19
R
De wijkteams leiden tot méér zorg? Yep. Volgens gemeentenkomt dat doordat de wijkteams laagdrempelig zijn en meer mensen bereiken die zorg nodig hebben. Wie vroeger was verstoken van hulp, krijgt die nu wel. En dat wordt volgens gemeenten aangestuwd door autonome ontwikkelingen als meer vechtscheidingen en meer kinde- ren met psychische problemen.
Is dat het hele verhaal? Tsja, het zijn de aan- names van gemeenten. Maar mijn zoektocht naar verklaringen leverde ook andersoortige geluiden op. Een onderzoeker die meewerkte aan de evalu- atie van de Jeugdwet, zei in Trouw dat een ruimer zorgaanbod ook een vraag schept. Een SP-wet- houder uit een Groningse gemeente redeneerde in dezelfde lijn toen hij door lokale media liet optekenen dat ouders bij het minste of geringste probleem aankloppen bij de gemeente en wat meer eigen verantwoordelijkheid moeten nemen.
En van het zelfde laken een pak was de opmer- king van de gemeente Bladel in het Eindhovens Dagblad dat sommige gemeenten bewust hebben gekozen voor een uitvoeringsmodel waarbij de gemeente geen sturing heeft op de toegang, wat tot hoge kosten kan leiden.
En preventie? Ja, die hoor je ook. Gemeenten stellen dat de investeringen in preventie (tijdelijk) tot een hogere vraag leiden. Maar in de evaluatie van de Jeugdwet lezen we ook dat gemeenten nog niet echt aan die preventie zijn toegekomen dus de vraag is hoe het een met het ander te rijmen valt.
Hoe willen gemeenten de tekorten inperken? Ze willen de tarieven drukken, meer grip krijgen op de resultaten van zorgaan- bieders en het aantal verwijzingen door huisartsen inperken door praktijkondersteuners in te zetten die eenvoudige zorgvragen direct zelf kunnen oplossen. Ook het woord ‘innovatie’ verschijnt regelmatig in het rijtje oplossingen. Maar wat dat is, is nog onduidelijk.
Gaat dat lukken? Nou, niet op de korte termijn. Tarieven verla- gen? De zorgaanbieders spannen rechtszaken aan en stellen dat de kostprijs niet omlaag kan. Verwijzingen beperken? Huisartsen mogen (gelukkig overigens) hun eigen afweging maken. Het gaat nog wel even duren voordat die olietanker de andere kant opvaart. Innovatie? Best wel tricky als je zorgcontinuïteit moet bieden en je miljoenentekort schreeuwt om een grote-stappen-snel-thuis-benadering.
Aha, nu komt zeker de roep om meer geld? Het is de bekende grammofoonplaat die gemeenten afdraaien. Inmiddels vergezeld door jeugdzorgmedewerkers en hun vakbond. Logisch ook. Er ís ook flink bezuinigd op de jeugdzorg. En de evaluatie van de Jeugdwet stelt niet voor niets dat de samenloop van een stelselwijziging met een bezui- niging een ‘ongelukkige’ was. Maar…
Maar … wat dan? Nu de uitgaven aan jeugdzorg zelfs hoger zijn dan vóór de decentralisaties, is het ook belangrijk om uit te zoeken waarom die kosten zo de lucht inschieten. Is het onvermijdelijk zoals sommigen stellen, omdat er een latente behoefte was? Of kan het toch tien tikkels efficiënter? Ik heb veel assumpties, meningen en anekdo- tische verklaringen voor de kostenexplosie voorbij zien komen, maar cijfers en een goede onderbouwing waren daar nooit een onderdeel van. Inzicht in de kostendrijvers van de jeugdzorg kan wat mij betreft dus hoog op het prioriteitenlijstje. Gemeenten hebben geen ruimte om te blijven bijlappen.
