• No results found

Het stimuleren van de ontwikkeling in en door interactie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Het stimuleren van de ontwikkeling in en door interactie"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ronde 2

Nynke van der Schaaf Hanzehogeschool Groningen

Contact: n.t.van.der.schaaf@pl.hanze.nl

Het stimuleren van de ontwikkeling in en door interactie

In deze workshop wil ik met u onderzoeken hoe de visie van pedagogisch medewer- kers (pm’ers) en leerkrachten van invloed is op hun interactie met kinderen. Naar aan- leiding van interactiefragmenten uit de praktijk demonstreer ik hoe een ontwikke- lingsgerichte en een traditionele visie op opvoeding en ontwikkeling van kinderen een gesprek tussen de pm’er en de leerkracht beïnvloeden en wat de gevolgen van die ver- schillende interactiepatronen zijn voor de ontwikkeling van kinderen. Vervolgens bespreken we wat (aanstaande) pm’ers en leerkrachten nodig hebben om de ontwik- keling van kinderen in interactie met elkaar te stimuleren.

In het tijdschrift MeerTaal (2017) schreef ik over een ervaring op een basisschool waar ik een stagiaire bezocht, die een les moest geven in een grote, drukke en vrolijke groep 3. In de uitwerkingsfase van haar les zouden de leerlingen in heterogene drietallen een opdracht uitvoeren. De vaste leerkracht vertelde dat zij dit soort werkvormen niet han- teerde, omdat de betreffende klas dat niet zou aankunnen. De stagiaire zette haar plan toch door en zowel zij als de vaste leerkracht waren achteraf verbaasd over het positie- ve resultaat.

Dergelijke voorbeelden kom ik regelmatig tegen in de praktijk: leerkrachten die zeg- gen dat hún klas niet toe is aan samenwerken en samenwerkend leren. Tegelijkertijd leren we uit onderzoek dat kinderen gezamenlijk tot heel veel in staat zijn, zoals bij- voorbeeld onderzoeken samen ontwerpen en uitvoeren (Van der Graaf 2017), met elkaar conflicten aangaan, onderhandelen en conflicten oplossen (Van der Schaaf 2016), in duo’s een schriftelijk verslag doen van een uitstapje naar een korenmolen (Herder 2015), enz. Professionals lijken bang om de controle te verliezen en durven kinderen geen autonomie te geven. Dat komt deels door een onbewuste visie op opvoeding en ontwikkeling, waarbij ervan wordt uitgegaan dat de leerkracht en/of de pedagogisch medewerker de kinderen moeten leren hoe de wereld in elkaar zit (tradi- tionele visie). Maar het lijkt ook veroorzaakt te worden door het gebrek aan kennis over hoe competent kinderen zijn. Zo heeft Joep van der Graaf (2017) in zijn promo- tieonderzoek gedemonstreerd dat kleuters al over wetenschappelijke vaardigheden

31steHSN-Conferentie

42

Conferentie 31_Opmaak 1 6/11/17 19:30 Pagina 42

(2)

beschikken. Zo kunnen zij reeds zelf experimenten opzetten en uitvoeren, de resulta- ten ervan beoordelen en tot een juiste conclusie komen. Maar… die vaardigheden moeten wel benut worden! Deze visie en kennis lijken een noodzakelijke voorwaarde te zijn om autonomie aan kinderen te geven, zodat zij zich in een uitdagende leer- en speelomgeving verder kunnen ontwikkelen. Gelegenheid bieden voor (uitdagende) interactie (zoals bijvoorbeeld argumenteren en redeneren) zijn hierbij belangrijke fac- toren.

Wat ik wil betogen, is dat aandacht voor interactie en voor de kwaliteit van interactie in de opleiding van professionals in het primair onderwijs en in de kinderopvang noodzakelijk is om een stimulerende leer- en speelomgeving voor kinderen te creëren.

Het gebruiken van interactie als middel om een stimulerende leer- en speelomgeving te creëren, vraagt om een bewuste visie op opvoeding en ontwikkeling van kinderen én om kennis en oefening met interactionele middelen om een stimulerende omge- ving te creëren. Bij interactionele middelen kan gedacht worden aan verschillende typen vragen stellen, maar ook aan langer wachten met het geven van een respons.

