• No results found

Het is mede te wijten aan de 'New Christian Right' dat vredesinitiatieven van de Verenigde Staten in het Midden Oosten tot nu toe nauwelijks vooruit zijn gekomen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het is mede te wijten aan de 'New Christian Right' dat vredesinitiatieven van de Verenigde Staten in het Midden Oosten tot nu toe nauwelijks vooruit zijn gekomen "

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Politieke vernieuwing op houdbare pijlers

De overheid is volop in verandering. Dat is een proces zonder vaststaand eindbeeld.

Naar mijn mening is dat terecht. Meer dan ooit wordt de overheid geconfronteerd met snelle en dynamische maatschappelijke ontwikkelingen. Ook de burgers verande- ren voortdurend van opvatting, levensge- voel en gedrag. De overheid dient de aan- sluiting niet te missen, mede gezien het grote belang een maatschappelijk draag- vlak voor het beleid te genereren. Dat draagvlak is noodzakelijk om met het over- heidsbeleid voldoende maatschappelijk ef- fect te sorteren.

Het vernieuwend vermogen van de over- heid wordt vandaag alom als onvoldoende gekwalificeerd. Dat oordeel betreft vooral het openbaar bestuur, de regering en de volksvertegenwoordigingen op de drie ni- veaus. Ook de politieke partijen en hun rol in het politiek-bestuurlijke krachtenveld komen daarbij in beeld.

Instrumenten om dat te verbeteren wor- den aangereikt, zoals de invoering van het referendum en de gekozen burgemeester.

Dergelijke instrumenten kunnen niet dienen als panacee voor alle actuele politiek-be- stuurlijke kwalen. Wat de burgemeester be- treft is het interessant vast te stellen, dat deze benoemde bestuurder de er,ige blijkt , te zijn in het gemeentebestuur die door een

Christen Democratische Verkenningen 12/92

groot deel van de bevolking wordt gekend.

Wat verkiezen daaraan toevoegt?

Kiezen we voor een overheid in constante verandering, dan is daar toch de behoefte, de noodzaak om uitgangspunten te kunnen hanteren en consistente visies en heldere profielen te ontwikkelen. Het nieuwe con- cept-Program van Uitgangspunten is een zeer te waarderen poging daartoe. Het ver- dient een indringende behandeling. Boven- dien zullen allen die een actieve rol spelen in het CDA zich de materie eigen moeten maken. Beginselen waar we als CDA aan hechten, moeten regelmatig opnieuw door- grond, geijkt en geactualiseerd worden. Ei- gentijdse zeggingskracht van onze princi- piële uitgangspunten kan alleen worden verkregen door eigentijdse, nadere inhou- den en formuleringen. Deze moeten wor- den toegespitst op de vele nieuwe maat- schappelijke uitdagingen waarbij de zingevingsvragen aan de orde zijn.

Procesmatig politiek bedrijven, tegelijker- tijd stabiliteit vertonen en duidelijk en be- trouwbaar overkomen; dat is een kunst die het CDA nog handen vol werk geeft. Con- sistentie in beleid vasthouden en toch niet verstarren en meegaan met de tijd, daar zit grote spanning in. De actualiteit moet niet veronachtzaamd worden en het proces moet gaande gehouden worden. Het CDA

515

(2)

Column

dient als principiële politieke beweging doe- len in het oog te houden en niet los te raken van eigen wortels. De spanning daartussen is soms om te snijden en de verleiding is groot om de gemakkelijkste weg te kiezen, die van pragmatisme en het grijze compro- mis. De roep om een helder en geloof- waardig CDA is echter groot ook vandaag.

Ballonnenpolitiek is niet een passend in- strument om als partij helderheid en ge- loofwaardigheid uit te stralen. Eén, twee op- gelaten-politieke-ballonnen die verschrom- pelen tot een onbruikbaar restant, schaden de politieke geloofwaardigheid meer dan dat zij die dienen. Ook 'politiek-op-de-klank- af' behoort voor mij tot deze categorie. Een voorbeeld. Sociale dienstplicht als belang- rijk politiek voornemen introduceren klinkt sociaal, en dus CDA-passend. Het verkeert echter in het tegendeel als zo'n voorstel vanwege te weinig diepgang van de argu- mentatie en onvoldoende verweer tegen ongewenste (neven-)effecten die het kan oproepen, teloor gaat.

De overheid is volop in verandering. In dat licht zijn ook de processen van bestuurlijke en sociale vernieuwing gestart. Reeds nu wordt duidelijk wat de kansen daarvan zijn.

Maar ook de verleidingen die op de loer lig- gen om het proceskarakter te verstoren.

Steeds duidelijker wordt dat sociale en be- stuurlijke vernieuwing, sterk met elkaar sa- menhangen en elkaar zowel positief als ne- gatief beïnvloeden. In beide processen gaat het om dynamische doelen. Centraal staat een principiële herverdeling van verant- woordelijkheden. Het komt zowel bij sociale als bij bestuurlijke vernieuwing èn in com- binatie van beide processen aan op een verbeterde en meer volwassen relatie tus- sen overheid en burgers en organisaties van burgers. Het gaat bovendien om het doorbreken van schotten en van sectoraal denken en om een integrale benadering van individuele burgers, groepen, wijken en buurten. Het komt ook aan op het terug-

516

dringen van bureaucratie, op open com- municatie en terugbrengen van vertrouwen.

Dat alles staat in relatie met de noodzake- lijke versterking van onontbeerlijke politieke legitimatie. Procesmatig bezig zijn is een keus. Als gewenste methode lukt dat wel.

Maar het gewenste snelle succes met con- crete resultaten kan het procesmatig ka- rakter in de kiem smoren. Structurele ge- dragsverandering van overheid, politiek, ambtenaren, burgers, maatschappelijke verbanden vergt een lange adem. Direct dreigt opnieuw toename van bureaucratie, zowel bij de overheid als bij maatschappe- lijke voorzieningen en organisaties. Inte- graal werken versmalt snel tot het 'afschui- ven' op degenen die speciaal met sociale vernieuwing zijn belast. Achterhaalde vor- men van experimenteren met vanuit de overheid tevoren uitgezette doelen en ka- ders, steken de kop weer op en dreigen de gezamenlijke aanpak van overheid en par- ticulier initiatief te frustreren. Besturen op hoofdlijnen wordt op voorhand al ontmoe- digd door de opdringerige actualiteit en door dwingende burgers.

Politiek-bestuurlijk meer procesmatig werken kan moeilijk te bereiken doelen waarschijnlijk beter nabij brengen. Wel zijn tijdens het proces steeds nieuwe, motive- rende impulsen nodig. Volhardend op de in- geslagen weg doorgaan en verleidingen weerstaan om in oude patronen terug te val- len, die toch veel politieke malaise veroor- zaken, daar komt het op aan. Stabiliteit in politieke beginselen en betrouwbare volks- en partijvertegenwoordigers; dat zijn twee onmisbare pijlers onder procesmatig, ver- nieuwend overheidsbeleid. Laat het CDA aan de stevigheid en standvastigheid van deze beide pijlers blijven bouwen.

Christen Democratische Verkenningen 12/92

(3)

om- Jen.

lke-

eke Drs. J. Slomp een

Nel.

:on- ka- ge- iek, lijke re ct ltie, lpe- nte- hui- :iale vor-

de ka- 1 de par-

10p 10e-

joor

latig alen zijn tive- ein- Igen

val- oor-

~it in llks- wee

ver-

~DA

van

12/92

Nieuwe visie of gevaarlijk virus?

Fundamentalisten lijken in woorden op or- thodoxen, maar ze voegen er iets aan toe waardoor het medicijn een virus wordt, de antistof een vergif: Ze overvragen en ver- geten de geschiedenis. Dit is de opvatting van J. Slomp die het islamitisch fundamen- talisme behandelt en daarbij wijst op paral- lel/e verschijnselen in het hedendaagse christendom en jodendom.

