• No results found

N IEUWS - EN PUBLICATIEBLAD VAN DE O NAFHANKELIJKE P OST EN T ELECOMMUNICATIE A UTORITEIT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "N IEUWS - EN PUBLICATIEBLAD VAN DE O NAFHANKELIJKE P OST EN T ELECOMMUNICATIE A UTORITEIT"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

N IEUWS - EN PUBLICATIEBLAD VAN DE O NAFHANKELIJKE P OST EN T ELECOMMUNICATIE A UTORITEIT

Mei 1998 -nr. 4

Herbalancering en kostenoriëntatie ook goed voor concurrentie op infrastructuur

K ORT GEDING VOORLOPIG VAN DE BAAN 2 A ANWIJZING OVER KORTINGSREGELINGEN SPRAAK EEN FEIT 4 OPTA EN DE TELECOMWET 5 T EKORT AAN INTERCONNECTIEVERBINDINGEN 6

R EGISTRATIES INTERCONNECTIE EN BIJZONDERE TOEGANG 9 N UMMERBEHEER NU EN VOOR DE TOEKOMST 10 V EEL GESTELDE VRAGEN OVER INTERCONNECTIE EN BIJZONDERE TOEGANG IN

N EDERLAND 11

‘Er zijn in de telecomwereld drie belangen- groepen’ betoogt Arnbak: ‘aanbieders van alternatieve infrastructuur (eigenaren van kabelnetten en b.v. DCS1800 vergunning-

Professor J.C. Arnbak:

‘Kansen voor aanbieders infrastructuur’

‘Aanbieders van nieuwe infrastructuur – of dat nu kabelbedrijven of operators met een mobiel net zijn – hoeven zich geen zorgen te maken over hun concurrentie- positie. Binnenkort kan OPTA duidelijkheid verschaffen over de consumententarieven die KPN Telecom in reke- ning mag brengen. Deze wettelijke procedure waarbij de kostenoriëntatie van de KPN-tarieven wordt beoordeeld zal dan een jaar na de liberalisering van de telecommarkt in Nederland al afgerond zijn.’ Dit zegt prof. dr.

J.C Arnbak, voorzitter van het OPTA-college in een reactie op de uitspraken van A2000 en de Vecai tijdens de openbare hoorzitting over kostenoriëntatie

voor spraaktelefonie. Het vaststellen van kosten-

georiënteerde tarieven zal tot een zekere herbalancering

leiden, dus hogere abonnementstarieven en lagere

gesprekskosten. Dat maakt het voor aanbieders van

infrastructuur gunstiger om te concurreren.

(2)

houders), dienstenaanbieders en eindge- bruikers, zoals consumenten. De aanbieders van infrastructuur hebben de meeste zeker- heid over hun toekomst want wat er ook gebeurt, kostenoriëntatie – telefoontarieven gebaseerd op de werkelijk gemaakte kosten door KPN Telecom plus een redelijk rende- ment – komt er aan. De afgesproken wette- lijke procedure gaat uit van 1 mei.’ De toe- gang voor consumenten tot het net van KPN Telecom nog duurder maken, wat de kabel- bedrijven graag willen zien, is volgens Arnbak een onterechte benadeling van KPN en in het nadeel van de andere belangheb- bende, de consument.

‘Dienstenaanbieders moeten het vooral hebben van lage interconnectietarieven (originating access). Zoals bekend heeft OPTA daarover een besluit genomen in het geschil tussen KPN en Telfort. Mede daardoor komt KPN om wille van haar con- currentiepositie zelf met een voorstel om per 1 juli voorlopige tarieven aan te bieden die gebaseerd zijn op herbalancering. Het mooi-

ste zou zijn, en dat wil KPN ook graag – als ook de interconnectietarieven na de zomer definitief zijn vastgesteld. ‘OPTA bepaalt echter niet de geschil-termijnen, hierover is dus minder duidelijkheid totdat alle juridi- sche procedures zijn afgerond’ aldus prof.

Arnbak. Wel is het zo dat nu is afgesproken dat KPN met een voorstel komt om per 1 juli voorlopige tarieven aan te bieden die zijn gebaseerd op herbalancering, d.w.z. hogere abonnementskosten en een lager

gesprekstarief. K

Het college van OPTA heeft op drie april 1998 beslist dat de nieuwe carrier-selectie- tarieven op 1 mei dit jaar moeten ingaan.

Deze beslissing van OPTA is gebaseerd op de Richtsnoeren m.b.t. de kostenvergoeding van het aansluitnet bij interconnectie en bijzondere toegangsdiensten die OPTA eerder publiceerde in de Staatscourant (Staatscourant 1998, nr. 62) In deze richt- snoeren heeft OPTA het principiële uitgangs- punt geformuleerd dat de verkeersonafhan-

kelijke kosten van een aansluiting (de kos- ten van het aansluitnet) niet aan concurren- tie in rekening mogen worden gebracht.

Deze kosten moet KPN dekken uit de abon- nementsinkomsten voor die aansluiting.

KPN maakt tegen de invoeringsdatum van 1 mei ernstig bezwaar omdat de genoemde datum te vroeg is om in het verlengde van het besluit ook de eindgebruikerstarieven te kunnen aanpassen. KPN stelt dat ze hierdoor inkomstenverliezen ondervindt. Nu KPN er

uitzicht op heeft dat ze per 1 juli wel geher- balanceerde tarieven kan aanbieden heeft ze besloten het kort geding voorlopig af te blazen.

Het college bepaalde bij de beslissing van 3 april ondermeer dat KPN de opslag voor vergoeding van de verkeersonafhankelijke kosten van haar aansluitnet moet verwijde- ren uit haar carrier-selectietarieven. Het col- lege heeft KPN middels een aanwijzing laten weten dat het bedrijf uiterlijk 15 april 1998 mee moet delen tot welke precieze tarief- consequenties een en ander leidt, en dat is inmiddels gebeurd.

KPN is het overigens ook met andere onder- delen van de beslissing van het college oneens, maar zal deze elementen aan de orde stellen in de bodemzaak die bij de rechtbank aanhangig is gemaakt. K

Kort geding voorlopig van de baan

Het kort geding dat KPN bij de rechtbank in Rotterdam aanhangig had gemaakt,

tegen de datum waarop nieuwe carrier-selectietarieven moeten ingaan is voorlopig

afgeblazen. In een spoedoverleg op woensdagavond 22 april heeft KPN gezegd met

een voorstel te willen komen voor herbalancering van de tarieven per 1 juli

aanstaande. OPTA zal dit voorstel beoordelen. Als het voorstel niet aan de eisen

voldoet kan er alsnog een kort geding volgen.

(3)

Colofon

Eindredacteur:

Ludo Korteman

Redactie:

Jan Boers Wim Glazenborg Hetty Joosten Louis van der Linden Geraldina Metselaar Wino Penris

Basisvormgeving:

Harlon, Utrecht

Fotografie:

Kelle Schouten

Grafische productie:

Herbschleb en Slebos

Drukwerk:

Meboprint, Amsterdam

Redactieadres:

Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 315 35 59 Telefax (070) 315 35 02

Connecties wordt met grote zorgvuldigheid samengesteld, maar om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereenvoudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uittreksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raadplegen. Aan de artikelen in Connecties kunnen geen rechten worden ontleend.

