• No results found

Reactie op het rapport"Schoon schip maken" Crisis politiekorps Rotterdam o I

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Reactie op het rapport"Schoon schip maken" Crisis politiekorps Rotterdam o I"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

o

CM

I

DOCUM ENT ATI ECENTRUM

NEDERLANDSE POLITIEKE

p a r t ij e n

Crisis politiekorps

Rotterdam

ueze weeK neDDen ae po bij de politieregio Rotter korpschef opgezegd. De maanden als Korpschef l<

Deze week hebben de politiebonden en de ondernemingsraad Rotterdam-Rijnmond het vertrouwen in de

heer J.W. Brinkman geeft pas zeven irpschef leiding aan de regio. Door dit conflict van bonden en OR met de leiding wordt de politie in haar func­ tioneren belemmerd. Daarnaast tast een dergelijke situatie het gezag van de politie aan. Dit is een ernstige zaak.

Allereerst is het de verantwoordelijkheid van de korpsbeheerder om orde op zaken te stellen. De korpsbeheerder, burgemeester Peper van Rotterdam, heeft daarom de plaats­ vervangend korpsbeheerder, burgemeester Jansen van Krimpen aan den IJssel, verzocht te bemiddelen in het conflict. Die heeft daar zes weken de tijd voor.

Er moet zo snel mogelijk een oplossing worden gevonden. Als de problemen aanhouden, verliest de burger zijn vertrouwen in het politiebestel. De bonden en de OR hebben te kennen gegeven niet meer te willen samenwerken met de heer Brinkman. Maar zaken van benoeming en ontslag behoren tot de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken. De Tweede Kamer toetst pas achteraf de uitkomst van dit proces.

Daarbij merk ik alvast op dat ook de gesloten en nauwelijks toegankelijke cultuur bij de politie niet bijdraagt aan het vertrouwen van de burger in het politie-apparaat. Hiervoor is een cultuuromslag bij de politie nodig. Ik ben van mening dat het in aienst nemen van meer vrouwen hierop een gunstige uitwerking kan hebben.

Benk Korthals

Reactie op het rapport

"Schoon schip maken"

Op 24 april presenteerde een delegatie van de Vaste Kamercommissies voor V&W en VRO M het rapport "Schoon schip maken." De belangrijkste conclusie van het rapport is naar de mening van de W D dat de struc­ tuur en de cultuur van het huidige contrale­ en handhavingsbeleid op het gebied van de milieuregelgeving nog steeds zeer kwets­ baar is.

De VVD-fractie wil daarom zo snel mogelijk een overleg met de regering over de voor­ stellen die de regering in juii 1996 heeft gedaan. Deze gedachtenwisseling is steeds uitgesteld door het onderzoek naar de verwikkelingen bij Tanker Cleaning Rotterdam (TCR). De VVD betreurt het dat de onderzoekers op dit gebied niet meer concrete aanbevelingen nebben gedaan. Ook de slechte controle rond de subsidie­ verlening verdient verdere aandacht. De . Algemene Rekenkamer heeft hier in het verleden reeds meermalen op gewezen en er aandacht voor gevraagd dat er betere kaders voor subsidieverleningen tot stand moeten worden gebracht.

De stelling van de regering, in haar brief van

12 juli 1996, dat de overheid op meerdere fronten heeft gefaald wordt door het onder­ zoek van de parlementariërs bevestigd. De VVD-fractie stelt vast dat dit rapport bevestigt dat er geen contact is geweest tussen mevrouw Kroes en de gebroeders Langenberg. Ook over het lekKen uit het gesprek van de heer Feber met de minister van Verkeer en Waterstaat heeft de delega­ tie geen enkel verwijt aan mevrouw Kroes toegeschreven. Het is daarom te hopen dat hiermee een definitief einde is gekomen aan de geruchtvorming hieromtrent.

W at de VVD betreft kan het TCR-onderzoek zo snel mogeliik worden afgerond met een parlementair debat. De Tweede Kamer zal zich nu vooral moeten bezighouden met de vraag hoe een tweede TCR-affaire in de toekomst kan worden voorkomen en met het doen van voorstellen om de milieuwet­ geving beter te handhaven.

