• No results found

Borstvoeding bij de zieke of te vroeg geboren baby

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Borstvoeding bij de zieke of te vroeg geboren baby"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Borstvoeding bij de zieke of te

vroeg geboren baby

Borstvoeding bij de zieke of te vroeg geboren baby

Na de geboorte heeft een baby soms extra zorg nodig. Bijvoorbeeld als hij/zij te vroeg is geboren (‘prematuur’), een laag geboortegewicht heeft, een infectie heeft of als er problemen bij de bevalling zijn geweest. Ook als uw baby in de couveuse ligt, is het mogelijk en wenselijk om borstvoeding of moedermelk te geven. De verpleegkundigen, artsen en lactatiekundigen van het Vrouw Moeder Kind Centrum (VMKC) kunnen u hierbij adviseren en begeleiden.

Het goede van borstvoeding

Voordelen voor de baby

Naast de hieronder genoemde voordelen die het geven van borstvoeding u kunnen

opleveren, zijn er ook een aantal voordelen aan het krijgen van moedermelk voor uw baby.

De eerste melk – deze wordt colostrum genoemd – werkt laxerend en hierdoor komt de ontlasting van uw baby makkelijker op gang. De eiwitten in moedermelk zijn licht

verteerbaar en worden beter opgenomen door het maag-darmkanaal van te vroeg geboren baby’s dan kunstvoeding. Daarnaast bevat moedermelk een enzym (lipase), waardoor het melkvet beter wordt opgenomen. Dit komt de groei van uw baby ten goede. Moedermelk

(2)

geeft een kleinere kans op darminfecties dan kunstvoeding en bevat de juiste vetzuren voor een goede hersenontwikkeling en een goed gezichtsvermogen. De moedermelk bij een prematuur geboren baby bevat meer eiwitten, mineralen, vitaminen en

infectiebestrijdende stoffen dan de melk van op tijd bevallen vrouwen.

De melk heeft dus extra’s die uw baby hard nodig heeft. Na een maand is de samenstelling ongeveer dezelfde als de melk van een vrouw die op tijd is bevallen.

Voordelen voor de moeder

Borstvoeding geven aan een te vroeg geboren baby kan meer tijd, geduld en inspanning van u vergen, maar heeft zeker voordelen. Naast de gezondheidsvoordelen voor de moeder kan het u voldoening en zelfvertrouwen geven als uw baby groeit door uw melk. Ook kan het geven van borstvoeding u helpen de vroeggeboorte te verwerken.

De eerste dagen

Afhankelijk van de leeftijd en medische situatie van uw baby spreken we de hoeveelheid voeding af. De eerste dagen zijn dat nog kleine beetjes, de hoeveelheid bouwen we voorzichtig op. Mogelijk krijgt uw baby een infuus voor extra vocht en voeding en

eventueel medicijnen. Veel jonge baby’s krijgen een maagsonde omdat ze nog niet in staat zijn zelf te drinken. Ook met een maagsonde kan uw baby oefenen met het drinken aan de borst als de situatie van uw baby dit toelaat. NB: Leest u voor algemene informatie over borstvoeding Borstvoeding….. een goed begin.

De melkproductie op gang brengen en op gang houden

Als u besluit om borstvoeding te geven en uw baby kan zelf nog niet aan de borst drinken, is het belangrijk om zo snel mogelijk na de bevalling (ook na een keizersnede) te beginnen met afkolven. Dit is waarschijnlijk anders dan u zich had voorgesteld: kolven met een apparaat in plaats van een baby aan de borst. Bedenk dat uw baby op deze manier toch moedermelk kan krijgen en een zo goed mogelijke start heeft. Om de borstvoeding goed op gang te brengen en te houden, is het nodig om vanaf het begin zeven of acht keer per 24 uur af te kolven. Als de baby niet binnen zes uur na de bevalling effectief aan de borst heeft gedronken, is het belangrijk om met kolven te starten om de melkproductie op gang te brengen. Als u ’s nachts wakker wordt, dan is het aan te raden om te kolven. De

prolactinespiegel die zorgt voor de melkaanmaak is dan namelijk het hoogst.