Ruim 600 miljoen euro. Dat is het tekort van gemeenten op de jeugd- zorg in 2017. Op een begroting van 3,2 miljard. (Overhead niet mee- gerekend). Dat is een megaoverschrijding van bijna 20 procent. Hoe kan dat? En waarom zijn de kosten van de jeugdzorg in twee jaar tijd met een half miljard gestegen? Het idee was toch dat gemeenten het beter en goedkoper konden?
Wat verklaart het gat in de begroting? Een groter beroep op jeugdzorg, zeggen gemeenten. In combinatie met een verzwaring van de problematiek waardoor er meer zorg nodig is en meer speci- alistische hulp.
Wordt dat gestaafd door cijfers? Ja. In 2017 deden 400.000 jon- geren een beroep op de jeugdzorg. In de jaren voor de decentralisaties waren dat er meestal 50.000 minder. De gemiddelde duur van hulptra- jecten steeg licht. Het zit ‘m vooral in de wijkteams. De grootste groei zit in het aantal trajecten dat zij draaien en in de duur daarvan. Elk jaar stijgt het aantal wijkteamtrajecten met minimaal 20.000 stuks en de duur daarvan is ruimschoots verdubbeld naar gemiddeld 313 dagen.
Sturen in het donker Je geeft het gemeen- ten te doen. Ze moes- ten zich de jeugdzorg eigen maken en die tegelijkertijd vernieu- wen. Zonder al te veel informatie: zicht op aantallen, kosten en budgetten kregen ze te elfder ure. En sturen blijft lastig als niets stabiel is. Het beroep op jeugdzorg stijgt en de uitvoering staat op haar kop.
Uitgaven voorspellen is daarom grotendeels nattevingerwerk.
Sturen in het donker, heette het ook wel in een quickscan naar gemeenten met financiële tekorten.
Nogal wiedes dus dat de gemeentelijke be- grotingen en uitgaven zo uiteenlopen.
Marije van Dodeweerd is procesmanager bij Divosa en belicht in Sprank recente onderzoeken in het sociaal domein.
Verder lezen?
Divosa (2018)
‘Sociaal domein kostte in 2017 4,4%
meer dan begroot’, lokale nieuwsberich- ten over de kosten van de jeugdzorg en landelijke onderzoe- ken van AEF en NOS/
Binnenlands Bestuur over hetzelfde onder- werp. Jeugdzorgcij- fers op CBS Statline en in de CBS-publica- ties ‘Jeugdhulp 2015’,
‘Jeugdhulp 2016’ en
‘Jeugdhulp 2017’.
Gemeenten gaven vorig jaar véél meer uit aan jeugdzorg dan ze hadden begroot. Hoe kan dat? En hoe ziet de toekomst eruit?
Moeten ze altijd blijven bijlappen?
Waarom is de jeugdzorg zo dramatisch duur?
achter de feiten
18
sprank* 08.2018Aantal jeugdhulptrajecten 2015-2017
0 100.000 200.000 300.000 400.000 500.000 600.000 2017 2016 2015
Jeugdhulptrajecten 2015-2017
Bij de wijkteams zit de grootste groei in het aantal jeugdhulptrajecten: mini- maal twintigduizend per jaar erbij. De jeugdhulp met verblijf stijgt ook. Dat zit
‘m vooral in de categorie 'overig met verblijf': een groei van twee- tot driedui- zend trajecten per jaar. Dan gaat het om verblijf in open jeugdzorginstellingen, begeleid wonen en kamertraining.
TOTAAL JEUGDHULP TOTAAL ZONDER VERBLIJF (ZV) Door wijk- of buurtteam (ZV) Ambulante jeugdhulp op locatie aanbieder (ZV) Daghulp op locatie van de aanbieder (ZV) Jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige (ZV) TOTAAL MET VERBLIJF (MV) Gesloten plaatsing (MV) Gezinsgericht (MV) Pleegzorg (MV) Overig met verblijf (MV)
BEELD ISTOCK
19
R
De wijkteams leiden tot méér zorg? Yep. Volgens gemeentenkomt dat doordat de wijkteams laagdrempelig zijn en meer mensen bereiken die zorg nodig hebben. Wie vroeger was verstoken van hulp, krijgt die nu wel. En dat wordt volgens gemeenten aangestuwd door autonome ontwikkelingen als meer vechtscheidingen en meer kinde- ren met psychische problemen.
