• No results found

REVOLUTIONAIRE DREIGING EN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "REVOLUTIONAIRE DREIGING EN "

Copied!
47
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ook eren g te

\. R.

die :. en lijke )ven den aar-

kan 'rein nog B.

)ES-

1668 rake bau, 1aar leis·

B.

TE- 931.

mb·- B.

Ipa-

i de

AAY

-den B.

REVOLUTIONAIRE DREIGING EN

NOOD~

ZAKELIJK VERWEER

DOOR

MR. DR. E.

J.

BEUMER.

De onaandoenlijkheid en onverschiIIigheid, die, naar het schijnt, in toenemende mate om zich heen grijpen, zijn oorzaak, dat veel te weinig aandacht wordt geschonken aan de gevaren, welke van de zijde der Russische machthebbers dreigen. En toch zijn die gevaren, tenzij men moedwiIIig er de oogen voor sluit, duidelijk zichtbaar.

Het gaat hier om eene verderfelijke leer, die op onbeschaamde wijze in Rusland in practijk gebracht en elders gepropageerd wordt. Het bolsjewisme keert zich tegen elke wijsbegeerte, die het Marxisme verwerpt; tegen elke theorie, die samenwerking van kapitaal en arbeid predikt; het is in zijn wezen atheïstisch; het streeft naar ondermijning der christelijke grondslagen van het leven; het kant zich tegen gods- dienst en kerk, tegen huwelijk en gezin, tegen de christelijke moraal en de bestaande rechtsorde. De zedelijke en stoffelijke ellende, welke de bolsjewisten bij het verwezenlijken van hunne theorieën over het Russische volk hebben gebracht, is onbeschrijfelijk. 1) Evenwel zijn zij daarmede niet tevreden. Eene revolutie in Rusland alleen is niet voldoende; er moet eene wereldrevolutie komen. Voor de consolidatie der toestanden in de Sovjet-republieken is noodig, dat ook elders het

"kapitalisme" gebroken wordt. Het communisme moet overal opper- machtig worden. De middelen daartoe zijn: stoken en opruien in alle landen der aarde. Met voorliefde evenwel wordt actie gevoerd in Azië.

De Europeesche staten hebben als regel eene organisatie, die nog te hecht in elkaar zit. Het is niet gemakkelijk deze spoedig te doen ineen- storten. De ontwikkeling en de geaardheid van de bevolkingen dier staten eischt bovendien eene bearbeiding, die veel moeite kost en slechts langzaam tot het doel voert. Zoo wordt dan de voornaamste aandacht besteed aan Azië. Allereerst komt China in aanmerking. Een

.4. St. VlI-9

I. ,I. .,

'I

(2)

. ;

' . . .;

,,"

370 MR. DR. E. J. BEUMER

uitgestrekt land; eene bevolking van 400 millioen; een krachteloos bewind. Er is dientengevolge met buitengewoon succes geopereerd. 2) De resultaten zijn bekend. Roovers en moordenaars hebben vrijheid van beweging. Millioenen en millioenen lijden onder de gevolgen van den hongersnood. De zedelijke verdorvenheid, welke met elke revo- lutie gepaard gaat, komt ook hier aan het licht. Het is alles afschuwe- lijk. Naast China geniet Engelsch-Indië de bolsjewistische belang- stelling. En geen wonder. Het land telt eene bevolking van 300 millioen; mocht de revolutie slagen, dan ware ook hier een groot aantal recruten voor het raode leger te verkrijgen. Wel was tot voor kort het Engelsche bestuur stevig gegrondvest, maar daartegenover staat, dat de "geweldlooze" GANDHI met zijne nationalistische be- weging krachtdadig aan de gezagsondermijning en dus aan het steunen van de communistische propaganda medehelpt. 3) Voorts komen Indo-China en Nederlandsch-Indië aan de beurt. Naar het schijnt, heeft laatstgenoemd land den voorrang. Eenigen tijd geleden heeft het Algemeen Handelsblad mededeelingen gedaan, ontleend aan de "herinneringen" van den gewezen sovjet-diplomaat BESEDOWSKY, die te Parijs werkzaam is geweest, vandaar werd teruggeroepen, maar aan dit bevel niet gehoorzaamde en daarop bij verstek ter dood werd veroordeeld. Deze BESEDOWSKY vertelt, dat de leider der koloniale afdeeling van de Komintern, MANOEïLSKY, hem uiteenzette, op welke wijze de geheime propaganda in Indo-China werd gevoerd. Maar _ zoo vervolgde MANOEïLSKY - in Nederlandsch-Indië is de toestand veel gunstiger. Daar bestaat al eene wijdvertakte geheime organisatie.

Wij hebben er belang bij, dat de opstand daar te lande zoo spoedig mogelijk uitbreekt, omdat hij, in geval van succes, onaangename ge- volgen voor vele kapitalistische landen zou hebben, daar de voor- ziening van die landen van olie en rubber gevaar zou loopen. Daarom drong hij er op aan, de actie in de Fransche koloniën wat te matigen en vooral aandacht te wijden aan den revolutionairen arbeid in Neder- landsch-Indië. Het werk daar behoorde zoo geleid te worden, dat een gewapende opstand spoedig zou kunnen uitbreken. De actie in de Fransche koloniën biedt bovendien zekere gevaren, omdat Frankrijk de Sovjet-Unie gevoelige klappen kan toedienen. Nederland is evenwel nie.t in staat de Sovjet-regeering eenigerlei moeilijkheid te bezorgen.

Daarom wilde MANOEïLSKY, dat vooral in Nederlandsch-Indië zou worden geageerd. 4)

(3)

lOS

2)

~id

an

'0-

'e- g- OD

lOt

or 'er e- let -ts

et

Y, ar rd

Ie

Id e.

ig

r- m

~n

r- :n Ie

k

~l 1.