Als u op dat moment kolft, is dat een goede stimulans voor de melkproductie. Als u niet vanzelf wakker wordt, zorg er dan in elk geval voor dat er niet meer dan zes uur zit tussen het laatste en het eerste kolfmoment van de dag. Als de melkproductie eenmaal goed op gang is, kunt u na twee weken het kolven terugbrengen naar zes keer per 24 uur. Zolang u op de afdeling Verloskunde ligt, helpen we u met het afkolven. U krijgt daar ook het materiaal dat u nodig heeft. Vaak is het handig om voor uzelf een vaste dagindeling te maken waarin u genoeg tijd kunt reserveren om regelmatig te kunnen kolven. U kunt bijvoorbeeld afkolven op een tijd dat de baby voeding krijgt. Gaat de baby al aan de borst of

(3)

heeft u ‘gebuideld’ met uw baby, dan kan u direct daarna afkolven. De baby heeft de

melkproductie dan al wat gestimuleerd waardoor het afkolven gemakkelijker is. Ook bij het afkolven is het belangrijk dat de moedermelk ‘toeschiet’. Hiervoor gelden in principe

dezelfde adviezen als bij het geven van borstvoeding: een rustige omgeving, privacy,

warmte, vooraf de borsten masseren of de aanwezigheid van (een foto van) de baby kunnen daarbij helpen.

Voor het kolven thuis kunt u een borstkolf huren. Wij adviseren u een kolf te huren waarmee u dubbelzijdig kunt afkolven zoals wij in het ziekenhuis aanbieden. U kunt een Medela Symphony kolf huren op de afdeling Verloskunde of bij de thuiszorgwinkel. De bijbehorende kolfset kunt u meenemen naar de couveuse-unit. Zo kunt u daar ook gebruik maken van de Medela Symphony kolf. (U bent zelf verantwoordelijk voor de aanschaf en de hygiëne van dit kolfsetje.) De afgekolfde melk kunt u bewaren in schone flesjes in de koelkast of in de vriezer. U kunt de afgekolfde melk het beste in een koeltas meenemen naar het ziekenhuis. U krijgt de flesjes van de couveuse-unit als u naar huis bent. Wij geven het liefst verse, niet ingevroren melk aan uw baby. Als er meer melk is dan uw baby nodig heeft, wordt dat ingevroren zodat dat later kan worden gebruikt. U kunt ook melk thuis invriezen. Zie ook Kolfboek/kolfdagboek.

Hoe lang afkolven?

Bij enkelzijdig kolven raden we aan regelmatig van borst te wisselen: bijvoorbeeld rechterborst zeven minuten, linkerborst zeven minuten, rechterborst vijf minuten, linkerborst vijf minuten, rechterborst drie minuten, linkerborst drie minuten. Bij dubbelzijdig kolven is vijftien minuten voldoende.

De kleur van moedermelk

Moedermelk is er in allerlei kleuren en smaken. Het kan wit zijn, maar ook blauw, geel of oranje getint. De eerste melk, het colostrum, is meestal geel. Naarmate de melk rijper wordt, wordt het witter van kleur tot soms ‘blauwig, waterig’. Dit zegt niets over de voedingswaarde of de kwaliteit van de melk. U mag ervan uitgaan dat uw melk prima is voor uw baby, ongeacht de kleur. Qua smaak is het zoet en romig. Het doet een beetje denken aan amandelen.

Een goede melkproductie

Het is moeilijk te zeggen wat precies een normale melkproductie is, omdat dit sterk wisselt per moeder en afhangt van de situatie waarin zij zich bevindt. Het is in de eerste tien tot veertien dagen van belang dat het melkklierweefsel vaak wordt gestimuleerd. Dan is de kans groot dat u genoeg moedermelk kunt maken voor uw baby. Dit doet u door regelmatig af te kolven. Als het melkklierweefsel goed is ontwikkeld, kunt u genoeg moedermelk aanmaken voor uw baby. Over het algemeen kunnen we stellen dat na veertien dagen intensief kolven de productie rond de 700 tot 800 ml per 24 uur moet zijn. Haalt u dit niet of twijfelt u aan uw melkproductie, maak dit dan bespreekbaar. Samen met de

verpleegkundige of lactatiekundige kunt u het kolfbeleid nalopen en de oorzaak voor de

(4)

verminderde productie proberen te vinden. Wellicht is er een oplossing te bedenken.

