1
CORONA EN DE CONCRETE ORGANISATIE VAN DE OPVANG
DRAAIBOEK FERM KINDEROPVANG KDV
‘Kinderopvang in de 1,5m-samenleving’
1. Hoe bereid je je opvang voor?
Denk op voorhand goed na over hoe je je praktisch gaat organiseren. Dit is natuurlijk voor elke locatie anders. Elke locatie ziet er anders uit en heeft weer andere aandachtspunten.
Waar moet je zeker over nadenken?
Nadenken over je locatie:
o Via welke deur komen ouders binnen? Wat is volgens jou de beste ingang?
o Bellen de ouders aan de voordeur? Komen ze zelf naar binnen? Sturen ouders jou een sms als ze er zijn en open jij de voordeur om het kindje over te nemen?
o Misschien is een aparte ingang en uitgang wel handig. Bv. de ouders komen langs de voordeur binnen en vertrekken weer langs de zij-ingang. Dat is natuurlijk niet in alle locaties te realiseren.
o Hoeveel ouders kan je in je inkom op een veilige manier ontvangen? Hang dit ook duidelijk uit aan je voordeur. Je hebt ongeveer 10m² per persoon nodig om dit veilig te kunnen doen.
o Waar wachten ouders als ze de opvang nog niet kunnen betreden? Voorzie
eventueel een wachtrij met stippen of strepen op 1,5m aan de inkom of laat ouders in de auto wachten.
o Ouders mogen niet in de leefruimten komen. Laat hen in de gang of aan de voordeur het kindje aan jou geven. Is je inkom rechtstreeks in de opvang, maak dan eventueel een ‘balie’ met een afsluiting. Ouders kunnen tot daar de leefruimte binnen komen.
o Zorg dat het voor ouders duidelijk is waar ze moeten wachten en zorg ervoor dat ze op een veilige manier afstand van mekaar kunnen houden.
Afspraken met de ouders:
o Geef op voorhand aan ouders aan dat ze hun handen moeten wassen voor ze naar de opvang komen. Raad hen ook aan een flesje alcoholgel in de auto mee te nemen, zodat ze voor ze de opvang binnen komen hun handen nog even kunnen ontsmetten.
2 Jij mag dit ook aanbieden aan de ouders of hen de kans geven om hun handen in je opvang te wassen of ontsmetten. Hou er wel rekening mee dat ouders de leefruimten niet mogen betreden, dus niet door je opvang mogen lopen om hun handen te gaan wassen.
Informatie uithangen:
o Hang een aantal affiches op voorhand uit (zie bijlagen):
• Dragen van een mondmasker is verplicht (in de inkomruimte).
• Het coronavirus – hoe een besmetting voorkomen (in de inkomruimte).
• Het Coronavirus – herken de symptomen (in de leefruimte).
• Hoeveel ouders kunnen er maximaal tegelijk binnen (aan de voordeur)?
• Social distance (hou steeds 1.5m afstand van elkaar) (in de inkomruimte).
• Plaats buiten eventueel stippen of strepen op de grond op 1,5m van elkaar (buiten).
• Hier handen ontsmetten, als je dit aanbiedt (in de inkomruimte). Of waar kunnen ouders hun handen wassen?
• Hoe handen wassen (in de leefruimte of aan de wasbak)?
Algemene handhygiëne:
o Zorg voor verzorgde handen en nagels.
o Draag geen ringen, juwelen, uurwerken, gelnagels,… die maken het moeilijker om je handen goed proper te maken.
o Zorg ervoor dat je mouwen niet te lang zijn.
2. Vlak voor de opvang start
Verlucht alle opvangruimtes en de sanitaire ruimtes goed vlak voor de start van de opvang.
Zet 5 tot 10 minuten de ramen goed open, zodat alles goed kan doorluchten.
Trek in de slaapkamers de rolluiken en gordijnen open en zet ook daar de ramen goed open.