Na de stemmingen

In oktober 1997 heeft het College van OPTA minister Jorritsma een advies uitgebracht over de ontwerp-Telecommunicatiewet die zij aan de Tweede Kamer had aangeboden.

Het advies beoogde op een groot aantal punten een duidelijke politieke keuze uit te lokken van regering en parlement. Om de kloof te dichten tussen hoog opgeschroefde verwachtin- gen omtrent OPTA’s rol en bevoegdheden, en de op dat punt magere inhoud van de wet.

In de stemmingen over de tientallen amendementen op het wetsvoorstel heeft de Tweede Kamer de gevraagde duidelijkheid gegeven. Van de toetsing van regionale tariefdifferen- tiatie tot betrokkenheid van OPTA bij frequentie-uitgifte, van het ‘convergeren’ van omroepnetwerken tot het kunnen veilen of verloten van nummers, op tal van punten is gehoor gegeven aan het pleidooi van het College. Niet voor het eerst blijkt OPTA in belangrijke mate een kind van het parlement te zijn.

Het actief deelnemen aan het openbare debat over keuzes die in de politieke arena spelen is iets dat niet goed past bij een instelling als OPTA, die een zekere afstand wil en moet bewaren tot de actuele politiek. Toch blijkt, in ons land niet minder dan in andere landen, dat onafhankelijke telecom-toezichthouders zich niet altijd afzijdig kunnen houden van het politieke debat. Niet om zelf politieke standpunten in te nemen, maar om bij te dragen aan het inzicht in de keuzen die (moeten of dreigen te) worden gemaakt.

In dat opzicht is het nuttig gebleken de totstandkoming van OPTA los te koppelen van de Telecommunicatiewet zelf: nu OPTA tot stand is gekomen vóór de oordeelsvorming over de wet, heeft het College een onafhankelijke bijdrage aan die oordeelsvorming kunnen leve- ren. Ook in het debat over de verdere toekomst, bijvoorbeeld in de discussie over het Groenboek Convergentie van de Europese Commissie, zal OPTA een eigen inbreng leveren.

Voor het overige ware te wensen dat OPTA zich op ‘veilige’ afstand van actuele politiek volledig aan zijn primaire taken kan wijden.

Een van de onderwerpen van besluitvorming in de Tweede Kamer betrof de afstemming tus- sen OPTA en de NMa. De uiteindelijk door de Kamer gekozen formule komt zowel tegemoet aan de noodzaak van coherentie in het mededingingstoezicht als aan OPTA’s onafhanke- lijkheid als scheidsrechter in individuele gevallen. Door het soms felle openbare debat dat daaraan vooraf ging kan de indruk zijn ontstaan dat OPTA niet wil samenwerken met de NMa. Niets is minder waar. OPTA heeft de ambitie èn de verwachting dat OPTA en NMa ook (of is het: juist) in het nu gekozen wettelijke kader zullen komen tot een naadloze samen- werking. Niet als een hond die een staart – of een staart die een hond kwispelt, maar als gelijkwaardige partners met een gemeenschappelijk doel.

Hans Bakker

3

connecties

is het nieuws- en publicatieblad van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit.

OPTA wil met deze uitgave onder meer bereiken dat de organisa- ties in de markt voor telecommu- nicatie en post op gelijke voet geïnformeerd zijn over de inge- nomen standpunten, gedane uit- spraken en nieuwe ontwikkelin- gen in verband met het werk van OPTA. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom.

(4)

OPTA vindt dat kortingen alleen mogen worden gege- ven als ze te herleiden zijn tot aantoonbare kostenvoorde- len. Dit vloeit voort uit Europese regels, die in natio- nale regels zijn uitgewerkt.

Omdat KPN Telecom de kortin-

gen niet heeft onderbouwd, is OPTA van mening dat de kortingsregelingen niet vol- doen aan de regels van koste- noriëntatie. Hierdoor hebben ze mogelijk nadelige effecten voor concurrenten op de telefoniemarkt.

Voorafgaand aan het besluit om een aanwijzing te geven is OPTA wettelijk verplicht KPN Telecom te horen. Dit overleg vond op 11 maart plaats en leidde er mede toe dat het college de over- gangsregeling voor bestaan- de klanten heeft aangepast.

Bestaande klanten mogen tot drie maanden nadat OPTA de telefoontarieven van KPN Telecom heeft beoordeeld op kostenoriëntatie

1

, maar uiterlijk tot 1 november, van de bestaande kortingsrege- lingen gebruik maken. Ook mogen contracten die voor

1 november aflopen tot deze datum worden verlengd.

K

ORTING MAXIMAAL

23%

KPN Telecom mag de huidige kortingsregelingen voor bestaande klanten niet wijzi- gen of uitbreiden. Aan nieu- we klanten mag KPN Telecom uitsluitend op basis van het uitgaande verkeer per aan- sluitlijn een korting van maximaal 23% geven. De kortingsregeling WorldLine voldoet aan deze voorwaar- den. K

1 Zie elders in dit blad.

Aanwijzing over kortingsregelingen spraak een feit

OPTA overlegt met netwerkaanbieders over geografische nummers

KPN Telecom is allerminst gelukkig met de wijze waarop sommige operators hun interconnectie-overeenkomsten benut- ten. Via een geografisch nummer kunnen namelijk sommige internetabonnees tegen een lokaal tarief inbellen naar een internetprovider buiten hun netnummer- gebied. KPN levert hierdoor een inter- lokaal gesprek af tegen een lokaal tarief.

Het college belegde een bijeenkomst.

OPTA organiseerde op 6 april een rondetafel- gesprek met KPN Telecom en alle netwerk- aanbieders om te discussiëren over het gebruik van geografische nummers bij inbel- verkeer voor internet. Internetters kunnen via een geografisch nummer inbellen naar een internetprovider die niet binnen hun netnummergebied ligt. Sommige operators krijgen hun gesprekken door KPN Telecom

aangeleverd in de plaats waar de internet- aanbieder zit. Aangezien er (nog) geen interconnectiepunt in de regio zit, dus de plaats waarvandaan de internetaanbieder wordt gebeld, maakt de operator recht- streeks de verbinding. KPN Telecom levert hierdoor een interlokaal gesprek af tegen een lokaal tarief. Daarnaast gaat het veelal niet om een telefoongesprekje van twee of drie minuten, maar om aanzienlijk lange verbindingen waardoor KPN extra wordt benadeeld. Opmerkelijk was dat tijdens de bijeenkomst de netwerkaanbieders het standpunt van KPN Telecom wel begrepen.

Ze waren dan ook bereid nieuwe afspraken te maken.

D

OELMATIG NUMMERGEBRUIK

Uit de discussie bleek dat er in de markt behoefte bestaat aan nummers met de mogelijkheid om landelijk in te bellen tegen lokaal tarief. Het gebruik van internet blijft daardoor aantrekkelijk. De nummers moeten aan de andere kant voor de exploitant minder kostbaar zijn dan bijvoorbeeld

0900-nummers. OPTA brengt deze wens onder de aandacht bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dit ministerie moet immers bereid zijn het nummerplan aan te passen. Bij OPTA bestaat overigens twijfel of het gebruik van geografische nummers voor het bereiken van een of enkele landelijke bestemmingen zich wel verdraagt met de in het nummerplan aangegeven bestemming en of er wel sprake is van doelmatig nummer- gebruik.