Door praktijkvoorbeelden van interactie tussen de professional en het kind te bespre- ken, demonstreer ik hoe het verschil in visie van invloed is op de interactie en hoe het de leerzaamheid van die interactie beïnvloedt. Zo vond ik in mijn onderzoek dat pro- fessionals met een onbewuste, traditionele visie zich met name richten op het oplos- sen van problemen van de kinderen en dat professionals met een bewuste ontwikke- lingsgerichte visie meer geneigd zijn om kinderen niet direct de oplossing in handen te geven, maar om hen naar die oplossing te begeleiden, door veel vragen en doorvra- gen te stellen. Deze problemen kunnen bestaan uit inhoudelijke problemen, bijvoor- beeld: ‘hoe werkt dit mierenaquarium?’ Maar ook in het geval van conflicten tussen kinderen onderling zie ik een verschil, waarbij de meer traditioneel georiënteerde pro- fessional geneigd is om het conflict te beëindigen en de meer ontwikkelingsgerichte professional als procesbegeleider optreedt en de kinderen begeleidt bij het zelf beëin- digen en/of oplossen van hun conflicten.

De onderwijspraktijk (bv. Damhuis e.a. 2009) en de opvangpraktijk (Boogaard e.a.

2012) laten zien dat interactievaardigheden van professionals nog wel verbeterd kun- nen worden. Leerkrachten zijn bijvoorbeeld nog steeds vaak aan het woord en er is nog steeds te weinig tijd en aandacht voor zinvolle, betekenisvolle opdrachten, waarbij kin- deren zowel taal als inhoud leren. Verder blijkt dat professionals moeite hebben om dát taalgebruik én die interactionele middelen te hanteren om een knowledge building environment te creëren (Walsweer 2015).

Het bovenstaande laat zien dat aandacht voor interactie en voor de visie op opvoeding en ontwikkeling noodzakelijk is voor het aanwenden van interactie als middel voor het

2. Lerarenopleiding basisonderwijs

43

2

Conferentie 31_Opmaak 1 6/11/17 19:30 Pagina 43

(3)

stimuleren van de ontwikkeling van kinderen. Interactie speelt in het schoolse leren een belangrijke rol in bijvoorbeeld het ‘interactieve directe instructiemodel’ en bij groepswerk (Littleton e.a. 2005). En in de kinderopvang is interactie van belang voor het cultureel leren (Gee 2004), waar leren in een minder gestuurde context en terloops plaatsvindt. Terwijl we het belang van aandacht voor interactie onderkennen (Berenst 2012; Damhuis 2008), blijkt de praktijk weerbarstiger.

Ik wil graag met u bespreken hoe we aanstaande leerkrachten en pedagogisch mede- werkers zo kunnen opleiden dat ze in staat zijn om met interactionele middelen een stimulerende leer- en speelomgeving te creëren. Dat wil ik met u doen door voorbeel- den van (na-)scholing te bespreken die ik heb gebruikt in de praktijk en/of die ik ont- wikkel. Ik ben benieuwd naar uw ideeën en ervaringen ten aanzien van interactie als middel én als doel in uw onderwijspraktijk.

Referenties

Berenst, J. (2012). ‘Taalgebruik in de klas, als basis voor kennisconstructie’. [Lectorale rede in verkorte vorm uitgesproken op 17 januari 2012]. Leeuwarden: Noordelijke Hogeschool Leeuwarden.

Boogaard, M, M. Van Daalen-Kapteijns, C. Felix, A. Heurter, J. Roeleveld & R.

Fukkink (2012). Pedagogische kwaliteit buitenschoolse opvang in Nederland.

Eindrapportage landelijke peiling 2011. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Damhuis, R. (2008). Gesprekken zijn de spil van onderwijs. Taalbeleid in uitvoering.

Utrecht: Marnix Academie.

Damhuis, R., A. de Blauw, A.C. Tammes & S. Sytema (2009). “En wat denken júllie?

Over de leerbaarheid van interactievaardigheden bij (aanstaande) leerkrachten”. In:

A. Backus, M. Keijzer, I. Vedder & B. Weltens (eds.) Artikelen van de zesde Anéla- conferentie. Delft: Eburon, p. 52-62.

Gee, J.P. (2004). Situated language and learning, a critique of traditional schooling. New York, N.J.: Routledge.

Graaf, J. van der (2017). Scientific thinking in kindergarten. [Dissertatie]. Nijmegen:

Radboud Universiteit Nijmegen.

Herder, A. (2015). “Samen schrijven bij onderzoekend leren volgens de empirische cyclus”. In: MeerTaal, 2, p. 8-9.