3 Ook in een locatie met mechanisch ventilatiesysteem of ventilatieroosters moet extra
aandacht gegeven worden aan verluchten. Er moet regelmatig verse lucht in de locatie binnen gelaten worden via de ramen en de deuren. ‘Verse lucht is een must’.
3. Onthaal van de kinderen en de ouders
Kinderen mogen vanaf nu ook opgevangen worden door volwassenen die behoren tot de verruimde contactbubbel van het gezin . Dit wil zeggen dat de opvang in het KDV mag gecombineerd worden met opvang door grootouders (jonger dan 65 jaar) of vrienden van de ouders. Waar we spreken van ‘ouder’, kan het dus ook om een andere persoon uit de verruimde contactbubbel van het gezin gaan.
De ouder komt toe met het kindje en betreedt de opvang:
o Vraag dat steeds dezelfde ouder het kind komt brengen en halen (indien mogelijk).
o Vraag dat ze steeds alleen komen.
o Broertjes en zusjes blijven thuis. Als dit niet kan, maak je duidelijke afspraken met de ouders over hoe de breng- en haal momenten veilig kunnen verlopen voor iedereen (vb. kindje in de maxi cosy afgeven aan de inkomdeur).
Mondmaskers:
o Zowel de kinderbegeleider als de ouder dragen een mondmasker, zo bescherm je elkaar.
o Het dragen van een mondmasker is een richtlijn van de Vlaamse overheid en moet dus opgevolgd worden.
o Ouders die weigeren om een mondmasker te dragen mag je de toegang tot de opvang weigeren. Ze kunnen dan eventueel hun kind aan de voordeur ‘afgeven’. Ze plaatsen bv. de maxicosy voor de deur, gaan op afstand staan, jij haalt de maxicosy binnen. Brengen en halen wordt dan vrij onpersoonlijk.
o Doe het mondmasker steeds veilig aan en uit, dit doe je door het masker enkel bij de linten of het elastiek aan te raken.
o Lees de tips rond opzetten en afzetten van een mondmasker grondig door (zie bijlage) of bekijk dit filmpje:
https://www.standaard.be/cnt/dmf20200502_04942475?M_BT=179087063446&_sect ion=60488481&adh_i=4339806ce676caedce76a4e493120f08&imai=&utm_campaign
=breakingnews&utm_medium=newsletter&utm_source=standaard of
https://www.facebook.com/GeronimoProductions/videos/220694196021576/.
o Was steeds je handen als je in contact bent geweest met je mondmasker. Raak het masker niet aan tijdens het dragen.
o Je kan een stoffen mondmasker ongeveer 3 tot 4u gecumuleerd dragen.
o Wanneer je je mondmasker niet gebruikt, bewaar je het best zo steriel mogelijk. Doe dit in propere afsluitbare plastic zakjes (type vershoudzakjes) of leg het met de vuile kant (de
buitenkant) naar beneden in een persoonlijke afsluitbare plastic doos. Je neemt het masker alleen vast bij de linten of
elastieken wanneer je het op en af doet.
o Kies er eventueel voor om een vaste kinderbegeleider het onthaal van de ouders te laten doen. Hij/zij draagt tijdens het hele breng- en haalmoment een mondmasker. Hij/zij neemt de kindjes aan en brengt ze naar de leefruimte. De andere
4 kinderbegeleiders hebben dan geen contact met ouders en hoeven geen
mondmasker te dragen.
o Trek het mondmasker nooit half over het gezicht, zodat bv. de neus en/of mond vrij komen. Doe je dit wel, dan zorg je ervoor dat het virus gemakkelijk je neus en mond kan binnen komen als het op je masker hangt.
Kinderen overnemen van de ouder:
o Tijdens de breng- en haalmomenten respecteer je de veilige afstand van 1,5m.
o Als je een kind uit de armen van de ouder moet overnemen, dan kan je moeilijk 1,5m afstand bewaren. Daarom is het dragen van een mondmasker op dat moment zeker belangrijk.
o Een loper of kruiper kan je zelf naar je toe laten lopen of kruipen.
o Je kan aan de ouder vragen om een baby in de maxicosy in de inkomruimte te zetten en jij neemt dan de maxicosy mee naar de speelruimte.
o Je kan een speelkleed in de inkomruimte leggen en de ouders vragen om de kindjes daar op te leggen. Jij neemt het kindje dan van het speelkleed mee naar de
leefruimte.
o Kindjes die huilen of aan hun ouders ‘kleven’ zal je nog wel zelf uit de armen van de ouders moeten overnemen.
