• No results found

01-04-1980    Bram van Dijk, Paul van Soomeren Vandalisme in Amsterdam – Vandalisme in Amsterdam

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "01-04-1980    Bram van Dijk, Paul van Soomeren Vandalisme in Amsterdam – Vandalisme in Amsterdam"

Copied!
269
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

c

Vandalisme in Amsterdam

door: BRAM VAN DIJK en PAUL VAN S:oe. •• ::

(2)
(3)

VANDALI SME IN AHSTERDAM .

DOOR:

Bram van D i j k , vld Helstpark 33, Muiderberg ,

te l . 02942- 1 2 2 8 .

Apr i l 1 980 .

paul van Soomeren , Zeeburge rdi j k 1 , Amsterdam ,

te l . 020-650026.

(4)

Bijlage B

'\..

.,� . M .... 'HI"'t.tlrt�'rf.O�

Gemeente Amsterdam verdeeld in -11 stadsdelen en 89 buurtcombinaties

j : > J

. .

. , ,

... ��

. . �. , '

" � : ��[

' .. \\\� �v_.� . " I

... WEE!!,, ' !

, ' ... -'-" .- ,, !

) -

!

NDMETEN EN Io(AR70G�.l,t='Ë

(5)
(6)

-1-

Voorwoord .

In een voorwoord behoort men iedereen te bedanken die op wat voor wi j ze dan ook een be l angr i j ke b i j dr age heeft ge leverd aan het desbetre ffende werkstuk .

Aange z ien het ons moe i l i j k valt een grens te trekken tus sen hen die we nie t w i l len bedanken en hen die we we l w i l len bedanken , z u l l e n we maar zeggen :

BEDANKT ALLEMAAL!

(7)

INHOUDSOPGAVE .

Hoof d s t uk I : INLEIDING . Hoof d s tuk 11: DE OPZE T . 2 . I . Inl e i ding

-II-

2 . 2 . De opz e t onderwij skund ig gez i en

2 . 3 . D� op z e t onder zoeks-organ i s a tori s ch gez i en 2 . 4 . De op ze t onderzoeks - techni �ch gez i en

No ten b i j h f s t . 11

Hoof d s tuk 111: DE LITERATUUR . 3 . 1 . I n l e i ding

3 . 2 . S o c i a l e eco logi e 3 . 2 . I . Inlei ding

3 . 2 . 2 . De Chi cago-s choo l 3 . 2 . 3 . Soc ial area analys i s

No ten b i j par . 3 . 2 .

3 . 3 . E co lo g i e van de j eugdd e l i nkwent i e 3 . 3 . 1 . Inl e i d i ng

3 . 3 . 2 . Besp rek i ng van enkele klas s ieke s tudies 3 . 3 . 3 . De o f f i c i ël e mi s daads t a ti s t i eken

3 . 3 . 4 . P leegp l aa ts-Woo np l aa t s

3 . 3 . 5 . H e t gevaar van de e co l o g ical fal l acy 3 . 3 . 6 . De theori evorming

No ten b i j par . 3 . 3 . 3 . 4 . De s ub-cul tuur

3 . 4 . I . Inl e i ding 3 . 4 . 2 . De theo r i eën

3 . 4 . 3 . Conce t i s er i ng van de sub- cul ture l e theorieën No ten b i j par . 3 . 4 .

3 . 5 . De Env i ronmental i s ten 3 . 5 . 1 . Inl e i di ng

3 . 5 . 2 . De theo r i eën

3 . 5 . 3 . Concr e t i s er i ng en conc lus ies No ten bij p ar . 3 . 5 .

3 . 6 . De j eugd-voorzi eni ngen 3 . 6 . 1 . Inle iding

3 . 6 . 2 . De i deeën over j e ugd-voo r z i eni ngen No t en b i j par . 3 . 6 .

Hoo f d s tuk I V : HET ONDERZOEK ; me t beh�lp van cij fers

1 - 2 2 I 3 6 1 2 2 1

2 3-90 23 26 26 2 7 30 32 33 33 34 39 45 4 7 49 5 3 54 54 5 5 6 4 7 1 7 2 7 2 7 3 80 8 3 84 84 85 90

9 1 - 1 7 8

4 . I . I n l e i di ng 9 1

4 . 2 . De oms chrij ving en op era t i onal i s er ing van

he t begrip vandal i sme 9 3

4 . 2 . 1 . Inle i di ng 9 3

4 . 2 . 2 . D e oms chrij ving van he t begrip vandal i sme 9 3 4 . 2 . 3 . He t me ten v an vandal i sme 9 6

No ten b i j par . 4 . 2 . 1 09

4 . 3 . De vern i e lkaar t 1 1 0

4 . 3 . 1 . Inl e i ding 1 1 0

4 . 3 . 2 . De kaar t : Wat s taa t e rop ? 1 1 0 4 . 3 . 3. De kaar t : Een kor te b�spreking 1 1 2 4 . 4 . De toe t s i ng van de ideeën der environmental isten 1 1 5

4 . 4 . I . I n l e i ding 1 1 5

4 . 4 . 2 . De toe t s i ng : g l ob aal 1 1 5 4 . 4 . 3 . De toe t s i ng : s pe c i f i eker 1 1 7 4 . 4 . 4 . E indconc l u s i e s m . b . t . de envi ronmental i s ten 1 26

No ten bij p ar . 4 . 4 . 1 30

(8)

- III- Inhoudsopgave (vervolg).

11.'). Ih' luvlsillj.\ van tie sociaal ec:o.Logiscile- en

suh-cul lurele ideeën over vandalisme 131

4.5. I . Inleiding 131

4.S.2. Recapitulatie van de belangrijkste punten uit uit de sociaal-ecologische en sub-culturele t hoor j L'l; n

4.5.3. De variabelen

4.5. 4. De selectie van gebiedseenheden 4.5.5. De ecologische analyse

4.5.6. Conclusies

Noten bij par. 4.5.

4.6. De toetsing van de ideeën over jeugd-voor­

zieningen 4.6.1. Inleiding

4.0.2. Jeugd-voorzieningen: omschrijving en operationalisering

4.0.3. Toetsing van het idee dat in buurten waar voorzieningen zijn, weinig verni�ld wordt 4.6.4. Toetsing van het idee dat vandalisme zich

concentreert rond jeugd-voorzieningen 4.6.5. Eindconclusies over de jeugd-voorzieningen

Noten bij par. 4.6.

4.7. Eindconclusies n.a.v. het onderzoek m.b.v.

cijfers

Itollfdstuk V: HET ONDERZOEK m.b.v. interviews

veel 132 134 141 143 157 161

164 164 165 165

168 173 174 175

179- 2 07

'i.l. Inleiding 179

5.2. Gesprekken met storingsmonteur s 180

5.2.1. Inleiding 180

S.L.J. Verslag van de trektochten 181

5.2. l. Conclu sies 183

S. l. De opzet van de gesprekken met "sleutelpersonen" 1 84

I)� \� 1. lnlC'iciinCJ 1 84

" l. :'. 11(" kdd('r voor tI(· vriJag<J0sprekken ') . l. l. Dl' select.ie' vall de sleutelpersonen ', . IJ. De in terviews

S.4.1. Inleiding 5.4.2. Osdorp

'ï. 4. l. De Dierenriembuur t

5.4.4. Conclusies

5.5. S l o tconc l u s i es

Noten bij hoo fds tuk 5

Hoofds t uk VI : DE CONCLUSIES 6.1. Inleiding

6.2. De inhoudelijke conclusies

6.3. De onderwijskundige conc l usies Noten bij hoofds tuk 6

LiterAtuurlijst

1 BIJ 1B7 lWJ

189 189 1 96 200 2 05 2 07

20B-22°l LOl!

2 08 212 2 23 2 2 5 2 2 7-2 43

(9)

-IV-

HOOFDSTUK I: INLEIDING.

U bent zojuist begonnen met het lezen van een:

Doctopaal scPiptie Sociale Geogpafie met als onderwepp Vandalisme in Ams tepda-n.

Maar wat houdt dat nu in?

-Doctopaal scpiptie:

Voor ons markeert dit lijvige verslag het eind van onze zeven jarige studie. Deze scriptie vormt dus het laatste werkstuk (studie onderdeel) van onze universitaire loopbaan als student.