U

Welnu, ons Indisch gebied is van de belangstelling der communisten niet verstoken geweest. In November 1926 en Januari 1927 zijn zij er in geslaagd plaatselijk eenige ongeregeldheden te verwekken. Dat men te doen had met de gevolgen van de communistische bedrijvig- heid, is voor het Indische bestuur niet verborgen gebleven. In zijne rede bij de opening van de eerste gewone zitting van den Volksraad in 1927 zeide de Gouverneur-Generaal o. a.: "Hoe meer licht op het gebeurde kan vallen, hoe aangenamer dit der Regeering zal zijn, óók omdat dit er toe zal kunnen bijdragen in ruimen kring de overtuiging te vestigen, dat men zich aan lichtzinnig en in zijn gevolgen ver- derfelijk optimisme zou schuldig maken, indien men uit het feit, dat voor het oogenblik gevaar voor herhaling van communistische aan- slagen uitgesloten schijnt, zou willen concludeeren, dat zulk gevaar nu ook voor goed is bezworen. Zij die dit meenen, zien over het hoofd, dat hetgeen wij hier beleefd hebben een integreerend deel uitmaakt van een in het buitenland vastgesteld principiëel program van actie, dat de bepaalde strekking heeft om, nu de rechtstreeksche aanval op de Westersche beschaving mislukt is, langs indirecten weg die be- schaving te ondermijnen met misbruik van op zich zelve natuurlijke en te waardeeren stroomingen onder de volkeren van het Oosten. Zij, die zich gerust gevoelen, nu de eerste uitbarstingen bedwongen zijn, miskennen ten eenenmale het feit, dat het bolschewisme den in het Oosten aangebonden strij d niet kan opgeven zonder zich over de geheele linie gewonnen te geven.

Ik kan niet genoeg herhalen, dat wij niet alleen waakzaam, doch ook paraat moeten blijven ter verzekering van eene onverzwakte hand- having van het gezag mede in het welbegrepen belang der inheemsche bevolking zelve, dat ons voor alles ter harte gaat.

Zou de Overheid verzuimen het mogelijke te doen om het gif te neutraliseeren van de schoon schijnende voorspiegelingen van commu- nistische propagandisten, zou Zij nalaten de bevolking de zichtbare en tastbare zekerheid te geven, dat Zij bereid en in staat is haar afdoende te beschermen tegen intimidatie en terrorisatie van de zijde der agenten der bolschewieken, dan zou Zij op noodlottige wijze in de kaart spelen van hen, die in werkelijkheid voor de belangen der inheemsche bevolking oog noch oor hebben, doch door het organi- seeren van een algemeen verzet een doel trachten te bereiken dat geheel buiten de belangen dier bevolking staat, ja, daarmede in fla-

"

"I

(4)

. ;

,,'

.'

,

372 MR. DR. E. J. BEU MER

granten strijd is; een doel, dat in het Westen, niet in het Oosten gelegen is." 5)

Dit is inderdaad uitnemend gezegd. Daaruit blijkt, dat de Indische Regeering op de hoogte is van het dreigende gevaar, maar tevens de macht en - wat in dit verband nog gewichtiger is - den wil heeft om de bevolking er tegen te beschermen. Echter volgt er ook uit, dat voor Nederland geen sprake kan zijn van het onderhouden van be- trekkingen met Sovjet-Rusland. Terecht wil onze regeering daarvan niet weten. Dit is eene politiek, die heel wat achtenswaardiger is dan de slappe houding b.v. door LLOYD GEORGE van den aanvang af tegenover de Sovjet-Unie aangenomen, of de politiek van kwispel- staarten, welke èn in 1924 èn in 1929 de geliefkoosde gedragslijn van het kabinet-MAc DONALO vormde en sedert nog vormt. 6)

* *

*

Evenals in Engelsch- is ook in Nederlandsch-Indië de nationalis- tische beweging, voor een deel, eene krachtige hulp voor de bolsjewis- tische propaganda. Dit beteekent allerminst, dat er ge ene belangrijke verschillen zouden zijn tusschen nationalisten en communisten. in·

tegendeel, vele nationalisten willen van de bolsjewistische theorieën niets weten. Ook kan men wellicht zeggen, dat de zelfstandigheid van Indië voor de nationalistische inheemschen doel is en voor de com·

munisten middel, nl. het middel om èn daar èn in Europa te gemak- kelijker tot omverwerping van bestaande toestanden en tot vernietiging van "kapitalistische" instellingen te komen. Maar ontegenzeggelijk voeren beide bewegingen eene actie, die in dezelfde richting gaat.

Beide willen de verdwijning van het Nederlandsche bestuur; beide brengen hunne propaganda in verband met de acties in andere landen, Over het feit, dat de bolsjewisten in alle landen en werelddeelen stoken, behoeft geen woord meer verspild te worden. Dàt weet ieder.

Maar het is evenzeer waar, dat de nationalistische bewegingen naar internationale verbindingen streven. De heer Co LIJN constateert uit- drukkelijk, dat de P. N. I. (Partai Nasional Indonesia) hare politieke belangen niet wenscht te beperken tot de grenzen van Indië, maar het Indonesische vraagstuk beschouwt als een onderdeel van het 'Aziatische. 7) In Engelsch-Indië bespeurt men precies hetzelfde. Op het Nationale Congres, dat in December 1928 te Calcutta gehouden werd, deed SATYAMURTHI het voorstel, te besluiten, dat het congres

(5)

Isten eerbiedig het Chineesche volk zou uitnoodigen tot samenwerking met het volk van Indië en met andere Aziatische landen tot het vormen sche

s de leeft dat be- rvan

dan g af

;pel- :slijn

alis- wis- rijke

In- rieën

van :om- nak- ging

;elijk

5aat.

)eide lden.

~elen

eder.

naar uit- tieke :naar het . Op uden 19res

van een Aziatisch Verbond ter bevrijding van het Oosten van den imperialistischen greep van het Westen. Blijkbaar ter bereiking van dit doel, wilde hij, dat de uitvoerende commissie zich in verbinding

ZOu stellen met de leiders en vertegenwoordigers van de andere Aziatische naties en verder de noodige stappen zou doen om in 1930 de eerste bijeenkomst van eene Pan-Aziatische Federatie in Indië bijeen te roepen. 8) Het voorstel is op het congres met algemeene stemmen aangenomen.