Aanwezigheidslijsten:
o Noteer zelf het aankomst uur op de aanwezigheidslijst en teken af in de plaats van de ouders. Zo hoef je niet telkens de pen waarmee ouders de lijst aftekenen te
ontsmetten.
4. Tijdens de opvang Handen wassen van de kinderen:
o Laat de kinderen hun handjes wassen als ze toegekomen zijn, ook de baby’s.
o Herhaal dit meermaals per dag – zeker nog eens in de loop van de voormiddag (bv.
bij verluieren of plassen), voor het middageten, voor het slapen gaan, voor het eten van fruit en vlak voor het naar huis gaan.
o Gebruik GEEN alcoholgel bij kinderen. Alcoholgel is giftig! Kinderen steken nog heel vaak hun handen in de mond, waardoor ze de alcoholgel binnen kunnen krijgen.
Handen wassen van de kinderbegeleider:
o Was je handen voor de start van de opvang.
o Was je handen na de overdracht van een kindje, komen er verschillende kinderen snel achtereen toe, dan kan je alcoholgel gebruiken tussen het aannemen van de verschillende kinderen en nadien je handen gaan wassen.
o Was je handen na het verluieren en verzorgen. Tussen de verschillende luiers kan je ook alcoholgel gebruiken bij niet zichtbare vervuiling.
o Was je handen voor je met de bereiding van het eten start.
o Was je handen voor en na het eten geven.
o Was je handen als je naar toilet bent geweest.
o Handen wassen doe je met stromend water en zeep.
o Afdrogen doe je best met papieren handdoekjes of keukenrol. Gebruik je toch een stoffen handdoek, zorg er dan voor dan je die zeker dagelijks ververst en wast op 60°C.
5 Mondmaskers:
o Tijdens de opvang moet je als kinderbegeleider geen mondmasker dragen.
o Je draagt wel een mondmasker als je de neus van een kind spoelt.
o Faceshields zijn enkel gepast in situaties waarbij je 1,5m afstand kan bewaren. Bij nauwere contacten met kinderen is dit minder veilig dan een mondmasker. Een faceshield is dus geen goed alternatief in de opvang.
o Personen die in contact komen met meerdere contactbubbels (poetshulp, logistiek,…) dragen steeds een mondmasker.
Verluchten:
o Ventileer de ruimtes permanent (door de ramen op kipstand te zetten, via ventilatieroosters of via een mechanisch ventilatiesysteem).
o Verlucht de ruimtes regelmatig gedurende korte tijd door ramen en deuren wijd open te zetten. Doe dit best op momenten dat er niemand in de ruimtes aanwezig is, omdat sterke luchtstromen (infectie)druppels over een grotere oppervlakte kunnen verspreiden.
o Zorg er voor dat de ventilatieroosters van de ramen open staan en check of ze proper zijn (maak ze schoon indien nodig).
Systemen zoals airco of ventilator gebruik je beter niet, omdat deze de binnenlucht doen hercirculeren.
Op heel warme dagen moet je een afweging maken of de nadelige gevolgen van de hitte niet zwaarder doorwegen dan het risico op de verspreiding van het coronavirus. Let zeker op de volgende zaken.
Bij een vaste airco (ventilatie)-installatie:
o Gebruik alleen verse lucht, hergebruik dus geen binnenlucht.
o Laat het systeem langer werken op een lager debiet.
o Medewerkers en kinderen bewaren minimaal 1,5m afstand van het uitblaasrooster.
