• No results found

Paspoort-kwestie (III)Inleiding

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Paspoort-kwestie (III)Inleiding"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

15 april 1988

P * » T U g N

0

L I T '£ K e

TWEEDE KAMER

met de paspoortafgifte! Op 10 november schrijven de staatssecretarissen van Binnenlandse en Buitenlandse Zaken dat voor 1 januari 1988 de meeste gemeentelijke lesgeldverordeningen gereed zullen zijn.

Paspoort-kwestie (III)

Inleiding

Hoofdonderwerp van het Kamerdebat van eind maart over de paspoortkwestie zou het voornemen van de regering zijn om per 1 april j.l. over te gaan tot invoering van het nieuwe paspoort. Daaraan kleven nog verschil­ lende technische, bestuurlijke en financiële haken en ogen. Vlak voor het debat deelde de regering mede, dat een laatste test van het nieuwe paspoortmodel door het instituut T.N.O. niet goed was uitgevallen. De regering wilde de producent (het bedrijf K.E.P.) een laatste kans geven en in verband daarmee de inleveringsdatum ten tweede male uitstellen. Een en ander gaf het debat al op voorhand een andere wending.

Naar aanleiding van het rapport van de Algemene Reken­ kamer oordeelde de WD-fractie dat er sprake was van „een onordelijk besluitvormingsproces, waarvan de uit­ komst desalniettemin redelijk leek te worden” (debat februari 1988).

De doelstelling van het beleid is goed, de beleidsuitvoe­ ring gebrekkig. Terwijl de staatssecretaris voortdurend meende dat alles in orde komt waren er wel degelijk forse problemen (debatten december 1987); bijvoorbeeld op het punt van de wetgeving, de gemeenten, de banken.

Technische aspecten

De fraudebestendigheid leek aanvankelijk geen pro­ bleem. De Amerikaanse Immigratiedienst was zeer lo­ vend (brief 18 januari 1988).

De inhoud van het TNO-rapport geeft reden tot zorg: enkele „essentiële” beveiligingskenmerken zijn onvol­ doende. De regering beslist terzake het volgende: a. er komt aanvullend onderzoek TNO;

b. praktijk-oordeel C.R.I. en Marechaussee wordt met spoed gevraagd.

c. regering hoopt niettemin invoeringsdatum van 1 april vast te houden.

Bestuurlijke aspecten

De invoering ten opzichte van de gemeenten is punt van grote zorg voor de WD-fractie. Buitenlandse Zaken heeft te veel tijd verspild door vast te houden aan centrale administratie. Het ontbreken van een paspoortwet is laakbaar. Het bestuursaccoord is niet aangehouden. Dat wreekt zich nu. Wat gebeurt er als de invoering per 1 april wordt uitgesteld? De provincies stoppen dan immers wel

De W D waarschuwde dat de termijn te kort was. Pas op 19 februari j.l. worden de gemeenten terzake ingelicht. Medio maart zijn er nauwelijks lesgeldverordeningen van kracht. Waar leidt dit toe?

Op 2 februari deelt de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken een belangrijke systeemwijziging mee: Philips valt af. W D stelt vragen. Nu blijkt dat wijziging programma­ tuur gemeenten nog moet plaatsvinden. Dit duurt enige maanden. Wordt dus de typemachine nu weer ingescha­ keld? Hoe duur is dat? Het formulier achten de gemeen­ ten te ingewikkeld. Is de handleiding er al? Het is allemaal erg laat.

Financiële aspecten

Het meest riskante onderdeel van het project. De W D fractie vroeg in april 1987 of de staat financiëel risico kan lopen. Antwoord staatssecretaris Buitenlandse Zaken: neen.

De WD-fractie is bezorgd over eventuele stopzetting kredietverlening door de banken. KEP zou dan failliet gaan. Indien stopzetting ligt aan de bestuurlijke aspecten loopt de staat risico van schadeclaim. Het gaat om tientallen miljoenen guldens.