Inlichtingen:

Jan Hendrik Klein Molekamp, 070-3182884

i.v.m. Hemelvaart

verschijnt volgende

week geen

VVD-Expresse

Verder in dit nummer

• Afvalstoffenwetgeving

• Internationaal beleid • Open universiteit • Technolease

• Herdenking 50 jaar Marshall Plan

VVD OP INTERNET: WWW.DDS.NL/~VVD E-MAIL: VVDNET@WORLDACCESS.NL

(2)

e s s e

240

Wijziging van de afvalstoffenwetgeving

Op 1 mei sprak de Kamer over een wetsvoorstel dat beoogt een aantal tekortkomingen in de huidige afval­ stoffenwetgeving op te vullen. Voor de VVD is duidelijk dat wijzigingen in de afvalstoffenwetgeving in onder­ linge samenhang bekeken moet worden.

De VVD heeft aandacht gevraagd voor de wijze van inzameling. De

VVD-fractie is voorstander van een haalplicht, maar kan zich voorstellen dat er omstandigheden kunnen zijn waarin een brengplicht meer geëi­ gend is. In nieuwbouwwijken zouden systemen ontwikkeld kunnen worden, die een andere manier van verwijde­ ring nodig maken. De VVD wil deze nieuwe ontwikkelingen niet blokke­ ren, mits dit niet leidt tot een gerin­ gere dienstverlening aan de burger

door gemeenten. De minister was het met dit laatste eens. Dit zal een punt van aandacht blijven.

P ro v in c ia le grenzen

Voorts heeft de Kamer in februari gesproken over het rapport van de commissie-Epema en ae visie van de minister daarop. De Kamer heeft in 1995 expliciet gevraagd naar moge­ lijke wetswijziging. De minister heeft laten weten dat zij ± 2 1 /2 jaar nodig heeft om dit te realiseren. Dat is naar de mening van de VVD te lang. Vandaar dat de VVD , samen met D66, een amendement heeft inge­ diend, dat beoogt de provinciale grenzen op te heffen voor verbrand- baar afval dat niet gestort wordt. Als we inderdaad 21/2 jaar moeten wachten op wetswijziging, dan vreest de VVD dat we over niet al te lange tijd kunnen spreken over een chaos in afvalland. Het feit dat de provincie én belangen heeft bij de uitvoering van het afvalstoffenbeleid én de controle­ taak moet verzorgen, plaatst haar vaak in een lastige positie. De commissie-Epema heeft hier ook expliciet op gewezen. De VVD wil niet een situatie laten bestaan waarin er een groot spanningsveld bestaat tussen theorie en praktijk. De minister is gevraagd het amendement te bestuderen en het op een later tijd­ stip, met van haar commentaar, opnieuw in de Kamer te behandelen. Het probleem is de bestaande overca­ paciteit bij de afvalverbrandingsinstal­ laties en bij de stortplaatsen als het

aat om brandbaar afval. De VVD eeft er daarom bij de minister op aangedrongen dat er veel meer en veel beter wordt gecontroleerd. Niet alleen bij particuliere bedrijven, maar ook bij bedrijven die geheel of gedeeltelijk in handen zijn van de overheid.

Tenslotte is voor de VVD duidelijk dat een stijging van het storttarief voor brandbaar afval niet mag leiden tot een verkapte belastingverhoging. De opbrengsten van het gestegen stort­ tarief moeten binnen ae sector worden aangewend of worden terug­ gesluisd. De gebonden gebruiker, oftewel de burgers, kunnen dan profiteren van een lager verbran- dingstarief en dus van een lagere afvalstoffenheffing. In het kader van de discussie om de lokale lasten terug te dringen acht de VVD dit van groot belang.

Inlichtingen:

Jan Hendrik Klein Molekamp, 070-3182884

LIBERAAL REVEIL

Onlangs verscheen een nieuwe editie van

'Liberaal Reveil'r een uitgave van de

Prof. Mr. B.M. Teldersstichting.

In dit nummer staan de volgende artikelen:

Morele en psychologische naïviteiten, Heleen Dupuis Genoeg te doen: over de verraderlijke ambities

van 'Vrij en verantwoordelijk', U. Rosenthal Met de rug naar de toekomst, J.P.H. Donner

Twee geloven op één kussen.

Het liberalisme van de VVD en D66, Han Entzinger Allemaal liberaal?, Thijs Wöltgens

'Vrij en verantwoordelijk': weinig nieuws onder de zon, Ciska Scheidel Welvaartsproductie en sociale zekerheid:

bedenkingen en vragen, S.K. Kuipers Geen gemorrel aan fundamenten, J.M. Polak

Kleine gebaren, Bas Eenhoorn

Op zoek naar cement, Bendert Gijzel

Een gemiste kans, N.L. Dodde Voorzichtigheid troef, G.C. Berkhof Hoe bijzonder is het eerste zakenkabinet-Kok?