Bij een mobiele airco:
o Blijf voldoende ventileren en verluchten, ook al verbruikt de mobiele airco daardoor meer energie.
o Gebruik HEPA-filters in de airco.
o Zuig lucht aan uit een zone waar geen of weinig mensen aanwezig zijn en richt de airco niet rechtstreeks op personen.
o Medewerkers en kinderen bewaren minimaal 1,5m afstand van het uitblaasrooster.
Bij een ventilator:
o Blijf voldoende ventileren en verluchten.
6 o Plaats de ventilator zo dat hij niet rechtstreeks lucht van de ene persoon naar de andere
kan blazen.
o Richt de ventilator niet naar de vloer of een oppervlak, zodat neergevallen virusdeeltjes niet kunnen opwaaien.
o Medewerkers en kinderen bewaren minimaal 1,5m afstand van de ventilator.
Buiten spelen:
o Speel zo veel mogelijk buiten met de kinderen in de eigen tuin.
o Je mag met de opvangkinderen gaan wandelen. Houd met je opvangbubbel voldoende afstand van andere mensen (1,5m). Je moet wel in beweging blijven, je mag dus niet uitrusten op een bankje. Ga bv. op berenjacht in de buurt met de kinderen.
o Je mag terug met de kinderen gaan spelen in de openbare speeltuinen. Houd er wel rekening mee dat er maar 20 kinderen tegelijk toegang krijgen tot de speeltuinen.
Meng ook jouw groep kinderen niet met kinderen van buiten je contactbubbel. Check zeker ook de plaatselijke richtlijnen voor het gebruik van de openbare speeltuinen.
o Ga extra voorzichtig om met zandbakken. Kindjes die zand in hun mond steken zouden zichzelf kunnen besmetten als er corona in de zandbak zit.
o Breng voldoende zonnecrème aan bij de kinderen. Was je handen voor en na het insmeren van de kinderen. Als je meerdere kinderen insmeert, is het aangeraden om tussendoor ook je handen te wassen.
Materialen van thuis:
o Er is geen probleem om materiaal van thuis mee naar de opvang te brengen (flesjes, luiers, kledij, heen- en weerboekje,…).
o Speelgoed van thuis (bv. een knuffel) kan ook meegenomen worden en kan dienen om een kind te troosten. Meng dit speelgoed niet met het speelgoed van de opvang en laat het niet door de andere kinderen gebruiken.
o Berg meegebracht speelgoed steeds op na gebruik door het kind (in het kastje, bakje of boekentasje van het kind).
o Was steeds goed je handen als je deze materialen hebt vast gehad.
Contactbubbels:
o Zet kinderen steeds in dezelfde contactbubbel.
o Creëer indien mogelijk nieuwe contactbubbels voor nieuwe kinderen. Indien je geen nieuwe contactbubbel kan creëren, spreid je de kinderen zoveel mogelijk over bestaande contactbubbels in plaats van één contactbubbel uit te breiden met meerdere kinderen.
o Halftijds naar school en halftijds naar de opvang gaan is mogelijk, als het kind vooraf al naar de opvang kwam.
o Het vereiste aantal kinderbegeleiders voor het aantal kinderen is steeds aanwezig en de maximale leefgroepsgrootte van 18 kinderen wordt niet overschreden.
o Contactbubbels hebben geen fysiek contact met elkaar en hebben gescheiden sanitair. Duid in de toiletruimte aan welke toiletten door welke bubbels gebruikt mogen worden.
o Deel geen speelgoed met verschillende contactbubbels, tenzij je het bij elke wissel grondig reinigt.
o Ook buiten spelen doe je afwisselend per contactbubbel.
o Zet vaste kinderbegeleiders bij een contactbubbel.
7 Pauzes en overleg:
o Overleg met en tussen medewerkers is belangrijk.
o Organiseer dit digitaal, telefonisch of met de nodige afstand in goed verluchte ruimtes of buiten in de tuin.
o Zorg ook tijdens de pauzes voor een veilige afstand tussen collega’s.
o Verlucht de pauzeruimte goed en veelvuldig.
o Houd waar mogelijk de pauze buiten.