We kunnen in kranten lezen dat funda- mentalisme voorkomt in wereldgodsdien- sten als het christendom, het hindoeïsme, het jodendom maar evenzeer in niet-religi- euze bewegingen als het marxisme. Fun- damentalisme kent vele gezichten. In het grote standaardwerk onder redactie van Martin E.Marty en R.Scott Appleby, Funda- mentalism Observed van 1991 wordt het fundamentalisme van de militante Sikhs in de Oost-Punjab in Noord-India ook ten to- nele gevoerd. Het boek verscheen als een eerste resultaat van een breed opgezet stu- dieproject onder auspiciën van de Ameri- kaanse Academie van Kunsten en Weten- schappen in 1991. Het internationale in vele talen verschijnende rooms-katholieke tijd- schrift Conciliumwijdde onder redactie van Hans Küng het derde nummer van 1992 aan het onderwerp: 'Fundamentalisme in de Wereldgodsdiensten'. Christen Demo-

Christen Democratische Verkenningen 12/92

cratische Verkenningen is dus niet de enige publikatie die zich dezer dagen met dit on- derwerp bezig houdt. Aangezien beide ge- noemde zeer recente publikaties mij pas onder ogen kwamen toen het hier onder vol- gende artikel al geschreven was kon ik slechts zeer ten dele rekening houden met genoemde studies. Cursorische lezing geeft mij evenwel geen aanleiding mijn eigen visie grondig te herzien en dienten- gevolge publikatie uit te stellen. In een bi- bliografie aan het eind van dit artikel wor- den mijn belangrijkste bronnen ver- antwoord. In de tekst wordt d"arnaar, zo- nodig, verwezen via het noemen van de naam van de auteur en de pagina van het werk. In dit artikel wordt met name ingegaan op het fenomeen fundamentalisme zoals dat binnen de islam voorkomt. Ter vergelij- king wordt op parallelle verschijnselen ge- wezen in het hedendaagse christendom en jodendom. Omdat de term zonder meer van christelijke oorsprong is wordt eerst een duik in de geschiedenis genomen om die oorsprong te achterhalen.

Drs. Slomp (1932) werkte van 1964 tot 1977 in Pakistan.

onder andere als staflid van het Christian Study Centra.

Sinds 1977 is hij als predikant verbonden aan het Dien- stencentrum Gereformeerde kerken. voornamelijk belast met de voorlichting over de ontmoeting met moslims.

517

(4)

Fundamentalisme

Fundamentalisme gereformeerd of 'Made in USA'?

Het verschijnsel fundamentalisme staat, al- thans in christelijke kring, sedert het begin van deze eeuw op de agenda. Die christe- lijke origine van de term komen we al tegen in de omschrijving die Van Dale's Groot Woordenboek der Nederlandse Taal van het woord geeft. Ik citeer: 'orthodoxe,antili- berale kerkelijke richting met een anti-intel- lectuele inslag, ook met betrekking tot poli- tieke standpunten en opvattingen; soms zoveel als prinzipienreiterei.' Als enig con- creet voorbeeld wordt verder verwezen naar: de fundamentalistische bijbelbe- schouwing van de gereformeerde kerken (Buskes). Toen de synode van de Gere- formeerde Kerken in Nederland in 1926 in Assen verklaarde dat de beschrijving van de zondeval in Genesis 3 een historisch ve- rifieerbaar feit was en dat de slang echt had gesproken tot Adam en Eva leidde dit tot een kleine afscheiding. Bij die afgeschei- denen hoorde ook dominee J.J.Buskes, die toen nog op Texel werkte maar later in Am- sterdam zeer bekend zou worden. Deze af- gescheidenen vormden de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband. Deze groep ging later grotendeels op in de Nederlandse Hervormde Kerk. Intussen hebben de Ge- reformeerden Kerken de door Buskes ge- wraakte en zelfs in Van Dale vermelde fun- damentalistische schriftbeschouwing al lang verlaten. Ik zou daarom willen voor- stellen dat Van Dale in de volgende druk dit voor gereformeerden niet meer opgaande voorbeeld door een beter vervangt of de de- finitie uitbreidt naar de islam toe. Het door de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) in 1980 aanvaarde rapport 'God met Ons ... Over de aard van het Schriftgezag' is juist uitgesproken anti-fundamentalis- tisch. Daarop werd het met name via de Evangelische Omroep (EO) aangevallen.

Vragen als heeft de slang echt gesproken, de ezel van Bileam echt gewaarschuwd en

518

de walvis Jona echt opgeslokt zijn typerend voor de fundamentalistische schriftbe- schouwing, die in Nederland in 1926 - zij het onder groeiend protest - nog zijn triomfen kon vieren. Maar in 1926 noemde men dat in Nederland nog niet fundamentalistisch.

Het Amerikaanse apenproces

De term fundamentalisme kwam uit de Ver- enigde Staten. Als we naar dit land gaan moeten we de fundamentalistische dieren- tuin nog met de apen uitbreiden. Bijna ge- lijktijdig met de synode in Assen, tussen 11 juli 1925 en 1927 vond in Dayton in Ten- nessee de Scopes Trial plaats, populair ook wel het 'apenproces' plaats. John Thomas Scopes moest terecht staan, omdat hij de evolutieleer op school had onderwezen. Dit was volgens een in 1925 aanvaarde en pas in 1967 afgeschafte wet verboden. Met 95 tegen 11 stemmen had de wetgevende ver- gadering van Tennessee verboden theo- rieën te onderwijzen die in strijd zijn met de duidelijke bijbelse leer dat God de mensen geschapen heeft (en dus niet heeft laten ontwikkelen uit een lagere diersoort als de aap). Vandaar de naam apenproces. Het was een proefproces waaraan Scopes vrij- willig meewerkte. Hij werd schuldig bevon- den. De veroordeling van Scopes tot een boete van honderd dollar werd gezien als een Pyrrhusoverwinning van de nieuwe christelijke beweging die sedert ongeveer 1920 'fundamentalisme' werd genoemd.

Het werd een Pyrrhusoverwinning omdat de verdediging van het fundamentalistisch standpunt uitermate zwak was. Er waren ei- genlijk geen winnaars, alleen maar verlie- zers! Het Scopes' proces was in de Ver- enigde Staten al voorafgegaan door kerkelijke procedures leidend tot ontslag van hoogleraren die schriftkritische publi- katies op hun naam hadden staan. Dit ge- beurde zowel in de protestantse als in de rooms-katholieke Kerk. In 1910 werd door de Paus van alle geestelijken de zoge-

Chnsten Democratische Verkenningen 12/92

(5)

end tbe-

het lfen dat :h.

/er- aan

·en- ge- 11 en- ook nas de Dit pas 95 ler-

eo- tde sen :ten de Het vrij- on- 3en

als Iwe eer nd.

dat sch lei-

·Iie- 'er- oor

lag bli- ge- de oor ge-

2/92

naamde anti-modernisten eed gevraagd.

Voorde fundamentalisten. intussen een be- weging met een duidelijk eigen gezicht, werd de harde kern van de leer gevormd door vijf punten te weten: de volledige in- spiratie en feilloosheid van de Schrift, de godheid van Christus, de maagdelijke ge- boorte van Jezus, de plaatsvervangende verzoening door het bloed van Christus, de lichamelijke opstanding van Christus en Zijn wederkomst voor het aanbreken van het duizendjarig rijk. Genoemde vijf punten werden steeds meer als een maatlat ge- bruikt tegen theologische opleidingsscho- len, seminaries en zendingsinstanties. De fundamentalisten probeerden de pro- gramma's van diverse kerken te infiltreren door hun vaak agressieve geschriften, waarvan de bekendste de sedert 1909 ver- schenen serie van twaalf brochures The Fundamentals. Drie miljoen exemplaren werden gratis verspreid op kosten van twee rijke broers. Ook ging men grote rallies en militante campagnes organiseren. Leiders die door hen voor slap en niet-orthodox ge- noeg werden gehouden werden aangeval- len. De fundamentalisten vormden eerst een interkerkelijke beweging, maar pro- beerden steeds meer vaste voet te krijgen binnen de belangrijkste denominaties. Als het niet lukte theologische centra te vero- veren werden eigen instituten opgericht.

Soms kwam het tot kerkscheuringen. Het meest kwetsbaar bleken de baptisten te zijn, gevolgd door presbyterianen en me- thodisten. De Episcopal Church ( de Ame- rikaanse zuster van de Anglicaanse Kerk) was het minst vatbaar. In die kerk werd na- melijk niet alles op de kaart Bijbel gezet. De methodisten en presbyterianen en de hoofdstroom van de lutheranen hebben het virus van het fundamentalisme overleefd maar zijn wat ledental betreft wel enigszins vermagerd uit de strijd gekomen. Die strijd gaat nog steeds door. Met name de theo- logie van Karl Barth die in Europa meestal

Christen Democratische Verkenningen 12/92

middenorthodox wordt genoemd maar in Amerika neo-orthodox heeft tegenwicht ge- geven aan de vloedgolf van het fundamen- talisme.

