Archeologisch booronderzoek Blokhuis te Stavoren,
gemeente Súdwest-Fryslân
(FR)
MUG-projectnummer 93166713
Opdrachtgever Gemeente Súdwest-Fryslân
MUG-publicatie 2014-59
Bevoegd gezag Gemeente Súdwest-Fryslân
Beheer en plaats documentatie MUG Ingenieursbureau b.v.
Onderzoekmeldingsnummer 62187
Tekst de heer A.R. Wieringa
Afbeeldingen de heer A.F. Huygen
Redactie mevrouw J. Bolink-Nanninga
Status definitief
Autorisatie de heer B. Bijl
Uitgegeven door MUG Ingenieursbureau b.v.
Postbus 136 9350 AC Leek
Datum 3 november 2014
ISSN 1875-5313
INHOUDSOPGAVE
Samenvatting 1
1 Inleiding 2
1.1 Algemeen 2
1.2 Ligging van het onderzoeksgebied 2
1.3 Bekende archeologische gegevens 3
1.4 Doel van het verkennend inventariserend booronderzoek 3
1.5 Werkwijze verkennend inventariserend booronderzoek 3
2 Resultaten 4
2.1 Resultaten booronderzoek 4
2.2 Archeologische waarnemingen bij het bouwfysisch onderzoek 5
3 Conclusie en aanbeveling 9
3.1 Conclusie 9
3.2 Aanbeveling 9
Literatuurlijst 10
BIJLAGEN
Bijlage 1 Boorstaten Bijlage 2 Boorpuntenkaart
Bijlage 3 Zoeksleuven- en sporenkaart
Samenvatting
Aanleiding tot het hier beschreven archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) is het voornemen van gemeente Súdwest-Fryslân om de in Stavoren gelegen resten van een blokhuis zichtbaar te maken.
Om dit voornemen te kunnen uitvoeren wordt bouwfysisch vooronderzoek aan de onder maaiveld gelegen muurrestanten van het blokhuis uitgevoerd. Het deel van het blokhuis van Stavoren waar het bouwfysisch onderzoek heeft plaatsgevonden is in 1996 en 1997 archeologisch opgegraven (Ufkes 1996, Ufkes 1997).
De indertijd gevonden muren zijn nadien weer afgedekt. Om de precieze ligging van de muren te kunnen bepalen en te voorkomen dat bij het vooronderzoek ongeroerde archeologische lagen verstoord raken, is voorafgaand aan de werkzaamheden een archeologisch booronderzoek uitgevoerd. Gemeente
Súdwest-Fryslân heeft MUG Ingenieursbureau, afdeling Archeologie, opdracht gegeven dit IVO uit te voeren.
Het booronderzoek is uitgevoerd 24 juni 2014 en 25 juni 2014 en is uitgevoerd door de heer A.R. Wieringa onder leiding van de heer B. Bijl. Het onderzoek is uitgevoerd conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.3. Tijdens het bouwfysisch onderzoek aan de muurwerken van het blokhuis op 2 juli 2014 en 3 juli 2014 was de heer A.R. Wieringa aanwezig om er op toe te zien dat er niet buiten de contouren van het onderzoek uit 1996 en 1997 gegraven werd.
In totaal zijn in het onderzoeksgebied 21 boringen gezet. Deze boringen zijn in raaien dwars over de voormalige gracht en oostmuur van het blokhuis gezet. In boringen 3, 4, 5, 12, 13 en 19 werd vrij dicht onder maaiveld massief muurwerk aangeboord. Boringen 10 en 11 werden gestaakt in ondoordringbare puinlagen relatief dicht onder maaiveld. De ligging van deze boringen komt globaal overeen met de verwachte ligging van de oostmuur (boringen 10 t/m 13 en 19) en het poortgebouw (boringen 3, 4 en 5) van het Blokhuis van Stavoren. In boringen 1, 2, 6, 7, 8, 9, 14, 15, en 20 werden grachtvullingen
aangetroffen. Al deze boringen werden tussen 3,20 m en 4,40-mv gestaakt op een harde ondoordringbare laag, het pleistocene dekzand. In boringen 2, 7, 8, 9, 14 en 15 was sprake van slibvorming op de bodem van de gracht, met gelaagde klei en humusrijke afzettingen tot enkele decimeters dik. In de grachtvulling is een duidelijk herkenbare dempingslaag aanwezig, bestaande uit vlekkerige zandige klei met humus en puinbrokjes. In de sleuven ten bate van het bouwfysisch onderzoek werden de resultaten van het booronderzoek bevestigd en werden aanvullende archeologische waarnemingen gedaan.