Dat er een nauw verband bestaat tusschen sommige nationalistische groepen en het communisme, blijkt o. a. uit de samenstelling van de Liga tegen imperialisme en koloniale onderdrukking en vóór nationale onafhankelijkheid. Het Volk 9) noemt de Liga een instrument van Moscou. Het bewijs voor die stelling is ontleend aan hetgeen op het congres te Frankfort in 1929 is geschied. De daar gehouden rede- voeringen van "WILLI" MUNZENBERG en van MAXTON gaven geen onzeker geluid. De vertegenwoordiger van het Internationaal Anti- Militairistisch Bureau werd herhaaldelijk in de rede gevallen, ook door den voorzitter, en ten slotte werd hem het woord ontnomen, toen hij zich critiek op Sovjet-Rusland veroorloofde. De meerderheid van het congres behoorde blijkbaar tot den aanhang van het officiëele bolsje- wisme. Een Chinees, die deel uitmaakte van de ... Russische delegatie, ging de Engelsche Onafhankelijke Arbeidspartij en de NederIandsche sociaal-democraten te lijf om vervolgens te verklaren, dat de commu- nisten van de WIJNKoop-groep tot de beste supporters van het impe- rialisme behoorden, wat o. a. den heer L. L. H. DE VISSER aanleiding gaf in een uitbundig "sehr richtig" los te barsten. De heer DARSO!\,'i) kwam nog mededeelen, dat de heer WIJNKOOP en diens geestverwanten verraders waren. Kortom, het was alles echt Moscovitisch. Wel heeft de heer HADJI A. SALIM in een paar artikelen in Het Volk 10) pogen aan te toonen, dat de Liga principiëel niet bolsjewistisch is en slechts in de practijk de communisten er het hoogste woord voeren, omdat de sociaal-democraten - behoudens de linkervleugel, zooals FIMMEN, KIËS, SCHMIDT en dergelijke - zich aan medewerking onttrokken hebben, doch dit verweer kan geen indruk maken. Verdachte organi- saties als de Liga zetten natuurlijk niet in hare statuten, dat zij in het leven zijn geroepen om handlangersdiensten te bewijzen aan het

I,;

(6)

374 MR. DR. E. J. BEUMER

bolsjewisme. Maar feitelijk is zulks het geval en daarop komt het aan, Op het bovenvermelde congres was een der hoofdpersonen de heer MOHAMMAD HATTA. Ook dit is kenmerkend. De heer HATTA, voor- zitter van Perhimpoenan Indonesia, is bekend geworden door de straf- vervolging, in 1927 tegen eenige uit N ederiandsch-Indië afkomstige studenten ingesteld. Wel heeft deze strafvervolging niet tot eene ver- oordeeling geleid, echter bewijst dit niets ten aanzien van het karakter der genoemde vereeniging, of de gezindheid haars voorzitters. Daar- van kan men beter op de hoogte komen door kennis te nemen van den inhoud van het orgaan der vereeniging, dat den naam Indonesia Merdeka (Vrij Indonesië) draagt. In het nummer van Maart 1927 wordt gezegd: "Het Indonesische volk kent slechts één ware ver- dediging, nl. zijn verdediging als aangerande en overweldigde natie, de verdediging der gewapende revolutie tegenover de Nederiandsche overheersching." In een ander artikel kan men lezen: "Moge de Hollandsche overheersching steeds brutaler en bruter worden; de af- rekening zal des te spoediger en grondiger plaats hebben !" Het Volk verklaart in zijn nummer van 13 Juni 1927, dat het in Indonesia Merdeka weinig heeft aangetroffen "dat als onvervalscht kommunis- tisch kan worden aangemerkt". Men houde hierbij echter in het oog, dat gif in den regel in kleine hoeveelheden wordt ingegeven; dat het al héél erg moet wezen, indien Het Volk iets onvervalscht communis- tisch zal noemen en dat ook de Perhimpoenan Indonesia haar ware karakter niet al te duidelijk wil toonen. Ter beoordeeling van haren aard is evenwel het volgende van beteekenis. Toen de reeds eerder vermelde strafvervolging tegen den heer HATTA c.s. was ingesteld, heeft men in sociaal-democratischen kring een paar verdedigers voor hen opgezocht. Uit dankbaarheid voor deze hulp hebben de heer HATTA en zijne makkers zich beschikbaar gesteld om een paar reclame- vergaderingen der S.D.A.P. door hunne aanwezigheid op te luisteren, Maar zij hebben onmiddellijk verklaard, dat hun strijd een andere was dan die der sociaal-democraten. En toen Perhimpoenan Indonesia in December 1928 te 's Gravenhage zeer deftig in De Twee Steden haar twintigjarig bestaan herdacht, waren wèl de heeren WIJNKOOP, SNEEVLIET en L. L. H. DE VISSER, benevens eenigszins dubieuse figuren als de heeren FIMMEN en STENHUIS, aanwezig en werd wèl het woord gevoerd door eenen vertegenwoordiger van de Jongeren- Vredes- actie(!), door iemand namens het Nationaal Arbeids-Secretariaat,

(7)

aan.

heer 'oor- traf- stige

ver- lkter laar-

van lesia 1927 ver- atie, 'sche

~ de

~ af- Volk lesia mis- oog, : het mis- Nare aren rder teld, voor heer lme-

~ren.

dere

~esia

~den JOP,

èuse het des- iaat,

namens eene Chineesche vereeniging, namens de Indische en de Hollandsche Communistische Partij, alsmede uit naam van de Liga, maar van de sociaal-democraten werd niets gezien of gehoord. Zij zijn den heeren van Perhimpoenan Indonesia niet revolutionair genoeg. 11)

Het staat wel vast, dat de bolsjewisten, de Liga, de Perhimpoenan Indonesia een gevaar opleveren voor rust en orde. Dit geldt evenzeer voor de oud-leden van laatstgenoemde vereeniging, die, naar Indië teruggekeerd, aldaar in P. N. I. of P. I. de lakens uitdeelden of uit- deelen. Deze toestand is des te ernstiger, omdat vele (leden van) in- heemsche organisaties zich niet kunnen onttrekken aan den communis- tischen invloed. De lieden, die het minst geremd worden door ethische overwegingen, zullen het meest te zeggen hebben. Door de practijk van den cellenbouw neemt Moscou de leiding. Hierbij komt nog, dat de bolsjewistische agenten zich niet ontzien de goedgeloovige eenvou- dige bevolking op de grofste wijze te misleiden. 12) Haar wordt voor- gespiegeld, dat, na losscheuring van Nederland onder communistische leiding, rijst tegen uiterst lagen prijs, of gratis, verkrijgbaar zal wezen;

dat vrij reizen zal worden ingevoerd, zoowel in automobielen als in treinen; de meer gegoeden worden gelokt met de verzekering, dat zij geene belasting meer behoeven te betalen en zelfs bij het nieuwe bestuur een ambt zullen kunnen verkrijgen; aan de leden der sultans- families worden nieuwe sultanaten beloofd; aan de godsdienstigen wordt verzekerd, dat de heilstaat een Mohammedaansch rijk zal wezen.