Met andere woorden: als u dit leest, zitten wij op het zonnige strand van Benidorm van onze verse Drs titel te genieten.

Overigens is deze vacantie niet geheel onverdiend. In deze doctoraal scriptie zitten n.l. 1400 werkuren, gespreid over een periode van ongeveer jaar.

Het zal duidelijk zijn dat zo'n groot en zwaar studie onderdeel als de scriptie enige aparte problemen met zich meebrengt.

Op deze problemen zal dan ook door ons -in het allereerste begin en op het allerlaatste eind van deze scriptie- ingegaan worden.

-Sociale GeoaFa[ie:

Het nederlandse woord voor Geografie kennen we allemaal: Aardrijkskunde.

Maar als een tante ons op een verjaardag vroeg: "Wat is dat dan precies ....

die sociale aardrijkskunde?", dan parelde het angstzweet op onze rug en kleurden de konen in verlegenheid rood.

Laten we -om de vrolijke sfeer van toekomstige verjaardagen niet te bederven-· dus maar eens kijken wat er nu zo typisch Sociaal Geografisch is aan deze scriptie (1). (�Lb.: zie voor noten bij dit hfst. pag. IX).

Ons inziens is het speciale "de ruimtelijke optiek", of: "de ruimtelijke bril die we steeds ophebben".

Wij zijn met andere woorden -als geografen- steeds geinteresserd j n de vraag waar een bepaald verschijnsel (in ons geval Vandalisme) zich voordoet.

Via het beantwoorden van deze "� vraag", hopen we met originele antwoorden te komen op de vraag waarom een bepaald verschijnsel zich

(daar) voordoet,

Geografen hebben n. 1. het idee dat verschij nselen in een bepöd lul' 0111-

geving plaatsvinden en dat die omgeving belangrijk is voor de verklaring van die verschijnselen.

(10)

-V-

Ook op een concreter niveau openbaart zich deze "geografen tic".

Stel dat u een wetenschappelijke speelkamer inricht met allerlei bal­

letjes, retorten, ziekenhuisbedjes, encyclopedieën, woordenboeken etc.

De daarin toegelaten horde wetenschappers zou zich gelijk werpen op al die speeltuigjes.

Wij (de geografen) zouden daarbij dan ongetwijfeld afrennen op de stapel kaarten, plattegronden en atlassen, om die vervolgens in een

rustig hoekje te gaan bekijken en elkaar op de pikante details te wijzen.

Via kaarten krijgt men n.l. een mooi overzicht van waar iets voorkomt;

de kaart geeft een afbeelding van de spreiding van het gekarteerde ver­

schijnsel.

Men zal dan ook zien dat we in de 250 pagina's die volgen steeds die

"ruimtelijke bril" zullen dragen: Onze eerste interesse zal steeds uitgaan naar de vraag·� vandalisme in Amsterdam voorkomt.

Via -en na- deze vraag, hopen we meer licht te werpen op de "waarom vraag".

Overigens zullen we niet vergeten ruim aandacht te besteden aan de speciale problemen die deze (eerste) "omweg" met zich meebrengt.

-Vandalisme in Amsterdam:

Er wordt in de media tegenwoordig steeds vaker gesproken over dit onder­

werp. In de -veelal sensationeel gebrachte- krantenartikelen stelt men dat "het" vandalisme "onrustbarend toeneemt".

Door de politie en door andere gemeentelijke diensten wordt geklaagd dat "er geen houden meer aan is".

Amsterdam maakt daarbij kennelijk geen uitzondering, want in 1 978 besloot de Gemeente Raad tot het instellen van een speciale commissie die het probleem maar eens moest bekijken (commissie Jeugdvandalisme) Hun eindrapport (sept. 19791 maakt in ieder geval duidelijk dat over het verschijnsel vandalisme zeer weinig bekend is.

En daarmee komen we dan ook op het eerste vreemde punt van vandalisme:

Iedereen weet dat het bestaat en praat erover; journalisten schrijven er over.� . • . , • ..• • • • . een uitgekauwd onderwerp zou men dus denken.

Het tegendeel is echter het geval: Het blijkt dat over vandalisme zeer weinig bekend is.

Zowel op theoretisch niveau als op het meer practische niveau der gemeentelijke diensten. _ Toen we bijvoorbeeld in de aanvang van ons onderzoek begonnen te zoeken naar literatuur over vandalisme, bleek de oogst zeer mager. Op onze vragen naar gegevens bij gemeentelijke diensten

(11)

-VI-

kregen we eerst de meest spectaculaire antwoorden, maar bij nader in­

zien bleken "harde" gegevens veelal niet voorhanden.

Een vreemde zaak! Een onderwerp waar iedereen over praat en zijn mening over heef�, maar waar niemand het fijne vanaf weet.

Onze interesse was nu echt gewekt: We hadden een ontdekt!

Ons scriptie onderwerp stond daarna vast: Vandalisme.

gat in de markt

De toevoeging "in Amsterdam" was een werkbesparende open deur voor twee geboren Mokkummers.

Maar wat is "vandalisme" dan wel?

Het is in ieder geval iets dat "anderen" doen! (Mijn kinderen doen zo iets niet agent!) .

En van die "anderen" (de vandalen) bestaan de wildste beelden:

Het zijn bendes puisterige jongelui, die gehelmd en gewapend met fiets­

kettingen en looien pijpen zo maar voor de lol lantaarnpalen in elkaar slaan en "en passant" oude dametjes ombuigen.

Dit beeld dat men over vandalen en vandalisme heeft staat ons inziens een beter begrip van het onderwerp in de weg.

Vandalisme -en in ieder geval "ons" vandalisme- is een zeer wijd verbreid tijdverdrijf (21.

De lezer zal zich moeten verzoenen met het idee dat "die kindertjes die daar zo leuk buiten spelen" ook (soms) vandalen (kunnen) zijn!

Het idee van de puisterige bendes moeten we maar even naar de achter­

grond duwen.

Uit het bovenstaande volgt een belangrijk praktisch probleem:

Het is moeilijk te achterhalen wie nu de vandalen zijn.

En aangezien ze ook moeilijk te pakken zijn, kunnen we niet voor hulp bij Oom Agent aankloppen.

(12)

"

-VII-

Maar wat dan?

We besloten ons in de eerste plaats te richten op vernielingen.

In plaats van de vandaal, gaven we dus onze grootste aandacht aan de (vernielde) lantaarnpaal, boom of haltebord.

Ook deze tweede "omweg" stelt ons voor enige netelige problemen, waar we dan ook ruim aandacht aan moeten besteden.

Welnu ... de lezer weet nu zo'n beetje waar hij aan begonnen is:

Een Doctoraal scriptie Sociale Geografie met als onderwerp Vandalisme in Amsterdam.

Eén punt béhoeft thans nog een nadere toelichting en dat is de leesbaarheid van dit verslag.

Met andere woorden: staat dit verslag vol met moeilijk en onbegrijpelijk wetenschappelijk geneuzel of is het ook voor buitenstaanders nog een beetje begrijpelijk verhaal?

Nu is het begrip "leesbaarheid" afhankelijk van "wie" iets leest en

"waarom" die persoon het leest. Men spreekt hier ook wel van de "doel­

groep".

Aançrezien wij een soort "proeve van ons wetenschappelijk kunnen en kennen"

dienen te leveren met deze scriptie, vormt onze doelgroep in eerste instantie het Sociaal Geografisch Instituut.

Doch daar hebben we het niet bij gelaten!

We hebben geprobeerd iets te schrijven dat ook bij een minder specia­

listisch ingevoerd clubje nog begrijpelijk overkomt.

Het is echter onmogelijk een compleet onderzoeksverslag te schrijven dat iedereen altijd zal boeien.

Vandaar ook dat we -om dit probleem enigszins te ondervangen- hieronder een "leeswijzer" laten volgen, waarin globaal aangegeven staat wat men in dit verslag kan aantreffen. Verder vindt u in de diverse "inleidingen"

over het algemeen telkens een korte schets van hetgeen komen gaat.

Succes�

(13)

-VIII-

Leeswijzer.