Het rondetafelgesprek op 6 april heeft in ieder geval duidelijkheid gebracht tussen de operators. Er bestaat bovendien uitzicht op een oplossing van de problemen waarvoor de bijeenkomst werd belegd. Aan OPTA de taak om te bekijken welke vormen van het gebruik van geografische nummers voor het bereiken van landelijke bestemmingen toe- laatbaar zijn. Plus natuurlijk de vraag aan Verkeer en Waterstaat of het nummerplan mogelijkheden biedt voor landelijk inbellen tegen lokaal tarief. K

OPTA heeft op 7 april KPN Telecom een aanwijzing gegeven dat het bedrijf vanaf 21 april de kortingsregelingen CountryLine, CPO-regelingen en Termijnopties niet langer aan nieuwe klanten mag aanbieden.

De aanwijzing komt grotendeels overeen met de brief van 19 februari 1998 waarin het college aan KPN meedeelt het voornemen te

hebben een aanwijzing te geven.

(5)

Tijdens de behandeling van de nieuwe Telecommunicatiewet, eind maart en begin april in de Tweede Kamer, werd een groot aantal amendementen en moties ingediend. De kamer sprak uitgebreid over de nadere invulling van het functio- neren van OPTA (lees hierover ook de column van Hans Bakker op pagina 3).

Met name de verhouding tussen OPTA en de Nederlandse Mededingingsautoriteit hield diverse kamerleden bezig.

Een motie om OPTA maar direct onder te brengen bij de NMa, haalde het niet. De kamer wilde wel afstemming op het gebied van mededinging en voorkomen dat partijen kunnen gaan ‘forumshoppen’ tussen OPTA en de NMa. Daarom werd met amendement 12 geregeld dat “het college en de directeur- generaal van de NMa in het belang van een effectieve en efficiënte besluitvorming geza- menlijke afspraken maken over de wijze van behandeling van aangelegenheden van wederzijds belang”. Met amendement 24 werd vastgesteld dat het college zich moet baseren op algemene door de NMa op te stellen richtlijnen. Daarmee worden indivi- duele beslissingen toetsbaar door de rechter en is ministeriële toetsing niet meer nodig.

T

OEGANG TOT DE KABEL

Ook over toegang tot de kabel werd uitge- breid gedebatteerd. Volgens de minister zijn er in de telecommunicatiewet geen regels voor de gewone kabeltoegang en dus valt het toezicht onder de NMa. Voor de voor- waardelijke toegang zijn wel regels in de nieuwe wet te vinden en dus valt het onder OPTA. Bij amendement 55 is de bevoegdheid t.a.v. voorwaardelijke toegang overigens uitgebreid met voorwaardelijke toegang tot analoge systemen. Amendement 35 dat ook de voorwaardelijke toegang onder de NMa wilde brengen, werd dan ook verworpen.

Middels amendement 55 wordt ook geregeld

dat OPTA bij geschillen tussen aanbieders van omroepnetwerken en aanbieders van programma’s over toegang tot de kabel een bindende aanwijzing kan geven.

F

INANCIERING VAN

OPTA

Amendementen die tot doel hadden om OPTA geheel uit de algemene middelen te laten financieren, werden uiteindelijk niet in stemming gebracht. Sommige kamerleden suggereerden de financiering te halen uit bijvoorbeeld de opbrengst van de DCS-1800 frequentieveiling. De minister vond dat sec- torspecifiek toezicht ook door de sector bekos- tigd moet worden. Wel zegde de minister toe heldere criteria voor de vaststelling van de vergoedingen in de Algemene Maatregelen van bestuur te zullen neerleggen.

Vergunningverlening frequentieruimte Bij amendement 11 wordt voor OPTA een adviesfunctie gecreëerd bij de vergunning- verlening voor het gebruik van frequentie- ruimte. Andere amendementen die verder gingen, haalden het niet. OPTA krijgt dus adviesrecht, waarbij de Tweede Kamer wordt geïnformeerd als de minister van een advies wil afwijken. De veilingen blijven bij de Rijksdienst voor de Radiocommunicatie.

Internet

Tijdens het debat werd een motie (stuknum- mer 67) aangenomen, die de regering aan- spoort OPTA uit te breiden met kennis en ervaring uit de wereld van het internet.

De minister begreep dit niet zo goed, omdat

internet-kennis al aanwezig is en voorzover dat nog niet zo is zal worden aangetrokken zodra OPTA een taak heeft die dat nodig maakt.

N

UMMERBELEID

De door het college bepleitte mogelijkheid om bij schaarste nummers te veilen of te verloten wordt middels amendement 49 in de wet opgenomen. Ook werd in het debat vastgesteld dat de nummerplannen welis- waar door de minister worden vastgesteld, maar dat OPTA daarbij betrokken wordt.

Amendement 33 heeft de bedoeling handel in alfanumerieke nummers tegen te gaan.

Het overdragen van toekenning en reserve- ringen kan door het college wel worden toe- gestaan, zoals geregeld door amendement 51. Verder worden OPTA middels amende- ment 42 aanvullende mogelijkheden gege- ven om optimaal nummerbeheer te voeren.

OPTA krijgt ook een rol bij het intrekken van nummers op advies van de STIC, de Stichting Informatiedienstencode (amendement 43) die werkt als zelfregulerende instantie van de aanbieders van informatiediensten.

R

EGIONALE TARIEFDIFFERENTIATIE EN HERBALANCERING

OPTA mag regionale tariefdifferentiatie toestaan als de marktverhoudingen dat toelaten, zo werd middels amendement 79 besloten. Motie 68 van Roethof en Van Zuylen verzoekt de regering erop toe te zien dat de prijsstijging voor het kleingebruikers- pakket niet hoger wordt dan de inflatiecor- rectie, totdat er werkelijke concurrentie is. K

5

OPTA en de telecomwet

(6)

Eind vorig jaar legde KPN Telecom een beschrijving van het toerekeningssysteem voor de telefoondienst ter goedkeuring aan OPTA voor. Het systeem maakt deel uit van een overkoepelende methode waarmee de kosten van KPN Telecom worden toegere- kend aan de verschillende diensten.

Behalve telefonie gaat het om huurlijnen, interconnectie en overige diensten.

D

E KOSTEN EN DE DIENST

Bij het bepalen van de kosten van de telefoondienst gaat KPN Telecom uit van integrale kostentoerekening op basis van historische kosten. Dit betekent dat alle kos- ten die gemaakt zijn voor de telefoondienst ook daaraan worden toegerekend. Daarbij worden de afschrijvingen en de boekwaarde gebaseerd op de prijzen die in het verleden voor de activa zijn betaald.

