• No results found

Vraag nr. 211 van 20 maart 1998 van de heer JOS GEYSELS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 211 van 20 maart 1998 van de heer JOS GEYSELS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 211 van 20 maart 1998

van de heer JOS GEYSELS

Ruilverkavelingen – Decreet natuurbehoud

Onlangs werd de ruilverkaveling Merksplas (bij Turnhout) nuttig verklaard. Dit gebeurde na de goedkeuring van het decreet op het natuurbehoud. De vraag is nu in welke mate bij deze ruilverkave-ling rekening wordt gehouden met dit decreet, inzonderheid met de artikels 14 en 16.

Worden er bijkomende stappen ingebouwd in het uitvoeringsscenario-ruilverkavelingen om de toe-passing van het decreet op het natuurbehoud, m e t name de artikels 14 en 16, te garanderen ?

Zo ja, wordt op perceelsniveau een gedetailleerde inventaris gemaakt van alle nog aanwezige natuur-waarden ?

Wordt op perceelsniveau een score geplaatst zowel voor agro-economische als natuurhistorische waar-den en maakt deze laatste score, net zoals de eer-ste, voorwerp uit van een openbaar onderzoek ? Wordt na eventuele uitvoering van een ruilverka-veling opnieuw bovenvermelde procedure doorlo-pen om uiteindelijk te kunnen nagaan of voldaan werd aan het decreet op het natuurbehoud, i n z o n-derheid de artikels 14 en 16 ?

Kan de Vlaamse Landmaatschappij worden ver-plicht in bijkomende natuurwaarden te voorzien binnen de afgebakende blokgrens van een ruilver-k a v e l i n g, indien blijruilver-kt dat niet voldaan werd aan het decreet op het natuurbehoud, inzonderheid de artikels 14 en 16, en welke rechtsinstrumenten staan hiervoor ter beschikking ?

Zo neen, worden alle ruilverkavelingen die nog niet op het terrein in uitvoering zijn, opnieuw in de onderzoeksfase geplaatst om bijkomend onder-zoek met het oog op het nieuwe decreet op het natuurbehoud te doorlopen ?

Antwoord

Het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu vormt een belangrijk onderdeel van het juridisch en beleidsmatig kader voor de planning en uitvoering van ruilverkavelingen. D e zorgplicht voor de natuur en het voorkomen van vermijdbare schade aan de natuur zijn algemene

beginselen die reeds meerdere jaren worden toege-past door de administratie. Dat gebeurde ook bij de voorbereiding van de ruilverkavelingsproiecten "nieuwe stijl", zoals de ruilverkaveling Merksplas waarvoor trouwens een MER-rapport (milieuef-fectrapport) werd opgemaakt, dat op 24 april 1996 conform werd verklaard. De opstelling van het ruilverkavelingsplan en van het milieueffectrap-port werden begeleid door een coördinatiecommis-sie waarvan een ambtenaar van de afdeling Natuur lid is.

De ruilverkaveling Merksplas werd nuttig ver-klaard op 5 januari 1998. Het ruilverkavelingsco-mité moet nog worden opgericht. Zoals bij de coör-d i n a t i e c o m m i s s i e, zal ook een ambtenaar van coör-de afdeling Natuur lid zijn van het comité. A a n g e z i e n ieder lid bij mij beroep kan indienen tegen elke beslissing van het comité, moeten er geen bijko-mende stappen worden ingebouwd in het uitvoe-ringsscenario van de ruilverkaveling om de toepas-sing van het decreet op het natuurbehoud te garan-d e r e n . In garan-de overwegingen van het ministerieel besluit houdende nuttigverklaring van deze ruilver-kaveling werd wel verwezen naar artikel 14 (zorg-plicht) van het decreet betreffende het natuurbe-houd en het natuurlijk milieu.

Tijdens de voorbereidingsfase van een ruilverkave-ling wordt systematisch een inventaris gemaakt van de nog aanwezige natuurwaarden en het ecologisch functioneren van het onderzoeksgebied. De abioti-sche gegevens worden geïnventariseerd in een b o d e m k a a r t . Mede op basis van de kennis van de autonome evolutie van de natuurwaarden wordt het ruilverkavelingsplan opgemaakt, om structure-le verbeteringen voor de diverse functies van het gebied te realiseren. Voor de ruilverkaveling Merksplas werd een omstandige beschrijving van de natuurwaarden, samen met alle rapporten van de voorbereidende studies, het ruilverkavelings-plan en het MER voor openbaar onderzoek neer-gelegd tijdens de maand september 1996. Ti j d e n s de verdere uitvoering van de ruilverkaveling voor-zien de wet op de ruilverkaveling en het decreet betreffende het natuurbehoud niet in een bijko-mend openbaar onderzoek van de inventaris van de natuurwaarden.

(2)

ook voor de natuurwaarden structurele verbeterin-gen worden gerealiseerd.

De diverse ruilverkavelingen die nog niet op het terrein in uitvoering zijn, zullen volgens de norma-le procedure verder worden afgewerkt. Ze zulnorma-len geen bijkomend onderzoek met het oog op het decreet betreffende het natuurbehoud doorlopen. Op dit ogenblik is echter wel een onderzoek lopen-de uitgevoerd door het Instituut voor Natuurbe-houd in opdracht van de Vlaamse Landmaatschap-p i j . Dit onderzoek, gestart oLandmaatschap-p 1 juli 1997 en waar-van de resultaten worden verwacht op het einde van 1998, heeft als doel een methodiek te ontwik-kelen om de ecologische inbreng in ruilverkaveling te optimaliseren en meetbaar te maken. D e z e methodologie moet op uniforme wijze toepasbaar zijn in het Vlaamse gewest en inpasbaar zijn in het planvormingsproces van de ruilverkaveling.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 9 december 1995 verklaarde de minister- p r e s i- dent tijdens een werkbezoek dat het V l a a m s Gewest in de nabije toekomst werk zou maken van de aankoop van

162 van 13 januari 1997, z i j n beleid terzake meedelen en aanduiden op welke manier gevolg wordt gegeven aan de bezwaren van de Europese Unie (Bulletin van Vragen en Antwoorden

In 1987 werd in opdracht van AROL een onder- zoek uitgevoerd door Lisec naar de verontreini- ging door zware metalen in de bodem en de gewassen in groetentuinen in de

[r]

De vereffenaar heeft aan Gimvindus bevestigd dat een saneringsproject is besteld, wat hij na conformverklaring door de Openbare A f v a l- stoffenmaatschappij voor

In dit verband stelt de rechtspraak en rechtsleer dat wanneer de onder de oude reglementering strafbaar gestelde feiten begonnen zijn vóór 22 april 1962 (= datum van

Heeft de Vlaamse Landmaatschappij een inrich- tingsproject klaar voor (eventueel) onteigende landbouwers, zodanig dat ze begeleid worden in het verwerven van nieuwe

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Eric Van Rompuy, Vlaams minister van Economie, KMO, Landbouw