Rfst. 11: Dit bestaat eigenlijk uit twee delen. Na een onderwijskundige schets van de problemen die verbonden zijn aan het schrijven van een scriptie (2.2.) geven we aan hoe wij die problemen omzeilen ( 2 . 3 . ) . Dit mondt uit in onze opzet voor dit onderzoek. We geven in 2 . 4 . de

vragen waarover we ons het hoofd braken. Die vragen worden op het eind van die par. samengevat in onze probleemstelling.

Rfst. 111: In dit hoofdstuk wordt de literatuur besproken, die we bij deze scriptie gebruikt hebben. Globaa l aangegeven dient de literatuur twee doelen: 1) Zij moet ideeën aan de hand doen over

"het waar en waarom van vandalisme" en ons uiteindelijk in staat stellen een aantal hypothesen te maken. Centraal daarbij staat daarbij het werk van Shaw en McKay. 2 ) Tevens moet de literatuur aangeven welke methodologische problemen er aan het onderzoek kleven dat ons voor ogen staat.

De literatuur valt in vier delen uiteen:

-In 3 . 2 . behandelen we de fundamenten van.lde sociale ecologie.

-Daardoor is duidelijk binnen we lke sociaal geografische stroming de

in 3 . 3 . gepresenteerde ecologische theorieën over jeugddelinkwentie

onder te brengen zijn.

-In 3 . 4 . worden ter relativering en aanvu lling op die ecologische theorieën

een aantal sub-culturele theoretici aan het woord gelaten.

-In 3 . 5 besteden we aandacht aan een relatief nieuwe stroming binnen

de crimino logie, die zich richt op de "micro omgeving" waar delinkwentie p laatsvindt. De twee smaakmakers van deze stroming duiden we aan met environmentalisten.

-Ten slotte komt in 3 . 6 . de vraag aan de orde hoe er gedacht wordt over de rol van jeugd-voorzieningen bij de prob lematiek van het vanda lisme.

Dit is a ls een aparte par. opgenomen, omdat de eerder genoemde theoretici daar geen aandacht aan hebben geschonken.

Bfst. IV: Na het doorworstelen van de literatuur kunt u zich opmaken voor de werkelijke strijd: het onderzoek op basis van de door ons verzamelde gegevens. Het hoofdstuk is opgebouwd volgens het geijkte onderzoeksmodel:

-Omschrijven en meten van het te onderzoeken verschijnse l ( 4 . 2 . ) .

-Het presenteren van de verzamelde data, die dat verschijnsel indiceren.

Het betreft hier cijfers over vernielingen aan lantaarnpalen (de hoófdmoot) , haltepa len/borden, bomen en scho len. Deze presentatie geschiedt op een

(14)

- I X-

zeven de l ige kaar t . ( zie dan ook bi j lage 7 ) ; de be spreking van deze kaart is aan te tre ffen in 4 . 3 .

-Het toetsen van de hypothesen met behulp van die c i j fe r s . Hierbij wordt de volgorde uit hfst . 3 om presentatie technische redenen enigszins omgegooid . I n 4 . 4 . wordt met behulp van de kaart het centrale idee van de environmentali sten aan een test op geldigheid onderworpen . Daarna worden in 4 . 5 . enige hypothesen getoetst , die afge leid z i j n uit de

theorieën van de socia1e eco logen en uit de theori eën van de sub­

cul ture le theoreti ci .

De ideeën over de rol van voorzieningen komen ook b i j de toetsing achter­

aan en wel i n 4 . 6 .

Tot s lot van dit hoo fdstuk worden de be langrij k ste re sulta ten uit de diverse par . nog eens in het voetlicht gezet en - zo mogel i j k- met e lkaar i n verband gebracht .

H fst . V: Dit hoofdstuk i s bedoeld a l s een controle en aanvulling op de re sultaten van hfst . 4 . Dit doen we m . b . v . een aantal ge sprekken me t mensen die bi j hun werk in aanraking komen met vandali sme .

In 5 . 2 . treft de lezer de verslaggeving aan van een drietal gesprekken met storingsmonteur s van het GEB . Deze inte rviews vormen met name een controle op de va liditeit van gegevens over verni e l ingen aan lantaarnpa len .

In 5.3. geven we nauwkeurig aan we lke doe l ste ll ingen met het inte rviewen van schoo lhoo fden , j ongerenwerkers en wi j kagenten nage streefd worden . De verslaggeving van die ge sprekken vindt in 5 . 4 . plaats .

Ook dit h f s t . wordt bes loten met een aantal slotconclusie s ; u tref t ze in 5 . 5 . aan .

Hfst . VI : Ten s lotte doen we de lezer netj e s uitgeleide . I n 6 . 2 . geven we aan wat volgen s ons de belang ri j k ste resultaten van deze scriptie z i j n . In 6 . 3 . komen we terug op de onderwi j skundige opzet van het werk­

stuk en wordt o . a . gekeken in hoeverre we aan de in h fst 2 omschreven taken hebben voldaan .

Noten b i j hoofdstuk 1.

1. Per slot van rekening beantwoord men die verve lende vraag " Wat i s Sociale Geografie " vaak met het antwoord : " Sociale Geografie i s wat Soci aa l Geografen doen ! "

2 . Wij turfden de volgende vernielingen in ons onde rzoek : I n 4 maanden een dikke 600 vernie l i ngen aan GVB haltepalen ;

I n 3 ( andere ) maanden een dikke 2000 vernielingen aan lantaarnpalen .

(15)

-1-

Hoofds tuk 11 De Opze t .

2. I . Inl e i d i ng

Een prob l eems chet s :

Een s crip tie s chri j ven 1 S gekkenwerk !

De doctoraal s cr i p t i e vormt he t e indproduc t van de mees te uni vers i t a i re op l e i dingen . Het s ch r i j ven van zo'n s cript i e b li j k t e ch ter voor t a l l ozen f l i nke prob lemen met z i ch mee te b rengen :

- Vee l s tuden ten b l i jken b ij h e t s chrij ven a l s nel dood te l open , o f te verzanden . Ande ren z i en d ie bui a l hangen en beginnen er maar niet eens aan . Het res u l taat i s h e t z e l f de : Men s top t met de s tudi e , m . a . w . "s tudieui tval " .

Nog meer s tudenten b l i j ken b i j het s chrij ven van een s cript i e grote prob lemen te ondervinden . De zaak l oop t ui t de h and :

i ngrij pende verander i ngen 1n de oorspronk e l i j ke op ze t en t ij ds p l anning z i j n eerder rege l dan u i t zonder ing . Het res u l t aa t : s t udi eve r t raging ( I ) . A l s de s tudent ondanks d i t mij nenve ld van prob lemen t en s lo t te t o ch z i j n s cr i p t i e weet a f te ronden i s er vaak geen reden t o t gro te ui tb undi ghei d : - De s cribent b l i j kt vaak z e l f nogal ontevreden over h e t e i ndresu l taat .

"Is d i t nu al les ? " H i j had z ich er meer van voorges t e l d , maar omd a t

"he t" n u we l lang genoeg geduurd heeft , z u i g t h i j er maar e e n pun t aan . - Ook de beoorde l aars van een s cript ie z i j n ze l den t evreden .

Er zijn a l t i j d mee r di ngen niet gedaan dan we l gedaan .

- En daarover i s de s cr ibent dan wee r ontevreden : "Ts j a . . . als ik van te voren gewe ten had dat ze dat be l angr i j k zo uden vinden , dan . . . . " .

Kor tom : kormne r en kwe l zo ' n s cript ie!

Wat z i j n daar nu voor oorzaken aan t e geven? We Z 1 J n 0 . 1 . een s tuk op de goede weg a l s we het prob leem wij ten aan twee di ngen :

I . Een geb rek aan exp l i ci e t e normen t . a . v . de s cr ip t ie (2) . Toe l i ch ting :

\ve s p reken h i e r van normen . E r bes t aan e chter t a l l oze andere begrippen die min o f meer het ze l fde inhouden :

doe l s tel l ingen , l eerdo e l en , kriter i a , e i s e n , voorkeuren , p re ferent i es , be oorde l i ngspunt en .

De essen t i e van a l de ze be grippen i s ongeveer h e t z e l fde : ze moe ten duide l i j kheid geven over het (verwach te ) res u l taa t . ( ) . Z1e no ten einde van d i t hoo fds tuk , pag ina 21 en 22.