Lichamelijk contact

Is uw baby vóór of rond de 32ste week geboren, dan is de zuig-slikreflex mogelijk nog niet voldoende ontwikkeld. De baby heeft behoefte aan borstvoeding, maar heeft nog niet de kracht om aan de borst te drinken. Toch is het goed om uw baby in de buurt van de borst te laten ‘snuffelen’. Dit lichamelijke contact werkt goed voor het toeschieten en de productie van de melk. Ook voor het opbouwen van een band met uw kindje is dit prima. Het

snuffelen gebeurt tijdens het kangoeroeën dat op de couveuse-unit mogelijk is. U houdt de baby tegen uw ontblote bovenlichaam. De baby heeft alleen een luier om. Een deken om u en uw kindje heen geeft een geborgen, warm gevoel. Ook uw partner kan kangoeroeën.

Troost

Een zieke of prematuur geboren baby met zuigbehoefte, waarbij de moeder niet steeds aanwezig is om die zuigbehoefte te bevredigen, mag geen fopspeen worden onthouden, omdat de ontwikkeling van de mondmotoriek bij premature baby’s door zuigen heel belangrijk is. Kinderen staan bloot aan stressvolle prikkels (denk bijvoorbeeld aan het bloedprikken). Een fopspeen zorgt voor troost en biedt afleiding, maar zal de borstvoeding niet vervangen.

Het geven van borstvoeding of moedermelk

Meestal kan een baby rond 34 weken starten met het leren drinken aan de borst. In het begin zal dit één of twee keer per dag zijn. Uw baby kan aan de borst drinken als het zuigen, slikken en ademen op elkaar is afgestemd. Ook moet de baby een hoestreflex hebben om te voorkomen dat het zich verslikt. De verpleegkundige bekijkt of uw baby toe is aan het drinken aan de borst; hiervoor kijkt ze naar de ziektegeschiedenis, conditie en het gewicht van de baby. U kunt uw baby laten oefenen zijn mondje ver open te doen door met de tepel over zijn bovenlip te gaan, van de ene naar de andere kant. Dit stimuleert de zoekreflex waarbij de baby zijn mond ver open doet en de tong naar buiten steekt. Als uw baby dat doet, kunt u hem zachtjes naar u toehalen zodat hij kan ‘aanhappen’. In het begin zal de baby het aanhappen steeds maar weer oefenen. Hij hapt aan maar laat ook bijna meteen weer los om opnieuw aan te happen. Dit hoort bij het leerproces. Naarmate de baby meer wakker en sterker wordt zal hij vaker de ogen open hebben en rondkijken. Dit is een goed moment om uw baby aan te leggen. De baby zal niet meteen loslaten maar gaan drinken.

De zuigreeksen zijn nog kort maar zullen steeds langer worden. U kunt de baby voor en na het aanleggen gaan wegen, zodat u kunt zien hoeveel uw baby heeft gedronken. Om goed uit de borst te kunnen drinken moet de baby een groot gedeelte van de tepelhof in de mond nemen (dus niet alleen de tepel). Als de tepel ver achter in de mond ligt, stimuleert dit ook de zuigreflex waardoor de baby makkelijker zal drinken. Het drinken kost uw baby veel energie. De verpleegkundige helpt u bij uw baby de tekenen van vermoeidheid te

herkennen. Zie ook de 10 stappen borstvoeding voor de prematuur in de la bij de couveuse.

(5)

We komen hier later op terug.

Praktische adviezen bij het aanleggen

Zorg dat u lekker zit of ligt.

Geef uw baby ondersteuning voor het hele lichaam. Als uw baby goed gesteund ligt (ook rond de heupen) zal hij de borst makkelijker pakken en laat hij minder snel los.