Het blad Bintang Islam, het orgaan van de vereeniging Moehamma- dejah, eene Islamitische organisatie 13), is er toe gebracht zijne lezers op het volgende moois te onthalen: "Reeds bij het leven van Lenin heeft Stal in zijn best gedaan om voor de muzelmannen in Rusland eene bevoorrechte positie te verkrijgen. Na den dood van Lenin heeft hij deze actie met kracht voortgezet. Trotzky, die zich steeds verzet had tegen de uitbreiding van den Islam, werd verbannen. Dank zij Stalin, hebben elf islamitische staten, welke tot dusver onderworpen waren, hunne onafhankelijkheid verkregen. Onder den invloed van Stalin hebben vele Russen zich tot den Islam bekeerd. Voorts heeft Trotzky zelf, na overtuigd te zijn geworden van de verheven be- teekenis van den Islam, het voorbeeld van Stalin gevolgd en zich bekeerd ... " 14)

Naast de beloften staan de bedreigingen. Wie niet meedoet aan

, ,

'I,

'I'

"

(8)

, ,

,~ ,

'"': '

.. ;

376 MR. DR. E. J. BEUMER

den strijd voor de nieuwe orde, zal later worden onderdrukt. Hem zullen zijne gronden worden ontnomen en deze zullen worden gegeven aan de stichters van den heilstaat. Dit doel zal zeker worden bereikt, want - het is, of men Mr. TROELSTRA hoort in November 1918 - de politie voor een deel en de soldaten voor een groot deel hebben reeds de zijde der communisten gekozen. Bovendien zullen, wanneer het uur der afrekening is aangebroken, Russen en Chineezen met oorlogsschepen en vliegtuigen de communisten bijstaan. 15)

Bijzondere nadruk moet vaIIen op de terroristische daden. Deze worden als een voortreffelijk middel beschouwd om medestanders te verkrijgen en tegenstanders te doen afzien van elk verzet. De uit- spraak van PAUL BOURGET "une révolution n'est jamais qu'une entre- prise de brigandage, inaugurée par des naïfs, poursuivie par des in- trigants, et consommée par des scélérats" 16) is voor de communis- tische actie in Nederlandsch-Indië juist gebleken. Op het in December 1924 te Jogjakarta gehouden congres van de Indische Communistische Partij ontwikkelde een zekere AUARCHAM een plan om overal revolu- tionaire agitatie te voeren, ook door middel van terroristische daden.

Zij, die tot brandstichting en moord bereid waren, dienden te worden opgeleid om in de P. K. I. te worden opgenomen; hun moest eenig denkbeeld van organisatie worden bijgebracht, opdat binnen afzien- baren tijd eene revolutie zou kunnen worden verwekt. Deze redenaar wees er op, dat de brandstichtingen en bomaanslagen, welke in 1923 in Midden-Java hadden plaats gehad, tot niets hadden geleid, omdat er geen voldoend systeem in zat. Daarom achtte hij opneming der te gebruiken misdadigers in de P. K. I. noodzakelijk. In deze lijn ligt ook, dat, toen in den avond van 12 November 1926 te Batavia eene poging tot revolutie werd gewaagd, eene bende van ongeveer zestig man naar de gevangenis te Glodok trok. Daar immers zaten de hulp- troepen. 17)

* *

*

Het Nederlandsche gezag in Indië wordt belaagd door de bolsje- wistische actie, die steeds driester optreedt; het gevaar wordt vergroot door de mogelijkheid, dat (een deel van) de inlandsche beweging, door de communisten misleid en bedreigd, het spoor bijster wordt;

daarbij komt de invloed van revolutionaire gebeurtenissen b.v. in China en Engelsch-Indië.

(9)

em ren kt, )en

~er

lIet

~ze

te lit- re- in- is- )er he 'u- m.

en tig n- .ar 23 lat te gt ne ig p-

e- ot g, lt;

in

Van wie heeft de regeering bij deze moeilijkheden steun te ver- wachten? Zeker niet van de sociaal-democraten. Deze politici laten zich minder leiden door beginselen dan door het karakter van het kabinet, dat aan het bewind is. Een paar jaren geleden was in België sprake van eene beweging onder het Overheidspersoneel ten einde te komen tot salarisverhooging. Het Volk wist onmiddellijk te berichten, dat deze actie wel eens grooten omvang zou kunnen aannemen "vooral daar er nu geen socialistische ministers meer in de regeering zitten en de vakvereenigingen dus(!) vrijer zijn in hun optreden." 18) Als de geachte partijgenooten regeeringsverantwoordelijkheid dragen, heeft het geliefde proletariaat koest te wezen; bestaat een kabinet echter uitsluitend uit "burgerlijke" personen, dan is de grofste dema- gogie geoorloofd.

In Engeland heeft de Labour-partij in 1929, door het doen van een aantal onhoudbare verkiezingsbeloften, eene soort van overwinning èn de ministersportefeuilles behaald. De heer MAC DONALD is met zijne vrienden opgetreden. Tot dusver is nog niet veel tot stand ge- bracht. Het ging mis met miss BONDFIELD, aan wie door hare ambte- naren hare houding werd voorgeschreven. THOMAS bleek ongeschikt voor de hem toebedeelde taak en ging naar een ander departement over. TURNER verdween; hij zou zich geheel aan vakvereenigingswerk gaan wijden. Aan de kiezers was beloofd, dat het werkloosheids- vraagstuk zou worden opgelost; er is niets van terecht gekomen.

Tusschen verkiezingsbeloften en regeeringspractijk bestaat eene ont- stelIende wanverhouding. Hoe oordeel en onze sociaal-democraten nu over deze kiezersmisleiding ? Natuurlijk niet in afkeurenden zin; dat gaat niet, want het betreft een Labour-kabinet. Wel is het aantal werkloozen gestegen boven de 2Yz millioen, het grootste aantal, dat sinds Juni 1921 is bereikt; wel bedraagt het ongeveer 1 Yz millioen méér dan toen het Labour-ministerie, dat aan de werkloosheid een einde zou maken, aan het bewind kwam, maar dit kabinet treft geen verwijt, aangezien - zooals de heer H. POLAK gemoedelijk schrijft -

"er geene middelen bestaan, door welke eene regeering de werkeloos- heid zou kunnen doen verdwijnen, of deze zelfs maar op eenigszins belangrijke schaal verminderen. Tijdens de verkiezingscampagne ge- loofden onze Britsche partijgenooten dat zulke middelen bestaan en zegden zij toe, deze te zullen aanwenden. Dat was een miskenning van de algemeene oorzaken der werkeloosheid, van die der Britsche

(10)

- -

-

. _ -

, .t"

,

\

"

.

. .

"

!