Bespreking van P .G .C . van Schie (red.), 'Paars in Perspectief', Hans Wansink

U kunt dit nummer bestellen door ƒ 9,50 over te maken op girorekeningnummer 240200, ten name van 'Stichting Liberaal Reveil, Liberaal Reveil nr. 2, 1997'. U kunt zien ook opgeven als abonnee van Liberaal Reveil voor ƒ 55,00 per jaar. Jongeren tot 27 jaar betalen ƒ 30,00.

U kunt zich aanmelden voor een abonnement bij: Liberaal Reveil, mevrouw M .P. Moene,

(3)

e x p r e s s e

240

VVD is een internationaal georiënteerde partij

Fragment uit de spreekbeurt van Frans Weisglas (WD-buitenlandwoordvoer- der) voor de VVD-afdeling Dordrecht, op 28 april 1997 in Dordrecht. Het liberalisme is een grote interna­ tionale beweging en de VVD is een internationaal georiënteerde partij: • De VVD is voor Europese

samenwerking. Economische, milieu- en criminaliteitsproblemen zijn slechts op te lossen in Europees verband. Ook in de buitenlandse politiek moet Europa zoveel moge­ lijk met één stem spreken. Maar Europa dient zich wel te beperken tot haar kerntaken en in de buiten­ landse politiek is het opgeven van het veto-recht niet in het Nederlandse belang, temeer daar de grote landen in de praktijk zich toen niet zullen laten overstemmen. Wij zijn voor de EMU, maar wel een EMU waar strikt de hand wordt gehouden aan de vastgestelde crite­ ria.

• De VVD is voor uitbreiding van de EU met midden- en oosteuropese landen.

Met het oog daarop is verbetering van de institutionele structuur van de EU gewenst. Maar een land als Nederland - grootste netto betaler aan de EU - dient wel een eigen commissaris te behouden.

• De VVD is voor vrijhandel en tegen protectionisme.

• De VVD is voor een mensenrech- tenbeleid dat is gericht op univer­ sele bevordering van de fundamen­ tele rechten van de individuele mens. Selectiviteit is daarbij uit den boze. Wij steunen dan ook het recente China-beleid van Minister Van Mierlo.

• De VVD is voor de internationale afspraken op het gebied van ontwikkelingshulp, maar het is niet nodig dat Nederland jaar in jaar uit meer doet dan internationaal is afgesproken (0,7% BNP). • De VVD steunt Nederlandse deel­

name aan vredesoperaties, mits is voldaan aan de met de Kamer afge­ sproken criteria. In het geval Albanië is dat vooralsnog niet het geval.

• De VVD is voorstander van een

effectieve NAVO-samenwerking, met daarbinnen een duidelijke Europese component. Een Europees defensiebeleid binnen de EU is daarmee in strijd. En uitbreiding van de NAVO maakt de NAVO een minder effectieve organisatie en is onder de huidige omstandigheden ongewenst.

Tegen deze achtergrond is het onbe­ grijpelijk dat PvdA-politici als Wallage en Van Traa en CDA-er Van Gennip de VVD verwijten de "gordij­ nen van Nederland dicht te doen". De VVD staat voor een realistisch internationaal georiënteerd beleid.

" Neo-nationalisme" (citaat van Van Gennip) staat daar haaks op. Inlichtingen:

Frans Weisglas, 070-3182903

Open Universiteit

Deze week heeft de Tweede Kamer gesproken over de positie van de Open Universiteit (O U) binnen het Hoger Onderwijs. Hiervoor is een wijziging van de wet op het hoger onderwijs en wetenschap-pelijk onderwijs nodig. De bedoeling is om de bestuurs-organisatie van de Open Universiteit te versterken, en het bestuur op een grotere afstand van de overheid te plaatsen.

Minister Ritzen stelde aanvankelijk een president voor als hoofd van de OU. VVD-woordvoerder Oussama Cherribi heeft in de schriftelijke voor­ bereiding gepleit voor een meerhoof- dig college van bestuur. Een meer- hoofdig bestuur is beter toegerust voor de tweeledige taak van de Open Universiteit: de verzorging van afstandsonderwijs (met name voor zogenaamde 'tweede kansers1), en de onderwijsvernieuwing in samenwer­ king met universiteiten. In een nota van wijziging heeft de minister geko­ zen voor een college van bestuur, maar hij laat het aantal leden nog open.

