AD 22- 2002 - 1 / 4
ADVIES Nr 22 / 2002 van 8 juli 2002
O. Ref. : 10 / A / 2002 / 019
BETREFT :
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1995 waarbij aan bepaalde personeelsleden van het Ministerie van Economische Zaken toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en machtiging tot het gebruik van het identificatienummer van dat register worden verleend.
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 29.
Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid artikel 5, eerste lid, en artikel 8, eerste lid.
Gelet op de adviesaanvraag van de Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, van 3 juni 2002.
Gelet op het verslag van dhr. Frank Robben.
Brengt op 8 juli 2002 volgend advies uit.
AD 22 - 2002 - 2 / 4
1. VOORWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG ---
Het ontwerp van koninklijk besluit dat door de Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, aan de Commissie voor advies wordt voorgelegd, heeft tot doel enkele wijzigingen aan te brengen aan het koninklijk besluit van 14 september 1995 waarbij aan bepaalde personeelsleden van het Ministerie van Economische Zaken toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en machtiging tot het gebruik van het identificatienummer van dat register worden verleend.
Bij genoemd koninklijk besluit werd aan bepaalde personeelsleden van het Ministerie van
Economische Zaken – met name de Secretaris-generaal, de Directeur-generaal van het Bestuur Algemene Diensten en de ambtenaren van niveau 1 die onder de bevoegdheid van het Bestuur Algemene Diensten vallen en die daartoe uit hoofde van hun ambt met name en schriftelijk worden aangewezen door de Minister van Economische Zaken – binnen bepaalde grenzen toegang verleend tot de informatiegegevens van het Rijksregister, voor het vervullen van de taken in verband met het administratieve beheer van het personeelsbestand dat door het Ministerie wordt bijgehouden in de uitoefening van zijn wettelijke en reglementaire bevoegdheden. Dezelfde personeelsleden werden daarenboven gemachtigd om het rijksregisternummer van de personeelsleden van het Ministerie te gebruiken, uitsluitend voor de identificatie van de
betrokkenen in het personeelsbestand. De lijst van de door de Minister van Economische Zaken aangewezen ambtenaren van niveau 1 van het Bestuur Algemene Diensten, met vermelding van hun graad en van hun ambt, dient jaarlijks te worden opgesteld en aan de Commissie te worden overgemaakt.
De Commissie oordeelde in haar advies nr. 18/93 van 8 november 1993 dat de
informatiegegevens van het Rijksregister bijdragen tot de vaststelling van de administratieve en geldelijke toestand van de personeelsleden van het Ministerie en dat deze taken de toegang tot het Rijksregister rechtvaardigen. Ze bracht, onder voorbehoud van een aantal opmerkingen, een gunstig advies uit.
Ingevolge het ontwerp van koninklijk besluit dat heden voor advies aan de Commissie wordt voorgelegd, zou de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister en het recht om het rijksregisternummer te gebruiken voortaan verleend worden aan de Secretaris-generaal, de Directeur-generaal van het Bestuur Algemene Diensten en bepaalde ambtenaren van het Bestuur Algemene Diensten die daartoe uit hoofde van hun ambt met name en schriftelijk worden
aangewezen door de Directeur-generaal van dit Bestuur.
De toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister en het recht om het
rijksregisternummer te gebruiken zouden derhalve niet langer beperkt worden tot ambtenaren van niveau 1 en de bevoegdheid tot het aanwijzen van de betrokken ambtenaren zou overgaan van de Minister van Economische Zaken naar de Directeur-generaal van het Bestuur Algemene Diensten.
De lijst van de aangewezen ambtenaren zou daarenboven niet langer jaarlijks worden overgemaakt aan de Commissie maar wel te harer beschikking worden gehouden.
AD 22 - 2002 - 3 / 4
2. TOEPASSELIJKE WETGEVING ---
Krachtens artikel 5, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen verleent de Koning toegang tot het Rijksregister aan de openbare overheden, de instellingen van openbaar nut bedoeld bij de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, de notarissen en gerechtsdeurwaarders, voor de informatie die zij krachtens een wet of een decreet bevoegd zijn te kennen alsmede de Orde van Vlaamse balies en de Ordre des barreaux francophones et germanophone, met als enig doel aan de advocaten de informatie mede te delen die zij nodig hebben voor de taken die zij als medewerkers van het gerecht vervullen.
Krachtens artikel 8, eerste lid, van dezelfde wet kan de Koning, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en bij in Ministerraad overlegd besluit, de
openbare overheden en de instellingen bedoeld bij artikel 5 van de wet machtigen om het rijksregisternummer te gebruiken, binnen de grenzen en voor de doeleinden door hem bepaald.
3. ONDERZOEK VAN DE ADVIESAANVRAAG ---
De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, deelt aan de Commissie mee dat de huidige beperking van de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister tot bepaalde ambtenaren van niveau 1 van het Bestuur Algemene Diensten van het Ministerie van Economische Zaken in de praktijk moeilijkheden met zich brengt. Vaak worden personeelsdossiers immers samengesteld en behandeld door ambtenaren van andere niveaus, voor wie het eveneens onontbeerlijk is toegang te kunnen krijgen tot de
informatiegegevens van het Rijksregister of het rijksregisternummer te mogen aanwenden (met het oog op weddeberekening, toepassing van de pensioen- en arbeidsongevallenwetgeving,…).
De Commissie meent dat de door het ontwerp van koninklijk besluit beoogde uitbreiding van de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister en het recht om het rijksregisternummer te gebruiken voldoet aan gerechtvaardigde doeleinden.
De in het ontwerp van koninklijk besluit voorgestelde werkwijze om de lijst van de aangewezen ambtenaren niet langer jaarlijks aan de Commissie over te maken maar ze integendeel ter beschikking van de Commissie te houden, draagt de voorkeur van de Commissie weg. Het ter beschikking houden van de lijst laat immers toe dat zij permanent geactualiseerd blijft.
Artikel 2 van het ontwerp van koninklijk besluit bepaalt dat de Directeur-generaal van het Bestuur Algemene Diensten de lijst van de aangewezen personeelsleden met vermelding van hun graad en van hun ambt ter beschikking houdt van de Commissie. Deze bepaling moet aangepast worden in het licht van de Copernicusschikkingen die geen graden meer voorziet, maar enkel functies.
AD 22 - 2002 - 4 / 4
De Commissie heeft geen verdere opmerkingen bij dit ontwerp van koninklijk besluit.
OM DEZE REDENEN
brengt de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, onder voorbehoud van de hogervermelde opmerkingen, een gunstig advies uit.
De secretaris, De voorzitter,
(get.) B. HAVELANGE (get.) P. THOMAS.