, -

, "

.. ~"

,,-

,

378 MR. DR. E. J. BEUMER

- - - -

in het bijzonder. Nu wreekt zich het naïeve geloof, ... " 19) En de Buitenland-redacteur van Het Volk, die eindelijk ook bespeurd heeft, dat het kabinet-MAc DONALD verre beneden zijne taak is gebleven, heeft tevens ontdekt, dat het geraden is "zachtmoedig te zijn bij het critiseeren." 20)

Toen het Labour-kabinet op 31 October 1929 den onder-koning van Britsch-Indië deed verklaren, dat dit land als dominion zou worden erkend, vertelde de sociaal-democratische pers onmiddellijk, dat dit eene "belangrijke" mededeeling was. De Notenkraker van 9 November 1929 teekende zelfs een en eenigszins raar zittenden persoon, die ver- moedelijk als een Britsch-Indiër moet worden beschouwd en boven wiens beeltenis de woorden "De Labour-regeering en Britsch-Indië"

prijken, terwijl er onder staat "Eindelijk van ketenen bevrijd!" Wat dit alles waard is, blijkt wellicht het duidelijkst uit het feit, dat de socialistische edellieden Lord PARMOOR en Lord PASSFIELD uit naam der regeering in het Hoogerhuis hebben medegedeeld, dat Lord IRWIN'S verklaring volstrekt geene verandering van politiek ten aanzien van Britsch-Indië insloot. 21)

Wordt hetgeen een buitenlandsch socialistisch kabinet verricht of nalaat, door onze sociaal-democraten bijna zonder uitzondering door dik en dun verdedigd, geheel anders wordt door hen een N ederlandsch

"burgerlijk" ministerie bejegend. De Minister van Koloniën heeft dat met name ondervonden. Nauwelijks was het kabinet opgetreden, of door de S.D.A.P. en het N.V.V. werd een manifest uitgegeven, waarin vooral minister DE GRAAFF het moest ontgelden. 22) In De Noten- kraker van 1 Maart 1930 werd de minister afgebeeld met eene zweep in de hand, bezig eenen gebonden inlander af te ranselen. Niet alleen, dat aan deze teekening de feitelijke grondslag ontbreekt, maar zij is ook, om met MAC DONALO te spreken, niet geschikt om "eene betere atmosfeer" te scheppen. Daarom bekommert zich evenwel een Neder- landsche sociaal-democraat niet, onverschillig, of hij hier dan wel in Indië vertoeft. Hij is geneigd om den minst gunstigen elementen in het gevlij te komen. Zoo durft de heer MIDDENDORP in den Volksraad uitroepen: "Feitelijk verdiende het Nederlandsche Koloniale bewind van een politieke wereldrechtbank een voorwaardelijke veroordeeling fot ontzetting uit de voogdij, omdat het zijn pupil heeft verwaarloosd op een dusdanige wijze dat de pupil neiging kreeg, den voogd naar het leven te staan." 23) Aldus praat een bestuursambtenaar, die uit

(11)

:n

de

heeft, even, ij het ming )rden lt dit mber ver- loven ndië"

Wat lt de l1aam

hoofde van zijnen ambtelijken werkkring beter kon en moest weten.

Dit staat onomstootelijk vast, dat het Nederlandsche bestuur in Indië in deugdelijkheid bij dat van geene enkele andere koloniale mogend- heid achterstaat en dat het verre uitgaat boven de hoedanigheid van een zelfstandig Indisch bewind. Indien op korten termijn door Indië onafhankelijkheid zou worden verkregen - wat onder de tegenwoor- dige omstandigheden niet anders kan beteekenen dan verdrijving van het Westersche bestuur op economisch terrein met de verwij dering van het Nederlandsche politieke bestuur - , zouden èn de geldmiddelen èn de personen ontbreken om in stand te houden, wat Nederland op het gebied van het onderwijs, de gezondheidszorg, de bevloeiing, den wegenbouw, het verkeerswezen enz. heeft in het leven geroepen. De groote cultures en de mijnbouw zouden ten doode zijn opgeschreven.

Het was geheel in overeenstemming met de gedragslijn van dezen Indischen partijgenoot, die het er op toelegt het Nederlandsche gezag .v/N'S in Indië te verzwakken, dat de sociaal-democratische fractie in de van Tweede Kamer, bij de behandeling van de Indische begrooting voor 11 of

door ldsch t dat

11, of larin Jten- .veep leen, dj is etere

~der-

el in

~n in raad .vind eling oosd naar

~ uit

1929, met een viertal moties voor den dag kwam. Zij wilde, dat de Kamer zou verklaren: ten eerste, dat het wenschelijk was amnestie te verleen en aan hen, die in Nederlandsch-Indië wegens politieke handelingen gestraft waren; ten tweede, dat onmiddellijk diende te worden overgegaan tot opheffing van het interneeringskamp aan den Boven-Digoel en tot vrijlating en terugzending van de geïnterneerden naar hunne woonplaatsen; ten derde, dat de interneering van den heer TJIPTO MANGOENKOESOEMOE, mede in verband met zijne verkiezing tot lid van den Volksraad, diende te worden opgeheven en ten vierde, dat tot afschaffing van de exorbitante rechten behoorde te worden over- gegaan.

Bij de behandeling van de begrooting voor het dienstj aar 1930 be- perkte de fractie het aantal moties tot twee, maar de achteruitgang in aantal werd ruimschoots goedgemaakt door den vooruitgang in lengte. De eerste motie luidde:

"De Kamer, van oordeel, dat het gewenscht is, dat over de huiszoekingen en de arrestaties van den 29sten December 1929 en hetgeen daarmede in verband staat, het volle licht schijne;

betreurende, dat de Indische regeering gemeend heeft aan den Volksraad de door dit college gevraagde volledige inlichtingen omtrent de resultaten dier huiszoekingen en hetgeen verder aan

~I ) ,

,iI

"I

. ~,

(12)

---.._- - - - - - -

!,

!

,I

l i '

r

"

,

380 MR. DR. E. J. BEUMER

het licht is gekomen, te moeten onthouden, terwijl zij bovendien heeft geweigerd met den Volksraad in debat te treden omtrent de beweegredenen tot het houden van die huiszoekingen;

gaat over tot de orde van den dag."

De tweede motie beperkte zich niet tot één onderwerp, maar ge- tuigde van nog veel ruimeren blik:

"De Kamer, vaststellende, dat noch de in den Volksraad afge- legde regeeringsverklaringen noch hetgeen tot dusverre op andere wijze aan het licht is gekomen de massale huiszoekingen op den 29sten December 1929 en de daarmede gepaard gaande arrestaties rechtvaardigen;

van oordeel, dat een zoodanig optreden van de Indische regee- ring, waarbij inbreuk is gemaakt op de staatkundige vrijheid van de Indonesische volksbeweging en op de persoonlijke vrijheid van honderden harer leiders en leden, de verbittering van de be- volking zal vermeerderen en de kans op nieuwe wanhoopsdaden en dus op nieuwe volksrampen ernstig zal verhoogen;

van meening dat van de regeering mag worden geëischt, dat zij, ter voorkoming van catastrophes, de wettige banen voor den strijd voor nationale onafhankelijkheid niet verspert;

verzoekt de regeering te bevorderen, dat alle beperkende be- palingen, waardoor de vrije meeningsuiting, het recht van ver- eeniging en vergadering, het stakingsrecht worden belemmerd, worden opgeheven en dat worde overgegaan tot onmiddellijke vrijlating van allen, die om politieke redenen in voorloopige hechtenis zijn gesteld en amnestie voor alle politieke gevangenen en verbannenen;

en gaat over tot de orde van den dag."