Positie van de burger

Gaat nu de situatie zich voordoen dat de regering ge­ noopt is accoord te gaan met invoering van een onvol­ doende fraudebestendig paspoort, omdat anders een eventuele schadeclaim tegen de staat dreigt? Dat lijkt een onheilspellend dilemma. De WD-fractie heeft in het debat nadrukkelijk de aandacht gevraagd voor de Neder­ landse burger. Op basis van onze grondwet heeft een ieder het recht het land te verlaten. De burger mag van de bestuurlijk/technische problemen niet de dupe worden, ook niet ingeval noodmaatregelen worden getroffen. Een WD-motie daarover werd aangenomen.

(V o o r n a d e r e in lic h tin g e n : m r. J .G .C . W ie b e n g a , tel. 0 7 0 - 1 8 3 9 0 4 .)

Waterbodem

Op 17 maart 1988 werd in de Kamer gediscussieerd over de sanering van onderwaterbodemverontreiniging. Er dreigen ons een aantal aanzienlijke, nadelige maat­ schappelijke gevolgen te wachten van deze onderwater- bodemvervuiling, zoals:

(2)

1 8 8 2

b) verslechtering van de kwaliteit van grondwater en drinkwater;

c) aantasting van de waterfauna en de waterflora; Met andere woorden: schade voor milieu en volksge­ zondheid; mede door verspreidingsrisico’s. Maar ook: d) economische problemen en schades, bijvoorbeeld

voor de visserij, de recreatiesector en de landbouw; de scheepvaart en:

e) financiële problemen; zoals voor de sanering, dat wil zeggen het opbaggeren, de opslag en het beheer van de immense hoeveelheden vervuild slib.

N.B. alleen al voorde Rijkswateren: ±100 miljoen m3. Terwijl vele „provinciale” wateren misschien wel een­ zelfde gigantische hoeveelheid zullen opleveren... De WD-fractie toonde hele grote zorgen op dit punt! En daarom moet er actief worden ingegrepen. En wel door een begin te maken met de sanering van de ernstig­ ste, meest acute gevallen van vervuiling; een actiever preventief (vergunningen)beleid, dan wei door het invoe­ ren van een heffing op lozingen van zware metalen, en het terugdringen van buitenlandse lozingen op rivieren, die uiteindelijk Nederland binnenstromen.

Een groot probleem vormt echter de financiering. Alge­ mene middelen zijn nauwelijks beschikbaar. De Interim- wet Bodemsanering omvat volstrekt ontoereikende mid­ delen voor dit nieuwe saneringsdoel. Maar ook bestaan er met name grote juridische twijfels, onzekerheid en onduidelijkheid over de beantwoording van de vraag of de sanering van vervuilde onderwaterbodems kan/mag/ moet worden gefinancierd uit heffingen op grond van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren.

Immers: de WVO-heffing wordt opgelegd voor lozingen van zuurstofbindende stoffen, en de sanering betreft (bijna) alleen het verwijderen van zware metalen!

Anders gezegd: de relatie tussen de veroorzaking van de vervuiling en het betalen van de (sanerings-)heffing is vaak niet aanwezig.

Is dit niet in strijd met het beginsel van „de vervuiler betaalt?”. Bovendien is een zeer groot deel van de vervuiling geïmporteerd vanuit Zwitserland, Duitsland, Frankrijk en België via de grote rivieren (Rijn, Maas, Schelde).

Is het dan wel billijk om een relatief gering aantal Neder­ landse bedrijven voor die geïmporteerde vervuiling te laten opdraaien? Ook hier bestaat geen relatie tussen vervuiling en betaling!

De WD-fractie heeft dus aanzienlijke twijfels over de legitimiteit van de door de Minister voorgestelde finan- cieringsvorm uit de WVO-gelden.