5. Terug naar huis
Herhaal de punten onder ‘3. Onthaal van de ouders en de kinderen.’
Neem je tijd om er toch een warm moment van te maken voor de ouders, zodat ze zich welkom voelen in je opvang.
Vertel voldoende over de dag van het kindje of vul het heen- en weerboekje grondig in.
6. Na de opvang Verluchten:
o Verlucht alle ruimtes grondig. Vergeet de sanitaire ruimte niet.
Poetsen:
o Zie schema Kind en Gezin.
o Je zal wat meer moeten poetsen dan je gewoon was, trek hier voldoende tijd voor uit.
o Gebruik een allesreiniger om je opvang te poetsen.
o Steeds alles ontsmetten is niet nodig. Water en zeep maken het virus kapot en zijn voldoende om alles weg te poetsen.
o Oppervlakten ontsmetten doe je enkel na contact met bloed, diarree,…
o Bied niet allespeelgoed tegelijk aan, zodat je niet elke dag alle speelgoed moet schoonmaken.
o Ook het buitenspeelgoed en de speeltoestellen maak je dagelijks schoon.
o Wat maak je wanneer schoon:
8 o Speelgoed maak je nooit schoon met handalcohol!
Handalcohol is gemaakt voor de handen, niet voor oppervlakken en zeker niet voor speelgoed en is niet geschikt voor kinderen onder de 12 jaar.
Handalcohol is zeer giftig als je dit in de mond neemt, daarom laten we kinderen ook geen handalcohol gebruiken. Kinderen (ook kleuters en lagere school kinderen) steken hun handen nog veel in de mond, ook hun speelgoed (probeer maar eens 2 goed vastgeklemde legoblokjes uit elkaar te halen, hiervoor gebruik je meestal je tanden, dus je mond)
Als wij handalcohol op het speelgoed van de kinderen smeren, zorgen wij ervoor dat hun speelgoed giftig wordt. In handalcohol zit alcohol en een aantal stoffen die ervoor zorgen dat het op je handen blijft kleven… De alcohol vervliegt wel, die andere
stoffen niet!
Wat doe je wel?:
Speelgoed poets je met water en zeep, moet het toch ontsmet worden (door bevuiling met bloed,…) gebruik je een ontsmettingsmiddel voor oppervlakken zoals Apesin, Spectramed, Dipp12,… en spoel je steeds na met zuiver water.
Wil je niet poetsen, dan zet je het speelgoed een 4-tal dagen apart, dan is het virus dat er eventueel op zat zeker dood.
Mondmaskers:
o De stoffen mondmaskers moeten gesteriliseerd worden. Dit doe je door ze te wassen op 90° of 5 minuten lang in een pot met kokend water te steken.
o De maskers in de koelkast of de diepvries steken heeft geen zin, je doodt er het virus niet mee. Enkel temperaturen van boven de 60°C doden het virus.
o Stop de maskers ook niet in de microgolfoven, dit kan brandt veroorzaken.
7. Wie ziek is hoort niet in de opvang
Zieke kinderen en volwassenen horen niet thuis in de opvang.
Wie symptomen in kader van Corona vertoont blijft thuis of gaat onmiddellijk naar huis. Deze symptomen zijn:
o Hoesten
o Koorts: elk kind dat koorts heeft zonder duidelijke oorzaak (*), wordt verwezen naar de arts (tijdens deze Corona epidemie spreken we van koorts vanaf 38°C)
o Geur- en smaakverlies o Ademhalingsmoeilijkheden o Waterige diarree
o Spierpijn, keelpijn of hoofdpijn o Verkoudheid
o Vermoeidheid
(*) Kijk steeds naar het gedrag van het kind. Er zijn kinderen die bijvoorbeeld na een hevig huilbui of inspanning een verhoogde temperatuur hebben. In dit geval spreken we van een
‘duidelijk gekende oorzaak’ en kan je afwachten. Andere voorbeelden van ‘duidelijk gekende oorzaken’ zijn te warme kleiding, te hoge kamertemperatuur, heel warm (vochtig) weer, schommelingen in de loop van de dag (vb. iets hogere temperatuur in de late namiddag of ’s avonds). Kinderen die een vaccinatie hebben gehad en koorts maken, mogen naar de opvang komen als ze geen andere klachten hebben (zoals een loopneus, hoesten,…).
