Met uw baby naar huis en dan…
Met uw baby naar huis en dan…
U heeft er waarschijnlijk lang naar uitgekeken en nu is het zover, uw baby mag naar huis.
We beseffen dat er misschien een lange en onzekere periode achter u ligt en dat het verwerken pas thuis gaat beginnen. Daarom willen wij u tips en extra informatie geven rondom het ontslag.
Waak- en slaapritme
De eerste periode thuis zal wennen zijn zowel voor u als voor uw baby. De omgeving is thuis nu eenmaal anders dan in het ziekenhuis. Zo zijn er nieuwe geluiden, andere geuren en een ander bedje. Uw baby zal een eigen waak- en slaapritme, voedingstijdenpatroon en dergelijke gaan ontwikkelen. De eerste tijd thuis kan daardoor best wat onrustig verlopen.
Neem de tijd om aan elkaar te wennen.
Het is goed uw baby een vast ritme te geven in de verzorging en het geven van de voedingen. Wij adviseren u niet langer dan 30 tot 45 minuten met de voeding en de verzorging bezig te zijn. Het is belangrijk dat een baby voldoende rust krijgt. De
hoeveelheid slaap wisselt per baby. Een baby tot twee maanden slaapt in het algemeen zo’n achttien uur per etmaal. Door goed naar uw baby te kijken en te ‘luisteren’, gaat u het eigen waak- en slaapritme van uw baby herkennen. Leg uw baby na de voeding (als hij/zij nog wakker is) gerust een poosje in de box. Als uw baby aangeeft moe te zijn, dan is het bedje de beste plaats om te slapen.
Het advies voor thuis is om uw baby op de rug te laten slapen. Slapen in buikligging wordt te allen tijde afgeraden. Voor meer informatie hierover verwijzen we u naar
www.veiligheid.nl.
Temperatuur
Op de dag van thuiskomst hoeft de temperatuur van de babykamer niet hoger te zijn dan de normale kamertemperatuur: 20 graden Celsius is goed. Daarna bouwt u de temperatuur van de babykamer geleidelijk af naar zo’n 16 tot 17 graden Celsius. Als uw baby zich nog niet helemaal goed op temperatuur kan houden, kunt u een kruik gebruiken. Leg de kruik nooit tegen de baby aan, maar altijd op de dekens. De dop van de kruik moet altijd naar het voeteneinde wijzen. Om het bedje van tevoren op te warmen kunt u de kruik wel onder de dekens leggen. Haal de kruik tussen de dekens weg als de baby het bed weer ingaat.
Temperatuur van uw baby
De eerste twee dagen na thuiskomst temperatuurt u uw baby tweemaal per dag. Zo weet u of de kamer en het bedje warm genoeg zijn. Na twee dagen is het niet meer nodig de baby elke dag te temperaturen. Het is dan voldoende om uw baby te temperaturen als u denkt dat hij/zij koorts heeft of koud aanvoelt. De babytemperatuur voelt u het beste in het nekje.
Koude handjes en voetjes zijn geen goede graadmeter. Een normale temperatuur van een baby ligt tussen de 36,8 en 37,3 graden Celsius. Als de temperatuur lager is dan 36,8 graden kunt u een kruikje geven. Als de temperatuur hoger is dan 37,7 graden kunt u iets minder warme kleertjes aantrekken.
Roken
Houd uw baby vrij van rook. Dit geldt niet alleen in huis, maar ook in de auto of als u ergens anders op bezoek bent. Ventileer de kamer waarin uw baby slaapt regelmatig, ook als u niet rookt.
Gedrag, huilen en onrust
Huilen en/of onrust is een veel voorkomend verschijnsel, zeker bij couveusekinderen.
Lichamelijk zijn ze misschien net zover als andere pasgeborenen, maar ze hebben veel meer meegemaakt. De eerste tijd thuis zal daardoor misschien niet altijd gemakkelijk of ontspannen verlopen. Elke baby huilt wel eens. Elke baby heeft zo zijn eigen ‘huiluurtje’ op de dag of avond/nacht. Elke vorm van ongenoegen bij de baby wordt geuit door middel van huilen. Een andere manier van communiceren heeft de baby nog niet. Soms huilt een baby veel en is het moeilijk te ontdekken wat de reden hiervoor is. Slaap, honger, kou, warmte, natte luier, een dwarszittend boertje, gewoon even huilen of vragen om aandacht of een knuffel. Rust, ritme en regelmaat zijn de basis om uw baby te helpen.
