Stellingen Jos Verkroost
1. Een kwaliteitszorgsysteem heeft alleen voorspellende waarde voor die onderwerpen waarop het zich specifiek richt.
2. De beste voorspeller voor de prestaties van
schoolbesturen op korte termijn, zijn de prestaties in het recente verleden.
3. Verticale schoolbesturen hebben geen voordeel voor de doorstroming van leerlingen en leiden niet tot betere onderwijsresultaten dan niet-verticale schoolbesturen.
4. Verticale schoolbesturen hebben een slechtere financiële positie en een grotere overhead dan niet- verticale schoolbesturen.
5. Hiërarchische besluitvorming met verschillende
indicatoren leidt tot een vermindering van fouten van de tweede soort in een financieel risicomodel.
6. Bij het onderzoek naar permanente prestatieverschillen moet de factor toeval als een reële oorzaak in de overwegingen worden betrokken.
7. De toenemende flexibilisering van arbeid in het onderwijs heeft geen negatief effect op de onderwijskwaliteit.
8. Effectiviteit van non-profitorganisaties als scholen is niet in een beperkt aantal criteria uit te drukken.
9. Gepercipieerde regeldruk kent geen relatie met het feitelijk aantal regels waaraan moet worden voldaan.
10. De uitvoering van de Herziening Onderwijs Salarissen (HOS) in 1985 is een belangrijke factor geweest in de vermindering van de aantrekkelijkheid van het
leraarsberoep.
11. De professionele autonomie van docenten is het meest gediend bij een sterke regulering door de overheid. Dit beschermt ze tegen het bedrijfseconomisch denken van het management.