Zorg dat hoofd, schouders en heupen van de baby op een lijn liggen met de buik naar u toe gedraaid. Uw tepel is ter hoogte van de neus van de baby.

Aanleggen kan in verschillende houdingen. Probeer wat voor u en uw baby het prettigst is. Voor vroeg geboren baby’s zijn de rugbyhouding en de zijligging vaak prettig. Zo kunt u uw baby goed ondersteunen en naar u toe brengen op het moment dat hij zijn mond goed open doet. Bij de rugbyhouding heeft u goed zicht op wat de baby doet.

Ondersteun uw borst met één hand ruim naast de tepelhof.

Stimuleer de zoekreflex door met de tepel over de bovenlip heen en weer te gaan. De reflex wordt ook gestimuleerd als u de muis van baby’s hand masseert.

Wanneer de baby zijn mond goed open doet (zoals hij doet als hij gaapt, maar dan met de tong naar beneden of naar buiten) brengt u hem met het hele lichaam vlot naar de borst toe zodat hij kan aanhappen.

Vaak is het nodig de borst te blijven ondersteunen tijdens het voeden. Dit geeft meer houvast. Soms biedt een tepelhoedje uitkomst als de baby snel van de borst glijdt. Dit kunt u in een later stadium afbouwen.

In het begin kan de baby de neiging hebben snel in slaap te vallen. Houd hem wakker door zijn handje te masseren en tegen hem te praten.

Kleed uw baby niet te warm aan. Teveel warmte maakt slaperig en bovendien stimuleert huid op huid contact de baby om aan de borst te drinken.

Uw baby blijft beter wakker als hij meteen melk proeft. U kunt uw borst masseren of borstcompressie geven op het moment dat hij is gestopt met drinken.

Zo weet u of uw baby goed aan de borst ligt

De baby heeft de mond wijd open en heeft meer van de onderkant van de tepelhof in het mondje dan van de bovenkant. Op deze manier kan de baby de borst het

makkelijkst leegdrinken.

De baby maakt grote kaakbewegingen tijdens het drinken. In het begin zijn de bewegingen snel om de toeschietreflex op te wekken. Daarna worden de bewegingen langzamer.

U ziet of hoort de baby slikken.

Bij voldragen baby’s zijn de wangen bol. Bij te vroeg geboren baby’s zitten er in het begin vaak nog kuiltjes in de wangen.

Het voeden voelt comfortabel en is niet pijnlijk.

(6)

Andere manieren van voeding toedienen

Als uw baby nog niet alle voeding zelf kan drinken, krijgt het een sonde. Dit is een dun slangetje door de neus, dat in de maag uitkomt. De verpleegkundige brengt de sonde in en zet het met een pleistertje vast bij de neus/wang zodat de baby er geen hinder van heeft.

Door het slangetje spuiten we vervolgens langzaam voeding (moedermelk of

kunstvoeding). Ook dit doet de verpleegkundige. Bij baby’s die geboren zijn na 36 weken zwangerschap voeden we naast de borst bij via fingerfeeding. Dit om de

borstvoedingsreflexen te blijven stimuleren. De verpleegkundige kan u hier meer over vertellen. Als de situatie het toelaat, leren we het de ouders aan en mag u het al snel zelf doen.

Toevoegingen/bijvoeden

Als uw baby een te laag geboortegewicht heeft, kan het zijn dat de kinderarts toevoegingen in de moedermelk voorschrijft. Dit zijn verrijkingen. Vooral bij de zieke of te vroeg geboren baby wordt de groei bijgehouden. In dat geval wegen we uw kind vóór en na de voeding;

zonodig krijgt u baby bijvoeding.

Stappenplan borstvoeding bij een te vroeg geboren baby

Bij het op gang brengen van de borstvoeding werkt de verpleegkundige volgens het onderstaande stappenplan. Er zijn drie fasen in de borstvoeding.

Direct na de geboorte, waarin huidcontact belangrijk is en er wordt gestart met kolven.

Het doorzetten van kolven, terwijl de baby een begin maakt met zelf drinken.

Naarmate de baby zelf meer gaat drinken uit de borst, wordt het kolven afgebouwd.