Met deze opsomming is evenwel de lijst der desiderata niet uit- geput. In zijne rede ter toelichting van de moties deelde de heer CRAMER mede, dat bovendien de doodstraf, de lijfstraffen en de exorbitante rechten moesten afgeschaft en het Boven-Digoelkamp moest worden opgeheven. 24) De sociaal-democratische politiek in hare meest principiëele uiting - immers voor zoover zij in moties openbaar wordt - komt dus hierop neer, dat zij in den tijd, waarin h€t gezag van alle zijden bedreigd wordt, de middelen tot verweer aan dat gezag wenscht te ontnemen.

* *

*

(13)

[jen

·ent

ge- ge- [ere jen ties

ee- van eid be- jen dat jen

be- er-

~rd,

jke ige Jen

lit-

~er

de np in ies rin

~er

Op de Overheid rust de plicht tot regeeren; op de onderdanen de plicht der gehoorzaamheid. De Overheid is' Gods dienaresse; dus mist zij het recht tot staken; abdiceeren mag zij niet. Zij heeft allereerst te zorgen voor de in- en uitwendige veiligheid, voor de handhaving der rechtsorde. Onmisbare voorwaarde daartoe is de vastheid van het gezag. Aanranding daarvan kan niet worden geduld. Deze gezags- handhaving eischt kracht en vastberadenheid. Bij het eerste spoor van verzet, bij de zwakste poging tot ordeverstoring of gezagsondermijning behoort de Overheid, hare roeping getrouw, op te treden. Aldus ver- vult zij niet alleen haren plicht, maar voorkomt zij noodeloos bloed- vergieten. 25)

De revolutionairen zien, wanneer het gaat om hunne gezagshand- having, tegen krasse middelen niet op. Geen verzet wordt getolereerd, doch elke, nog zoo zwakke, poging tot ongehoorzaamheid aanstonds met straffe hand beteugeld. Men kan het waarnemen in Pruisen. In den eersten tijd na de revolutie heeft de sociaal-democraat NOSKE met onbarmhartigheid den scepter gezwaaid. Telkens werd nadien tegen de communisten preventief opgereden. Hunne betoogingen en vergaderingen werden verboden, wanneer het der regeering gewenscht voorkwam. Wie verdacht werd van plannen tot het maken van op- roertj es werd in arrest gesteld. In het begin van 1930 heeft de socialis- tische Pruisische minister van binnenlandsche zaken bepaald, dat aan- hangers van de communistische of van de nationaal-socialistische partij niet tot leidende gemeentelijke functies mogen worden aangewezen.

Voor alle andere, bezoldigde en niet-bezoldigde, gemeentelijke functies is eene aanstelling voor communisten of nationaal-socialisten slechts mogelijk, wanneer de persoon, die voor eene benoeming in aanmerking wil komen, zich uitdrukkelijk verbindt tot eene plichtsgetrouwe ambts- vervulling binnen het kader der bestaande staatsorde, ook al mocht zijne partij hem iets anders bevelen, en wanneer hij den waarborg geeft, dat de plechtige verzekering ernstig gemeend is en zal worden nagekomen. Eene tweede bepaling breidt die regeling uit tot leden van alle andere organisaties, die den staat vijandig gezind zijn. 26)

Zooals men ziet, weten de sociaal-democraten wel te zorgen, dat de verkregen macht hun niet ontglipt. En de Moscovitische dictatoren verstaan die kunst nog beter.

Dit alles zij eene les voor onze regeering. Binnen de grenzen van wet en recht vervulIe zij ten volle haren plicht tot handhaving der

: ~. ,.

(14)

"

,

" , ,~ ~

t ' . ; 1

1 :

"

, .. > t '

"

,

382 MR. DR. E. J. BEUMER

rechtsorde. Zij bescherme hen, die niet anders verlangen dan een stil en gerust leven te leiden. Zij wake tegen de drieste aanslagen van de oproerige elementen, die niets en niemand ontzien; die kerken met hunne godslasterlijke opschriften besmeuren; die eene openbare be- dreiging zijn van de orde en de goede zeden. Het moet niet zoover komen, dat de bevolking zelve de maatregelen gaat nemen ter ver- dediging van lijf en goed. 27) Die taak rust op de Overheid. Zij mag die taak niet verwaarloozen, noch hier, noch in Nederlandsch-Indië.

De bolsjewistische dreiging is een internationaal gevaar. Naast het- geen daartegen nationaal behoort te geschieden, is derhalve eene internationale samenwerking noodig. Volkomen terecht heeft, reeds een paar jaren geleden, Hongarije voorgesteld eene internationale conferentie te houden tot het beramen van maatregelen, waarmede dit gevaar kon worden gekeerd. Helaas is dit plan niet tot uitvoering gekomen. Het kan evenwel nóg geschieden. Tenzij - en daaraan ware de voorkeur te geven - de hulp van den Volkenbond wordt inge- roepen. In het Voorloopig Verslag betreffende hoofdstuk III der be- grooting voor 1928 werd reeds eene opmerking van die strekking opgenomen: "Sommigen leden kwam het voor, dat de Volkenbond zich te veel inlaat met aangelegenheden van betrekkelijk ondergeschikt belang, welke beter aan anderen zouden kunnen worden overgelaten.

