informatievoorziening op het gebied van schulddienstverlening haalbaar is. Dit onderwerp wordt meegenomen in het nog op te stellen regionale beleidskader schulddienstverlening (4-jarig beleidsplan).

Uitvoering

Dit onderwerp maakt deel uit van het regionale programma Bijzondere bijstand,

Minimaregelingen en Schulddienstverlening. De uitvoering daarvan is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenten in de Peelsamenwerking.

Vervolg

De nationale Ombudsman zal in het najaar zijn onderzoeksrapport publiceren. De resultaten per gemeente worden inzichtelijk gemaakt en naar de gemeenteraden

gestuurd, ook van de gemeenten die niet meegedaan hebben. Deze terugkoppeling moet worden bezien in het licht van deze in raadsinformatienota.

Voor u ligt ter inzage:

AST 2018038760 Rapport “Een open deur”

AST 2018038631 Samenvatting van het rapport “een open deur”

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Handhavingswijzer en de geleerde lessen uit dit rapport zijn bedoeld om zowel gemeenten als burgers duidelijkheid te geven over wat de Nationale ombudsman van gemeenten

Dit wordt ook nazorg genoemd: om te voorkomen dat mensen na het doorlopen van een schuldentraject opnieuw schulden maken, worden zij in de aanloop naar en na het einde van het

Wij hebben deze thema’s, mede na bespreking van het conceptrapport met de reviewcommissie (zie hierna), aangevuld met enkele andere relevante thema’s die naar voren zijn gekomen

De algemene onderzoeksvraag die we met dit onderzoek trachten te beantwoorden is: ‘Hoe is het gesteld met de kwaliteit van de opvoedingsondersteuning die

Uit de omschrijving hiervan in het decreet (Dehaene et al., 2007) leiden we af dat opvoedingsondersteuning zich niet enkel richt tot de biologische ouders, maar

veel klachten en signalen van burgers sociaal raadsiieden en gemeenten die duidelijk maken dat deze burgers ernstig in de problemen raken Dit was aanleiding voor een zorgen brief d d

Sommige gemeenten verleenden bijzondere bijstand zodat betrokkene alsnog zijn toeslagenschuid kon voldoen Dat \werd echter niet als een structurele opiossing gezien omdat de

• Welke cultuuromslag is nodig voor de integrale benadering van ondersteuning jeugd & gezin en aanpak armoede. • Maakt de integrale benadering een verschil voor het aanpakken