In het systeem worden kosten zoveel moge- lijk toegerekend op basis van causaliteit:

gekeken wordt of er een oorzakelijk verband is tussen de kosten en de dienst zelf. Als enige causale relatie ontbreekt, worden kos- ten op basis van de overige reeds toegere- kende kosten verdeeld. Hiermee sluit KPN nauw aan bij de eisen die in de ONP-spraak- richtlijn (95/62/EG) zijn gesteld.

E

EN BETROUWBAAR BEELD

Het systeem voldoet naar het oordeel van OPTA dan ook aan de bepalingen van de ONP-spraakrichtlijn. Ook geeft het toereke- ningssysteem volgens OPTA een betrouwbaar beeld van de kosten (en opbrengsten) die samenhangen met het aanbieden van de telefoondienst. Verder heeft de externe accountant, in opdracht van OPTA, de opzet en de betrouwbaarheid van het systeem onderzocht. Daarbij was de conclusie dat de administratieve organisatie rondom het systeem van voldoende kwaliteit is.

Nu het toerekeningssysteem is goedgekeurd, kan KPN Telecom het gebruiken voor het berekenen van de kosten en opbrengsten van de telefoondienst. K

OPTA heeft KPN Telecom gevraagd op korte termijn een bijeenkomst voor aan- bieders van telecomdiensten te organise- ren over het tekort aan interconnectie- verbindingen. Aangezien KPN Telecom er niet in slaagt om aan de vraag van de aanbieders te voldoen, ontstaat er con- gestie en kunnen er geen nieuwe klanten geworven worden. Het college heeft de afgelopen maanden al vaker haar zorgen laten blijken over dit probleem aan zowel KPN Telecom als de aanbieders.

De aanbieders (carriers) halen verkeer op via het net van KPN Telecom. Hiervoor zijn vol- doende interconnectieverbindingen nodig

tussen de centrale van KPN en de centrale van de aanbieder. Voldoende verbindingen zijn er echter niet. Alhoewel concurrenten KPN een half jaar van te voren een prognose moesten geven, heeft vermoedelijk niemand zo’n enorme toename van het telefoonver- keer kunnen inschatten. Ondertussen kam- pen de aanbieders met het probleem dat ze voor hun klanten niet goed bereikbaar zijn en dat ze geen nieuwe klanten kunnen aan- nemen. De marktpartijen vinden dan ook dat ze worden belemmerd in hun bedrijfsvoering en dienden klachten in bij OPTA. Naar aanlei- ding van deze klachten heeft OPTA

KPN Telecom gevraagd uitleg te geven over het probleem rond de interconnectieverbin- dingen. Waar ligt precies het probleem, hoe is het ontstaan en wat doet KPN eraan?

N

ON

-

DISCRIMINATOIR EN TRANSPARANT

Het college heeft daarnaast aangegeven bij de besluitvorming betrokken te willen zijn

over de wijze waarop de verdeling van de huidige verbindingen plaatsvindt. Ook

‘schaarse’ verbindingen moeten volgens het college namelijk door KPN eerlijk – non- discriminatoir en transparant – worden ver- deeld. Recentelijk heeft KPN het college enige informatie over haar beleid gegeven.

KPN heeft aangegeven deze informatie als bedrijfsvertrouwelijk beschouwen. Om de marktpartijen wat uitgebreider te informeren heeft OPTA KPN Telecom gevraagd op korte termijn, bijvoorbeeld begin mei, een bijeen- komst te beleggen. Tijdens de bijeenkomst kunnen eventueel alternatieve oplossingen aan de orde komen. OPTA heeft aangeboden bij deze bijeenkomst aanwezig te willen zijn en heeft bovendien haar diensten aangebo- den. Bijvoorbeeld wanneer blijkt dat markt- partijen bepaalde garanties eisen bij de oplossingen en interim-oplossingen die KPN of andere marktpartijen overeenkomen. K

Goedkeuring toerekenings-

systeem voor de telefoondienst

Tekort aan interconnectieverbindingen

OPTA heeft het door KPN Telecom opgestelde toerekeningssysteem voor de telefoon-

dienst goedgekeurd. Het systeem dat past in de ONP- richtlijn voor spraaktelefonie

kan nu gebruikt worden om te bepalen wat de kosten en opbrengsten van de telefoon-

dienst zijn. Op 1 mei zal KPN Telecom een overzicht aan OPTA aanbieden. Daarna moet

OPTA beslissen of de telefoontarieven in redelijke verhouding staan tot de onderlig-

gende kosten inclusief een redelijke winstopslag. Enkele weken na 1 mei wordt hier-

over een besluit verwacht.

(7)

Op vrijdag 17 april jl. hield OPTA een openbare hoorzitting naar aanleiding van het tweede consultatiedocument over kostentoerekening voor interconnectie en bijzondere toegangsdiensten.

Ongeveer vijftien personen waren aanwezig, die acht marktpartijen of belanghebbenden vertegenwoordigden.

Hiervan hebben drie marktpartijen het woord gevoerd: Telfort, A2000 en KPN Telecom.

Het consultatiedocument II informeert de betrokkenen over de stand van zaken in de ontwikkeling van de kostentoerekenings- systemen EDC en BU. Het EDC-model is een kostentoerekeningssysteem op basis van

Embedded Direct Cost (EDC) dat door KPN, in samenspraak met OPTA en marktpartijen, wordt ontwikkeld. Het BU-model is een Bottom-Up model dat door OPTA, in samen- spraak met marktpartijen, wordt ontwikkeld.

Het consultatiedocument bevat tevens een aantal onderwerpen waarover OPTA de visie aan marktpartijen vraagt. De onderwerpen gaan over de vaststelling van redelijk rendement, het al dan niet toepassen van aanvullende tariefbeheersingsmethoden, de opbouw van de tariefstructuur en de geldigheidsperiode van de tarieven.

I

N HET ALGEMEEN TEVREDEN

De sprekers hadden weinig tijd nodig om hun standpunten te presenteren. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de marktpartijen in de zogenaamde klankbord- groepen betrokken zijn bij de ontwikkeling van de modellen. Ook hebben de marktpar- tijen nog tot 1 mei 1998 de mogelijkheid

schriftelijk te reageren. Een aantal sprekers gaf aan dat de informatie van KPN op dit moment (nog) te beperkt is om te kunnen bepalen of het EDC-model aan hun wensen tegemoet komt. Hier stelde KPN tegenover dat zij op 1 mei 1998, wanneer zij het EDC- model aan OPTA aanbiedt, de aanvullende informatie verschaft waar OPTA om heeft gevraagd. Dit naar aanleiding van vragen in de klankbordgroepen. Verder bleek uit de presentaties dat partijen in het algemeen tevreden zijn over de wijze waarop de ont- wikkeling van de modellen tot nu toe ver- loopt, al lopen de belangen van de verschil- lende betrokkenen niet altijd parallel. Omdat de periode voor het indienen van schriftelij- ke reacties nog loopt, wordt hier niet verder ingegaan op wat de sprekers te berde heb- ben gebracht. Als de consultatieronde is afgesloten, wordt in Connecties apart aandacht besteed aan alle reacties.