Recente opleving

Een deel van bovenstaande gegevens heb ik ontleend aan het artikel 'Fundamenta- lism' uit de 1973 editie van de Encyclopae- dia Brittannica, die in Chicago wordt uitge- geven. De auteur beweert dat het fundamentalisme in de Verenigde Staten over zijn hoogtepunt heen is. Dat leek mis- schien even zo in het begin van de jaren ze- ventig. Maar dat is sedertdien zeker niet meer het geval. De beweging is mede dank zij de televisiedominees en geavanceerde technische hulpmiddelen een goed geor- ganiseerde macht geworden, waar ook pre- sidentskandidaten ter dege rekening mee moeten houden. Van anti liberaal werd men allengs ook steeds meer anti-communis- tisch, wat leidde tot het ondersteunen van de bewapeningswedloop. De definitie van Van Dale dat ook politieke standpunten worden ingenomen kan men illustreren aan de steun voor Reagan in Midden Amerika en zijn nucleaire bewapening, strijd tegen een in hun ogen te liberale abortuswetge- ving en onkritische en onvoorwaardelijke steun aan Israël. Grace HalselI, heeft in een geruchtmakende boek die verbanden bloot gelegd. Haar boek Prophecy and Polities Militant Evangelists on the Road to Nuclear War (Westport 1986) laat zien hoe ondanks de officiële scheiding tussen kerk en staat in Amerika met name ter rechterzijde het politieke debat een religieus-theologische onderstroom heeft. 'The New Christian Righf heeft een theocratisch ideaal, stelt onafhankelijk van haar Gilles Kepel de be- kende Franse godsdienstsocioloog. Dat is volgens hem 'sauver l'Amerérique', Ame- rika redden in de dubbele betekenis van het woord. Van zijn recente boek over funda- mentalisme La Revanche de Oieu, ver-

519

(6)

Fundamentalisme

scheen onlangs een Nederlandse vertaling.

Een andere eerdere waarnemer James Barr (1 01) schrijft: 'on social and national is- sues the fundamentalist movement seems to hanker back to a society organized as a holy and theocratie Christendom, rather than as a secular society'. Barr ergert zich er aan dat fundamentalisten zo ontzettend zeker van zichzelf zijn en er van overtuigd zijn dat hun vorm religie absoluut en uniek de enig ware is (338). Hij treft bij funda- mentalistische auteurs vaak een blijkbaar aangeboren zeer diep geworteld wantrou- wen aan tegenover christenen die het niet met hen eens zijn. Wat dat betreft lijken mijns inziens fundamentalisten van alle re- ligies op elkaar. Dit wantrouwen onder- graaft en corrumpeert volgens James Barr de evangelische waarden en deugden waar men zich op laat voorstaan. Dit laatste doet hem vragen of bij de fundamentalisten het evangelie gepredikt wordt om mensen te redden of dat het als een wapen gebruikt wordt voor een ideologisch getinte verove- ring van de mensheid (341). Latere publi- katies geven James Barr gelijk.

Onder Nixon and Reagan sprak men van 'bom again polities'. Dat werd onder de pragmaticus George Bush minder. In een land waar kerk en staat gescheiden zijn vol- gens de grondwet greep de president steeds meer in ten gunste een herkerste- ning van het openbare leven bijvoorbeeld door benoeming van conservatieve rech- ters en door 'creationisme' als vak toe te staan op de staatsscholen. Het is mijns in- ziens behalve aan de joodse lobby mede te wijten aan de 'New Christian Righf dat vre- desinitiatieven van de Verenigde Staten in het Midden Oosten sedert de Camp David- akkoorden tot nu toe nauwelijks vooruit zijn gekomen. Toegeven aan Palestijnse wen- sen kost stemmen ter rechter zijde, waar velen werkelijk geloven dat de terugkeer van de joden naar Israël een vervulling in- houdt van de bijbelse profetie. Hier ont-

520

moeten joods en christelijk fundamenta- lisme elkaar. Dit bondgenootschap ver- sterkte het moslim fundamentalisme onder de Palestijnen: HAMAS tegenover PLO.

Voorlopige balans

Is het mogelijk enkele karakteristieke as- pecten van het christelijke fundamenta- lisme op te sommen? Wat opvalt is het de- fensieve karakter. De vijf punten die de kern vormen sedert 1895 willen de Bijbel en Christus verdedigen tegen modernisme en bijbelkritiek. Typerend is dat als eerste punt geclaimed wordt: er staan geen fouten in de Bijbel. Die stelling is als het ware het elas-

Het is mede te wijten aan de 'New Christian Right' dat vredesinitiatieven van de Verenigde Staten in het Midden Oosten tot nu toe nauwelijks vooruit zijn gekomen

tiekje dat strak om het boeket heen zit. Als je dat losmaakt valt de bos in losse bloe- men uit een. Dit is ook de Achilleshiel van het systeem zoals onder andere James Barr aantoont. Niet fundamentalistische christenen zullen vragen: 'Verliest de Bijbel echt zijn gezag als je dit nieuwe dogma be- treffende de Bijbel loslaat? Heeft het Credo deze extra verdediging nodig? De kerken hebben het toch meer dan negentien eeu- wen zonder dit dogma gedaan? Heeft men inderdaad geen oog meer voor het myste- rie en het wonder (de wonderen) van God

Christen Democratische Verkenningen 12/92

(7)

a- H- er

s- a- e- rn

~n

~n

nt

je s-

1

1

Is

9-

~s

Ie el

9-

10

J-

~n

9-

..

.,

in Schrift en het leven van de gelovigen, als men op grond van bronnenonderzoek een bepaald Bijbelboek later dateert?'

Opvallend is dat mensen die geloven dat er geen fouten in de Bijbel staan enorme ra- tionele acrobatische toeren moeten maken om allerlei punten van tegenspraak met el- kaar te harmoniseren. Zijn de kerken waar men op een iets wetenschappelijker manier met de Bijbel omgaat inderdaad ten prooi gevallen aan ongeloof en twijfel? De Ame- rikaanse bijbelgeleerde vergelijkt deze na- druk op de foutloze Bijbel met een parallel verschijnsel in de rooms-katholieke Kerk aan het eind van de negentiende eeuw, na- melijk de verklaring van Het Eerste Vati- caans Concilie van 1870, dat de Paus on- feilbaar zou zijn. Tegenover de onzekerheid van secularisme en ongeloof aan het eind van de negentiende eeuw, versterkt door de catastrofe van de Eerste Wereldoorlog meldt zich in het fundamentalisme. Een be- weging die zoekt naar een gezaghebbende instantie voor alle terreinen van het leven.

Voor protestanten kon dat niet de Paus zijn.

Wel is het opvallend dat kerken waar men meer aandacht had voor traditie, structuur, ambt enzovoort en waar men de nieuwe bij- belwetenschappen wel een kans gaf min- der te lijden hadden van het fundamenta- listische virus. Aanvankelijk leek het even alsof de Rooms-katholieke Kerk ook in het vaarwater van het fundamentalisme terecht zou komen, maar dank zij de nieuwe theo- logie die uitliep in het Tweede Vaticaans Concilie is dat gevaar gekeerd. Maar juist een centrale gezagsinstantie als de Paus blijft kwetsbaar voor een fundamentalis- tisch hanteren van het ambt namelijk dan wanneer onzekerheden met gezagswoor- den worden bezworer, Fundamentalisme heeft daarom iets autoritairs. Het staat vaak haaks op vrijheid van onderzoek. want dat kan bedreigend zijn. Het wil iets te veel met de Bijbel. De Bijbel wordt voor hen een pa- pieren paus, jazelfs soms een papieren

Christen Democratische Verkenningen 1292

God. Men vergeet dat de Bijbel als mense- lijk soms al te menselijk verslagboek van Gods omgaan met mensen natuurlijk wel gezag heeft maar geen goddelijke eigen- schappen kan hebben. De Bijbel behoort tot de geschapen werkelijkheid ook wanneer mensen door Gods Geest gedreven ge- sproken en geschreven hebben. Juist dit op rationele wijze willen verdedigen van wat weerloos is als een aarden vat zoals de apostel Paulus (2 Cor. 4) schrijft heeft velen doen afhaken.

De visie gericht op herstel van het gezag van Gods woord en herkerstening werd vaak een virus. De medicijnen waren soms gevaarlijker dan de ziekte. Men wil de on- zekerheden bezweren met middelen die de vrijheid (vrijheden) en persoonlijke verant- woordelijkheid in gevaar brengen. Het wordt gevoed door wantrouwen tegenover het gewone traditionele ch ristendom c.q. jo- dendom of islam, dat wel degelijk op de uit- dagingen van de moderne tijd in gaat maar volgens de fundamentalisten te veel water bij de wijn doet, te 'wereldgelijkvormig' wordt. Zoals we zagen kan dit wantrouwen worden vertaald in intolerantie en strijdmid- delen die voor andersdenkenden bedrei- gend kunnen zijn. Maar men beroept zich daarvoor op Gods woord dat geen andere keuzen en wegen zou open laten.