Regionale sp re id in g

Een evenwichtige spreiding en goede bereikbaarheid van regionale studie­ centra is voor het functioneren van de Open Universiteit van groot belang. Ook de mensen in Zeeland, Limburg en het noorden van

Nederland moeten de studiecentra gemakkelijk kunnen bereiken. Om van de minister een harde garantie te krijgen dat niet zomaar regionale studiecentra kunnen worden geslo­ ten, is een amendement Beinema (CDA) - Cherribi ingediend. Dit heeft ertoe geleid dat Minister Ritzen heeft toegezegd het punt van de regionale

Technolease

Vorige week heeft Jos van Rey namens de VVD-fractie voorgesteld een aantal leden uit de vaste commis­ sies Financiën, Rijksuitgaven en Economische Zaken te benoemen die onderzoek moeten doen naar de onduidelijkheden die zijn gerezen over uitspraken van de toenmalige staatssecretaris van Financiën tijdens een besloten overleg op 14 oktober 1993 over Technolease (zie VVD- expresse 239). De vraag is of de staatssecretaris de Kamer tijdens dit overleg juist heeft geïnformeerd over gelijke behandeling van bedrijven bij ae acceptatie van sale-lease-back- transacties met immateriële activa (technolease).

Van Rey wil dat gesprekken zullen worden gevoerd met degenen die opheldering kunnen verschaffen over de gang van zaken. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan de toen­

spreiding via een bekostigingsbesluit uit te werken. De kamer ontvangt hierover nog voor de stemmingen een brief.

Inlichtingen:

Oussama Cherribi, 070-3182882

malige minister van Financiën, de toenmalige staatssecretaris van Financiën en de toenmalige minister van Economische Zaken.

Afgelopen dinsdag is over dit voorstel gestemd. Alleen de partijen SGP, GPV en D66 hebben tegen gestemd. Het voorstel van Van Rey is dus aangeno­ men.

Aanstaande dinsdag zal de werkgroep die de gesprekken zal gaan voeren voor het eerst bijeenkomen. Dan zal naar verwachting worden besloten of de gesprekken openbaar of besloten zullen plaatsvinden en wie er precies zal worden ondervraagd. De werk­ groep zal bestaan uit ae leden Wolters (CDA), Giskes (D66), Witteveen (PvdA) en Henk Kamp (VVD). Inlichtingen:

(4)

e

e s s e

240

O PIN IE

Viering 50 jaar Marshall Plan

Enric Hessing

Interview met Enric Hessing, lid van de Tweede Kamer (VVD) en voorzit­ ter van de Stichting Viering 50 jaar Marshall Plan.

Op 5 juni 1947 presenteerde de Amerikaanse Minister van Buiten­ landse Zaken, generaal George C. Marshall zijn plan voor de financiële ondersteuning van de wederopbouw van Europa.

Na de Tweede Wereldoorlog was Europa ernstig gehavend. Het was, om meerdere redenen, van groot belang dat de wederopbouw voortva­ rend ter hand werd genomen. Het was al snel duidelijk dat buitenlandse hulp, zowel financieel als logistiek, onontbeerlijk was.

Zoals Marshall in zijn rede zei: " Europe's requirements for the next three or four years of foreign food and other essential products - princi- pally from America - are so much greater than her present ability to pay, that she must have substantial additional help or face economie, social and political deterioration of a very grave character".

De Foreign Assistance Act van 1948 stelde samenwerking in Europa als nadrukkelijke voorwaarde voor de Marshall-hulp. Het programma heeft gewerkt van 1948 tot 1952 en had een omvang van 12 miljard dollar. In 1953 kreeg George Marshall de Nobelprijs voor de Vrede. Enric nessing, lid van de Tweede Kamer (V VD ), is voorzitter van de stichting die de herdenking van vijftig jaar Marshall Plan organiseert. Wat is uw rol gew eest b ij de voorbe­

reiding van deze herdenking?

Bij de behandeling van de Begroting van Buitenlandse Zaken in de Tweede Kamer, in november 1995, heb ik de regering gevraagd aandacht te beste­ den aan het feit dat het in 1997 v ijf­ tig jaar geleden is dat het Marshall Plan van start is gegaan. Het leek mij een goede aanleiding voor een feestje. Na enig overleg in de weken daarna en een sondering van het maatschappelijk draagvlak, heb ik

begin 1996 een stichting opgericht om de herdenking te organiseren. Vervolgens heb ik leden voor een Comité van Aanbeveling aangezocht, een stuurgroep samen geste la en een concept programma opgesteld. Daarna ben ik op zoek gegaan naar sponsoren. Het uitgangspunt was publiek-private samenwerking. Bijna alle activiteiten zijn particulier initia­ tief. De financiering geschiedt geza­ menlijk door de regering en een aantal grote bedrijven.