Is dat het hele verhaal? Tsja, het zijn de aan- names van gemeenten. Maar mijn zoektocht naar verklaringen leverde ook andersoortige geluiden op. Een onderzoeker die meewerkte aan de evalu- atie van de Jeugdwet, zei in Trouw dat een ruimer zorgaanbod ook een vraag schept. Een SP-wet- houder uit een Groningse gemeente redeneerde in dezelfde lijn toen hij door lokale media liet optekenen dat ouders bij het minste of geringste probleem aankloppen bij de gemeente en wat meer eigen verantwoordelijkheid moeten nemen.
En van het zelfde laken een pak was de opmer- king van de gemeente Bladel in het Eindhovens Dagblad dat sommige gemeenten bewust hebben gekozen voor een uitvoeringsmodel waarbij de gemeente geen sturing heeft op de toegang, wat tot hoge kosten kan leiden.
En preventie? Ja, die hoor je ook. Gemeenten stellen dat de investeringen in preventie (tijdelijk) tot een hogere vraag leiden. Maar in de evaluatie van de Jeugdwet lezen we ook dat gemeenten nog niet echt aan die preventie zijn toegekomen dus de vraag is hoe het een met het ander te rijmen valt.
Hoe willen gemeenten de tekorten inperken? Ze willen de tarieven drukken, meer grip krijgen op de resultaten van zorgaan- bieders en het aantal verwijzingen door huisartsen inperken door praktijkondersteuners in te zetten die eenvoudige zorgvragen direct zelf kunnen oplossen. Ook het woord ‘innovatie’ verschijnt regelmatig in het rijtje oplossingen. Maar wat dat is, is nog onduidelijk.
Gaat dat lukken? Nou, niet op de korte termijn. Tarieven verla- gen? De zorgaanbieders spannen rechtszaken aan en stellen dat de kostprijs niet omlaag kan. Verwijzingen beperken? Huisartsen mogen (gelukkig overigens) hun eigen afweging maken. Het gaat nog wel even duren voordat die olietanker de andere kant opvaart. Innovatie? Best wel tricky als je zorgcontinuïteit moet bieden en je miljoenentekort schreeuwt om een grote-stappen-snel-thuis-benadering.
Aha, nu komt zeker de roep om meer geld? Het is de bekende grammofoonplaat die gemeenten afdraaien. Inmiddels vergezeld door jeugdzorgmedewerkers en hun vakbond. Logisch ook. Er ís ook flink bezuinigd op de jeugdzorg. En de evaluatie van de Jeugdwet stelt niet voor niets dat de samenloop van een stelselwijziging met een bezui- niging een ‘ongelukkige’ was. Maar…
Maar … wat dan? Nu de uitgaven aan jeugdzorg zelfs hoger zijn dan vóór de decentralisaties, is het ook belangrijk om uit te zoeken waarom die kosten zo de lucht inschieten. Is het onvermijdelijk zoals sommigen stellen, omdat er een latente behoefte was? Of kan het toch tien tikkels efficiënter? Ik heb veel assumpties, meningen en anekdo- tische verklaringen voor de kostenexplosie voorbij zien komen, maar cijfers en een goede onderbouwing waren daar nooit een onderdeel van. Inzicht in de kostendrijvers van de jeugdzorg kan wat mij betreft dus hoog op het prioriteitenlijstje. Gemeenten hebben geen ruimte om te blijven bijlappen.