Ik ben wat langer bij het christelijk funda- mentalisme stil blijven staan omdat het ver- bonden met de politieke macht van Ame- rika en soms verbonden met in kracht toenemend joods fundamentalisme in Is- raël evenals het islamitisch fundamenta lisme een gevaar voor de vrede en voor an- dersdenkenden kan inhouden

Joods en moslimfundamentalisme ver- geleken

Voor we ons verdiepen In het islamitisch fundamentalisme wil ih: kort aandacht vra- gen voor het joodse fundamentalisme. dat met name sedert de Jom Kippoeroorlog

521

(8)

Fundamentalisme

van 1973 in verschillende bewegingen aan kracht en invloed heeft gewonnen. Sedert 1974 heeft de beweging van de Gush Emo- nim (het blok van de gelovigen) de voor- hoede gevormd van de settlers op de West- bank, daarmee onweerlegbare en niet terug te draaien faits accomplis scheppend. Deze beweging was er zeer tegen dat bij de Camp Davidakkoorden land (Eretz Israë0 aan de ongelovigen (nota bene moslims en chris- tenen I) werd teruggegeven. Men schrikt daarbij voor geweld niet terug. Hun leider Moshe Levinger, bleek bij een opiniepeiling in 1987 even populair te zijn als minister Begin (aldus lan S. Lustick, For the Land and the Lord, Jewish Fundamentalism in Is- raël, New Vork 1988 geciteerd door Gilles Kepel, pagina196). Een andere beweging die' retour du judaïsme' predikt en voor wie Gods wetten (zoals zij die verstaan) voor- rang hebben boven de wetten van de Staat heeft geprobeerd en gecomplotteerd om de islamitische heiligdommen, de AI-aqsa moskee naast de rots koepel op te blazen om daar ruimte te scheppen voor het her- bouwen van een joodse tempel. Ook hier ziet men het verlangen naar herstel van het verleden. Dat is ook, zoals we zullen zien, een kenmerkend aspect van diverse vor- men van islamitisch fundamentalisme. Lei- ders van deze bewegingen zijn vaak hetzij bekeerlingen tot het jodendom of volledig geseculariseerde joden die op zoek gaan naar hun oude wortels. Ze worden dan selfmade rabbi's. Deze beide trekken - te- leurstelling over de leegheid van het secu- larisme en het zelfstandig bestuderen van de heilige boeken zonder de klassieke op- leidingen te volgen - zijn ook kenmerkend voor twee belangrijke leiders van het isla- mitisch fundamentalisme Hasan al-Banna (gestorven in 1949) uit Egypte en Maududi (gestorven in 1979) in Pakistan. De visie die deze en andere recente joodse bewegin- gen typeert is volgens Kepel gekenmerkt door hun verlangen naar de verlossing van

522

Israël en het beloofde land. Zij willen God een handje helpen bij die verlossing. Ze be- roepen zich op rabbi Zvi Yehuda Kook (ge- storven 1982) 'Voor hem, zijn de zionisten hoe a-religieus ze ook mogen zijn de dra- gers, zonder het te weten, van een mes- sianisme van verlossing: de staat Israël was het (zonder zichzelf daarvan bewust te zijn) het instrument van de goddelijke wil.' Deze preoccupatie met de (in dit geval islamiti- sche) staat is ook kenmerkend voor de in Pakistan ontstane fundamentalistische be- weging van Maududi. Ik herinner er even aan dat ook dit land ontstond na terugtrek- king van de Britse kolonialisten in 1947 (een jaar voor Israëli), waarbij de moslims een 'landbelofte' afdwongen.

Een andere overeenstemming tussen joods en islamitisch fundamentalisme is de fascinatie met het onverkort invoeren en handhaven van de met goddelijk gezag be- klede wetten als onderdeel van een totale islamisering c.q. judaïsering van de hele sa- menleving. De gush emunim, de jama'at e islamivan Maududi en de fundamentalisten van de 'Bibie Belt in Amerika hebben ook dit gemeen dat ze ieder binnen hun eigen godsdienst zichzelf zien als de echte en ware gelovige, beter dan de anderen, zowel in leer als in levenswandel. In breder we- reldverband staan ze soms naast elkaar: de joodse fundamentalisten met hun christen soortgenoten enerzijds, tegenover moslim- fundamentalisten anderzijds. Fundamenta- lisme wordt dan met fundamentalisme be- streden. Dit leidt meestal tot een ver- slechtering van de situatie. De een ziet in de andere het grote gevaar. Dialoog wordt in de regel afgewezen. Maar gelukkig zijn er wat dat betreft enkele kleine veranderin- gen opgetreden. De jama'at e islami van Maududi is sedert 1976 met christenen in gesprek (zie International Review of Mis- sionOct. 1976). Men moet hen dus niet zon- der meer als gesprekspartners afsch rijven!

Deze opmerkingen hebben slechts de be-

Christen Democratische Verkenningen 12·92

T'" I

I

!

I

(9)

;-

.s 1) e i- n

n

s n

1

..

-

doeling er op te wijzen dat christelijk, joods en islamitisch fundamentalisme niet zonder meer naast elkaar staan maar bij alle grote verschillen die er tussen genoemde religies bestaan toch overeenkomsten vertonen.

Islamitisch' fundamentalisme': welke definitie?

Ik heb het woord fundamentalisme tussen aanhalingstekens gezet omdat het door moslims zelf niet wordt gebruikt. Het is een leenwoord dat werd overgenomen uit het christelijk vocabulair. Nederlandse woor- denboeken hebben dit nieuwe gebruik zoals we zagen nog niet geregistreerd. Ook de 1973 editie van de Encyclopaedia Brit- tannica deed dit nog niet, maar Webster 's Third International Oictionary ot the English Language noemt wel de moslim-variant, maar niet de joodse. De volgende om- schrijving wordt gegeven van een funda- mentalist: an extreme conservative esp one who attacks any deviation trom certain doc- trines and practices he considers essential as to a religious. political or educational sys- tem. Fundamentalisme, aldus dit grootste Amerikaanse woordenboek, denken vaak in wit-zwart tegenstellingen met andere woorden zijn nogal, radicaal en exclusief.

We moeten ons realiseren dat niet iedereen de term fundamentalisme hanteert voor het zelfde verschijnsel. Schrijvend over het Front Islamique du Salut (de F.I.S.) in Al- gerije, gebruikt Trouw om de haverklap het woord fundamentalist en fundamentalisme, terwijl Le Monde in veel uitvoeriger berich- ten over dezelfde gebeurtenissen geen en- kele keer het woord fundamentalisme be- zigt, maar het heeft over islamist of islamisme en over integrisme ( een rooms- katholieke term). Tijdens een congres in ok- tober 1985 in Rotterdam over islamitisch fundamentalisme wees de voorzitter Dr. K.

Wagtendonk op de heersende spraakver- warring: 'Een gang door de literatuur maakt al snel duidelijk dat elke auteur '" de term

Christen Democratische Verkenningen 12/92

hanteert die hem/haar het meest aan- spreekt. Een (niet volledige) opsomming van gebruikte benamingen leidt tot het vol- gende resultaat: fundamentalisme, neo- fundamentalisme, intégrisme, islamisme, revival isme, renaissance van de islam, mi- litante islam, re-islamisering, islamitisch re- veil en activisme'. Dat ik toch in dit artikel de term fundamentalisme gebruik komt omdat het vergelijking makkelijker maakt, zonder de voor elke behandelde godsdienst typerende verschillen uit het oog te verlie- zen. Ik doe het echter met terughoudend- heid vanwege het misbruik. Nu de term is ingeburgerd kan men er maar beter mee werken en zeggen wat men bedoelt. De naam werd vroeger al in Amerika door te- genstanders van de beweging gebruikt en had in hun mond en geschriften iets van dis- kwalificatie of scheldwoord. Dat is een extra bezwaar tegen het gebruik van de term omdat er altijd iets negatiefs in meeklinkt wat een objectieve en eerlijke beschrijving vaak belemmert.

Maududi's beweging onder de loep Een beweging van moslim fundamenta- lisme heb ik wat grondiger bestudeerd.