(16)

-2-

Dui de l i jkheid voor de s cribent en voor de beoordel aar ( o f anderen) over de p unten waaraan een s cr ip t ie zal moe ten vo ldoe n . De ze duide­

l i jkhe i d on tbreekt zolang de normen niet exp l i cie t gemaak t worden ( 3) .

2. Een s e ri e organis atoris che p rob lemen b i j het door lopen van het s crip tie proce s .

Toe l i ch ting :

De ze organis atori s che p rob lemen spi tsen z i ch vooral toe op het ge­

b rek aan t ijd . Daardoor worden de p unten 1 en 2 on losmak e l i jk me t e lkaar verbon de n .

Immers : jui s t door het geb rek aan t ijd worden normen me t behulp waarvan men keuzen i n het onderzoek kan maken e s s en t iee l .

We h ebben i n het b oven s taande een korte s chets gegeven van de p rob l emen rond de d o c toraal s cr i p t ie . O . i . vormt deze prob lemat iek e ch ter een onder­

dee l van een groter p rob leem . In fe ite hee f t n . l . elk onderzoek met de ze p rob lemen t e maken .

Onze opl ossing :

De lezer zal begrijpen dat W1J niet wi l l en we gzinken in het be s ch reven moe ras van p r ob lemen . We hebben daarom de vo lgende maa t rege len genomen : - Het formule ren van onz e e i gen normen waaraan de ze s criptie moe t vo ldoen

( z i e 2 . 2) . We hebben d i t gedaan door :

Ten eer s te het bes l u i t te nemen deze s crip t ie b i nnen de ge s te l de termi jn a f te ronden .

Ten tweede door een s erie leerdoe l en te f ormule ren .

- Om b i nnen de ges te lde t i jd me t behulp van de ges tel de normen de zaak organi s at o ri s ch goed t e l aten verlopen , hebben we vooraf een u i t gebre ide f as e ring opges teld ( z i e h ie rvoor 2 . 3) .

- De ges te l de normen d ienen e ch t e r n i e t a l s abs t racte b a l l onnen in de l ucht te b l i jven h angen . Ze moe ten ons onderzoek op één o f andere wijze s tructureren . Ze moe ten m . a . w . bruikbaar z i jn om keuzen 1 n d i t onderzoek te neme n . Om deze " doorwerking" van de normen 1n het onder zoek ges t a l te te geve n , hebben we gezoch t naar een methode die daarmee exp l i c i e t we rk t b ij de op zet van een onderzoek .

D i e me thode hebben we gevonde n , t oegepas t en we hebben daarmee een 1n­

h oude l i jk kader voor ons onder zoek afgebakend . Het resultaat vindt u 1 n 2 . 4 .

(17)

-3-

Ten overvl oede w�Jzen we op het feit dat de hiervoor verme l de punten : - het f ormul eren van o n z e eigen normen;

- h e t fas eren van het onderzoek;

- het afbakenen van een k ader , één geh e e l vormen . Het één k an onmoge lij k zonder h et ander .

2.2. De o p zet onderwij s k undig ge z�en

Van één van de normen die in de SGr studie gids staan verme l d , wi l l e n we expl i cie t ge bruik maken : De tij dsnorm (=700 uur ) .

We h e bben de z e 700 uurs norm van het b e gin tot het e ind v an ons onderzoek a l s een keih arde randvoorwaarde gebruik t . Hier zij n enige redenen voor a an te geven :

- Het is de e nige duide l ij ke en h arde norm die het SGr h anteert .

- E lk studie onderdee l moet binnen de "normtij d " a fgerond k unne n worden . - H e t �s voor on s b e l angrijk om t e l eren e en onder zoek a f te ronden ,

b innen de ervoor ges telde tij d . Ten eerste omdat we waars chij n l ij k ook in onze l atere b eroep s praktij k met d e z e eis ge c on fronteerd z u l l en worden . Te n twee de omdat we van menin g zij n d at e lke onderzoeker ten op zichte van zi.jn opdrachtge vers , de b e l an g s te l l en de n , de b e l ang h eb b e nden en

hetrokkenen de plicht h e e ft aan deze ei.s te v o l d oen . A l was het al l een maar om de duide lij kheid ( onder het motto : a f s praak is a f s praak) .

Als we de f actor tij d a l s k e ih arde randvoorwaarde wil l e n gebruiken is h et v an z e l f s p rekend van het groots te b e l an g d at de fasering van het proj e c t s te vig in e lk a ar zit . E e n s ituatie b . v . waarbij de 7 0 0 uur per man

" op " zij n ( uw vl a g is geva l l e n men e e r ) en h et eindproduct w e l " af" is maar zich nog b e vindt in h e t stadium v an gekrab b e l op k l adve l l e n en b ananen­

s ch i l l e n , moet vermeden worden!

Dit temeer d aar in dit proj e ct twe e s crib e n te n particip eren .

H et p l an is d an ook om on s "vand a l e n proj e ct" op te de l e n in ee n s e r � e -we l iswaar l o gische ope envo l gende , maar toch onders che idb are- fas e s . N a a f l oop van z o ' n f a s e k an op b a s is v an tus s e ntij d s e e v a l u atie de daarop v o l gende f a s e nader worden uitgewerk t . De z e inde ling in fas e s h e e ft als voordeel de moge l ij kh eid om ree d s in ee n vroe g s tadium tot "bij ste l ling"

van h e t pro j ect te k omen e n duide lij k de cons equenties v an z o'n bij stelling

(18)

-4-

a l te kunnen Z I en .

B . v . : Al s onve rwach t fas e I b l ij k t ui t te lopen (een i nteres s ante ZIJweg , onve rwach te moe l i j khe den e t c . ) , kan he t gevo l g z i j n ( vanze lfsprekend pas na Lmg de l ibereren) dat het be s l u i t va l t om fase 4 gCllCCI of gedee l te l i j k te s chrappen .

Een ove r z i ch t van de diverse fases die WI J I n di t onde rzoek hebben onde r­

s che iden vindt u in p ar . 2 . 3 .

B i j onze opmerk ingen over het hanteren van de fac tor t i j d a l s randvoorwaarde wi l len we t en s l o t te nog w i j zen op één pun t : We hebben ons ze l f deze norm nie t voor de l o l op ge l egd ! Zo ' n norm dient om de keuzen die in ons onder zoek gedaan moe ten worden te ve rgemakke l ij ken . Een gevo lg h i e rvan i s dat de

t i j dsnorm er voor zorg draagt dat b i j e lke ke uze he t onve rbidde lljk tikken

van de k l ok op de ach t e rgrond duide l i j k hoorbaar IS . Zowe 1 b ij dl' "lw 1 ;tng­

r i j ke " ke uzen (b . v . Waar doen we ons onde rzoek? ) , a ls bij de "milldl"" 11('­

l angr i j ke" ke uzen (h . v . S t el len we menee r ,lansen ook vraag '2'2. IlU)',n.

Om d i t s oort on de rzoeks-ke uzen te kunnen nemen, hebbl'n we l'l"l!tl'r 1I1l'('r

norme n nodig dan al l een een tijdsnorm�

Naas t deze randvoorwaarde z u l len we n . l . ook vooraf al dui dl' l ijkltl,jd IIIUl'len

hebben over "wat we wi llen l e r en" in die ter besch ikking SL1<lndl' l;.id, Daar toe zul len we vooraf leerdoel en (of : doe l s t e l l ingen) moe t en formu l e ren . He t z a l duide l i j k z i j n dat we me t deze l ee rdoe len in fe i t e t e ge l ij ke r t i j d verder onze e i gen normen aangeven . De normen waaraan de ze s crip t ie on s i � z ie n s z a l moe t e n vol doen .

Aan het maken van lee rdoe l en wordt vaak me t en i ge mi nach t i ng voorb ij ge gaan . Toch b l i j kt ui t het ( we inige) onderzoek dat hierove r 1S gedaan, dat het on tbreken van leerdoe l en ( vooral b ij s cr ip t ies!) aan de b as i s l i gt van b i j na a l le andere problemen . (Heintj es , 1 9 7 8 , pag . 25 ) .