Uw baby kan vaak meer willen dan wat hij/zij lichamelijk aankan. Dit kan onrust tot gevolg hebben. Door goed te kijken naar uw baby leert u wat de behoeftes zijn, u leert uw baby kennen. Probeer het gedrag niet te forceren, gun uzelf en uw baby hiervoor de tijd. Zo leert
u het ritme van uw baby kennen. Laat u niet in verwarring brengen door de prestaties van andere baby’s in uw omgeving. Elk kind ontwikkelt zich in een eigen tempo, mede
afhankelijk van de start bij geboorte.
Inbakeren
Inbakeren wil zeggen uw baby in doeken wikkelen. Doordat uw baby bij onrust erg
beweeglijk is, komt hij/zij soms niet tot rust en slaapt daardoor minder of slechter. Soms is inbakeren dan een hulpmiddel om een veilig en rustig gevoel te creëren voor uw baby, waardoor het huilen minder zal worden. Inbakeren kent een aantal regels over wanneer wel en wanneer juist niet inbakeren. De techniek daarbij is belangrijk. Inbakeren thuis mag alleen na tussenkomst van het consultatiebureau. Daar zijn medewerkers die u uitleg en advies geven. Wanneer uw baby in het ziekenhuis werd ingebakerd mag u dat ook zo thuis ook doen. U moet wel de wijkverpleegkundige hiervan op de hoogte stellen. Zie ook de website www.inbakeren.nl.
Buikkrampen
Te vroeg geboren kinderen hebben meer en vaker last van krampjes en spugen, doordat het maag-darmstelsel op een andere manier ‘gerijpt’ is dan bij op tijd geboren kinderen. Maar ook op tijd geboren kinderen kunnen hier last van hebben. Buikkrampen komen plotseling en kunnen lang duren. Mogelijke oorzaken zijn verandering van voeding, te veel voeding of lucht in de buik. Meestal is er geen duidelijke oorzaak en verdwijnen de krampjes na
verloop van tijd.
Voeding
Als uw baby vaste voedingstijden heeft, kunt u de voedingstijden die uw baby in het
ziekenhuis gewend was aanhouden. U kunt ze ook aanpassen aan tijden zoals het thuis het beste uitkomt.
Borstvoeding
Als u uw baby borstvoeding geeft en u heeft voldoende melk, is het niet nodig uw baby voor en na de voeding te wegen. Als uw baby voldoende plast (zes natte luiers per dag) en tussen de voedingen tevreden is, kunt u ervan uitgaan dat uw baby voldoende drinkt. Thuis kunt u langzaam maar zeker gaan ‘voeden naar behoefte’. De eerste tijd na het ontslag is dit voor de meeste baby’s die te vroeg geboren zijn nog niet mogelijk. Zie Borstvoedingsbeleid voor de prematuur.
Bij vragen over borstvoeding kunt u terecht bij de organisatie La Leche League Nederland.
Flesvoeding
Er zijn verschillende soorten flesvoeding te koop. U krijgt van de kinderartsen advies welke voeding u het beste aan uw baby kunt geven. Op de verpakking staat de bereidingswijze vermeld, evenals de wijze van bewaren. Soms heeft uw baby speciale voeding en/of toevoegingen nodig. Uw arts geeft dan een recept/dieetvergoeding.
Verwarmen van de voeding
Het opwarmen van de voeding kan in een flessenwarmer of in de magnetron. We raden af om moedermelk in de magnetron op te warmen, omdat belangrijke antistoffen dan
verloren gaan.
Bij het opwarmen adviseren wij:
in de magnetron de fles niet af te sluiten, zodat de warmte kan ontsnappen;
met maximaal 500 Watt te verwarmen, zodat de voeding niet te snel wordt verwarmd. De exacte tijdsduur is afhankelijk van de hoeveelheid voeding;
na verwarming de fles te zwenken, zodat de warmte wordt verdeeld;
overgebleven voeding weg te gooien, deze mag u niet nog eens opwarmen.
Schoonmaken van de fles
Spoel de fles en de speen na gebruik om met water. Bewaar de fles in de koelkast. Kook de fles, speen en eventueel fopspeen één keer per dag drie minuten uit.
Spugen
Veel baby’s geven na de voeding een beetje voeding terug. Als u uw baby goed laat boeren, vermindert dat de kans op spugen. Maakt u zich ongerust over het spugen of merkt u dat het spugen toeneemt, neem dan contact op met uw huisarts of het consultatiebureau.
Vitamines en medicijnen
Baby’s hebben extra vitamine nodig.