Daaraan wil ik enkele voorbeelden ontle- nen. Ik bedoel de islamitische beweging die gestart werd door de vader van het funda- mentalisme selfmade wetgeleerde/journa- list Maulana Maududi (1903-1979). In het genoemde boek van Marty wordt zijn be- weging als fundamentalistisch behandeld.

Ik heb in 1976 een uur lang met Maududi geproken. Maududi ziet zijn beweging als een zuiveringsbeweging en als een ver- nieuwing (tajdid). Als de islam in verval raakt zendt God weliswaar geen profeten meer, want Mohammed was de laatste en defini- tieve, maar wel elke eeuw een vernieuwer.

Sommige volgelingen zien Maududi als zo'n vernieuwer. Wat dat betreft is zijn be- weging een tegenhanger van de modernis- ten, die volgens hen te ver zijn gegaan in

523

(10)

Fundamentalisme

de aanpassing aan de geest van de tijd. Een zelfde bezwaar maakten de Amerikaanse fundamentalisten tegen hun liberalminded orthodoxe of neo-orthodoxe tegenstan- ders. Die hebben volgens deze 'canserva- tive evangelieals' gecapituleerd voor secu- liere waarden. Voor Maududi zit het gevaar in de Westerse en anti-islamitische ge- dachtenwerelden. Die werelden moeten worden uitgezuiverd, maar men mag van hen overnemen wat niet met de islam strijdt.

Maududi spreekt daarom zonder veel aar- zeling van een islamitische ideologie. Hij vergelijkt die met andere ideologieën. De beweging is dus niet zonder meer conser- vatief of traditioneel maar wil even als de modernisten maar dan beter en meer in overeenstemming met The fundamentals af Islam (titel van een boek van Maududi) een antwoord en alternatief voor andere le- vensbeschouwingen geven. Volgens hen ziet de traditionele islam de gevaren niet.

Zij moeten daarom voor hun visie gewon- nen worden en worden gemobilseerd tegen machthebbers die met het Westen pacte- ren en de islamitische waarden verkwan- selen. Maududi zelf was voor een geleide- lijke, via democratische wegen, stap voor stap bevochten verandering. Maar anderen hebben minder geduld en schromen niet via een staatsgreep, zoals momenteel in de Soedan, deze islamistische visies en denk- beelden in praktijk te brengen. Deze visie heeft met name veel volgelingen gevonden onder studenten van de lawer middle class.

Om dit doel te bereiken wil men allereerst de staat islamiseren en alle wetten van de sjari'a (=islamitische wet) zover mogelijk in- voeren of gemoderniseerd invoeren en op terreinen waar de sjari'a geen voorzienin- gen kent bestaande wetten zuiveren van on-islamitische elementen. Rente moet dus afgeschaft en de armenbelasting moet in- gevoerd, enzovoorts. In dat enzovoort zit de kneep zoals we direct zullen zien! Men zou natuurlijk kunnen zeggen: dat is een prach-

524

tig ideaal, dat afgezien van uitwassen, ie- dere recht geaarde moslim moet aanspre- ken. Net zoals terug naar de Bijbel elke rechtgeaarde christen of jood zou moeten aanspreken. Wat is er uiteindelijk tegen om terug te gaan naar een opnieuw verstaan en in de praktijk brengen van de funda- menten van het geloof? Het woord funda- ment wordt in deze positieve betekenis in het Nieuwe Testament zeker tien keer ge- bruikt. Het fundament is Christus zelf zegt Paulus. In elke echte christen of moslim steekt dus een fundamentalist, maar dan in de letterlijke betekenis van het woord.

Waarom gingen toch niet alle christenen in Amerika en slechts enkele moslims in Pa- kistan (en andere landen) mee met dit pro- gramma? Waarom blijft het joodse funda- mentalisme beperkt tot enkele kleine groepen en partijen?

Fundamentalisten vragen veel meer dan het gewone!

Om op die vraag een antwoord te vinden moeten we proberen te ontdekken wat het verschil is tussen echte orthodoxie en or- thopraxis enerzijds en anderzijds de ortho- doxie en orthopraxis van de fundamenta- listen. Ze lijken in woorden op elkaar en zijn daarom verleidelijk, maar ze voegen er iets aan toe waardoor het medicijn een virus wordt, de antistof een vergif. Ze overvragen en vergeten de lessen van de geschiede- nis! Ik geef enkele voorbeelden. De funda- mentalist idealiseert het verleden. De mos- limfundamentalist wil de oude glorietijd van Mohammed en zijn directe volgelingen her- stellen. Maar historisch onderzoek wijst uit dat die gouden oertijd nooit heeft bestaan.

Of om een christelijk voorbeeld te noemen.

De fundamentalisten zeggen dat de Bijbel foutloos is. Dat de Bijbel van vandaag niet meer is dan de oerbijbel zoals Mozes of Je- saja die zelf hebben geschreven. Maar his- torisch onderzoek wijst uit dat zo'n Bijbel nooit heeft bestaan! Een ander voorbeeld.

Christen Democratische Verkenningen 12/92

-

(11)

e- e-

<e m m

In

a- a- in 3-

~t 11

in :J.

n

~- )-

~-

e

n )t

1-

I-

n s s

1

~

~

... '

..

,

Maududi's volgelingen willen de lijfstraffen weer invoeren als probaat middel tegen diefstal. Ze beroepen zich daarvoor soms tegenover christencritici op de plaatsen in Bijbel waar steniging als straf wordt voorg- schreven. Maar ze vergeten dat er ook in de wereld van de islam een humanise- ringsproces heeft plaatsgevonden op het gebied van het strafrecht, aldus professor M. Arkoun. Moslims moeten vijf keer per dag bidden. Zia al Haq de verongelukte Pa- kistaanse president, die onder invloed stond van Maududi, vaardigde een voor- schrift uit dat alle hoofden van dienst moes- ten bij houden in een boekje of hun onder- geschikten wel de binnen werktijd vallende gebeden verrichtten. Tegenstanders zei- den dat dit soort maatregelen hypocrisie en kruiperij in de hand werkt. Iemand met zelf- respect die om zijn capaciteiten en niet om zijn vroomheid te werk gesteld wil worden zal niet in zo'n bureau willen werken. Een andere in 1987 ingevoerde wet straft bele- diging van de profeet. Een moslim die chris- ten wordt, heeft door zijn bekering de pro- feet beledigd en moet daarom gestraft worden. Het oktobernummer 1992 (blad- zijde 21) van One Wor/d, het blad van de Wereldraad van Kerken, geeft hiervan een schrijnend voorbeeld. Fundamentalisten zeggen dat vrouwen een hoofddoek moe- ten dragen. Een heleboel gewone traditio- nele moslims vinden dat ook. Maar funda- mentalisten gaan een stapje verder.

Vrouwen die dit niet doen zijn volgens hen geen goede moslims. In plaats van dit aan de vrouwen zelf over te laten worden vrou- wen lastig gevallen die 'de voorschriften' niet volgen. Mensen die eten tijdens de vas- ten worden door hen gestraft. AI of niet vas- ten wordt niet aan de vrije beslissing van de gelovige overgelaten. Vasten wordt afge- dwongen,enzovoort.

Voorbeelden uit Egypte

De Moslim Broeders in Egypte hebben een

Christen Democratische Verkenningen 12/92

geloofsbelijdenis gepubliceerd die er op het eerste gezicht heel traditioneel en orthodox uitziet. Maar vergelijkling met een 'gewone' belijdenis laat zien dat ook zij telkens over- vragen. Dit overvragen gaat in tegen de ge- loofsconsensus van de islam, die gema- tigdheid predikt en een middenkoers aanhoudt tussen de extremen. 'God wil het U niet moeilijk' maken is een veel geciteerd woord uit de Koran (2,185). Aanhangers van fundamentalistische bewegingen maken van heel het leven een jihad, een strijden op de weg van God. Hoe ver gaat dat? Voor je het weet zit je in een extreme groep of loopt het uit de hand. Het gaat dus bij fundamentalisme om tendensen. De extra dimensies maken een gewone ortho- doxe moslim tot een fundamentalist en laatstgenoemde kan ontaarden in een fa- naticus, wanneer hij of zij de grenzen, die de religie stelt uit het oog verliest. Ik citeer als voorbeeld artikel 4 van het Credo van de Moslim Broeders in Egypte: 'Ik geloof dat een moslim voor zijn gezin verantwoorde- lijk is, dat het tot zijn plichten hoort te zor- gen voor de gezondheid, het geloof en de goede zeden van zijn leden. Ik verplicht me er toe al het mogelijke te doen om de leden van mijn gezin de islamitische leer bij te brengen, mijn kinderen niet naar willekeu- rige scholen te zenden, die niet de gebrui- ken en het geloof van de moslims bij brengt, alle kranten, publikaties, boeken, organisa- ties, groepen en clubs te mijden, die tegen de leer van de islam zijn.' In artikel 3 belooft hij woekerrente te zullen mijden (alle rente is volgens deze beweging woeker en dus verboden). In artikelS belooft hij zich te zui- len inzetten voor de onverkorte invoering van de islamitische wet. Daar lezen we let- terlijk: 'Ik geloof dat de vlag van de islam de mensheid beheersen moet en dat het de plicht van elke moslim is de wereld de re- gels van de islam te leren.' In een ander ar- tikel belooft hij een soldaat voor de islam te zullen zijn die bereid is om desnoods voor

525

(12)

Fundamentalisme

de islam te sterven, enzovoort. Wanneer een dergelijk op zichzelf onschuldig luidend politiek en religieus programma in praktijk gebracht wordt door een leider die gehoor- zaamheid vraagt in zijn strijd tegen allen die (nog) niet aan dit ideaal voldoen, kan de vlam in de pan slaan zoals bij de groep die Sadat vermoordde als de nieuwe Farao van Egypte.