Het college van OPTA, dat de hoorzitting voorzat, bedankte de partijen voor hun bijdrage aan de hoorzitting. Na 1 mei, wanneer alle schriftelijke reacties op het consultatiedocument binnen zijn, bericht OPTA de marktpartijen rechtstreeks. Deze reactie wordt ook op de OPTA website bekendgemaakt. K

7 KPN voerde aan dat het

college te veel kosten heeft geschrapt uit de voorlopige tarieven. Bovendien gaf zij aan dat deze berekening niet goed is gemotiveerd. KPN blijft van mening dat het college haar in alle

redelijkheid geen aanwijzing kan geven dat zij aan concurrenten ontbundelde toegang tot haar aansluitnet moet bieden (zie Connecties december 1997). KPN voerde onder meer aan dat dit

beleidsmatig een onjuiste keuze zou zijn. Volgens KPN zou de investeringsbereid- heid in de kabelinfrastruc- tuur als alternatieve telecommunicatie-

infrastructuur afnemen. KPN heeft overigens wel conform het gewraakte besluit een referentie-aanbod voor ontbundelde toegang tot het aansluitnet opgesteld. Op korte termijn verwacht OPTA een consultatie over bijzondere toegang te

kunnen organiseren, waarin marktpartijen gevraagd zal worden zich ook over dit referentie-aanbod uit te spreken.

De verwachting is dat het college voor de zomervakan- tie een besluit neemt over de bezwaren van beide partijen.

K

Hoorzitting consultatie kostentoerekening

interconnectietarieven

Impressies hoorzitting EnerTel/KPN

KPN: voorlopige tarieven te laag berekend

EnerTel en KPN werden op 14 april jl.

gehoord over hun bezwaren tegen het besluit van het college in het inter- connectiegeschil tussen beide partijen.

De hoorzitting kende een besloten deel en een openbaar deel. EnerTel heeft in het openbare deel geen betoog gehouden.

Ook het bezwaarschrift van EnerTel is ver-

trouwelijk, zodat over de uitspraken van

EnerTel geen bericht kan worden gegeven.

(8)

Nadat op 19 maart 1998 het BU-model gepresenteerd was aan de leden van de klankbordgroep, konden de deelnemers elk twee dagen gaan experimenteren met het model. OPTA had daarvoor tijdelijk twee computers beschikbaar gesteld. De bedoe- ling was voornamelijk om de deelnemers de gelegenheid te geven met het model ver-

trouwd te raken en vast te stellen of de principes die in de klankbordgroepen zijn besproken goed zijn verwerkt. Ook werd de testers gevraagd eventuele fouten in het model op te sporen. Op 2 april werden de resultaten besproken. De reacties van de leden waren overwegend positief. Wel bleek het model inderdaad enkele onvolkomen-

heden te hebben. Op 28 april is de aange- paste versie beschikbaar. De deelnemers kunnen het model dan nogmaals testen.

KPN

LEVERT DOOR

OPTA

GEVRAAGDE AANVULLENDE INFORMATIE

Tijdens de bijeenkomst van de klankbord- groep EDC op 2 april gaf KPN een heldere toelichting op een aantal belangrijke onder- werpen. Dit tot grote tevredenheid van de deelnemers. Wel hebben enkele klankbord- groepleden op 19 maart zorg geuit over de mate waarin het EDC-model rekening houdt met toekomstige ontwikkelingen (forward looking elements).

OPTA heeft toen ook aangegeven dat nog onvoldoende duidelijk was, welke forward looking elements KPN precies toepast. Dit kan voor het vervolg van het proces een pro- bleem worden, met name als de vergelijking tussen de resultaten van het BU-model en De president van de sector Bestuursrecht

van de Rechtbank te Rotterdam behan- delde op 16 april het kort geding dat KPN in de zogenoemde VPN-zaak aanhangig heeft gemaakt. De zaak heeft betrekking op twee besluiten van het college, van respectievelijk oktober vorig jaar en februari dit jaar, waarbij was bepaald dat KPN het gebruik van vijf telefoonnum- mers voor de diensten WVPN (Worldwide Virtual Private Networks) en VPN (Virtual Private Networks) moet beëindigen.

De rechtbank merkte naast KPN en OPTA, ook Versatel en Telfort als partijen in het geschil aan. Van deze laatstgenoemde partijen was alleen Versatel ter terechtzitting vertegen- woordigd.

KPN stelde bij monde van haar gemachtigde, mr Meijer dat KPN minimaal tot 1 november de tijd wil hebben voor ‘uitfasering’ van de bedoelde telefoonnummers. Volgens KPN is snellere uitfasering niet mogelijk. Om die reden vroeg hij de president de beslissing van het college te schorsen. Mr Meijer stelde dat het gebruik door KPN van de bewuste nummers andere partijen geen schade toebrengt. Hier doet zich namelijk geen schaarste voor. Van oneerlijke bevoordeling van KPN ten opzichte van andere marktpar- tijen is evenmin sprake. Versnelde uitfase- ring zal andere marktpartijen dan ook niet helpen. Die marktpartijen kunnen overigens op gelijke wijze als KPN en haar dochter- onderneming AT&T Unisource, VPN-diensten aanbieden, aldus de heer Meijer. Hij voegde hieraan toe dat KPN wel degelijk zo snel mogelijk met uitfasering begonnen was.

De gemachtigde van OPTA, mr Daalder, wees onder meer op de mededingingsaspecten van het door OPTA gevoerde nummerbeleid.

Bij de uitvoering van dat beleid moet OPTA terdege rekening houden met belangen van alle marktpartijen. Mr Daalder gaf aan dat OPTA in dit geval gehouden was om een einde te maken aan het gebruik van de des- betreffende nummers door KPN. Dat gebruik is namelijk in strijd met het Nummerplan, aldus mr Daalder. Hij wees er verder op dat de uitfasering van de nummers van KPN veel sneller kan plaatsvinden dan KPN stelt.

Voorts wees hij erop dat KPN aan haarzelf en aan AT&T Unisource faciliteiten biedt, die zij niet aan derden biedt of heeft geboden.

Volgens mr Daalder is dit een niet toegesta- ne beperking van de mededinging.

Vervolgens kreeg de gemachtigde van Versatel, mr Dommering, het woord. Hij stel- de dat de belangen van Versatel als gevolg van het nummergebruik door KPN op ontoe- laatbare wijze zijn geschaad. Mr Dommering betoogde dat KPN in strijd met de wettelijke voorschriften zichzelf en haar dochteronder- neming AT&T Unisource bevoordeeld heeft

Virtual Private Networks zaak in kort geding

Klankbordgroepen werken aan kostenmodellen

Er zit behoorlijke vaart in de ontwikkeling van twee modellen om de kostentoereke-

ning te maken die voor het vaststellen van tarieven voor interconnectie en bijzondere

toegang nodig is. De klankbordgroep EDC werkt aan de totstandkoming van het

kostentoerekeningssysteem op basis van Embedded Direct Costs (EDC) dat door KPN

wordt ontwikkeld. De klankbordgroep BU werkt aan de ontwikkeling van een Bottom-

Up (BU) model dat door OPTA wordt ontwikkeld. De klankbordgroepen EDC en BU,

die op respectievelijk 19 maart en 2 april 1998 bijeenkomsten hadden, bestaan uit

marktpartijen waaronder KPN, OPTA en haar adviseur, NERA.