Over elke fase (zie tekening) kan de verpleegkundige u uitleg geven.

(7)

Tijdens de opname

De verpleegkundigen van de afdeling Verloskunde en van de couveuse-unit hebben onderling contact over de gezondheid en groei van uw baby. Deze informatie-uitwisseling komt de kwaliteit van zorg ten goede. Als uw baby op de couveuse-unit snel opknapt, kan hij weer terug naar de kraamafdeling. Daar vervolgt u de borstvoeding volgens plan, inclusief de begeleiding door de verpleegkundige. Als de moeder al naar huis mag en de baby nog in het ziekenhuis moet blijven, kan dit gevolgen hebben voor de borstvoeding.

Door spanning, drukte en beslommeringen van alledag kan de borstvoeding teruglopen.

Ook speelt mee dat u niet in de directe nabijheid van uw baby bent. In dit geval helpt de verpleegkundige of lactatiekundige u bij het maken van een dagplanning. Het advies zou bijvoorbeeld kunnen zijn: u komt twee of drie keer per dag bij uw kindje in het ziekenhuis voor de verzorging en de voeding. Neem thuis voldoende rust en tijd voor uzelf en het kolven.

Advies voor de moeder

Het is belangrijk dat u voldoende rust neemt in de periode dat u borstvoeding geeft. Ook gevarieerde en gezonde voeding is belangrijk. U mag alles eten tijdens de

borstvoedingsperiode. Ook de producten die tijdens de zwangerschap werden afgeraden.

(8)

Het is van belang dat u voldoende drinkt. U drinkt voldoende als uw urine lichtgeel van kleur is. Nicotine en alcohol komen in de moedermelk terecht; wij raden u daarom af te roken en alcohol te drinken. De melk schiet door nicotine minder toe en de melkproductie kan afnemen. Ook medicijnen kunnen via de moedermelk bij de baby komen. Dat is in veel gevallen niet schadelijk. Overleg met de kinderarts of lactatiekundige of de medicijnen die u gebruikt schadelijk zijn bij het geven van borstvoeding. Als u een medicijn gebruikt wat niet wenselijk is bij het geven van borstvoeding, kan er eventueel naar een alternatief worden gezocht. Overleg hierover met de behandelend arts.

Borstvoeding thuis

Voordat u naar huis gaat krijgt u een ontslaggesprek met de verpleegkundige. Tijdens dit gesprek besteden we ook aandacht aan de voeding voor uw baby.

Als er meer vragen zijn met betrekking tot de voeding, kunt u met de lactatiekundige een gesprek hebben vóór het ontslag van uw baby.

Algemene adviezen voor de eerste weken

Weeg uw baby ongeveer één keer per week. Dat kan op het consultatiebureau of op de polikliniek als u op controle moet komen.

Let erop of de baby voldoende plast (minimaal zes natte luiers per dag) en poept (de eerste zes weken ongeveer drie keer per dag; daarna kan de baby tot minimaal één keer per week poepen).

Leg uw baby aan op momenten dat hij goed wakker en alert is. Als uw baby slaperig is, kunt u moedermelk met een fles geven.

Kolf moedermelk af als u de baby de fles geeft of als uw baby snel in slaap is gevallen aan de borst.

Voed uw baby in het begin nog volgens het schema dat u in het ziekenhuis volgde (een te vroeg geboren baby meldt zich nog niet altijd zelf). Meldt uw baby zich wel zelf (ongeveer om de drie uur) dan kunt u hem rustig aanleggen.

Heeft de baby bij ontslag een schema van zeven voedingen per dag en vraagt hij om een (extra) nachtvoeding, geef hem dan rustig de borst.

Als de baby alle voedingen uit de borst drinkt en geen bijvoeding meer nodig heeft, voed de baby dan zoveel mogelijk op verzoek.

Zo zorgt u ervoor dat de hoeveelheid moedermelk is afgestemd op de vraag van uw baby.

Laat uw baby altijd aan de eerste borst drinken totdat hij zelf stopt. Bied hem na het boeren de andere borst nog aan.