Al s l e erdoe l en voor onz e s cr i p t ie z ien we :

I . Een i nhoude l i j k leerdoe l ( zie ve rder de prob l eems te ll ing en de ui L­

werk i ng daarvan)

2 . Een " onderzoek s t e chnis ch" l e e rdoe l : We wi l l en wa t ops teken ( l e ren) van de w i j ze waarop we zul len trach ten een op l os s i ng voor on z e prohlel'm­

s te l l ing t e vinde n . Hierb i j va l t een onde r s che id te maken naar l'en s er i e s ub-doe l en :

(19)

-6-

2.3. De opze t onde rzoeks-organ i s a to r i s ch ge z ien (de fase ring ) .

We moe ten on ze ge f o rmulee rde l ee rdoel en nu concre t i s e ren naar ree ë l u i t t e voe ren taken . We wi l len dat doen � n d e vorm van een u i tgewe rk t f as e-mode l van ons onde rzoek .

Daarb i j moe t en we na tuur l i j k i n de e e rs te p l aats rekening houden me t de door ons ges te l de t i j ds-voorwaarde . M.a.w.: het geheLl' prO("l'S mag

de ge s te l de 700 uur (pe r pe rs oon ) ni e t ove rschrij den .

Daartoe hebben we voor e lke fase een bepaa l de hoeve e l heid t i j d uitge­

t rokken . In principe moch t deze t i j d per fase ni e t overschreden worden.

Al s di t s oms t och gebe urde , was e r e ch ter geen man ove rboord . Een ve rlenging van een bepaal de fase imp l i ceert dan we l een verkor t i ng van een t oekoms t i ge fase .

Zo konden we p e r geval on ze keuze b ep a le n . E en voorbee l d :

S t e l dat we 7 5 uur mee r wi l den b e s t e den aan h e t lezen van l i teratuur , dan was de conseque n t i e daarvan e ch te r we l dat we 75 uur minder konden b e s t e den aan één van de vo lgende fas es .

Een ove rz icht van de fa s e r ing v i ndt u h i e r ach ter . Daarhi .i IS ;1;lllgL'­

geven : de t i te l van de fase .

- de t i j dsduur (gerekend pe r pe rs oon )

van welke l eerdoe len die f a s e e e n concre t i s er i ng � s - we lke taken e r ve rvu l d moe t en worden

wa t de ui tkoms t van die fase � s .

n . b . 1 : De fasering be s l aa t de geh e l e t i j dsduur van het proj ect . n . b . 2 : E lk van de genoemde t aken i s in de onde rzoek s-we rke l ijkheid

wee r ve rder geconcre t i s e e rd . Het voe rt te ve r deze he le ui t­

we rk i ng h i e r te geven .

(20)

- 5-

a . Het l e ren formuleren van een prob leems t e l l i ng .

b . Het l e ren ope rati ona l i se ren van deze p robl e ems te l l ing .

c . Het l e ren zoeken naar -en h an t e ren van- b ruikbare me thoden en te chnieken .

e . He t l e ren t rekken van con c l us ies .

3 . Een " onderzoeks organ i s a tors i ch" l eerdoe l : M. a . w . he t l eren opze t ten , fase ren , organ i s e ren e t c . van een proj e ct waarbi nnen twee p e r s onen - in samenwe rk i ng me t be ge l e i der (s ) , deskundigen e t c . - voor re l a t i e f l ange t i j d par ti c iperen .

4 . Een rapport age lee rdoe l : H e t leren hoe het ui tgevoerde onde rzoek z�J n s ch r i f te l i j ke nee rs lag moe t vi nden in een -ook voor bui tens taanders­

l ee sbare en smake l i jke vorm .

Voor we ve rder gaan , twee algemene opme rki ngen b i j deze leerdoe len : - Mee s tal b l i j ven leerdoe len imp l i ci e t . Voor on s i s speci aal van

be lang dat we aan a l l e vier lee rdoe len "even zwaar hangen" .

- Mee s t al worden n . l . de lee rdoe len 3 en 4 we ggemoffeld . He t re s u l t aat daa rvan i s dan dat de aan deze doe l en bes tede t i j d al s ne l niet mee r se r�eus genomen wordt .

In het l i ch t van onze ideeën ove r " ti j d a l s randvoorwaarde " , w i j s t di t ons we derom op het be l ang dat we moet en hech t en aan een goede fase ring van ons p roj e c t (zie verder 2 . 3 . ) .

We hebben h i e rboven onze lee rdoe len nog s le ch t s glob aal aangegeven . Vanze l f spre kend i s e r een toesp i ts ing nodig . De leerdoelen zul l en ge­

concre t i s ee rd moeten worden naar de reeë l ui t te voe ren (s tud i e ) taken . Deze s t udie take n dienen dan in comb inat i e me t de fas e ring in een ui tge­

we rk t onde rzoeks p l an t e res ul te ren ( 2 . 3 . ) .

Vaak wordt deze concre t i s e ring van l ee rdoe len ve rge t en . Hi erdoor b l ij ven de doe l en i n de l uch t hangen en worden ze in fe i te zinloos , omdat ze

dan geen enkele hulp b ieden b i j h e t maken van keuzen tij dens h e t onde rzoek . Het in de deze paragraaf ge s te l de hee ft vanzel fsprekend zi j n consequent i e s . Zowe l onde rzoeks technis ch als onde rzoeks organi sator i s ch . I n deze con s equen­

t i e s vind t me n t e ge l i jke r t i j d de con cre t i s e ring van de lee rdoe len 2 en 3.

(21)

-7-

Fase }: Oriën te r i ng en opz e t

Ti j dsduur : 60 uur .

Conc re t i se ri ng van de lee rdoel en 2 a en 3 (n . b . z i e voo r de lee rdoe len pag . 3 en 4 )

Taken :

- E e r s t e o r i ën te r i ng op h e t ve l d van onder zoek - Beki j ken of he t moge l i j k i s vandal i sme te met en

- Een gl ob a l e i nvent a r i s a t i e en i ndruk van de t e le zen l i t e r a t uur ve r- we rven

- Het f o rmul e ren van l ee rdoe l en ( zoals u 1n 2 . 2 . tegenkwam) - H e t maken van h e t fase mode l d a t u nu lee s t .

U i tkoms t :

- Ee rs te i deeën ove r he t ve r s ch i j ns e l vandal i sme en de " onde r zoekbaarh e i d"

van da t ve r s ch i j ns e l

- ])j t f ase mode l (zoal s u dat n u lees t ).

Fase 2; De afb aken i ng van het k ade r T i j ds duur :

40 uur .

Concre t i se r i ng van de l ee rdoe len 2 a en 2b .

Taken :

He t geven van een duide l i j k e , contro leerbare b e s chr i j v ing van he t onder zoeksve ld dat we voor ons z i e n .

- He t daar toe door lopen van de s tappen me thode ( z i e 2 . 4 . ) .

U i tkoms t :

- Een r e l a t i e ma t r ix me t daa r i n de re lat i es d i e we w i l l en en denken te kunnen onderzoek ( t . b . v . hfds t . 2 . )

- De ged e f inieerde begr ippen ( t . b . v . hfd s t . 4 ) .

(22)

Fase 3: De l i te ratuur

Tij ds duur : 200 uur .

-8-

Concre t i se ri ng van de l e e rdoe len 2 a , 2b en 2 c .

Taken :

- H e t (verde r ) zoeken naar -en lezen van- l i te ra tuur d i e b et"rekk i ng hee f t o p d e in f ase 2 gef ormu lee rde re l a ti e s .

- He t in ee rs te concep t be s p reken en s amenva tten van de ge lezen l i te ra tuur . - Het grond h i e rvan a anp assen van het i n fase 2 afgebakende k ade r .

Daarb i j moe ten tevens een de fi ni t ieve p rob leems te l l ing en hypothesen

ge formuleerd worden (bruikb aar voor de vol gende fase) .

Ui tkoms ten :

H fs t . 3 waarin een ove rz i ch t van de ge le zen l i te ra tuur te vinden i:-;.

Res ul terend i n een de fini t ieve p roble emste l l ine en hyp o thcsp v[)nr het

prac t i sche onderzoek .

Fase 4 : De dat averzame l ing

Tij ds duur : 1 00 uur .

