Vraag nr. 138 van 14 juni 2002
van mevrouw SONJA BECQ
Bedrijventerrein Westrode – Stand van zaken In mijn schriftelijke vraag nr. 1 1 8 ," B e d r i j v e n t e r r e i-nen V l a a m s-Brabant – Stand van zaken", vroeg ik naar de stand van zaken aangaande projecten uit V l a a m s-Brabant die behoorden tot de "knelpunbedrijventerreinen" (Bulletin van Vragen en A n t-woorde nr. 17 van 20 september 2002, blz. 2037). Graag kreeg ik informatie met betrekking tot het industrieterrein Westrode.
1. Wat is de stand van zaken van dit dossier ? 2. Wat zijn de knelpunten en wat zijn de
voorge-stelde uitwegen ?
Antwoord
In antwoord op schriftelijke vraag nr. 118 heb ik de context van het urgentieproject gegeven, a l s m e d e de Vlaams-Brabantse terreinen die opgenomen zijn in het urgentieproject.
In het antwoord op de vragen nr. 120 van 7 j u n i 2001 en nr. 78 van 8 februari 2002 van V l a a m s volksvertegenwoordiger Francis Vermeiren werd de problematiek van het bedrijventerrein We s t r o d e uitvoerig uiteengezet. In mijn antwoorden werd reeds gesteld dat heel wat aspecten een rol spelen in deze complexe problematiek : de ontsluiting naar de A 1 2 , het financiële, de ontwikkelingsper-spectieven van het Ruimtelijk Structuurplan V l a a n d e r e n , enzovoort ( r e s p. Bulletin van V r a g e n en A n t w o o rden nr. 1 van 5 oktober 2001, b l z . 128 ; en BVA nr. 15 van 28 juni 2002, blz. 1732 – red.). 1. In het kader van het urgentieproject van het
SPRE voor knelpunttereinen werd ook Meise-Westrode onderzocht (SPRE : S t r a t e g i s ch Plan Ruimtelijke Economie – red.). Dit bedrijventer-rein van circa 75 hectare is deels bestemd als d u s t r i e g e b i e d , deels als reservegebied voor in-dustriële uitbreiding.
Het verder onderzoek door de GOM V l a a m s -Brabant beperkt zich tot de vaststellingen dat zowat alle gegevens bekend zijn (GOM : G e -westelijke Ontwikkelingsmaatschappij – red.). 2. De al dan niet prioritaire ontwikkeling van het
bedrijventerrein blijft weinig evident gezien een
aantal grote vraagstukken. Het geheel van argu-menten waarom de ontwikkeling van het bedrij-venterrein Westrode in Meise niet evident is, werd reeds herhaaldelijk geschetst.
In de eerste plaats is er de ontsluitingsproble-matiek naar de A12.
Naar verluidt heeft de afdeling Wegen en Ve r-keer (AWV) Vlaams-Brabant de opmaak van een streefbeeld voor de A12 opgestart. D i t streefbeeld zal de ontwikkeling van We s t r o d e als één der ontsluitingsscenario's bekijken. H e t is zonder meer duidelijk dat een kwaliteitsvolle ontsluitingsoplossing een grote investering vraagt.
Wanneer de resultaten van voormelde studie bekend zijn, zal ik onder leiding van mijn kabi-net een overlegvergadering beleggen met alle betrokken actoren, waaronder de GOM Vlaams-Brabant en AWV Vlaams-Brabant en mijn administratie, teneinde een oplossing te vinden voor dit complexe probleem. In dit op-zicht blijft het zinvol dat alternatieve locaties worden onderzocht.
Ten tweede is er de juridische problematiek van de ontwikkeling van Westrode op de huidige lo-c a t i e, in het bijzonder voor het reservegebied voor industrie.