(9)

9 boven andere marktpartijen. Hierbij zijn

onder meer de vereisten van transparantie en van kostenoriëntatie geschonden, aldus mr Dommering. Hij stelde dat KPN in het ver- leden verzoeken van Versatel om technische faciliteiten heeft afgewezen, terwijl KPN deze faciliteiten wel aan zichzelf en aan AT&T Unisource verleende. KPN en AT&T Unisource konden gebruik maken van een directe faciliteit, terwijl andere marktpartij- en genoegen moesten nemen met een min- der aantrekkelijke indirecte faciliteit.

Mr Dommering merkte voorts op, dat de problemen die KPN zegt te ondervinden bij uitfasering, haar geen aanspraken geven om de nummers nog langer te mogen gebruiken.

Volgens mr Dommering hebben namelijk alle marktpartijen dit soort problemen.

Nadat de gemachtigden van KPN, OPTA en Versatel de gelegenheid hadden gekregen op elkaars pleidooien te reageren, sloot de pre- sident de zitting. De uitspraak in de zaak is gepland op 29 april 1998 en was bij het ter perse gaan van dit nummer van Connecties nog niet bekend. K

het EDC-model (de zogenoemde reconcilia- tion) aan de orde komt.

In de beslissing van 25 februari jl. inzake het aangepaste EDC-model van KPN heeft het college van OPTA aangegeven dat deze elementen in het EDC-model thuishoren. In dezelfde beslissing vraagt het college over dit en enkele andere punten nadere informa- tie van KPN. Het gaat hier met name om de manier waarop de actuele waarde van activa wordt bepaald en om de precieze toepassing van het stand alone-criterium. Dit laatste houdt in dat KPN aan interconnectie alleen die kosten mag toerekenen die ook gemaakt zouden worden als het bedrijfsonderdeel Carrier Services een zelfstandig bedrijf zou zijn.

KPN werkt de besproken onderwerpen in de zogenaamde dieptesessies met OPTA en NERA nog verder uit. K

Registraties interconnectie en bijzondere toegang

Verschillende telecommunicatiebedrijven hebben zich bij OPTA laten registreren voor interconnectie of bijzondere toegang. In Connecties nummer 6, 8 (1997) en nummer 2 (1998) werden al lijsten van deze bedrijven gepubliceerd. Op verzoek van velen hierbij een overzicht van alle bedrijven die zich vanaf 1 juli 1997 hebben laten registreren. Als u meer informatie over dit onderwerp wilt, dan kunt u contact opnemen met de heer W. Glazenborg van het Bureau Vergunningverlening, telefoon (070) 315 92 36, e-mailadres W.Glazenborg@opta.nl.

Inter- Bijzondere-

connectie- Toegangs-

nummer Naam bedrijf nummer Naam bedrijf

40.000 Versatel Telecom B.V. 40.500 Versatel Telecom B.V.

40.001 A2000 Holding N.V. 40.501 Stichting Fontys

40.003 N.V. Castel 40.503 N.V. Castel

40.004 EnerTel N.V. 40.504 EnerTel N.V.

40.005 Telfort B.V. 40.505 Global One Communications B.V.

40.006 Global One Communications B.V. 40.506 Esprit Telecom Benelux B.V.

40.007 Esprit Telecom Benelux B.V. 40.507 Tele2 Nederland B.V.

40.008 Tele2 Nederland B.V. 40.508 Telfort B.V.

40.009 Telegroup Nederland B.V. 40.509 Telegroup Nederland B.V.

40.010 N.V. Casema Kabeltelevisie 40.510 Orion Telecom B.V.

40.011 IMS Telecom 40.511 N.V. Casema

40.012 N.V. Telekabel 40.512 PTT Telecom B.V.

40.013 AT&T Communication Services 40.513 IMS Telecom Nederland B.V.

40.014 MFS Communications Holland B.V. 40.514 N.V. Telekabel

40.015 Callmax B.V. 40.515 Infotel B.V.

40.016 Econophone Limited 40.516 M-Tel 0800 & 0900 Services B.V.

40.017 Intercall Europe Consultancy B.V. 40.517 MFS Communications Holland B.V.

40.018 Unisource Carrier Services 40.518 Callmax B.V.

40.019 AT&T-Unisource Communications 40.519 Belnet Nederland B.V.

Services V.O.F.

40.020 Interoute Netherlands B.V. 40.520 Econophone Limited 40.021 Schiphol Telematics 40.521 WorldXChange

40.022 Startec Global Communications 40.522 Intercall Europe Consultancy B.V.

Corporation

40.023 Multicom N.V. 40.523 Multicom N.V.

40.024 Cable Plus (Netherlands) B.V. 40.524 AT&T-Unisource Communications Services V.O.F.

40.025 Viafoperations Communications BV 40.525 XS4ALL Internet B.V.

40.026 World Telecom Labs NL B.V. 40.526 Interoute Netherlands B.V.

(10)

OPTA voert in Nederland het nationale nummerbeheer. Marktpartijen kunnen nummers voor gebruik aanvragen bij OPTA, waarbij OPTA de 0800/0900-num- mers ook rechtstreeks toekent aan eindgebruikers. Naast het toekennen en reserveren houdt OPTA ook toezicht op het gebruik van eenmaal toegekende nummers. Kon u in de vorige Connecties iets lezen over de procedure, in dit artikel wordt ingegaan op de meer algemene afwegingen die OPTA maakt bij de behandeling van nummeraanvragen.

Nummers zijn gedefinieerd in de nationale nummerplannen: het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten, Nummerplan telexdien- sten, Nummerplan pakket- en circuitgescha- kelde datadiensten, Nummerplan internatio- nale signaleringspunt codes en het

Nummerplan transit signaleringspunt codes.

De nummers in het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten zijn het bekendst en worden het meest gebruikt. In de komende Connecties gaan we nader in op de behande- ling van nummeraanvragen voor nummers uit dit plan.

H

ERKENBAARHEID

De nummers in het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten worden gebruikt door abonnees met vaste en mobiele telefoonaan- sluitingen. Het grootste deel van deze num- mers wordt inmiddels door het publiek her- kend. Vrijwel iedereen in Nederland weet dat nummers die beginnen met het netnummer 070-nummers zijn die in het geografische gebied Den Haag worden gebruikt.

Natuurlijk zijn er ook netnummers die wat minder bekend zijn, omdat die minder gebruikt worden. Hoeveel mensen zouden bijvoorbeeld weten dat 0481 het netnummer van Bemmel is? In Bemmel en omgeving waarschijnlijk iedereen. De herkenbaarheid

voor de gebruikers van nummers komt ook terug in andere zaken, zoals het te betalen tarief. In het eigen netnummergebied tele- foneer je goedkoper dan naar de andere kant van het land. Met nummers die beginnen met 06, 0800 of 0900 is ook iets speciaals aan de hand; het zijn in ieder geval geen normale telefoonaansluitingen. Het gaat om informatienummers waar al dan niet voor betaald moet worden, bijvoorbeeld Openbaar Vervoer reisinformatie, het weerbericht of de belastingtelefoon.