Concre t i sering van het leerdoe l 2c

Taken :

- He t invent ar i s e ren van voor ons toe ganke l i j ke gegeven s ove r ve rn ie l ingen en vandalen b i j de d ive rse gemeente l i j ke diens ten .

- He t ve rzame len van gegevens die we al s een re de l i j ke ind i cator voor het to tale aan t a l ve rn ie l i ngen bes chouwen .

- He t zoeken naar -en ve r z ame l en van- s t ati sti s ch mate r i aal t.h.v . een nade re type r i ng van en i ge ams te rdamse buurt-comb ina t i e s (de keuze van de b uurt-comb i na ti e s hangt af van de eerste twee t aken u i t deze fase).

Ui tkoms t :

Een gi gant i s che berg (k l ad ) p ap i e r vol ge t a ll e t j e s .

(23)

-9-

Fase 5 : De orden ing en ve rwe rki ng van de data

Ti j dsduur:

100 uur ( i nc lus i e f fase 6!)

Concre t i s e ri ng van het lee rdoe l 2 d .

Taken :

- He t i n ove rz i chte l i jke vorm p re sen te ren van de data ove r : ve rni el ingen (m . a . w. : waar wordt wat ve rni e l d ? )

de buurt comb i na t i e s .

- H e t kie zen voor een manier van toet se n van de hyp o thesen u i t fase 3 - Het t oe p a s s en van d i e me thode

Ui tkoms t:

- He t ee rs te dee l van h fs t . 4 waar�n een s amenvatt ing en ove r z i cht wordt ge ge ven van waar wat vernie l d i s .

- Het tweede dee� van h f s t 4 waarin m . b . v . s t at i s ti s c h mat e r i aal ove r dl' ams te rdamse buurt comb inat i e s de e e r s te i deeën geformul eerd worden over een moge l i j k e ve rk l aring van de gevonden spre id i ng .

F a se 6: Conc lus ie s :

T i j ds duur :

p . m . ( z ie fase 5 ) .

Concreti se ring van he t lee rdoe l 2e .

Taken :

- Het c on f ronteren van de re sul taten ui t fase 5 me t de �n fase 3 ge­

f o rmulee rde hyp othe sen .

- He t f o rmu le ren van con c l us i e s d i e ui t deze con f ron t a t i e voortvloe i en . Ui tkoms t :

He t laats te dee l van h f s t 4 : de c on c l us ies .

(24)

- 1 0-

Fase 7 : Con trole door diepte onde rzoek

Tij ds duur :

100 uvr (in c l us i e f fase 8 ) .

Concret i s e r i ng van het leerdoe l 2 ( gehee l ) .

Opmerk ing: I n fe i te wordt deze fase 7 een "nieuw" onderzoek op indivi dueel nive au ter controle van de op grond van ge agre gee rde data ge­

formuleerde conc lus i e s uit fase 6.

Taken :

- H e t op grond van de i deeën ui t fase afbakenen van een n�euw kader (en begrippen ) t . b . v. een kort onderzoek m . b . v . s l eute lpe rs onen �n één (of enk e l e ) "erui t sp ringe nde " b uurt comb i na t i es .

- H e t se l e c t e ren van s leute lpersonen - H e t (op ) st e l len van vragen

- H e t trekken van con c l us i e s

Ui tkoms t :

H fs t . 5 waari n vers l a g wordt gedaan van de b oven s t aande punten .

Fase 8 : Comb inatie d e r conc lusies uit fase 6 en 7

Tijdsduur :

p.m. (zie fase 7) .

Concretisering van het leerdoel 2e.

Taken :

- He t confronte ren van de conc l us i es u i t fase 6 en 7

- He t formu l e ren van enige a lgemene conc lus ies en aanbeve l ingen . Ui tkomst :

H fs t . 6 waar i n s l o t conc l us i e s en aanbeve l i ngen t e vinden zu l len ZIJn.

(25)

Fase 9 : De rapportage

Tij ds duur : )00 uur .

-) )-

Concre t i se ring van het l e e rdoe l 4 .

Taken :

He t to t één gehe e l smeden van de i n de vorige fases geproduceerde produc ten . M. a . w . re dac t i e werkzaamheden .

Uitkoms t:

) kg . pap ie r .

Voor de vo l l ed i ghe i d me rken we tens l o t te nog op dat e lke fase e indi gt me t een e va l uat i e . Daarin wordt door de s ch ri j ve rs van deze s cri p t i e t eruggekeken o p d e zoj ui s t afge s l o ten fase . E r komen daarb i j vragen aan de orde ove r de t i j dsbes teding , de ve rvulde t aken (wat ging er goe d , wat l iep e r fout . Waarom) , d e organ i s a t i e e t c .

Op grond van zo ' n e val ua t i e wordt dan de vo l gende fase nauwkeuri ger gep l and en eventuee l b i j ge s t e l d .

Daarb ij moe t men e chter we l bese f fen dat opéénvol gende fases s oms � n d e harde onderzoeks-we rk e l i j kheid naas t- o f-door-elkaar l i epen . Jui s t daarom i s h e t van gro o t b e l ang , dat men in t i j den van opp e rste ve rwarr i ng -wanne er men zi ch vragen s te l t a l s "Wat doe ik h i e r . . . . waar zi j n we in h eme l snaam mee b ez i g ? "- kan teruggr i j pen op een ge faseerd onde rzoeks p l an .

(26)

- 1 2-

2 . 4 . De op z e t onde rzoek s t e chnis ch gez ien

Zoals we al e e rde r opme rk ten is h e t .van b e l ang dat de door ons in h e t voorgaande e xp l i ci e t gemaak te normen op één of andere man i e r

" doorwe rken" in d e op z e t van h e t onderzoek .

Onze normen dienen iunners om ons onderzoek " te s t ructureren" . Ze h elpen ons m. a . w . b i j h e t maken van keuzen . B i j e lk onderz oek wordt men Iunners voor t a l r i j k e keuzen ges t e l d.

Zo hebben WIJ gekozen voor een bepaald onderwe rp : Vandalisme i n Amsterdam. We z u l l en nog moe t en kie zen voor de vragen die we In

di t onde rz oek w i l len beantwoorden (de prob leems t el l i ng me t de

operati ona l i s er i ng daarvan ) , de ge gevens / informat ie die we gaan ve rzame len , de WIjZe van ve rwerki ng van die informatie (de me thoden en t e chnieken) en de con c l us i es d i e we zul l en trekken .

" Deze keuzen zal men op e lkaar' moe ten afs temmen om niet de kans te lopen me t eerdere, hetzij te ruime hetzij te beperkte, keuzen latere keuzenmoge lijkheden negatief te befnv loeden . Bij het voorbe­

reiden van onderzoek is he t daarom van be lang dat een onderuerp :::0 af te bakenen dat de te maken ke uzen op e lkaar aans luiten. Bij de begrenzing van he t onderwerp zal he t onderli nge verband (de s tr'u.ctuur) van de te maken keuzen moe ten worden aangegeven "(Hakkenberg, 1 979 ; i nl . V) .

M . a . w . on ze onder zoeksopzet is pas dan ges tructuree rd als b i nnen ons prob leem a l le re l aties tus sen de (be l angr i j k s t e ) begr ippen z i j n aan ge ge ve n .

A . Hakkenbe rg s che t s t in haar b oek "Logika en bes l i s s en" , 1 9 79, dee l 5 "Het werken met ve rzame l i ngen" , h oe v i a een vij f tal s t appen s t ructuur kan worden aangeb racht in een onderzoek s op z e t .

Eén van de voordel e n van deze methode i s dat daar in expl i c i e t p l a a t s wordt i ngeruimd v o o r d e normen van d e onderzoeker ( s ) .

Via deze " s t appen methode" worden de in par . 2 . 2 . ge formuleerde normen geïnt egre e rd in de onderzoeks op ze t op een door i edereen cont roleerbare Wij Ze ( z i e h i e rvoor me t name de vie rde s tap) .

In de h oop dat de l e zer bere i d i s nog een s tukj e mee t e l ope n , zul len we thans de vij f s tappen de revu l aten passeren .

(27)

- 1 3-

S t ap I . : H e t g l obaal formule ren van het prob leem.

Toe l i ch t ing :

Di t i s het i n enk e l e Z 1nnen of een kort ve rhaa l t j e , ui t de l o s s e hand , aangeven van het onderwe rp .