9 Je hoeft de temperatuur niet dagelijks te meten. Meet enkel wanneer het kind warm aanvoelt en zich ziek gedraagt. Na het meten van de temperatuur wordt de koortsthermometer steeds proper gemaakt met water en allesreiniger en ontsmet met 70% alcohol.
Word een kind ziek in de opvang, dan bel je de ouders en vraag je om het kind direct te komen ophalen.
Als een arts een vermoeden van Covid-19 heeft uitgesloten en bevestigt aan de ouders dat het kind terug mag naar de opvang, mag je vertrouwen op het advies van de arts.
Bij een besmetting met COVID-19 blijft het kind minstens 7 dagen thuis. Als het kind na 7 dagen 3 dagen koortsvrij is en de andere symptomen sterk verbeterd zijn, mag het terug naar de opvang komen.
Ook een medewerker blijft bij een besmetting minstens 7 dagen thuis en tot de symptomen verdwenen zijn. Als de medewerker na 7 dagen 3 dagen koortsvrij is en de andere
symptomen sterk verbeterd zijn, kan de onthaalouder terug aan het werk. Neem bij een werkhervatting na (vermoeden) van Covid-19 eerst contact op met MSD voor je effectief herstart.
8. Wat met contacten met COVID-19-besmette personen?
Zie stappenplan voor aanpak bij kinderen vanaf 3 jaar en medewerkers in de opvang.
Nieuwe richtlijnen voor kinderen onder de 3 jaar (zie beslisboom):
o Een kind jonger dan 3 jaar met symptomen wordt niet getest, maar blijft thuis zolang het ziek is. De opvang blijft open.
o Als een kind om een bepaalde reden toch positief test (vb. bij ziekenhuisopname):
o Het positief getest kind blijft thuis en kan 7 dagen na het optreden van de symptomen (als het kind 3 dagen koortsvrij is en de andere symptomen sterk verbeterd zijn) terugkeren naar de kinderopvang.
o Andere kinderen en medewerkers in de opvang worden beschouwd als laag- risico contact en moeten niet getest worden of in quarantaine gaan.
o Als een tweede kind in dezelfde contactbubbel van de opvang binnen een periode van 14 dagen positief test, worden andere kinderen en medewerkers in de opvang beschouwd als hoog-risico contact.
Als een ouder of andere huisgenoot van een kind positief test, had het kind een hoog-risico contact en blijft het 14 dagen thuis. De contactbubbel van de opvang had mogelijk een laag- risico contact met de ouder en blijft extra waakzaam voor symptomen.
10
11
12 9. De zomervakantie
Tijdens de zomervakantie zijn alle kinderen welkom in de opvang. Houd er rekening mee dat kwetsbare gezinnen nu misschien extra nood hebben aan opvang, maar hier misschien minder om zullen vragen. Contacteer zelf je kwetsbare gezinnen en vraag of ze deze zomer nood hebben aan opvang.
De aangekondigde vakantiesluitingen kunnen doorgaan zoals gepland.
Contactbubbels:
o In de zomervakantie vorm je per week vaste contactbubbels.
o Een week loopt van maandag tot zondag (de eerste week van juli is een week van woensdag tot zondag).
o Een bubbel bestaat uit maximaal 50 personen (kinderen en begeleiders samen).
o Een contactbubbel kan meerdere leefgroepen bevatten, op voorwaarde dat je nooit over het aantal van 50 verschillende personen gaat binnen de bubbel.
o Verschillende leefgroepen die tot dezelfde bubbel behoren, kunnen contact hebben met elkaar en samen buiten spelen. Kinderen uit verschillende leefgroepen die tot dezelfde bubbel behoren mogen ’s morgens en ’s avonds samen gebracht worden.
o Kinderbegeleiders kunnen in verschillende leefgroepen werken die tot dezelfde bubbel behoren.
o Je kan er ook voor kiezen om van elke leefgroep een aparte bubbel te maken. Op deze manier verklein je de gevolgen voor thuisisolatie van hoog-risico contacten.