Ruim 600 miljoen euro. Dat is het tekort van gemeenten op de jeugd- zorg in 2017. Op een begroting van 3,2 miljard. (Overhead niet mee- gerekend). Dat is een megaoverschrijding van bijna 20 procent. Hoe kan dat? En waarom zijn de kosten van de jeugdzorg in twee jaar tijd met een half miljard gestegen? Het idee was toch dat gemeenten het beter en goedkoper konden?
Wat verklaart het gat in de begroting? Een groter beroep op jeugdzorg, zeggen gemeenten. In combinatie met een verzwaring van de problematiek waardoor er meer zorg nodig is en meer speci- alistische hulp.
Wordt dat gestaafd door cijfers? Ja. In 2017 deden 400.000 jon- geren een beroep op de jeugdzorg. In de jaren voor de decentralisaties waren dat er meestal 50.000 minder. De gemiddelde duur van hulptra- jecten steeg licht. Het zit ‘m vooral in de wijkteams. De grootste groei zit in het aantal trajecten dat zij draaien en in de duur daarvan. Elk jaar stijgt het aantal wijkteamtrajecten met minimaal 20.000 stuks en de duur daarvan is ruimschoots verdubbeld naar gemiddeld 313 dagen.
Sturen in het donker Je geeft het gemeen- ten te doen. Ze moes- ten zich de jeugdzorg eigen maken en die tegelijkertijd vernieu- wen. Zonder al te veel informatie: zicht op aantallen, kosten en budgetten kregen ze te elfder ure. En sturen blijft lastig als niets stabiel is. Het beroep op jeugdzorg stijgt en de uitvoering staat op haar kop.
Uitgaven voorspellen is daarom grotendeels nattevingerwerk.
Sturen in het donker, heette het ook wel in een quickscan naar gemeenten met financiële tekorten.
Nogal wiedes dus dat de gemeentelijke be- grotingen en uitgaven zo uiteenlopen.
Marije van Dodeweerd is procesmanager bij Divosa en belicht in Sprank recente onderzoeken in het sociaal domein.
Verder lezen?
Divosa (2018)
‘Sociaal domein kostte in 2017 4,4%
meer dan begroot’, lokale nieuwsberich- ten over de kosten van de jeugdzorg en landelijke onderzoe- ken van AEF en NOS/
Binnenlands Bestuur over hetzelfde onder- werp. Jeugdzorgcij- fers op CBS Statline en in de CBS-publica- ties ‘Jeugdhulp 2015’,
‘Jeugdhulp 2016’ en
‘Jeugdhulp 2017’.
Gemeenten gaven vorig jaar véél meer uit aan jeugdzorg dan ze hadden begroot. Hoe kan dat? En hoe ziet de toekomst eruit?
Moeten ze altijd blijven bijlappen?
Waarom is de jeugdzorg zo dramatisch duur?
achter de feiten
18
sprank* 08.2018Aantal jeugdhulptrajecten 2015-2017
0 100.000 200.000 300.000 400.000 500.000 600.000 2017 2016 2015
Jeugdhulptrajecten 2015-2017
Bij de wijkteams zit de grootste groei in het aantal jeugdhulptrajecten: mini- maal twintigduizend per jaar erbij. De jeugdhulp met verblijf stijgt ook. Dat zit
‘m vooral in de categorie 'overig met verblijf': een groei van twee- tot driedui- zend trajecten per jaar. Dan gaat het om verblijf in open jeugdzorginstellingen, begeleid wonen en kamertraining.
TOTAAL JEUGDHULP TOTAAL ZONDER VERBLIJF (ZV) Door wijk- of buurtteam (ZV) Ambulante jeugdhulp op locatie aanbieder (ZV) Daghulp op locatie van de aanbieder (ZV) Jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige (ZV) TOTAAL MET VERBLIJF (MV) Gesloten plaatsing (MV) Gezinsgericht (MV) Pleegzorg (MV) Overig met verblijf (MV)
BEELD ISTOCK