Ui twerking :

Vanda l isme l i j k t een be lang r i j k prob l eem : S chreeuwende k rante­

koppen , onge rus the i d b ij gemeentel i j k e diens t en en commi s s i es , waar s chuwende ambtenaren van po l i t ie en j us t i ti e . E r s chij nt s te e ds mee r moedwi l l i g en zinl oos ve rn i e l d te worden door vandal en .

De ideeën over de oorzaken van dat vand a l isme ve rs ch i l len s te rk : - Men wi j s t op het geb rek aan ( j eugd) voor z i en i ngen : "Al s e r geen

café , b i o s of k arate c l ub 1n de b uurt is om j e u i t te leve n , . . . dan pak J e toch e e n t e lefoonce l " .

- Men wij s t op de (mode rne ) bouwwi j ze i n bepaalde b uurten :

"Van 1 3 hoog kan j e moe i l i j k ingrij pen a l s j e z i e t dat ze een l ant aarnpaal mo l len . . . . trouwens , j e ziet he t niet eens " .

Men wi j s t op de bewoners i n een b uurt : "Dat i s een a-s ociale b uurt . . . een hal te-bord wordt daar b i nne n een uur k romge t rokken "

of : " Da t i s een ne t te b uur t . . . daar wordt dan ook niets verni e l d" . Men wij s t naar de p o l i t i e en j us t i t ie : " Ze z ouden e r meer aan moe t en doen en ze zwaarde r moet e n s traffen " .

Genoe g i deeën . Maar on s inziens moe ten e r eers t enige vragen be antwoord worden , b . v . : Waar komt vandal i sme voor , en hoeve e l komt het voor? P as daarna ( ! ) wel t b i j ons d e vraag op : Waarom komt he t "daar" mee r , en " daar" minde r voor ? En h oeve e l mee r o f minder dan we l ?

E n wat doet de ove rhe i d 1 n de t u s s e nt i j d? De ove rhe i d a l s be­

hee rde r van a l die dingen die t e vernie len zij n : de p a len , b anken, borden , t e l e foonce l le n , ab r i e s , b us s en , bomen , e t c . We lnu . . . die ove rhe i d werk t ges t aag en pragmat i s ch aan de ve r s t e rk i ng , ve rzwar ing en ve rs teviging van h aar spul le t j es . De eers te ab r i e u i t gevoe rd in me t e rs dik gewapend bet on

(mode l : " Bunk e r l a l uxe " ) me t s tevig prikke l draad begroe i d , wordt in 1 9 82 op de mark t verwach t . . . . "dan z i t ten we tenmi n s te een t i j dj e goed . . . t o tdat de j e ugd v o l doende zakgeld k r i j g t om z i ch een bul ldo z er aan t e schaffen . . . "

(28)

- 1 4-

S t ap 2 . : He t aanwi j zen van de s amens te l lende begrippe n .

Toe l i ch t i ng :

De bas isbe grippen die in de Z l nnen ui t s tap 1 te vi nden ZlJn , I.loe t en e r nu apart worden ui tgepik t , en ze moe ten kort worden oms chreven .

Ui twe rk ing :

We hebbe n de bas isbegrippen ln ons citaat uit stap 1 onderslrel'pt.

Het zi j n :

- Ve rn i e l ingen : Het onb ruikbaar maken van bepaa l de obj ecten Vandalen : De j ongeren die ve rnie len

Bewoners : De mens en die i n een bepaalde b uurt wonen

- Voorz i en i ngen : Bep aalde re cre ati eve obj ec ten waar j ongen'll

geb ruik van maken .

- Te ve rn i e len po ten t iee l : De tot ale hoevee l heid dingell dil' Lv

ve rn i e l e n Z 1 J n .

- Bebouwing : De gebouwen die in een bepaa l de buurt staan.

Po l i t ie : He t hele p o l itie en j u s t i t i e apparaat

- Ove rhe id : Al le ambtenaren en al het overheidsbezit (minus de pol i tie )

- Buur t : een afgegrensd s t uk grond .

De oms ch r i j ving van deze begrippen i s kort en waa rsch i j n l i j k n i e t a l te duide l i j k . Het gaat e r e ch te r om een ee rs te idee

te geve n . Een ui tgeb re i de re definië ring van deze begrippen vind t u in h fs t . 4 en bij lage 2 .

S t ap 3.: Het formu leren van de onde rl inge re l a ties tus s en de aanget roffen begr ippen

Toe l i ch t ing :

De i n s tap 2 " ge vonden " begr ippen s taan op één o f ande re WijZe me t e lkaar in ve rb an d . Er be s t aan re l a t i e s tussen de z e begr i p pen . Als j e nu e chter vee l begri ppen heb t gevonden (wi j ze l f z i t t en er in d i t onde rzoek dus nu me t 9 in on s maag) , wordt he t moe i l i j k a l die re l at i e s b ove n tafe l t e krij ge n . He t i s dan ook n i e t ve r­

wonde r l i j k dat men vaak het exp l i c i teren van de re l a t i e s ve r­

gee t ( a l l e s h angt me t al le s s amen) , of s le ch t s ten de l e ui tvoert .

(29)

Verni el Ver-

ni e l ingen Vandal en Bewo ner s Voo r- I?;pn;nopn

Te vern . Innt-

Bebouwing Pol i t i e Overheid I�ullrt

- 1 5-

Toch h oe f t h e t niet zo moei l i j k te zl J n . Men make me t de gevonden be grippen een b l okkens chema of matrix :

Vandalen Bewoners Voorz . Te ve rn . pot . Beb ouwin! P o l i t i e Ove rh . Buurt

*

*

Ve rvo lgens vu l t men a l l ee! ) hokj es i n me t de re l a t i e s d i e men k an be denken .

Men moe t daarbij p roberen "nie tszeggende " re l a t i e s (of tauto­

l ogieën) te vermij den .

De e e r s te keer (keren) 1S h e t zinvol al l e hokje s i n t e vul l en , voor de de skundige n : Dus zowel b oven al s ondercle d i agonaal , omdat de re l a ties niet a l t i j d we derke rig hoeven te zi j n . Soms komt men zo op nut t ige n1euwe ideeën .

- Enige ke ren he rha len van deze ma trix procedure -waarbij men eventuee l te rug moe t naar de s t appen I en 2- b lijk t vaak nood­

zake l ij k omdat noga l eens b l ij k t dat be l angr i j ke begrippen verge ten worden , dat s oms mee rde re begr ippen i né én ges choven zi j n t o t één begrip en dat men zi ch b i j s ommige begrippen i n het gehee l n i e t s k an voors te l l en . Ook i s het mogel ijk dat de onderzoeke r s met e lkaar van mening vers ch i l len .

Dat gee f t al lemaal n i e t s : H e t zinvo l le van h e t we rken me t deze matrix b l eek voor ons j ui s t h e t fei t dat dit soort problemen er i n een vroeg s t ad ium a l "ui tkwamen" .

(30)

- 1 6-

Ui twe rki ng :

H e t i s ondoen l i j k om a l l e door ons g e formuleerde rel aties h i e r ' .. e e r t e geven . E e n ove r z i cht h iervan vind t u in b i j l age 3 . Voor de duide l ij khei d bek i j ken we h i e r s le chts twee "hokj e s ":

x: Vandalen-vandalen: i n d i t hokj e vulden wi j de vo l gende

re lat i e s in: "be invl oeden vandalen e lkaar ? " , "Opereren vandalen a l l een o f in groepen ? " , "Hoe ontmoeten vanda len e lkaar ? " .

x: Verni e l i ngen-ove rhe i d: in di t hokj e vulden wij de vo lgende re l a ti e s in: "We l ke ve rni e l ingen worden door �lke ove rhe i ds­

diens ten gereg i s tree rd ? " , "We lke maat rege len neemt de overhe id om ve rn i e l ingen te voorkomen? " .

S tap . 4: H e t aanbrengen van s truc tuur �n he t ve rk regen ove r z i c h t (he t ordenen) .