De daaraan thans bestede energie zou dan op andere, meer belangrijke zaken kunnen worden gericht, b.v. op de bestrijding van de van Moskou uitgaande actie der communisten. De hier aan het woord zijnde leden zouden het op prijs stelIen, indien de Regeering den Volkenbond ten aanzien van die bestrijding tot grooter diIigentie zou weten te brengen." Deze van helder inzicht getuigende opmerking werd helaas gevolgd door eenige tegenspraak, die vermoedelijk door de commissie van rapporteurs verzonnen is: "Andere leden kwamen er tegen op, dat de Volkenbond bepaalde sociaal-politieke beginselen zou gaan bestrijden. Zij uitten integendeel den wensch, dat Rusland in het Volkenbondswerk zou worden betrokken. Zij achtten dit het beste middel om een groot gevaar voor den vrede in Europa te elimi- neeren." Dit was wel eene heel wonderlijke tegenspraak en daarom is het bevreemdend, dat de Minister van Buitenlandsche Zaken zich er .bij aansloot. In zijne Memorie van Antwoord gaf hij toe, dat de Volkenbond zich niet te veel moet inlaten met aangelegenheden van betrekkelijk ondergeschikt belang. Maar, over de vraag, wat van onder-

(15)

stil de net be- ver

er- lag Iië.

et-

~ne

~ds

ale

~de

ng He

~e-

le- ng nd ikt

~n.

ke an rd en

JU

19 or

~n

ld et i- m

:h

Ie m r-

geschikt belang is, kan men licht van meening verschillen en boven- dien, nu het secretariaat van den Volkenbond eenmaal bestaat, zal het veelal economischer zijn de taak van dit secretariaat uit te breiden dan afzonderlijk internationale organen in het leven te roepen. En daarna verklaarde de minister: "Indien de Volkenbond zich met de bestrijding van bepaalde sociaal-politieke opvattingen zou inlaten, zou hij zich op een uiterst gevaarlijken weg begeven. Een initiatief hiertoe van de Nederlandsche Regeering is niet te verwachten."

Zooals wèl was te verwachten, genoot de bewindsman de twijfel- achtige eer voor dit antwoord te worden geprezen van de zijde der sociaal-democraten. De heer VLIEGEN maakte zich tot tolk van die gevoelens; hij sloot zich aan bij de ministeriëele verklaring en zeide vervolgens: "Ik geloof, dat de Volkenbond inderdaad in het oog moet houden den vrede en de verzekering daarvan en dat zou hij zeker niet kunnen doen, als hij bepaalde politieke beginselen zou gaan be- strijden, en als hij het kon, mocht hij het nog niet doen." 28)

Het is duidelijk, dat dit geene tegenspraak is, die past op hetgeen gezegd werd door de leden, wier woorden het eerst zijn aangehaald.

Wat verlangd wordt, is, dat de Volkenbond zijnen plicht zal doen.

In den aanhef van het Pacte staat o. a., dat, om de samenwerking tusschen de volken te bevorderen en dezen vrede en veiligheid te waarborgen, het van belang is, openlijk internationale betrekkingen te onderhouden, gegrond op de rechtvaardigheid en de eer, en nauw- keurig de voorschriften van het internationale recht op te volgen.

In artikel 11 wordt uitdrukkelijk verklaard, dat elke oorlog of be- dreiging met oorlog, onverschillig of een der leden van den Bond daarbij rechtstreeks betrokken is, den geheelen Bond aangaat en dat deze de maatregelen moet nemen om den vrede der volken doel- treffend te beschermen. Bovendien heeft elk lid van den Bond het recht de aandacht van diens organen te vestigen op elke omstandig- heid, welke nadeelig werkt op de internationale betrekkingen en dien- tengevolge dreigt den vrede te verstoren.

Het is niet moeilijk in te zien, dat hetgeen van de regeering wordt verlangd geheel in overeenstemming is met het Pacte. Indien men in het oog houdt, dat het niet gaat om bestrijding van politieke of sociaal- politieke beginselen, maar dat een einde behoort gemaakt te worden aan de misdadige, revolutionaire, gewelddadige actie, die, van Moscou uit, in andere landen, ook in ons land, ook in Nederlandsch-Indië,

(16)

-

-

- - -

,.

:

, :

' , I

f ~

'

..

;. ~ ,

384 MR. DR. E. J. BEUMER

gevoerd wordt, begrijpt men, dat van de Regeering niet anders ge- vraagd wordt dan dat deze er den Volkenbond op wijst, wat diens plicht is. Het worde nogmaals herhaald, er is niet sprake van be- strijding van sociaal-politieke beginselen, maar van uitroeiing eener internationale misdadigheid, die erger is dan zeeroof en slavenhandel.

Geheel in overeenstemming met deze zienswijze schreef het Journal de Genève, in zijn nummer van 19 October 1929 naar aanleiding van deze actie: De Volkenbond en evenzeer de beschaafde staten kunnen zich niet onttrekken aan de verantwoordelijkheid, die zij op zich laden, indien zij het probleem, waarvoor het nu onthulde oorlogsplan der bolsjewisten hen plaatst, niet onder het oog durven zien.

Zoolang de Volkenbond zijnen plicht verzuimt, ligt het op den weg der Nederlandsche regeering zelfstandig contact te zoeken met andere mogendheden tot wering van de bolsjewistische propaganda. Reeds bestaat er zulk eene samenwerking, in zake het wetenschappelijke onderzoek op geneeskundig en hygiënisch terrein, de handelsbetrek- kingen enz., tusschen de regeering van Nederlandsch-Indië en die van Indo-China_ Dit is ongetwijfeld van belang. Echter is van veel méér beteekenis, dat aandacht wordt geschonken aan de noodzakelijkheid om te komen tot het vaststellen van éénzelfde gedragslijn, welke tegen- over de Sovjet-imperalisten behoort te worden gevolgd. Eene innige samenwerking is noodig, om te geraken tot uitwisseling van gegevens, verzameld op eigen gebied, welke kunnen dienen om misdadige plannen der communisten op het terrein van den buurman te voorkomen. Er bestaat reeds lang eene internationale pestbestrijding. Waarom schroomt men déze pest in internationaal verband te onderdrukken?

1) Men zie b.v.:

S. P. MELGOENOV, De roode terreur in Rusland, Zutphen, W. J. Thieme & Cie, 1928.

MAURICIUS, Au pays des Soviets, Paris, Eugène Figuière, 5e édition.

CAMILLE AVMARD, Bolchévisme ou Fascisme? .. , Paris, Ernest Flammarion, 1925.

COLONEL A. RÉzANov, Le travail secret des agents bolchévistes, Paris, Editions Bossard, 1926.

GUSTAVE GAUTHEROT, Le monde communiste, Paris, Editions Spes, 1927.

JOSEPH DOUILLET, Moscou sans voiles, Pa ris, Editions Spes, 1929.

2) Dit gaf aan de sociaal-democraten aanleiding hunne instemming te be- tuigen. De Socialistische Arbeiders Internationale heeft op haar congres van . 1'928 een en ellenlangen oproep tot het "wereldproletariaat" gericht, welke eens- deels van te veel zelfingenomenheid en te weinig bescheidenheid getuig! en anderdeels zich onder meer tot de Oostersche volken keert. Hun wordt mede- gedeeld: "Wij begroeten uwen strijd om bevrijding. Wij begroeten de over-

(17)

s ge- diens n be-

eener mdel.