Een tendens kan (zowel bij christenen, Joden en moslims) een structuur overne- men en bijvoorbeeld de tolerantie, die tra- ditioneel binnen het islamitisch staatsbestel en staatsleer bestaat, doen verdwijnen.

Dan wordt zo'n beweging een gevaarlijke ideologie, ongeacht of die joodse, christe- lijke of moslim wortels heeft. Aan zulke be- wegingen wordt voeding gegeven wanneer regeringen er niet in slagen de gewone mens te laten eten en werken, wanneer cor- ruptie hand over hand toeneemt, wanneer armoede nauwelijks wordt bestreden, wan- neer jongeren ook met de beste diploma's geen werk vinden, wanneer democratische controle geen effect sorteert. In zo'n situ- atie is men ontvankelijk voor politieke ideo- logieën, die kant en klare vaak simpele op- lossingen bieden en religieuze leuzen als 'De islam is in gevaar' of ' Islam is de op- lossing' als verzamelpunt hanteren.

Literatuur

James Barr, Fundamentalism, S.C.M.Press, London 1977, 379 p.

Khalid Duran, Islam und politischer Extremis- mus, Einführung und Dokumentation, Deutsches Orient Institut, Hamburg 1986, 146 p.

Detlev H. Khalid (thans: Khalid Duran), 'The Phe- nomenon of Re-Islamization', Aussenpolitik Ger- man Foreign Affairs Review Vo1.29, 4/78, 433- 453.

J.L. Esposito en B.L.Haines, 'De invloed van de islam Heropleving van de islam. De reactie van

526

de christenen in de derde wereld', Pro Mundi Vita Bulletin 109 1987/2Wetenschapsstraat, B-1 040 Brussel.

Grace Halseli, Prophecy and Polities, Militant Evangelists on the Road to Nuclear War, La- wrence Hili, Westcot, Connecticut 1977. 21 Op.

Gilles Keppel, La Revanche de Dieu, Chrétiens, juifs et musulmans a la reconquete du monde.

Seuil. Paris 1991 (in de tekst wordt verwezen naar de Franse editie)

Nederlandse vertaling: Wrake Gods, Ambo.

Baarn 1992.

Hans Küng en Jürgen Moltmann, red., Funda- mentalisme in de Wereldgodsdiensten, Een kri- tische bezinning op de vele vormen van heden- daags fundamentalisme, en hoe daarop te reageren, CONCILlUM, 1992. NO.2, 1 05p., Uit- gave Gooi en Sticht.

Martin E. Marty, FundamentalismObserved. The Fundamentalism Project Volume I, University of Chicago Press. 1991, 872 p.

J. Slomp, 'Sayyid Abul A'Ia Maududi, Vader van het Fundamentalisme', Begrip Moslims Christe- nen, NO.99 maart/april 1990, 16 p.

Verkrijgbaar bij de auteur.

J.slomp, 'Nationalisme en Islam' in G. ten Berge red., Voor God en Vaderland Nationalisme en Religie, Kampen 1992, p.1 01-108.

K.Wagtendonk red .. Islamitisch Fundamenta- lisme, Coutinho. Muiderberg 1986, 159p.

Christen Democratische Verkenningen 12/92

(13)

!ta 10

nt :1-

s,

9, n

),

1-

i-

J-

e

-

...

-'11

Hans Wanningen

Convergerende

sol idariteitsopvatti ng bij CDA en PvdA

Vraagstukken omtrent individualisering lei- den de laatste jaren steeds vaker tot aan- zienlijke meningsverschillen en zelfs regel- rechte aanvaringen tussen PvdA en CDA.

Maar zijn de standpunten werkelijk zo on- verzoenlijk als op het eerste oog lijkt? De spanning tussen de visies van de twee par- tijen is voor een belangrijk deel het resul- taat van een 'ideologische' spanning in de PvdA zelf. Indien de sociaal-democraten zich opnieuw op de implicaties van hun ge- dachtengoed bezinnen, herstellen zij niet alleen hun theorie in ere, maar kunnen zij tevens tot een solidariteitsopvatting komen die veel gemeen heeft met de visie van hun coalitiepartner.

Ik bespreek achtereenvolgens enkele be- langrijke maatschappelijke uitwerkingen van individualisering en de mensbeelden van PvdA en CDA, om daarna te kunnen toetsen in hoeverre de politieke opinies over individualisering door deze mensbeelden worden gedragen. De al genoemde span- ning bij de PvdA zal op de voorgrond tre- den; ik zal een oplossing aanreiken en, tot besluit van dit artikel, haar merites, zowel voor de PvdA zelf als voor de samenwer- king in de coalitie, aan de lezer voorleggen.

Het individu verzelfstandigt, dat wil zeg- gen dat bijvoorbeeld vrouwen, bejaarden

Christen Democratische Verkenningen 12/92

en jongeren meer dan voorheen (willen) be- palen hoe ze maatschappelijk participeren.

Volgens veel onderzoekers is het in de af- gelopen decennia verminderde belang van de traditionele levensverbanden en nor- men- en gedragspatronen hier debet aan.

Een ontwikkeling die nauw verbonden is met 'hettoegenomen welvaartspeil, de aan- vankelijke krapte op de arbeidsmarkt, het verhoogde opleidingsniveau, het op grote schaal beschikbaar komen van middelen van geboorteregeling, de verstedelijking, de toegenomen mobiliteit en de uitbreiding en vernieuwing van massacommunicatie- middelen'.1 Een ander voorbeeld van ver- zelfstandiging zien we in de teruglopende interesse voor familie en gezin. De idee van 'de hoeksteen van de samenleving' boet in aan populariteit onder meer vanwege de opkomst van alternatieve leefvormen en het groeiend aantal echtscheidingen. Voor veel individuen zijn huwelijk en gezin niet langer vanzelfsprekende doelen, maar al dan niet

Hans Wanningen (27 jaar) IS tolk-vertaler en studeert so- ciaal-politieke filosofie aan de Katholieke Universiteit Nij- megen. In het kader van zijn studie was hij van september 1991 tot februari 1992 stagair bij het Wetenschappelijk In- stituut voor het CDA.

1. Partij van de Arbeid, Schuivende Panelen. Amsterdam.

1988,p.51.

527

(14)

Individualisering

te overwegen opties, naast vele andere, in een geïndividualiseerd keuzeproces.2

Vanaf het midden van de jaren zestig ont- zuilde de Nederlandse samenleving. 'Ge- leidelijk verbreidde zich de opvatting dat le- vensbeschouwelijke oriëntaties een minder overheersende rol zouden moeten spelen in de samenleving.'3 Deze tendens leidde mede tot differentiëring van de maatschap- pelijke verbanden.4 Ook andere factoren hadden hun aandeel: de toegenomen wel- vaart, het verhoogde opleidingsniveau, de toenemende geboorteregeling, etc.; maar de sleutelrol was in de Nederlandse sa- menleving toch weggelegd voor de ontzui- ling.S Het essentiële verschil tussen de mo- derne plurale maatschappij en de verzuilde gemeenschap van voorheen ligt in de ver- anderde motivatie: de drijfveer voor maat- schappelijke participatie is vaak niet langer de achterliggende levensvisie, maar de in- dividuele interesse in de concrete bezighe- den van een maatschappelijke organisa- tie.6

Waar in de verzuilde maatschappij ge- meenschapszin en algemeen belang domi- nant waren, is in de huidige tijd van diffe- rentiëring het deelbelang in opmars.