Hoe maak je contactbubbels, rekening houdend met je locatie, capaciteit en personeel?:
Om je werking voor de zomervakantie te bepalen bekijk je eerst in hoeveel verschillende contactbubbels je de kinderen per week gaat opvangen. Hiervoor hou je rekening met:
o Je locatie: welke ruimtes heb je ter beschikking en hoe kan je die ruimtes zo
verdelen dat de verschillende bubbels hun eigen ruimtes hebben en elkaar zo weinig mogelijk kruisen?
o Je opvangcapaciteit: hoeveel kinderen mag/kan je opvangen?
o Je leefgroepen: hoeveel leefgroepen heb je in je opvang? In hoeveel bubbels ga je deze groepen splitsen?
o Hoeveel kinderbegeleiders en jobstudenten heb je ter beschikking per bubbel per week?
o Hoeveel verschillende voltijdse en deeltijdse kinderen kan je dan opvangen per week per bubbel?
o Bekijk samen met je regiomanager wat dit concreet voor jouw locatie betekent.
Inschrijven:
o Een kind maakt in de zomervakantie per week gebruik van 1 type aanbod.
o Een kind kan geen 2 types aanbod combineren in 1 week. Het combineert geen eigen opvang + vervangopvang in eenzelfde week. Dit kan wel week na week.
Terugkeer uit vakantie:
o Mensen die op reis gaan naar een ander land moeten rekening houden met de adviezen van Buitenlandse Zaken (https://diplomatie.belgium.be/nl).
o Als een kind of medewerker in de opvang terugkeert uit een rood gebied, geldt verplichte quarantaine en kan deze tijdens de quarantaineperiode niet naar de opvang komen. Deze personen moeten zich ook verplicht laten testen.
13 o Bij terugkeer uit oranje gebieden wordt 14 dagen quarantaine en een test
aangeraden. Ga steeds in overleg. Kinderen onder de 3 jaar moeten de aanbeveling rond quarantaine niet volgen, blijf wel alert voor symptomen.
o Bij alle andere gebieden met code groen zijn er geen specifieke maatregelen.
10. Algemeen Wennen:
o Wennen blijft heel belangrijk als een kind in de opvang start, bij elke overstap of bij een lange afwezigheid. Bespreek met de ouders tijdig de (her)start in de opvang indien mogelijk, zodat er voldoende wentijd kan ingepland worden.
o Wenmomenten kunnen terug in een ‘gesloten groep’ onder de volgende voorwaarden:
• Plan het bezoek op een moment dat er minder kinderen aanwezig zijn.
• Organiseer het bezoek in een afgebakende ruimte en maak deze ruimte nadien schoon met allesreiniger. De ruimte wordt goed verlucht tijdens het bezoek.
• De ouder was de laatste 2 weken niet ziek.
• De ouder wast grondig de handen.
• Alle aanwezige volwassenen dragen een mondmasker en blijven op veilige afstand van elkaar.
• Neem de wenmomenten op in het algemeen beleid van externen in de opvang (breng contacten met volwassenen in de opvang in kaart en beperk het aantal over de week heen).
De job van kinderbegeleider combineren met een andere job:
o De combinatie van een job in de zorg met de job van kinderbegeleider is niet
aangeraden, omdat men wil vermijden dat hoog-risico groepen ziek worden. Dit kan wel week om week gewisseld worden.
o De combinatie van de job van kinderbegeleider met andere jobs (zowel contactberoepen als niet-contactberoepen) kan, als alle voorgeschreven voorzorgsmaatregelen in beide jobs gerespecteerd worden.