Anderzijds bestaat het acute probleem van de verontrei­ niging van onderwaterbodems en moet, hoe dan ook, op korte termijn worden gestart met de sanering van een aantal acute gevallen. Daarom heeft de fractie een prag­ matische tussenoplossing voorgesteld; om zowel het milieu te dienen, als om de deur naar een definitieve financieringsstructuur open te houden. Die formule be­ stond uit een eenmalige voorfinanciering van de sanering ad maximaal ƒ 40 miljoen uit de WVO-heffingen, met de plicht tot terugstorting in het WVO-fonds, als een nadere studie achteraf zou uitwijzen dat het WVO-Heffingen- fonds inderdaad niet de juiste financieringsvorm zou blijken te kunnen zijn. Een desbetreffende motie werd helaas niet door de Kamer aanvaard. De Kamermeerder­ heid accepteerde aldus dat de WVO-heffingen toch (voorlopig eenmalig) voor saneringsdoeleinden kunnen worden aangewend. Het VNO/NCW overweegt op dit punt een kort-geding tegen de Staat.

( V o o r n a d e r e in lic h tin g e n : m r. A .J . te V e ld h u is , tel. 0 7 0 - 1 8 3 9 0 1 .)

P R E S S E

De E uro -E xp re sse w o rd t u itgegeven o n d e r a uspicië n van d e N ederlandse leden van d e Liberale en D e m ocra ti­

sch e Fractie in het E uropese P arle­ m ent.

AOW

De Eerste Kamerfractie van de W D heeft - met grote tegenzin - „niet neen” gezegd tegen de inmiddels op 1 april ingegane verandering in de AOW.

In grote lijnen is het uitkeringssysteem van deze wet nu als volgt:

- Wie 65 wordt, krijgt een pensioen van 70 procent van het minimumloon. Heeft hij of zij een partner die jonger is, dan wordt een toeslag gegeven van 30 procent. Deze is echter afhankelijk van het inkomen van die partner.

- Gehuwden en ongehuwd samenwonenden worden op gelijke wijze behandeld.

- De alleenstaande of het eenoudergezin met een kind dat jonger is dan 18 jaar en waarvoor recht op kinder­

bijslag bestaat, krijgt een pensioen van 90 procent. Wat zou er zijn gebeurd als op 29 maart het wetsont­ werp door de Eerste Kamer was verworpen?

- Dan was de inkomensafhankelijke toeslag geen 30 maar 50 procent geworden.

- Dan was de bestaande gelijkstelling tussen gehuwden en ongehuwd samenwonenden vervallen.

- Dan was eveneens het pensioen van 90 procent voor alleenstaanden en eenoudergezinnen met kinderen beneden 18 jaar teruggevallen op het „oude” niveau van 70 procent.

Twijfel

(3)

1 8 8 3

De belangrijkste reden is dat ze principiële en praktische bezwaren heeft tegen inkomensafhankeiijkheid in het systeem van sociale verzekeringen. Sinds jaar en dag fulmineert zij tegen die inkomensafhankelijkheid, die in strijd is met de verzekeringsgedachte en het equivalen­ tiebeginsel, en die leidt tot een ondoorzichtige, derhalve fraudegevoelige wetgeving, die bovendien op gespan­ nen voet staat met het streven naar emancipatie. Drie jaar geleden, toen de inkomensafhankelijkheid in de AOW - op termijn; namelijk op 1 april 1988 - werd ingevoerd, heeft de WD-fractie en bloc tegengestemd. Ze had nu - ondanks het materiële gewin - weinig behoefte om „vuile handen” te maken door ditmaal wel „ja” te zeggen.