Immers, keuzen voor maatschappelijke or- ganisaties vloeien steeds minder voort uit oriëntering op gemeenschappelijke, alge- mene belangen, en steeds vaker uit afwe- gingen van de eigen, individuele belangen.

Ook aan de overheid is de individualise- ring niet voorbij gegaan.? Meer dan ooit ont- vangt ze tegenstrijdige signalen uit de maat- schappij: burgers die daartoe in staat zijn, behartigen steeds meer hun eigenbelang;

ze hebben nauwelijks behoefte aan de klas- sieke maatschappelijke kaders van sociale controle en bescherming. Maar doordat deze kaders gedeeltelijk zijn weggevallen, kunnen anderen niet of nauwelijks het hoofd boven water houden; deze burgers willen dat de overheid hun maatschappelijke rech- ten en sociale positie waarborgt. Een an-

528

dere tegenstrijdigheid ligt in het volgende.

Enerzijds eisen de geïndividualiseerde bur- gers dat 'de politiek dichter bij de burger moet staan', anderzijds vertonen dezelfde burgers steeds vaker tekenen van maat- schappelijke ongehoorzaamheid. Zo staat de overheid duidelijker en vaker dan vroe- ger tegenover 'calculerende burgers'. Deze burgers zien een wet als een net, waarbij ze zich meer interesseren voor de aanwe- zigheid van de mazen dan voor het belang van het net. Daarnaast wordt de overheid geconfronteerd met de voortschrijdende erosie van de banden die maatschappelijke organisaties traditioneel met hun achterban onderhouden. Toen het engagement van- uit levensbeschouwelijke overtuiging ach- teruit liep, misten de betreffende organisa- ties veelal de nodige ondersteuning voor hun activiteiten; zij wendden zich daarom tot de overheid. Dit heeft geleid tot een wild- groei van overheidsregelingen, toene- mende bureaucratisering van het beleid en een permanente aanslag op de staatskas.

Door de individualisering leggen individu en samenleving dus steeds nadrukkelijker het accent op eigen- of deelbelang; de over- heid als wetgever en traditionele beheerder van het algemeen belang komt daardoor in een netelige positie. Temidden van deze bijna onontwarbare kluwen van partiële be- langen dient zij het algemeen belang vast te stellen en te waarborgen.

Na deze verkenning van individualisering zal ik nu de mensbeelden van de rege- ringspartijen onder de loep nemen, om in-

2. Zie bijvoorbeeld: CDA-Vrouwenberaad. Individualise- ring. 's-Gravenhage. 1991, p. 4.

3. Thomassen. J.J.A .. e.a .. De verstomde revolutie. Al- phen aid Rijn, 1983. p. 4.

4. Partij van de Arbeid. Schuivende Panelen. Amster- dam, 1988, p. 51.

5. Thomassen, J.J.A., e.a., De verstomde revolutie. Al- phen aid Rijn, 1983, p. 4.

6. Idem, p. 4 e.v.

? Bron: Partij van de Arbeid, Schuivende Panelen. Am- sterdam, 1988, p. 55-56.

Christen Democratische Verkenningen 12/92

(15)

-

-,.

zicht te krijgen in de verschillende opvattin- gen over menselijke ontplooiing. Dit inzicht levert ons het gereedschap om de politieke standpunten over individualisering in het perspectief van de mensvisies te begrijpen en te toetsen.

Individu èn maatschappij

Voor een wezenlijk deel is de sociaal-de- mocratische kijk op ontplooiing een produkt van de Verlichting: veel waarde wordt toe- gekend aan de rede als motor voor de indi- viduele ontwikkeling. Centrale stadia in de zelfontplooiing van een individu zijn onder- wijs en arbeid, als vormen van emancipa- tie en zelfverwerkelijking. Individuen krijgen door scholing (het verwerven van rationele kennis) in beginsel gelijke kansen om zich in de maatschappij te ontplooien. Onderwijs 'moet mensen voorbereiden op deelname aan het arbeidsproces en het moet bijdra- gen aan de ontplooiing, emancipatie en al- gemene vorming van de mensen. '8 Onder- wijs is dus een voorportaal voor het tweede stadium van individuele ontplooiing: arbeid.

Door arbeid kan de mens zijn materiële toe- stand verbeteren en vervolgens zijn positie in de samenleving; de mens als homo eco- nomicus9

Maar vrije zelfontplooiing alleen is niet ge- noeg. Het gaat sociaal-democraten om vrij- heid voor iedereen, om een rechtvaardige maatschappij. Werkelijke ontplooiing omvat dus ook collectieve ontplooiing. So- ciaal-democraten zien de mens 'als mens onder de mensen, als gemeenschapswe- zen, als een stukje mensheid, als konver- gentiepunt van maatschappelijke betrek- kingen: 'Ensemble der gesellschaftlichen Verhältnisse' (Marx). '1 0 Na het rationalisti- sche en materialistische elan bij de indivi- duele ontplooiing, stuiten we nu bij de col- lectieve ontplooiing op humanistische, normatieve en enigszins christelijke inspi- ratie. Humanistisch, want het gaat om de mensheid die haar eigen heil kan verwe-

Christen Democratische Verkenningen 12 92

zenlijken. Normatief, want sociaal-demo- craten geven in de idee van de collectieve ontplooiing expliciet de voorkeur aan en- kele onderling nauw verbonden waarden:

rechtvaardigheid, solidariteit, gelijkheid en vrijheid voor iedereen. En ook enigszins christelijk.11 In elk geval blijkt dat in de so- ciaal-democratische kijk op de mens nor- mativiteit prominent aanwezig is: voor soci- aal-democraten zijn mensen politieke wezens die, wanneer daartoe in staat ge- steld, bijdragen tot het vormgeven van een rechtvaardige samenleving, en dit omdat ze van nature goed zijn.12

In dit mensbeeld kunnen we dus de ideeën van individuele en collectieve ont- plooiing onderscheiden. Deze ideeën zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden: zelf- ontplooiing is pas geslaagd wanneer ze in- houdt dat het individu door zijn ontplooiing beter kan bijdragen en bijdraagt tot de col- lectieve ontplooiing. Uiteindelijk gaat het sociaal-democraten om het aangrijpen van 'de mogelijkheid tot ontplooiing en vervol- making van de menselijke soort. Dit blijft de kern van de vooruitgangsgedachte in het sociaal-democratisch denken. '13

Beeld van God

In de christen-democratische visie op men- selijke ontplooiing ligt de nadruk op het open, het relationele en het transcendente karakter van de mens. Ten eerste is de mens open. Hij is zich als het enige wezen

8. Partij van de Arbeid. Kiezen voor kwaliteit. Amsterdam.

1990.p.12.

9. Klapwijk. J .. in: Veerman. Ä. ea .. 100 jaar partiJ. bezin- ning en perspectief. Franeker. 1979. p. 74.

10. Idem. p. 75.

11 Zo Wijst Leih bijvoorbeeld op de christelijk-humanisti- sche wortels van de socialistische beweging: hij stelt dat de solidarlt8lts- en gelijkheidsgedachten van de sociaal-democraten zijn ··geworteld in de vrIjheidstra- dities van het humanisme en - voor veel hedendaagse socialisten ook - van het christendom·· (Leih. H.G .. Po- litiek en secularisatie. Kampen. 1986. p. 131).

12. Bron: Tromp. B .. e.a .. Beginselen ter sprake. Amster- dam. 1985. p. 14 e.v.

13. Idem. p. 14-15.

529

(16)

Individualisering

bewust van zijn bestaan en daarmee ook van het bestaan van het andere. Op grond van dit bewustzijn ontplooit hij zichzelf: 'De mens is een wezen in ontwikkeling en richt zich dus op zaken buiten zichzelf en buiten zijn bestaan hier en nu. Deze openheid van zijn levensplan onderscheidt hem ( ... ). De mens is daardoor niet volledig gedetermi- neerd. Hij is op de wereld en op de toekomst aangewezen.'14 Hieruit wordt duidelijk dat de mens niet alleen maar uit zichzelf en op zichzelf kan worden begrepen: de mens 'verwijst' en is 'altijd voorlopig'15, hij ont- plooit zich vanuit zijn openheid op het an- dere.