Stagiairs, jobstudenten, vrijwilligers,…:
o Zij kunnen en mogen werken in de opvang. Zij worden gezien als een kinderbegeleider. Met ziektesymptomen moeten zij dus ook thuisblijven.
o Ze maken deel uit van de wekelijkse contactbubbel en wisselen in dezelfde week dus niet van contactbubbel.
o Ondersteuning (door stagebegeleiders, mentoren,…) gebeurt bij voorkeur buiten of in een ruimte waar geen kinderen zijn. Observaties in de leefruimte zijn toegelaten, de ondersteuner beperkt zich tot maximaal 3 verschillende opvanglocaties per week.
o Iedereen draagt een mondmasker en respecteert de veilige afstand en handhygiëne.
o Assessments kunnen ook opnieuw doorgaan volgens dezelfde richtlijnen.
Bezoeken van de VKO, VV, ondersteuner i.f.v. specifieke ondersteuningsnood,…:
o De VKO, VV, ondersteuner i.f.v. een specifieke ondersteuningsbehoefte kan een bezoek brengen aan de opvang.
14 o Ondersteuning gebeurt bij voorkeur buiten of in een ruimte waar geen kinderen zijn.
Observaties in de leefruimte zijn toegelaten, de ondersteuner beperkt zich tot maximaal 3 verschillende opvanglocaties per week.
o Therapie voor een kind in de opvang kan doorgaan. Deze therapie kan doorgaan in de speelruimte als dit een meerwaarde heeft.
o Iedereen draagt een mondmasker en respecteert de veilige afstand en handhygiëne.
Evacuatie oefeningen:
o Evacuatieoefeningen kunnen terug doorgaan.
o Houd tijdens de oefening voldoende afstand van andere volwassenen.
o Was na de oefening zeker je handen.
Externen (vb. leverancier, klusjesman):
o Vermijd onnodige bezoeken van andere volwassenen aan de opvang.
o Als het niet anders kan dan tijdens de openingsuren, ga op dat ogenblik met de kinderen naar buiten en reinig nadien zo nodig de oppervlakken.
o Iedereen draagt een mondmasker en respecteert de veilige afstand en handhygiëne.
Zorginspectie:
o Inspecteurs van Zorginspectie mogen in de kinderopvang worden toegelaten.
o Ze volgen de nodige richtlijnen rond veiligheid en beperken zoveel mogelijk de duur van het bezoek.
Beleid m.b.t. externen in de opvang:
o Bepaal per week een maximum aantal bezoekers in de binnenruimte, afhankelijk van de grootte van je opvang.
o Maak een oplijsting per week (wie komt langs?, wie komt binnen?). Hou ruimte voor
‘ongeplande’ bezoeken.
o Contacten buiten, op veilige afstand, met mondmasker tellen niet mee.
o Pas altijd nauwgezet de basisregels toe.
o Volwassenen die ziek zijn, komen niet in de opvang.
o Draag een mondmasker.
o Zorg dat de ruimte voldoende groot is, zodat elke volwassene 1,5m afstand kan houden.
o Registreer welke personen langer dan 15 minuten in de opvang zijn geweest.
Activiteiten in groep (ondersteuning in groep, vorming, intervisie, ouderactiviteit,…):
o Je kan activiteiten in groep organiseren.
o Pas steeds de veiligheidsmaatregelen toe.
o Via de evenementenmatrix (https://www.covideventriskmodel.be/) kan je een risico- analyse maken van je activiteit. De tool toont hoe veilig je activiteit is.
11. Nuttige links:
o www.maakjemondmasker.be o www.dezorgsamen.be
o https://www.kindengezin.be/img/draaiboek-kinderopvang-coronacrisis.pdf o https://www.opgroeien.be/
15 o https://www.klasse.be/223787/coronamaatregelen-posters-op-kindermaat/
o https://ambrassade.be/nl/jeugdwerkzomer/pictogrammen o https://diplomatie.belgium.be/nl
o https://www.covideventriskmodel.be/
12. Bijlagen:
o De verschillende affiches
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27 Deze handige pictogrammen, ontworpen door de Ambrassade, vind je hier:
https://ambrassade.be/nl/jeugdwerkzomer/pictogrammen