Tijdens het archeologisch booronderzoek en bij het bouwfysisch onderzoek in Stavoren werd de ligging van de oostelijke vestingmuur en het poortgebouw van het Blokhuis vastgelegd. De gevonden structuren zijn al eerder opgegraven, in 1996 en 1997. Uit het onderzoek is gebleken dat het archeologische bodemarchief op en om het Blokhuisterrein relatief onverstoord is. Op het binnenterrein van het Blokhuis bevinden zich in de ondergrond archeologische lagen die ouder zijn dan het Blokhuis. In de gracht van het Blokhuis liggen grote stukken van het opgaande muurwerk. Op de bodem van de gracht ligt een sliblaag die mogelijk archeologisch vondstmateriaal uit de 16e eeuw bevat. In de jongere dempingslagen ligt een laag organisch stadsafval uit de 17e/18e eeuw. Het vrijgelegde muurwerk bevat aanwijzingen die het mogelijk maken de opbouw en de wijze van ontmanteling van de vestingmuren te herleiden.
1 Inleiding
1.1 Algemeen
Aanleiding tot het hier beschreven archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) is het voornemen van gemeente Súdwest-Fryslân om de in Stavoren gelegen resten van een blokhuis te reconstrueren. Om dit voornemen te kunnen uitvoeren is er bouwfysisch vooronderzoek aan de onder maaiveld gelegen muren van het blokhuis uitgevoerd. Het deel van het blokhuis van Stavoren waar het bouwfysisch
onderzoek gaat is uitgevoerd is in 1996 en 1997 archeologisch opgegraven (Ufkes 1996, Ufkes 1997). De indertijd gevonden muren zijn nadien weer afgedekt. Om de precieze ligging van de muren te kunnen bepalen en te voorkomen dat bij het vooronderzoek ongeroerde archeologische lagen verstoord raken is voorafgaand aan de werkzaamheden een archeologisch booronderzoek uitgevoerd. Gemeente
Súdwest-Fryslân heeft MUG Ingenieursbureau, afdeling Archeologie, opdracht gegeven dit IVO uit te voeren.
Het booronderzoek is uitgevoerd 24 juni 2014 en 25 juni 2014 en is uitgevoerd door de heer A.R. Wieringa onder leiding van de heer B. Bijl. Het onderzoek is uitgevoerd conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.3. Tijdens het bouwfysisch onderzoek aan de muurwerken van het Blokhuis op 2 juli 2014 en 3 juli 2014 was de heer A.R. Wieringa aanwezig om er op toe te zien dat er niet buiten de contouren van het onderzoek uit 1996 en 1997 gegraven werd.
Tabel 1.1 Overzicht van de objectgegevens Objectgegevens
Provincie Fryslân
Gemeente Súdwest-Fryslân Plaats Stavoren
Toponiem Dwinger Kaartblad 15B
Coördinaten 152966/544265 NW
153014/544264 NO
153015/544215 ZO 152962/544216 ZW Grondsoort Klei en veen op zand Geomorfologie Vlakte van getijafzettingen Grondwatertrap II
1.2 Ligging van het onderzoeksgebied
Het onderzoeksgebied ligt in het noorden van Stavoren (zie afbeelding 1). Het Blokhuis-terrein is momenteel deels bebouwd en deels in gebruik als speelveld.
154/545
152/543
Afbeelding 1. Stavoren met in de rode cirkel het onderzoeksgebied (bron: Topografische Dienst Nederland)
1.3 Bekende archeologische gegevens
In de jaren 1995, 1996 en 1997 is grootschalig archeologisch onderzoek verricht naar het Blokhuis van Stavoren (De Langen 1995, Ufkes 1996, Ufkes 1997). Dit onderzoek bestond uit bureauonderzoek, booronderzoek, weerstandmetingen, archeologisch proefsleuvenonderzoek en archeologische
opgravingen. Daarnaast is er naar aanleiding van een melding begin 2000 van een zichtbaar puinspoor een beknopte nadere studie gedaan (De Langen, 2000). Uit deze onderzoeken bleek dat een groot deel van de vestingmuren van het blokhuis (gebouwd in 1522 of 1525 en in 1580 ontmanteld) en bijbehorende bebouwing en bestrating van het binnenterrein in de ondergrond bewaard zijn gebleven. Ook was er sprake van oudere bewoningssporen uit de middeleeuwen. Het blokhuisterrein werd na de ontmanteling in de 17e en 18e eeuw bewoond, getuige bij de opgravingen gevonden sporen en funderingen. De laatste decennia voor de opgravingen was het terrein in gebruik als sportveld. De archeologische resten zijn na de onderzoeken weer toegedekt en het terrein is tot op heden onbebouwd gebleven.