Herkenbaarheid van nummers ontstaat niet van de ene op de andere dag, dat moet groeien. Denk maar aan de vorig jaar geïntroduceerde reeks

0800. Hoe bekend is die nu eigenlijk? Zo’n 30% van de Nederlanders belt een jaar na invoering nog altijd het oude 06 nummer. Een ander voorbeeld: hoeveel mensen weten dat met een nummer dat begint met 087 ook iets bijzonders aan de hand is?

Juist om nummers herken- baar te maken voor de con- sument is stabiliteit van het nummerplan nodig. Die sta- biliteit is overigens ook nog om een andere reden nodig:

het veranderen van num- mers die in gebruik zijn is duur. De eindgebruikers moeten immers al hun relaties informeren over de nummerwijzigingen.

Telecommunicatiebedrijven moeten de nieu- we nummers in hun netwerken instellen en voor de overgang van oude naar nieuwe nummers moeten zorgen.

C

ONCURRENTIE

OPTA houdt de nummerplannen dus graag stabiel. Maar waar OPTA tegelijkertijd naar streeft is het stimuleren en mogelijk maken van marktwerking in de telecommunicatie- branche. Daarvoor zijn nummers nodig, veel nummers. Sowieso genoeg om alle, ook nieuwe en toekomstige, marktpartijen zoveel

nummers te kunnen geven waardoor zij hun bedrijfsplannen kunnen realiseren. Dat is ook een uitgangspunt van de EU-regelgeving op dit gebied: de beschikbaarheid van num- mers mag de concurrentie niet belemmeren.

Het nummerbeheer van OPTA is dus eigenlijk aan het passen en meten om behoeftes van vandaag, maar ook in de toekomst in de beschikbare nummerruimte te krijgen. Om dit te doen vraagt OPTA aan bedrijven die nummers aanvragen, gegevens over onder meer hun marketingplannen. Hierbij komt vaak aan de orde dat de nummerhoeveelheid een belangrijke voorwaarde is in hun marke- tingstrategie, bijvoorbeeld: geeft u mij maar

een miljoen nummers, ondanks dat er maar honderdduizend nodig zijn. Dan weet straks wel iedereen dat alle nummers beginnend met een twee (of een drie, of een vier) bij een bepaald bedrijf horen. Dat communi- ceert goed. OPTA staat altijd open voor dit soort verzoeken, want als het de concurren- tie kan stimuleren dan treffen marktpartijen een luisterend oor. Echter, daarna start het nummerbeheer. OPTA onderzoekt welke hoe- veelheid nummers een bedrijf nodig heeft om de geplande dienstverlening te realise- ren. Immers, als OPTA de in het voorbeeld gevraagde hoeveelheid toekent dan kunnen

Nummerbeheer nu en voor de toekomst

Sinds begin dit jaar zijn ook 06-2 nummers in gebruik voor mobiele telefonie.

De nummers in de reeks 06-5 waren inmiddels volle- dig aan operators toege- kend en dus begon OPTA met de uitgifte van num- mers in de 06-2 reeks. Dit kan wel voor problemen zorgen in bedrijfstelefoon- centrales waarin alle num- mers in de 06-reeks zijn geblokkeerd, met uitzonde-

ring van de mobiele num- mers beginnend met 065.

Dit betekent dat de nieuwe mobiele nummers in de 062-reeks vanaf deze bedrijfscentrales niet gebeld kunnen worden.

Voor een goede bereik- baarheid van mobiele tele- foontoestellen is het aan te bevelen de nummerblokke- ring in bedrijfstelefooncen- trales te controleren en zo nodig aan te passen. K

06-2 in gebruik voor

mobiele telefonie

(11)

negen andere vergelijkbare bedrijven geen gebruik meer maken van nummers uit die reeks van een miljoen. Die zijn dan verge- ven, terwijl ze niet worden gebruikt. Een goed nummerbeheer betekent dat bij het behandelen van de aanvraag ook de belan- gen van mogelijke toekomstige aanvragers moet worden meegewogen.

S

TABIEL NUMMERPLAN

Naast de geografische nummers zijn er ook dienstcodes in het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten opgenomen. Deze nummers

zullen mettertijd ook bekend moeten zijn bij en herkend moeten worden door consumen- ten en bedrijven. Die herkenbaarheid moet slaan op de dienst die met het nummer bereikt wordt, maar ook op de daarbij beho- rende tarieven. OPTA kijkt bij het beoordelen van nummeraanvragen ook elke keer of de door de aanvrager gekozen nummerreeks hoort bij de geplande dienst. Nu al zie je dat door de toenemende verscheidenheid in diensten en aanvragers deze afweging een belangrijker deel van de beoordeling van de aanvraag wordt, waarbij ook nu weer een

herkenbaar en stabiel nummerplan overeind moet worden gehouden. K

11

Veel gestelde vragen over interconnectie en bijzondere toegang in Nederland

W

AT IS INTERCONNECTIE

?

Onder interconnectie wordt verstaan het koppelen van telecommunicatienetwerken, zodat gebruikers van communicatiediensten kunnen communiceren over de grenzen van het netwerk dat de toegang verleent. Het kunnen samenwerken van communicatienet- werken (‘interoperabiliteit’) betekent onder meer dat een dienst als terugbellen-bij- bezet(CCBS – call completion busy subscriber) kan functioneren tussen gebruikers die zijn aangesloten op verschillende openbare net- werken. Alle partijen die toegang bieden aan gebruikers moeten hun aangesloten gebrui-

kers bereikbaar maken voor de gebruikers van andere partijen. Door de wederkerigheid van interconnectie kan in principe iedere gebruiker oproepen plaatsen naar een gebruiker die is aangesloten op een ander openbaar netwerk.

W

ELKE ROL SPEELT

OPTA?

Op dit moment heeft OPTA een ‘post-actieve’

rol bij de regulering van interconnectie en bijzondere toegang. OPTA heeft de bevoegd- heid om geschillen tussen aanbieders van openbare netten en telecommunicatiedien- sten te beslechten. In de nabije toekomst

– als de Kamer de Telecommunicatiewet aan- neemt – omvat de taak van OPTA eveneens het beoordelen op kostenoriëntatie van interconnectie-overeenkomsten en de refe- rentie-aanbiedingen van partijen met aan- zienlijke marktmacht.

W

AT ZIJN DE RICHTSNOEREN VOOR INTERCONNECTIE EN BIJZONDERE TOEGANG

?

Er zijn weinig bindende regels die bij het beslechten van interconnectiegeschillen gelden. Om toch meer duidelijkheid te bren- gen hoe bij geschillen wordt geoordeeld, worden beleidsregels gepubliceerd. Dit zijn de zogenaamde ‘richtsnoeren’. In 1997 heeft het ministerie van Verkeer &

Waterstaat richtsnoeren interconnectie en bijzondere toegang gepubliceerd.

OPTA heeft inmiddels zelf nieuwe richtsnoe- ren gepubliceerd over doorberekening van kosten voor het aansluitnet. Daarnaast wordt de komende maanden bekeken of nieuwe c.q. aanvullende richtsnoeren nodig zijn op het gebied van interconnectie en bijzondere toegang.

H

OE BEPAALT

KPN T

ELECOM DE PRIJZEN VOOR

1998?