Vitamine K 150 microgram eens per dag, vanaf de achtste dag tot en met drie maanden. Als er meer dan 500 ml kunstvoeding wordt gegeven kan de vitamine K gestopt worden;
Vitamine D, 10 microgram eens per dag, vanaf dag acht tot vier jaar.
Meng de vitamines en/of medicijnen niet door de voeding heen. Bij ‘resten’ mist uw baby dan een deel van de medicijnen. Sommige medicijnen, zoals ijzer, mogen niet met de melkvoeding worden gegeven.
Natte luiers en ontlasting
Natte luiers
Normaal heeft een baby zes tot tien natte luiers per dag.
Ontlasting
Bij borstvoeding zijn de eerste drie tot vier weken alle soorten ontlasting normaal, zelfs
‘spuitluiers”, van een paar keer per dag tot één keer per week. Zelden geeft de ontlasting bij borstgevoede baby’s problemen. Bij kunstvoeding heeft uw baby doorgaans eenmaal per
dag ontlasting. De ontlasting is meestal zacht en geelbruin van kleur. Als uw baby extra ijzer krijgt kan de ontlasting donkerder van kleur zijn.
Bezoek
Kraambezoek is leuk, gezellig en natuurlijk welkom. Maar denk hierbij vooral eerst aan uzelf en uw gezin. Soms is verstandig met uw familie en vrienden afspraken te maken voor het kraambezoek. Vraag bezoek dat verkouden is of een andere infectieuze aandoening heeft (zoals bijvoorbeeld een koortslip, diarree of een kinderziekte) een andere keer te komen. Haal uw baby niet steeds uit bed als er bezoek is. Trekt u zich met uw baby terug bij het voeden zodat uw baby in alle rust kan drinken. Hoe kleiner de baby, hoe gevoeliger hij/zij is voor onrust en vermoeidheid.
Naar buiten
Als uw baby zichzelf in huis goed op temperatuur kan houden, mag u gaan wandelen met uw baby. Houd de eerste uitstapjes kort, omdat de baby nog moet wennen aan de
buitenlucht. Pas de kleding aan op de buitentemperatuur. Uw baby verliest vooral warmte via het hoofd. Doe uw baby daarom een goed passende muts op. In de winter kunt u eventueel de wandelwagen voorverwarmen met een kruik. Ga bij regen, wind of mist niet buiten wandelen met uw baby als dit niet per se hoeft. Directe zonnestralen zijn niet goed voor uw baby. Gebruik een zonneschermpje of een parasol ter bescherming en eventueel een goede zonnebrandcrème.
Autorijden
Controleer steeds voor het autorijden of uw baby goed ondersteund zit in een goedgekeurd autostoeltje. Zorg dat het stoeltje juist bevestigd is in de auto. Een stoeltje mag nooit geplaatst worden op een stoel met een airbag of deze moet eerst worden uitgeschakeld.
Neem uw baby tijdens het autorijden nooit op schoot.
Nazorg
Het consultatiebureau wordt door ons op de hoogte gesteld van het ontslag. De wijkverpleegkundige zal dan een afspraak met u maken voor het eerste huisbezoek.
Bij ontslag krijgt u mee:
afsprakenkaart voor de poliklinische controle
verpleegkundige overdracht, deze kunt u laten zien aan de wijkverpleegkundige recepten voor medicijnen indien van toepassing
aanvraag voor dieetvergoeding indien van toepassing
Medische informatie over uw baby gaat per brief of mail naar uw huisarts, verloskundige en het consultatiebureau. Indien u bezwaar heeft tegen het doorsturen van medische informatie over uw baby, laat dat dan weten aan de behandelend kinderarts.
Telefonische nazorg
We willen graag weten hoe het met uw baby en u gaat na het eerste nachtje thuis. De dag na ontslag belt de verpleegkundige van de couveuse-unit u. Heeft u vragen of problemen over de verzorging van uw baby, stel die dan gerust.
Uitgestelde kraamzorg
Het is raadzaam om bij uw zorgverzekeraar te informeren of u in aanmerking komt voor uitgestelde kraamzorg. Als de zorgverzekeraar hiervoor een aanvraag van de kinderarts wil, kunt u dit aangeven bij de kinderverpleegkundige.
Vragen?
Heeft u na nog vragen of wilt u iets overleggen, neemt u dan contact op met afdeling B22 Kindergeneeskunde,
T 088 753 22 24.
Adres en internetsites:
La Leche League.nl www.lalecheleague.nl T 0111 41 31 89
Vereniging van Ouders van Couveusekinderen (V.O.C.) www.couveuseouders.nl
T 070 386 25 35 www.veiligheid.nl
Contact
Couveuse-unit T 088 753 22 23 24 uur per dag