Verdragen

Een tweede argument om tegen het wetsontwerp te zijn ligt in de omstandigheid dat het - evenals trouwens de drie jaar geleden aangenomen wet - in strijd kan zijn met internationale wet- en regelgeving, met name de Derde Europese Richtlijn en het Bupoverdrag van de V.N. Er liggen, in tegenstelling tot drie jaar geleden, nu uitspraken van de Nederlandse rechter, die in deze richting wijzen. De liberale fractie had dan ook uitstel gewild - handha­ ving van de op 31 maart bestaande situatie van inko- mensonafhankelijke toeslagen, de gelijke behandeling van gehuwden en niet-gehuwd samenwonenden, en de eenoudernorm - maar de staatssecretaris zag het nut hiervan niet in. Op het moment van behandeling in de Senaat was de tijd voor zo’n noodwetje overigens al te kort geworden.

Toch heeft de fractie voor het wetsontwerp gestemd en dat - met inachtneming van het materiële gewin - om louter coalitie-politieke overwegingen. Tijdens de behan­ deling werd in de Tweede Kamer gedebatteerd over het „Paaspakket” van het kabinet. „Wellicht flitsen de blik­ sems op dit moment door d’aloude balzaal”, zei de W D- woordvoerder. Het kwam de fractie onverstandig voor om de politieke spanningen, die op dat moment in de coalitie en tussen de coalitie en het kabinet bestonden, te vergroten door in de Senaat een „onaanvaardbaar” van staatssecretaris De Graaf te riskeren.

(V o o r n a d e r e in lic h tin g e n : H .F . H e ijm a n s , te l. 0 7 4 - 4 2 4 3 7 9 .)

vrouwen en waarvan zij had kunnen en moeten weten dat zij op grond van het VN-verdrag voor Burgerlijke en Politieke Rechten èn op grond van de EG-richtlijnen voor gelijke behandeling dit niet zomaar mag achterhouden. Gelukkig heeft de W D duidelijk laten weten dat principes niet afhankelijk zijn van het prijskaartje.

( V o o r n a d e r e in lic h tin g e n : m r. J .E .S . L a riv e , tel. 3 2 .2 . 2 3 4 2 2 13.)

Mededeling

De Vierde Nota Ruimtelijke Ordening is in te zien in openbare bibliotheken en leeszalen en bij gemeen- teraadsfracties. Aanschaf is mogelijk via SDU-uitgeverij, C. Piantijnstraat 2 te ’s-Gravenhage, tel. 070-789911.

De E.G. en de vrouw

(4)

1 8 8 4

||j

Ij

B

m

Verschijnt wekelijks met uitzondering van de reces­ periodes van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Uitgave van de Haya van Somerenstichting; waarin opgenomen de mededelingen van het hoofdbestuur van d e W D .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de auto niet binnen 5 werkdagen gerepareerd kan worden, regelt en betaalt Hyundai Mobiliteits Service de repatriëring van het ongerepareerde voertuig naar de door u

Actiepunten in het initieel onderwijs hebben vooral een preventief karakter en zijn erop gericht om jongeren binnen de leerplichtige leeftijd alsnog een minimumkwalificatie te

Het belangrijkste obstakel voor IRMA om als volledig digitaal paspoort gebruikt te worden, is dat op dit moment alleen DigiD gebruikt kan worden door de overheid voor inloggen,

Tussen de bebouwing door zijn er doorzichten, waardoor de Oude IJssel beleefbaar is vanaf de Koppelweg en de bebouwing wordt geleed zodat er geen gesloten front

Tijdens mijn onderzoek werd duidelijk dat zowel VIDS als OIS gebruik maken van een internationaal discours omtrent rechten voor Inheemsen.. Ondanks dat de landen in Latijns Amerika

PENKT ER ANDERS OVER IDIE PROEVEN WORDEN /M STILAAN. TE

Kinderen tot 18 jaar hebben bij de aanvraag van een paspoort schriftelijke toestemming nodig van beide ouders of van degene die het gezag over het kind heeft..

Het unieke van het Nationaal Media Paspoort programma is dat het niet alleen kennis over media overdraagt, maar dat het tevens een beroep doet op de individuele