Wat is de betekenis van een derge- lijke viering?

De betekenis van de viering ligt in het verleden, in het heden en in de toekomst. Als we naar het verleden kijken zeg ik: "Thank you USA" voor de ondersteuning van de wederop­ bouw, voor de 12 miljard dollar rich­ ting Europa en voor ae aanzet tot de Europese samenwerking. In het heden zie ik een intensivering van de transatlantische samenwerking tussen de VS en de EU, en met Nederland in het bijzonder. In de toekomst gaat het vooral om de ondersteuning van het transitieproces naar democratie en markteconomie in landen in Midden- en Oost-Europa. De gedachte achter het Marshall Plan is daarbij onverminderd van kracht:

“ help de ander zichzelf te helpen ” . Dat is een hele liberale benadering. In de Troonrede in september 1996 zei H.M de Koningin: "Volgend jaar is het een halve eeuw geleden dat met de aankondiging van het Marshall­ plan de kiem werd gelegd voor Europese samenwerking. Door priori­ teit te geven aan wederopbouw werd het toen mogelijk ons beproefde land op te stuwen naar een hoog peil van welvaart. Met het herstel van onze economie, waaraan door zovelen is bijgedragen, is de basis gelegd voor de opbouw van een harmonieuze samenleving. Laten we inspiratie putten uit de naoorlogse ervaring en opnieuw investeren in de toekomst".

Hoe ziet het programma van de viering er uit?

Het is een breed geschakeerd programma geworden. Het omvat ondermeer: een onderwijsconferentie, een opstelwedstrijd, presentaties in meer dan 1000 bibliotheken, tentoonstellingen in 10 musea, optre­ dens van het Boys Choir of Harlem, een nationaal en internationaal symposium, een zilveren herden- kingsmunt van tien gulden (met dank aan minister Zalm), twee postzegels, een tour door Nederland van een groep van 100 jongeren uit 50 landen (de 'Young Atlantic Generation') met bezoeken aan bedrijven en deelname

aan enkele festiviteiten, een bezoek van de 'BV Nederland' aan

Washington, Chicago en New York (onder net motto: “Thank you USA, and by the way: we are the gateway to Europe"), een ontvangst in Rotterdam van alle in Nederland wonende Amerikanen, een bijeen­ komst in Paleis Lange Voorhout en de feestelijke herdenking in de

Ridderzaal in aanwezigheid van H.M . de Koningin, president Clinton en 50 Europese regeringsleiders.

Wat is voor u het hoogtepunt van de herdenking?

Waarschijnlijk toch wel de herdenking in de Ridderzaal met de "major foreign policy speech" van president Clinton. Maar ik vind de activiteiten op scholen, in bibliotheken en bij McDonalds minstens zo belangrijk, met name om de bevolking in den brede te bereiken en de jeugd in het bijzonder.

Eén van de doelstellingen van de viering is het leggen van een relatie met de opbouw van een 'civil so cie ty' in de landen in M idden- en Oost-Europa. D oet het Westen daar genoeg aan?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

U beveelt aan om nader te onderzoeken waar de grootste en meest voorkomende meer en minderopbrengsten van de niet-belastingontvangsten precies vandaan komen, en om duidelijkheid

Het is van belang dat mensen een traject volgen dat hen voldoende perspectief biedt en aansluit bij hun interesses en capaciteiten.-Een duaal traject kan hierin behulpzaam zijn

In uw onderzoek bent u nagegaan In hoeverre de instandhouding van het hoofdwatersysteem voor de periode 2012 tot en met 2020 toereikend Is gebudgetteerd en wat de

Tegen deze achtergrond ben ik het met u eens dat het van belang is dat het totale pakket aan inhoudelijke afspraken een wezenlijke bijdrage levert aan de realisatie van de

De universiteiten zien zelf ook deze primaire verantwoordelijkheid en doen op dit moment een onderzoek naar de kosten van hun vastgoed, inclusief achterstallig onderhoud, maar

Tegelijkertijd kan niet lang meer gewacht worden met verbeteringen in de ICT, voor het geval naar aanleiding van het onderzoek besloten wordt dat de uitvoering van

Contactpersoon Linda Hulspas T: 06 29341464 Linda. Hierbij stuur Ik u mijn bestuurlijk reactie op dit rapport. Na het verwerpen van het Wetsvoorstel kenbaarheid

Zoals ook al in het rapport opgenomen wordt de asielreserve ook gebruikt voor het meenemen naar het volgende jaar van de in een kalenderjaar verkregen toerekening aan ODA