Ten tweede is de mens relationeel: wer- kelijke menselijke ontplooiing kan alleen maar op basis van de relaties tot anderen .16 Een volledige ontplooiing is gebaat bij het vervullen van meerdere rollen in de sa- menleving. Een mens kan immers nooit op- gaan in slechts één rol; hij overstijgt vanuit zijn openheid elke afzonderlijke en daar- mee beperkende rol. Toch kan de mens ook niet volledig opgaan in een veelheid van rol- len; hij kan immers maar een beperkt aan- tal rollen kiezen en ontwikkelt zich derhalve min of meer eenzijdig. Om deze eenzijdige ontplooiing te boven te gaan, heeft de mens anderen nodig17 , net zo goed als anderen hem nodig hebben. Anders gezegd: men- sen geven elkaar antwoord, ze zijn daarin verantwoordelijk voor elkaar. 18

Ten derde heeft de mens het vermogen tot transcendentie. Hij is meer dan een stukje natuur, stoffelijk en sterfelijk: hij is te- gelijkertijd ideëel en eeuwig. 19 Hij vindt het zwaartepunt van zijn existentie dan ook niet in zichzelf, zelfs ook niet bij anderen in deze wereld, maar uiteindelijk pas door zijn zwaartepunt te verschuiven naar iets bui- ten de wereld; de mens is hier als het enige wezen toe in staat; het is zijn vermogen tot transcendentie, waardoor hij zich kan rich- ten op de Ander boven deze eindige we- reld: God. Het is zijn transcendent karakter

530

dat de mens toont als beeld van God. In dit transcendent karakter ligt het menselijk ver- mogen om aan God te antwoorden, en daarmee de meest fundamentele veranke- ring van de verantwoordelijkheid van de mens.

Ontplooiing is voor christen-democraten dus relationele ontplooiing op basis van een transcendent fundament: in zijn openheid is de mens voor zijn ontplooiing aangewezen op anderen; door zijn relaties ontplooit de mens zich al meer. Volledige ontplooiing komt echter pas in bereik wanneer de mens zich via zijn transcendent vermogen be- grijpt als beeld van God.

Géén onverantwoorde individualise- ring20

In de praktijk krijgt deze relationele ont- plooiing gestalte in verantwoordelijke be- trokkenheid op anderen (solidariteit) en op de wereld (rentmeesterschap). De vraag is nu: kan deze betrokkenheid gedijen in een ge'lndividualiseerde samenleving? Volgens het CDA kan individualisering in principe bij- dragen tot een pluriforme samenleving met behoud van verantwoordelijke betrokken- heid. In haar extreme vorm kan individuali- sering echter een egocentrische en geato- miseerde samenleving in de hand werken.

Een dergelijke ontwikkeling dreigt de rela- tionele ontplooiing aan te tasten. Verzelf-

14. Oostlander. A.M .. Dorpsdespoten onttronen. 's-Gra- venhage. 1985. p. 70.

15. Idem. p. 70.

16. Zie: Klink. A .. Christen· democratie en overheid. Delft,

1991. p. 99-100.

17. Oostlander, A.M., Dorpsdespoten onttronen. 's-Gra- venhage, 1985, p. 70

18. Bronnen: Klink, A .. Christen-democratie en overheid.

Delft. 1991 , p. 98-101; Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, Publieke gerechtigheid. Een christen-demo- cratische Visie op de rol van de overheid In de sa- menleving. Houten. 1990. p. 108-110

19. Bron: Klink. A.. Christen-democratie en overheid.

Delft, 1991. p. 98.

20. De gegevens omtrent de CDA-standpunten over indi- vidualisering heb ik voor het merendeel ontleend aan een interView met dr. Klink. stafmedewerker van het Wl.

Christen Democratische Verkenningen 12/92

-

,~-

...

(17)

-

-

..

standiging kan leiden tot fixatie op eigen- belang en devaluatie van de waarde van het gezin en andere sociale verbanden. In de samenleving kan differentiatie leiden tot functieverlies van het maatschappelijk mid- denveld, het integratiekader bij uitstek voor individuele ontplooiing in verantwoordelijk- heid; dit wanneer maatschappelijke organi- saties voornamelijk hun deelbelangen doorzetten ten koste van andere belangen.

Verder kan differentiatie een kloof doen ont- staan tussen politiek indifferente, calcule- rende burgers die zich blind staren op ei- genbelangen en de overheid die, als garant van de publieke gerechtigheid, een appel doet op de verantwoordingszin van de bur- gers. Op alle drie niveaus brengen extreme vormen van individualisering derhalve met zich mee dat de verantwoordingszin on- dergeschikt wordt gemaakt aan het eigen- belang. CDA-ers wijzen deze onverant- woorde individualisering categorisch af;

werkelijke, dat wil zeggen relationele ont- plooiing staat immers in onverbrekelijk ver- band met verantwoordelijke betrokken- heid.21

Binnen politiek driestromenland neemt het CDA dus posities omtrent het thema in- dividualisering in die geen verbazing be- hoeven te wekken bij de buitenwacht, voor zover die vertrouwd is met het christen-de- mocratisch gedachtengoed. Dat neemt na- tuurlijk niet weg dat het CDA, zoals elke de- mocratische partij, leden en groeperingen binnen zijn gelederen heeft die enigszins af- wijkende geluiden laten horen. Zo bestaan bijvoorbeeld bij het Vrouwen beraad wat minder reserves ten aanzien van individu- alisering.22

Tussenstation als eindstation?23 Zoals gezien, onderscheiden sociaal-de- mocraten individuele en collectieve ont- plooiing, waarbij een geslaagde collectieve ontplooiing voorwaarde is voor werkelijke menselijke ontwikkeling. Komt deze opvat-

Chnsten Democratische Verkenningen 12/92

ting in de PvdA-standpunten over individu- alisering tot haar recht? Wat betreft de in- dividuele levensinrichting, taxeert de PvdA verzelfstandiging overwegend positief: in- dividuen kunnen meer dan voorheen rede- lijk en vrij bepalen wat ze zelf willen. Hun individuele ontplooiing is hierbij gebaat. Ten aanzien van maatschappelijke differentia- tie nemen sociaal-democraten ook een wel- gezinde houding aan. De toenemende plu- riformiteit en specialisatie maken dat individuen meer en preciezer op hun be-

De spanning tussen de idealen van individuele en collectieve ontplooiing speelt de PvdA in

politieke discussies behoorlijk parten

hoef ten afgestemde keuze-opties krijgen, kortom dat de vrije zelfontplooiing kwanti- tatief en kwalitatief erop vooruitgaat. Wat

21 De opvattingen van het CDA over publieke gerechtig- heid illustreren deze visie: "Het gerechtigheidsstreven van de overheid voorziet ( ... ) in de publieke voor- waarden voor een kunnen beleven van verantwoor- delijkheid. solidariteit en rentmeesterschap. Daarin be- schermt de overheid en respecteert ZIJ voor haar deel de eigen verantwoordelijkheid van mensen, individu- eel en in hun maatschappelijke organisaties. De over- heid zal de burgers in hun geweten moeten respecte- ren. Aan de andere kant zal de overheid de krachten moeten weerstaan die haar gezag proberen uit te hol len.·' (Christen Democratisch Appèl. Program van Uit- gangspunten van het Christen Democratisch Appèl.

's-Gravenhage, 1980, p. 16).

22. Zie bijvoorbeeld: CDA-Vrouwenberaad, IndiVidualise- ring. 's-Gravenhage, 1991

23. De gegevens omtrent de PvdA-standpunten over in- dividualisenng zijn overwegend ontleend aan inter- views met PvdA-partijvoorzitter Rottenberg en profes- sor Nauta, partij-ideoloog van de PvdA.

531

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

- Er bestaat een kans dat in enkele gevallen informatie over de baten en lasten / kostendekkendheid van leges en heffingen niet is opgenomen in de verstrekte Onderzoeksvraag 2:

Zo’n 700 aan de MAEXchange genoteerde initiatieven, producenten van maatschappelijke waarde, laten gezamenlijk zien dat de sector van maat- schappelijke initiatieven met recht

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,

De redactie van S en D vroeg mij een beschouwing over de maatschappelijke en politieke gevaren, die ik vanuit mijn wereld van natuurkundig onderzoeker verbonden zie aan

De bovenstaande centralevraag wordt beantwoord en verklaart door een literatuurstudie en een onderzoek, waarvoor van 40 Nederlandse en 40 Amerikaanse bedrijven is

The members of the Monitoring Group are the Basel Committee on Banking Supervision (BCBS), European Commission (EC), the Financial Stability Board (FSB), the

Maar deze mooie menselijke eigen- schap zal door de mensen alleen als een deugd worden opgevat als het cda weer bereid is zich ervoor in te zetten om daar- mee het beste voor