'urnal g van mnen

aden, n der

1 weg ndere Reeds ,elijke :trek- e van

méér kheid egen- nnige

!vens, mnen n. Er larom :ken?

& Cie,

Larion, iitions 27.

te be- s van

eens- igt en mede-

over-

winning van de nationale revolutie in China op het wereldkapitalisme". Het is ons niet bekend, of de ongelukkigen, die aldus werden begroet, daarvan ooit iets gehoord hebben. Het is te hopen van niet, want de toespraak gelijkt be- denkelijk veel op hoon, al is zij vermoedelijk niet zoo bedoeld.

Het is een bekend verschijnsel, dat de sociaal-democraten van streek ge- raken, als zij van eene revolutie hooren. Toen in 1917 in Rusland de KERENSKI- revolutie losbarstte, daverde de lucht hier van sociaal-democratische rede- voeringen, waarin de verrichtingen van partijgenoot KERENSKI werden ver- heerlijkt. Echter is er weinig reden om trotsch te wezen op dezen makker.

Niettemin meende de heer De ZEEUW op 21 Maart 1930 in de Eerste Kamer, naar aanleiding van eene uitnemende rede van Mr. BRIËT over het bolsjewistisch gevaar, te kunnen verklaren: ... wat hebben de socialisten gedaan? Zij hebben in 1917, bij monde van ALBARDA, met ontroering beschouwd wat er toen in Rus- land plaats had. Als ik denk aan de zwarte dagen van 1917, dan denk ik er ook nu nog met ontroering aan wat het bete eken de, dat toen eindelijk in één land een daadwerkelijk verzet kwam tegen de macht van oorlog en verderf, die toen over de wereld waarde. Ik zou, wanneer wij weer in dezelfde omstandig- heden kwamen, blij zijn, dat KERENSKI tot de daad van de revolutie in Rusland overging." (Handelingen der Staten-Generaal, 1929/30, I bI. 468).

Het is den heer DE ZEEUW blijkbaar niet bekend, dat KERENSKI niets, maar dan ook letterlijk niets, heeft gedaan, wat zou kunnen worden aangemerkt als eene daad van verzet tegen den oorlog. Integendeel, terwijl de bevolking oorlogsmoede, het land uitgeput en het leger uiterst zwak was, heeft hij gedaan, wat hij kon, om te bereiken, dat Rusland in den oorlog zou blijven. Geen middel heeft hij daartoe ongebruikt gelaten; hij heeft de bevolking op het gruwelijkst be- drogen. Tot het voortzetten van den krijg, toen Rusland op het punt stond ineen- testorten, is hij o.a. gedreven door de aansporingen van partijgenoot V ANDER-

VELDE (zie diens geschrift: Trois aspects sur la révolution russe) en vooral van

partijgenoot ALBERT THOMAS. De rol, door laatstgenoemde in deze aangelegen- heid gespeeld, is niet benijdenswaard. Maar de Entente heeft zijne diensten niet vergeten; hij is nu directeur van het Internationaal Arbeidsbureau. De gedra- gingen van KERENSKI en THOMAS vindt men uitvoerig besproken in het voor- treffelijk gedocumenteerde werk van MICHAEL SMILG BENARIO, Von KERENSKI zu LENIN, Wien, AmaIthea-VerIag, 1929. In deel IV der Gedenkschriften van Mr. P. j. TROELSTRA leest men op bI. 118: .. Wij troffen in Stockholm onzen Belgischen partijgenoot DE BROUCKÈRE aan. Spoedig verscheen VANDERVELDE met zijn secretaris, HENDRIK DE MAN; zij waren op weg naar Rusland, met het doel, de Russische revolutionairen te kalmeeren en hen weer aan de Entente te binden; ... Over de mentaliteit van THOMAS zie nog a.w., bI. 252. Het is een weinig aanlokkelijk gezelschap voor hen, die recht en gerechtigheid liefhebben en den oorlog haten.

3) Voor vele bewoners van Britsch-Indië is GANDHI een groot man. SEN GUPTA, voorzitter van de commissie van ontvangst van het Nationale Congres van 1928, beweerde b.V. in zijne rede ter verwelkoming van het congres op 29 December van dat jaar, dat Indië nu als leider had den grootsten man van de tegenwoordige menschheid. (W. I. HULL, India's political crisis, Oxford University press, 1930, p. 104). Ondertusschen doet de groote man heel veel kwaad. Zeer terecht merkt NORMAN ANGELL op, in De Telegraaf van 11 Mei 1930: "Wanneer GANDHI of zijn volgelingen verklaren, dat de Engelschen geen ander recht in Indië hebben dan dat wat Indië hun wil toestaan, en dat, als Indië tot wanorde en chaos vervalt, waardoor tienduizenden in Liverpool en Manchester werkloos worden en kinderen honger lijden, dit een zaak is, die alleen Indië aangaat, dan schijnt niemand de vraag te willen stellen of deze ethica wel gezond is."

A. St. VIl-9 25

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

"In het licht van deze groeiversnelling ziet Umicore nu een opwaarts potentieel van ongeveer 35 tot 45% ten opzichte van haar oorspronkelijke Horizon 2020 recurrente

Uiteindelijk bleek echter een tarifering zoals beoogd in de Business Case voor de Betuweroute markttechnisch niet haalbaar In de derde plaats zijn in de exploitatie - zoals u ook

Tijdens het openbaar onderzoek kunnen er standpunten, opmerkingen of bezwaren over de aanvraag worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen. Dit kan

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Velsen maken bekend dat zij in de periode van 2 tot en met 11 oktober 2010 de volgende aanvragen voor een omgevingsvergunning, waarbij

De beleidsmakers geven hiervoor een aantal redenen: (1) ruim- telijke planning is een ‘ver van hun bed’-show en gaat de ervaring van de jeugd te weinig aan, zij hebben vaak

cordeert, en geoctroyeert hebben, consenteeren, accordeeren, en octroyeeren haar by deezen, dat Zy, geduurende den tyd van Vyftien eerst Agtereenvolgende Jaaren, de Werken, die

De Tooneeldichtkunst, over het verliezen van den voorigen Schouwburg bedroefd, heeft zich in eenig eenzaam Woud afgezonderd, in het welk zy door Yver gezocht wordt, die haar, na

O p kennisniveau moet met name aandacht worden besteed aan de reden van verandering (informeren). De aanleiding en het gewenste resultaat van de verandering moeten