Vastgesteld 22.11.2016
Good Goverance Toezicht door GGD Gelderland-Zuid
Hoe verhoudt het toezicht zich dat tot de andere GGD-taken?
De GGD houdt in opdracht van gemeenten en gebaseerd op wetgeving op een aantal gebieden toezicht. Het gaat om:
Toezicht kinderopvang
Toezicht WMO
Toezicht Technische Hygiënezorg
Tegelijkertijd voert de GGD andere taken uit als adviseur of zorgaanbieder die soms de werkvelden van het toezicht raken. Voorbeelden hiervan zijn:
Adviseren van scholen en kinderdagopvang over gezonde scholen, bso’s en kinderdagopvang
Uitvoeren van projecten of zorg in het kader van de Wmo, zoals toeleiding naar WMO
Adviseren van instellingen over hygiënisch werken en infectiepreventie
Adviseren van en training geven aan Wmo-aanbieders
Voor de organisaties die met de toezichthouders van de GGD te maken krijgen, moet duidelijk zijn hoe het toezicht zich verhoudt tot de overige GGD-werkzaamheden en vice versa. Ook voor GGD-
medewerkers zelf moet dat duidelijk zijn.
Afspraken over onderscheid GGD-toezicht en overige GGD-taken
1. De GGD is open en duidelijk over de verschillende rollen die wij vervullen en hoe wij die rollen scheiden:
de toezichthouders hebben een controlerende functie en houden toezicht op de
kwaliteit in opdracht van gemeenten of Rijk. De houder dient medewerking te verlenen aan de toezichthouders;
de adviseurs en zorgverleners van de GGD denken mee met de betreffende organisaties, adviseren over de kwaliteit van hun uitvoeringspraktijk en maken
afspraken over de onderlinge samenwerking. De samenwerking geschiedt op vrijwillige basis;
informatie en signalen van adviseurs en zorgverleners worden niet gedeeld met toezichthouders; er zijn twee uitzonderingen hierop:
- indien adviseurs en zorgverleners signalen hebben dat de sociale en/of fysieke veiligheid van de doelgroep mogelijk in het geding is. Dit signaal wordt besproken met de betreffende organisatie, waarna deze signalen wel kunnen worden gedeeld met de betreffende toezichthouders;
- adviseurs en zorgverleners houden zich altijd aan de meldcode kindermishandeling.
2. We maken duidelijk kenbaar dat op een aantal terreinen volgens de wet al geregeld is dat niet de GGD maar een andere organisatie het toezicht verzorgt. Voorbeeld: de Inspectie Jeugdzorg houdt toezicht op Veilig Thuis, ook al is dat een WMO-taak.
3. We maken duidelijk dat op een aantal terreinen de advies- en de toezichttaak een wettelijke verantwoordelijkheid is die bij de GGD is belegd (zoals inspectie Kinderopvang en inspectie van tatoo- en piercingshops).
4. Als een toezichtsonderzoek betrekking heeft op het werk van de GGD zelf, dan voeren wij dat onderzoek niet zelf uit. Andersom doen wij dat ook als andere GGD’en dat niet zelf kunnen.
Voorbeeld: WMO-Toezicht heeft in 2016 een onderzoek uitgevoerd in opdracht van gemeente Zoetermeer omdat de GGD in die regio zelf onderwerp was van onderzoek.
5. GGD-adviseurs of –zorgverleners vervullen nooit tegelijkertijd de functie van toezichthouder.
Voorbeeld: een adviseur Gezonde Kinderopvang is altijd een ander persoon dan de toezichthouder kinderopvang.
2 van 2
6. Toezichthouders handelen integer. Zo moeten zij een belangentegenstelling altijd direct melden bij de Directeur Publieke Gezondheid.
Voorbeeld: een toezichthouder kan geen toezicht houden bij een houder die hij of zij persoonlijk kent.
7. Een toezichthouder plant een bezoek bij een organisatie nooit gezamenlijk met een adviseur of uitvoerder van de GGD.
Voorbeeld: een toezichthouder komt meestal onaangekondigd; een GGD-adviseur maakt altijd vooraf een afspraak.
8. Alle toezichthouders van de GGD zijn op naam benoemd door de Directeur Publieke
Gezondheid, die dat mag doen van de gemeente of de wet. Dat wordt zichtbaar op de volgende manier:
alle toezichthouders hebben een GGD-pas waarop duidelijk herkenbaar staat aangegeven dat zij toezichthouder zijn;
de toezichthouder meldt altijd voor welk doel hij/zij komt;
de toezichthouders laten de pas in ieder geval bij hun eerste bezoek zien.
9. De GGD zorgt er voor dat zijn toezichthouders, adviseurs en uitvoerders volgens hun professionele normen werken. Hun opstelling is in alle situaties gepast en kundig.
Voorbeeld:
toezichthouders oefenen hun taak uit volgens hun eigen bevoegdheden, ze nemen niet de rol van adviseur; ze vragen ook niet aan adviseurs om hun taak over te nemen omdat ze toch al bij de aanbieder zijn;
adviseurs oefenen hun taak uit volgens hun eigen bevoegdheden, ze nemen niet de rol van toezichthouder op zich; ook andersom vervullen toezichthouders niet ook de rol van adviseur..