KPN Telecom ontwikkelt een nieuw systeem voor kostenbepaling: het EDC-model (embedded direct costs). Met EDC berekent KPN Telecom alleen de rechtstreekse kosten die KPN Telecom maakt voor het tot stand brengen van de interconnectie of bijzondere

In volgende edities van Connecties wor- den de in dit artikel genoemde aspecten toegelicht voor de verschillende (hoofd)reeksen in het nummerplan:

Geografische nummers Connecties 5

Mobiele nummers Connecties 6

Speciale toegangscodes Connecties 7

Informatienummers Connecties 8

(12)

toegang. Daarvoor wordt uitgegaan van het bestaande kostentoerekeningssysteem van KPN. Daarmee wordt de kostprijs van netele- menten berekend. Vervolgens worden in EDC de kosten voor een dienst berekend en worden gezamenlijke kosten toegevoegd.

Hieruit volgt een kostprijs per minuut per dienst.

OPTA heeft in augustus 1997 een consulta- tiedocument uitgebracht over deze systema- tiek en houdt nog een consultatieronde in april 1998. Het EDC-model wordt ontwikkeld door KPN Telecom in samenspraak met OPTA en andere operators. Is het model klaar, dan worden voortaan de interconnectietarieven berekend met behulp van dit model.

Daarnaast ontwikkelt OPTA het Bottom-Up model (BU). Daarin wordt bekeken wat de kostenbasis zou zijn van een nieuwe toetre- der die de KPN Telecom dienst moet leveren.

Er wordt een efficiënt netwerk berekent inclusief groeicapaciteit, maar op basis van centrales op de huidige locaties van KPN Telecom. Hieraan worden de overige kosten toegevoegd en zo komt men tot tarieven voor interconnectie en bijzondere toegang.

Beide modellen worden vervolgens in een reconciliatie-ronde met elkaar vergeleken.

Overigens wordt voor de berekening van de kosten van de spraaktelefonie een andere methodiek ontwikkeld.

Z

IJN ER PLANNEN VOOR KOSTENTOEREKENING VOLGENS DE

LRIC-

METHODE

?

De EU beveelt een kostentoerekening voor de bepaling van interconnectieprijzen aan

volgens de methode van long run incremen- tal costs (LRIC). OPTA ontwikkelt zo’n model in samenwerking met de operators in Nederland. OPTA heeft nog geen beslissing genomen over het toepassen van LRIC als basis voor interconnectie-prijsberekening.

Wel wordt in EDC een BU-model opgesteld als ‘double check’ – reconciliatie.

W

AT ZIJN DE PRIJZEN VOOR CALL TERMINATION EN CALL ORIGINATION

?

De prijzen voor call termination en voor dien- sten gebaseerd op call origination –zoals carrier selection– zijn sterk aan verandering onderhevig, mede als gevolg van OPTA- besluiten. De actuele prijzen kunt u opvra- gen bij een van de aanbieders. KPN Telecom heeft een referentie-aanbod voor

interconnectie.

K

OMT ER ONTBUNDELDE TOEGANG TOT HET AANSLUITNET VAN

KPN T

ELECOM

? Op 17 december 1997 heeft OPTA uitspraak gedaan in het geschil tussen EnerTel en KPN Telecom met betrekking tot de ontbundelde toegang tot het aansluitnet van

KPN Telecom. Daarbij verloopt het verkeer niet meer via de centrale van KPN Telecom.

De abonneeverbinding wordt rechtstreeks op de centrale van een andere aanbieder aan- gesloten, die de aansluitlijn min of meer van KPN Telecom overneemt. KPN Telecom heeft een referentieaanbod ontwikkeld dat deel uitmaakt van de OPTA-consultatie in verband met toegang tot het aansluitnet van

KPN Telecom. Deze consultatie moet resulteren in richtsnoeren op dit terrein.

W

AT IS BIJZONDERE TOEGANG

?

Bijzondere toegang is de toegang tot punten in een netwerk die niet aan de meeste gebruikers worden aangeboden.

Marktpartijen kunnen met behulp van bij- zondere toegang dus via het net van een ander telecommunicatiediensten aanbieden.

Marktpartijen die zo telecommunicatiedien- sten aanbieden, kunnen niet garanderen dat hun diensten functioneren buiten de gren- zen van het netwerk waarmee zij verbonden zijn. Aanbieders met bijzondere netwerktoe- gang kunnen verkeer veroorzaken op andere netwerken dan het netwerk waarnaar zij (bijzondere) toegang hebben. Onder de Nederlandse en Europese regelgeving heb- ben alleen netwerkexploitanten met ‘aan- merkelijke marktmacht’ de verplichting om bijzondere toegang te bieden.

N

ADERE INFORMATIE OVER INTERCONNECTIE

Het eerste en het tweede consultatiedocu- ment over EDC van 26 maart 1998 zijn te vin- den op de website van OPTA, www.opta.nl.

Het Bureau Interconnectie is toegankelijk voor vragen en klachten over interconnectie.

Voor vragen kunt u contact opnemen met de heer W. de Natris, telefoon (070) 315 35 34 of e-mail w.denatris@opta.nl

Voor klachten over interconnectie kunt u terecht bij de heer J. Huigen, hoofd Bureau Interconnectie, telefoon (070) 315 35 38. K

Informatiebon

U kunt deze bon faxen naar OPTA, faxnummer: (070) 315 35 02

of opsturen naar postbus 90420, 2509 LK Den Haag.

Organisatie:

Naam:

Adres:

Postcode en woonplaats:

Graag ontvang ik van u:

Regeling vergoedingen post- en telecommunicatie- inrichtingen OPTA 1998

Oordeel OPTA-college in het geschil EnerTel-KPN Consultatiedocument kostenoriëntatie spraak Meerjarenbeleid concessies KPN

Consultatiedocument II kostentoerekening voor

interconnectie- en bijzondere toegangsdiensten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(Joys mens ziet de handen in het publiek. Handen van Destiny's mens, Beestjes mens en Darth Vaders mens zijn ook in de lucht.).. JOYS MENS

Door te zorgen voor een volwaardige voeding kunt u de verhouding spiermassa - vetmassa op peil houden.. Dit heeft het een positieve invloed op

Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren,

- Bij bepaling van de BVO wordt niet meegerekend een schalmgat of een vide met een oppervlakte die groter dan of gelijk is aan 4,0 m 2 (inclusief de ruimte voor

Voor zoveel nodig wordt door verkoper ten behoeve van haarzelf en alle overige -huidige en toekomstige- eigenaren van de hiervoor sub a bedoelde kavels bij deze aan koper opgelegd,

Een bestemmingsplan kan voorzien in de bouw van nieuwe woningen voor zover deze woningbouwmogelijkheden naar aard, locatie en aantal in overeenstemming zijn met

Voor zoveel nodig wordt door verkoper en alle overige -huidige en toekomstige- eigenaren van de betrokken kavels bij deze aan koper opgelegd, en verbindt koper zich bij

De behuizing kan op twee systemen tegelijk worden aangesloten, één via USB en één via eSATA, zodat men geïnstalleerde SATA harde schijven met beide computers kan gebruiken door