Littleton, K., N. Mercer, L. Dawes, R. Wegerif, D. Row & C. Sams (2005). “Talking and thinking together at Key Stage 1”. In: Early Years: Journal of International Research & Development, 25 (2), p. 167-182.

31steHSN-Conferentie

44

Conferentie 31_Opmaak 1 6/11/17 19:30 Pagina 44

(4)

Schaaf, N.T. van der (2016). “Kijk eens wat ik kan!” Sociale praktijken in de interactie tussen kinderen van 4 tot 8 jaar in de buitenschoolse opvang. [Dissertatie].

Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.

Schaaf, N. van der (2017). “Geef ze de ruimte! Kinderen zelf problemen laten oplos- sen in gesprekken”. In: MeerTaal, 4 (3), p. 10-13.

Walsweer, A.P. (2015). Ruimte voor leren. Een etnografisch onderzoek naar het verloop van een interventie gericht op versterking van het taalgebruik in een knowledge buil- ding environment op kleine Friese basisscholen (dissertatie). Groningen:

Rijksuniversiteit Groningen.

Ronde 3

Hilde Van den Bossche Odisee, campus Sint-Niklaas

Contact: hilde.vandenbossche@odisee.be

Grammatica, Literatuur en Lego

De wereld staat niet stil en daagt ons uit. Leerkrachten ondervinden dit in de klas en gaan uitdagingen niet uit de weg. Ze willen er in hun lessen voor zorgen dat leerlin- gen kritisch nadenken vanuit concrete problemen en overleggen om tot oplossingen te komen. Leerkrachten willen ‘gewone’ lesonderwerpen doelgericht en fris aan bod laten komen in de taallessen. Ze willen daarbij vertrekken vanuit de leefwereld van de kin- deren en inspelen op actuele ontwikkelingen. Tegelijk is het op dit ogenblik binnen en buiten het onderwijs belangrijk om onderzoekend leren expliciet in gang te zetten of te houden en uitdagingen creatief aan te pakken. Dat het thema van de Jeugdboekenmaand 2018 in Vlaanderen ‘Wetenschap en techniek’ is, is veelbeteke- nend.

Lerarenopleiders staan voor een dikwijls dubbele uitdaging: studenten bijspijkeren in basiskennis en tegelijk ‘onderdompelen’ in een didactische aanpak die ook in de lage- re school werkt, omdat ze uitdaagt, motiveert en aanzet tot onderzoeken, kritisch den- ken en overleg.

Grammatica is niet het favoriete taalonderdeel bij studenten. Het behoort tot de

‘gewone’ lesonderwerpen die in taalmethodes geregeld erg droog en weinig motiverend aan bod komen en waaraan ze zelf weinig goede herinneringen overhouden. Woord-

2. Lerarenopleiding basisonderwijs

45

2

Conferentie 31_Opmaak 1 6/11/17 19:30 Pagina 45

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Furthermore Walker and Lindesay (1989) mentioned that predictions of both the severe and rain producing synoptic weather events will be improved by incorporating the SSTs

Old-age 917 exclusion leads to inequities in choice and control, 918 resources and relationships, and power and rights in 919 key domains of neighbourhood and community; ser- 920

λ en ook voor deze situatie kunnen we wiskun- dig hard maken dat het stochastische proces van de bufferinhoud, indien op de juiste ma- nier geschaald, naar een Brownse beweging gaat,

Uit het onderzoek naar het effect van gezinsgerichte stimulering bij adoptie- gezinnen kan geconcludeerd worden dat een op de persoon toegesneden advise- ringsprogramma met behulp

Verso ondersteunt al langer sociale ondernemingen met hun personeelsbeleid en merkt dat een groot deel van hun vragen betrekking heeft op werkbare jobs. Ingrid Lieten:

In een latere (Hollandse?) fase is het geheel hersteld. Dit is duidelijk te zien aan de witgrijze, harde mortel, waarmee o.a. ook de ezelsrug is herbouwd. Bij de

Mocht de geplande verkaveling uiteindelijk worden goedgekeurd door de Raad van State dan zal het terrein verder archeologisch worden opgevolgd. Na de uitbraak van de asfalt en

Van de meetgegevens tabel in de bovengenoemde voorbeeld, zal er geen priaaire sleutel worden gevonden, want als men bijvoorbeeld de kolom datum neeat, kunnen er