Di t gebeurd m . b . v . p re f e rentie s , e � sen en een p l an . Toe l i ch t ing:

He t gaat er b i j de ze s t ap om de gevonden relaties wa ar men s i nds s tap 3 mee z i t opge scheept , te ordenen . Deze ordening k omt voor t ui t een comb inatie van v i e r dingen . Om het even kort en simpe l voor te s te l len :

De onde rzoeker hee f t zo z ij n e i gen i deeën ove r wat hi j l e uk , nut t i g en int eres sant vind t . Op grond van deze voorkeuren

(pre ferent i e s ) k an h i j b e s l ui ten bepaalde (van de ge formul eerde) re l aties ui t z i j n s c hema te schrappen .

Onze voorke uren zi j n t e rug te vi nden in on ze leerdoe len en h un ve rdere concret i se r i ng .

Sommige re l a t i e s kunnen soms nie t onde rzo ch t worden omdat de s i tuatie dat n i e t toe l aat:

Zo b e s t onden e r b . v . weinig gegevens ove r vandalen , om de eenvoudi ge reden d a t e r we i ni g gepakt worden . Daardoor konden s ommige van de geformul ee rde re l a ti e s zeer moe i l i j k (vi a een omweg) o f z e l fs i n h e t gehee l niet onderz och t worden .

S ommi ge re l at i es kunnen . niet onde rzocht worden omdat ge- gegevens n i e t toeganke l ij k z � J n .

Z o k regen wij b . v . geen t oe s temming van de PTT om g egevens over verniel ingen aan t e l e foonce l len na te p lu i zen .

(31)

- 1 7-

- De ( onde r zoek s ) t ij d i s bepe rkt . (on ze " 700 uurs norm" ! ) .

Ove r s ommi ge re l at i es i s i n korte t i j d i e t s z i nnigs te ze ggen , maar voor sommige re l at i e s zou d i t vee l te vee l t i j d en moei te kos ten . In ons ge faseerd onderz oek s p l an hebben we aangegeven hoe wij onze t i j d en inspanni ng verde e l d hebben ( z i e 2 . 3 . )

Het z al duide l i j k z i j n dat de door ons e e rder ge formul ee rde l eer­

doe l en vooral in deze s tap van groo t nut z i j n . Onze keuzen worden daardoor immers vergemakk e l i j k t .

Aan het e i nd van deze s tap hebben we vervo l gens nog een ande r s oortige ordening toegepas t : We hebben onze vragen ui t de ma trix gebunde l d i n e e n s e r i e "brandpunten" of " i ngangen " . Zo zaten e r b . v . gespre i d ove r a l le h okj e s vragen naar "he t me ten , we gen , e va l ue ren e n het be s chikbaar z i j n van ge gevens (met name m. b . t . ve rni e l ingen ) " . Ande r z i j ds waren e r vers chi l lende vragen d i e men a l s " s o ci aal e c o l ogi s ch" zou kunnen bes tempeol e n .

Deze " ingangen" ( in fe i te dus n i e t s anders dan "gebunde l de b o sj e s re l a t i e s " ) komt u i n h f s t 3 wee r tegen .

S t ap 5 : He t z oeken naar de grenzen van he t prob l eem Toe l i ch t i ng :

D i t i s in fe i te een soort contro le s t ap , waarbi j men bek i j kt waar he t u i t gevoerde onderzoek ove rgaat naar ande re t erre inen .

Ui twe rk i ng :

Voor e lk van de ne gen be grippen d i e we � n s t ap 2 onder s che i dden , z i j n we nagegaan waar de grenzen e rvan l iggen .

H e t be grip "Ve rni e l ingen" bv . oms chreven we i n s tap 2 a l s :

"He t onb ruikbaar maken van bepaa l de obj e cten" .

We moeten ons nu a l s eers te vraag s te l l en : Wannee r � s i e t s " on­

b ruikb aar" ?

I s een door enige cre a t ieve vandalen paar s geschi lde rd hal tebord on­

b ruikbaar ? I s een hal tebord waar moe r P 4 1 aan ontbreek t onb ruik­

b aar ? Kortom . . . . waar l i gt de gren s ?

We moe ten ons a l s twe e de vraag s te l len : Ove r we lke "bep aal de obj e c ten" gaan we het hebben?

De één b l aast een amb a s s ade op , de ande r s l oop t een huis o f s anee r t e e n s t adswi j k , wee r een ander l aat e e n k r i s t a l l en wij ng l as o p de

grond in dui gen val l en . Al deze men s en maken ie ts "oab ru ikbaar " .

(32)

-1 8-

Voor on s z � J n deze gebe urten i s sen echter (b innen het p rob l eem van vandal i sme ! ) niet intere s s ant . We moeten dus een s oort l i.: s t maken me t daarop die obj e cten waarvan de eventue le ver­

nie l i ngen ons we l intere s seert (hal teborde n , b ome n , l ant aarn­

p al en e t c) .

Ook h i er : waar l igt de grens ? M . a . w . wat val t b innen ons onder­

zoek s te rre i n en wat val t e rbui ten .

Het re s u lt aa t van de ze s tap , z ij n de u i t gebre i de de fin i t ie s van on ze begri ppen ( zi e b ij lage 2 ) .

Zo hebben we b . v . h e t begrip "ve rn ie l ingen" als vol g t gede finieerd : We s p reken van een vernie l ing a l s een bepaald obj e c t (x) dus dan i g be s ch ad i gd i s , dat het i n z i j n bedoe l de funct i e (xx) onbruikbaar i s geworden .

( x) : Bepaald obj e ct :

We hebben 30 tal obj e cten onde r s che i den . U i t de ze 30 Z i j n tens lo tte drie obj e cten ( l ant aarnpalen , hal teborden , bome n ) gek ozen voor ve rde r onde rzoek ( z ie ve rde r h fs t . 4 ) .

( xx) : Bedoe l de func t i e :

Pe r gekozen obj e ct � s deze z insnede wee r ve rde r oms chreven . De "be doel de funct i e " van een l ant aarnpaal i s b . v . " l i ch t geven" . Al s er aan e e n l ant aarnpaal i e t s ve rni e ld wordt waardoor hij geen l i ch t mee r gee ft is de p aal i n zij n "be­

doe l de funct i e onb ruikbaar " . H i j s t aat nog s le chts voor paal ! Na de ze s t ap kan e r i n ieder geval geen mi sve rs tand mee r be s t aan ove r de i nhoud van onze b e grippen . We we ten n . l .

ons onde rzoek va l t en wa t e rbui ten va l t .

exa c t wat b i nnen

To t zo ve r de doorl open s t appen . Me t nadruk wi l len we er t o t s l o t nog op w i j zen dat de b ovens taande s che t s van de vij f s tappen "mo o i e r " � s dan i n onz e onderzoekswerke l i j kh e i d h e t geva l was .

He rh aa l de l ij k moet men n . l . "s t appen te rug" . B . v . a l s in s tap 5 b l i j k t d a t i n de voorgaande s t appen e e n begrip verge t en i s . Men moe t dan terug naar " af" en a l l e s t appen opni e uw "doorrekenen" .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Afsluiting van de entreehal vormt dan waarschijnlijk niet zonder meer een oplossing voor overlast en vandalisme veroorzaakt door in de hal rondhangende

- Om na te gaan of de maatregelen tot een afname in het aantal vernielingen hebben geleid, is bij tien willekeurig geselecteerde scholen nagegaan hoe de schade tengevolge

Stel bijvoorbeeld dat sinds 1984 het aantal vernielingen in Osdorp is toegenomen dan kan vervolgens worden nagegaan of dat komt omdat de des ti j ds bij de

letje wordt gezien. Ergo: het niet reageren op vandalisme stimuleert het vandalengedrag. Systematisch niet reageren holt de norm uit. Het wezenlij ke van de repressie is niet

ken dat het om proeven ging om iets tegen vandalisme te ondernemen. perimenten was er enorm veel tijd en energie nodig. Dit soort experimenten verdienen pas

Het vertrouwen van het publiek in de bankbiljetten en munten is in het algemeen zo groot, dat zelfs de falsificaten van zeer slechte kwaliteit regelmatig worden

which to con si der the relation between vandalism and the built environment. proposes that, from such a perspective, the concern is with not only how the

seerde reg istratie is evident. Zonder sta ndaardisatie i m mers zouden de resu ltaten geen enkele betekenis hebben, omdat i n elke deelnemende gemeente dan iets a nders zou