Naar huis

Een grote mijlpaal is de dag dat uw baby mee naar huis kan. Het ziekenhuis biedt u de mogelijkheid om, één of twee dagen voordat uw baby naar huis mag, in het ziekenhuis in te roomen. De ouders kunnen met hun baby in een kamer op de kinder- en tienerafdeling zelf voor de baby zorgen. Zo kunt u alvast wennen. Mogelijk heeft u nog recht op uitgestelde

(9)

kraamzorg. Als het nodig is, dan kunt u voor ondersteuning terugvallen op de verpleegkundige of lactatiekundige.

Als u thuis bent met de baby en er nog vragen zijn, bijvoorbeeld over de verzorging of de voeding, dan verwijzen we u naar Met uw baby naar huis, en dan… Als uw kindje eerder dan bij 36 weken is geboren, of bij de geboorte minder woog dan 2200 gram, komt u ongeveer een week na ontslag terug op de couveuse nazorgpoli. Met een verpleegkundige van de couveuse unit kunt u hier uw vragen bespreken. We wegen uw kindje en we maken afspraken over de voeding. Op een ander tijdstip maken we een controle afspraak met de kinderarts. Het kan handig zijn om van te voren al uw vragen op te schrijven.

Vragen?

Heeft u nog vragen of wensen, maak ze dan kenbaar aan de verpleegkundige op de afdeling Verloskunde of de couveuse-unit. Bent u net met u baby uit het ziekenhuis ontslagen en zijn er nog vragen, dan kunt u de eerste 48 uur bij ons terecht. U kunt ons dan op de afdeling bellen, T 088 753 22 24 en we zullen proberen een antwoord op uw vragen te geven. U kunt natuurlijk ook de verpleegkundige van het consultatiebureau vragen stellen.

Na de eerste 48 uur kunt u met uw vragen terecht bij de volgende instanties.

De kinderarts: op de polikliniek tussen 08:30 – 12:00 en 13:00 – 16:30 uur, T 088 753 11 60.

Uw eigen huisarts: tussen 08:00 – 17:00 uur.

Na 17.00 uur en in het weekend: de huisartsenpost.

Liesbeth Gresel en Geja Klaassen, lactatiekundigen van Tergooi, T 088 753 51 20 (maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 09:00 – 15:00 uur);

lactatiekundigen@tergooi.nl

Verenigingen en organisaties

Verenigingen: Vereniging van Ouders van Couveusekinderen www.couveuseouders.nl

www.borstvoedingscentrumhetgooi.nl

Contact

Couveuse-unit T 088 753 22 23 24 uur per dag

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uw baby lijkt niet tevreden of verzadigd Lijkt uw baby na 10-20 ml extra voeding niet tevreden of verzadigd na de voeding, dan kunt u het volgende doen:.. • bied uw baby

U kunt er voor kiezen de borstvoeding en de phenylalaninevrije flesvoeding afwisselend te geven, óf u kunt bij iedere voeding eerst een afgepaste hoeveelheid

Indien dit (nog) niet mogelijk is zal er in deze fase met u gesproken worden over de manier van voeden op het moment dat u niet aanwezig bent en de baby wel zelf actief wil

Als uw baby nog slaapt op een voedingsmoment, dan kunt u proberen uw baby wakker te maken door wat te praten en/of de baby te verschonen (als uw baby nog erg snel moe is, kunt u

Als u uw baby borstvoeding geeft en u heeft voldoende melk, is het niet nodig uw baby voor en na de voeding te wegen.. Als uw baby voldoende plast (zes natte luiers per dag) en

Borstvoeding bij een randpremature of dysmature baby Borstvoeding bij zieke of te vroeg geboren baby?. Borstvoedingsbeleid bij prematuur geboren baby

Vorm de tepel en de borst goed voor, richting het neusje van de baby, zodat de tepel in het mondje het gehemelte prikkelt tot een zuigreflex, het gaat dan automatisch zuigen.. Een

De ontwikkeling van een te vroeg geboren baby kan alleen niet vergeleken worden met de ontwikkeling van een baby die op tijd geboren is.. Bij het volgen van de