• No results found

Format - Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Format - Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Format - Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)

Het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving bevat normen waaraan goed beleid of goede regelgeving dient te voldoen.

1. Wat is de aanleiding?

De Wet kinderopvang wordt gewijzigd in verband met het opnemen van regels voor

ouderparticiptiecrèches (opc’s). Een van de wijzigingen houdt in dat nieuw op te richten opc’s een aanloopperiode van twee jaar doorlopen. Gedurende deze aanloopperiode hebben de ouders van de nieuwe opc geen recht op kinderopvangtoeslag en het unieke nummer van de opc wordt na deze aanloopperiode kenbaar gemaakt in het Landelijk Register Kinderopvang (hierna: LRK).

De opc moet tijdens de aanloopperiode echter wel als zodanig kenbaar zijn in de systemen. In het Besluit Landelijk Register Kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang (hierna: besluit LRK) wordt daarom opgenomen dat bij de aanvraag tot exploitatie de opc doorgeeft dat het om een opc gaat en dat het college dat gegeven ook in het LRK

registreert. Deze internetconsultatie ziet op het besluit LRK. Het wetsvoorstel rond OPC’s heeft eerder voor internetconsultatie opengestaan.

2. Wie zijn betrokken?

Naast de opc’s zijn de toezichts-, handhavings- en uitvoeringspartijen die een rol toegewezen hebben gekregen op grond van de Wet Kinderopvang betrokken: de VNG, het college, GGD GHOR NL, de GGD, de Inspectie van het Onderwijs, de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en de

Belastingdienst.

3. Wat is het probleem?

De opc wordt met de wetswijziging onder de Wet kinderopvang (Wko) gebracht. In het besluit LRK is nu geen rekening gehouden met een opc als kindercentrum. Zonder wijziging van het besluit LRK zou in het LRK niet kenbaar zijn dat het om een opc gaat. De toezichthouder zou dan niet weten dat er andere kwaliteitseisen voor een kindercentrum zijnde een opc gelden.

Daarnaast zou voor ouders niet kenbaar zijn welke kindercentra opc’s zijn.

4. Wat is het doel?

Herkenbarheid in het systeem van opc’s voor zowel voor de toezichthouder als voor ouders.

5. Wat rechtvaardigt overheidsinterventie?

Het besluit LRK in lijn brengen met de wetswijziging.

6. Wat is het beste instrument?

Wijziging van het besluit LRK.

7. Wat zijn de gevolgen voor burgers, bedrijven, overheid en milieu?

De wijziging zorgt ervoor dat opc’s in het systeem herkenbaar en vindbaar zijn voor ouders (burgers).

Wijziging van het besluit LRK heeft gevolgen voor de toezichts-, handhavings- en uitvoeringspartijen die een rol toegewezen hebben gekregen op grond van de Wko. De uitvoeringstoetsen die uitgezet zijn bij deze partijen zullen deze gevolgen in kaart moeten brengen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

kindgebonden budget voor gezinnen met drie of meer kinderen een effectieve manier is om de armoede onder kinderen te bestrijden omdat deze huishoudens vaker in armoede verkeren dan

Het doel van het wetsvoorstel is een bijdrage te leveren aan de preventie van kindermishandeling door ouders de verplichting op te leggen om hun kinderen te verzorgen en op te

Ervan uitgaande dat deelname aan studiekeuzeactiviteiten in het belang is van elke student, wordt met deze wetswijziging geregeld dat (aspirant-)studenten met een diploma van een

Met dit wetsontwerp worden wijzigingen doorgevoerd in de Faillissementswet om te zorgen voor een betere aansluiting tussen het gemeentelijke schuldhulpverleningstraject en

waarderingskaders geen instrumenten om iets te zeggen over de kwaliteitszorg en financiële situatie van het bestuur, terwijl de inspectie terug wil gaan treden als deze op orde

Dit beeld is essentieel voor OCW om te kunnen komen tot een juiste beleidsvoorbereiding, raming van de onderwijsarbeidsmarkt en evaluatie van eerder ingezet beleid.. Zo kan

De Minister van BZK heeft onderzoek laten uitvoeren door DGMR naar de wijze waarop de prestatieklassen (na de Europese wijzigingen) het beste kunnen worden verwerkt in de

Werkgevers hebben aangegeven dat er nog grote verschillen zijn tussen de loonwaardemethodes die door gemeentes worden gebruikt voor het bepalen van de hoogte van loonkostensubsidie in