1.4 Doel van het verkennend inventariserend booronderzoek
Het archeologische booronderzoek had tot doel de exacte ligging en diepteligging van de oostelijke vestingmuur, poortgebouw en gracht van het blokhuis vast te stellen. Daarnaast was het doel om tot een waardestelling van de gracht te komen. Aan de hand van de boorgegevens werd bepaald waar de sleufjes voor het bouwfysisch onderzoek van de muren komen te liggen. Om te waarborgen dat er geen
ongeroerde lagen werden aangesneden bij het graven van deze sleufjes is hierbij een archeoloog in het veld aanwezig geweest.
1.5 Werkwijze verkennend inventariserend booronderzoek
Aan de hand van de projectie van de in de jaren ‘90 vergaarde archeologische gegevens op de huidige kadastrale kaart zijn er in totaal drie boorraaien uitgezet. Twee raaien zijn haaks op de oostelijke vestingmuur uitgezet, de derde raai is ter hoogte van het poortgebouw geplaatst (zie bijlage 2, boorpuntenkaart). De boorraaien zijn gezet van oost naar west, en waar mogelijk doorgezet tot op het pleistocene zand. De onderlinge afstand tussen de boringen bedroeg 2 m, de afstand tussen raai 1 en 2 10 m en tussen raai 2 en 3 15 m.
2 Resultaten
2.1 Resultaten booronderzoek
In totaal zijn in het onderzoeksgebied 21 boringen gezet. Voor de boorstaten zie bijlage 1, voor de boorpuntenkaart zie bijlage 2. In onderstaande tabel worden de X- en Y-coördinaten van de boorpunten weergegeven. De bijbehorende maaiveldhoogte bedraagt 1,35 m+NAP.
Tabel 1. X- en Y-coördinaten boorpunten Boringen X-coördinaat Y-coördinaat 1 153030.383 544239.672 2 153028.430 544239.256 3 153026.476 544238.841 4 153024.523 544238.425 5 153022.569 544238.010 6 153032.895 544240.209 7 153028.553 544249.514 8 153026.600 544249.099 9 153024.646 544248.683 10 153022.693 544248.268 11 153020.739 544247.852 12 153018.786 544247.437 13 153016.832 544247.021 14 153023.496 544263.792 15 153025.450 544264.207 16 153012.032 544261.366 17 153013.986 544261.781 18 153015.939 544262.197 19 153017.893 544262.612 20 153019.846 544263.028 21 153036.780 544264.118
In boringen 3, 4, 5, 12, 13 en 19 werd vrij dicht onder maaiveld massief muurwerk aangeboord. Boringen 10 en 11 werden gestaakt in ondoordringbare puinlagen relatief dicht onder maaiveld. De ligging van deze boringen komt globaal overeen met de verwachte ligging van de oostmuur (boringen 10 t/m 13 en 19) en het poortgebouw (boringen 3, 4 en 5) van het Blokhuis van Stavoren. Deze muurresten zijn afgedekt met een stortlaag bestaande uit bruinzwart puinrijke grond. De bovengrond bestaat tot aan maaiveld uit schoon, opgebracht zand.
In boringen 1, 2, 6, 7, 8, 9, 14, 15, en 20 werden grachtvullingen aangetroffen. Al deze boringen werden tussen 3,20 m en 4,40 m-mv gestaakt op een harde ondoordringbare laag. Hierdoor ontstond het idee dat de grachtbodem mogelijk voorzien was van een stenen bodem. Tijdens het latere bouwfysisch onderzoek aan de vestingmuren bleek dat het in een aantal boringen zeker geen baksteen of puin betrof dat
aangeboord werd, maar een zeer harde zandlaag, het pleistocene dekzand. In boringen 2, 7, 8, 9, 14 en 15 was sprake van slibvorming op de bodem van de gracht, met gelaagde klei en humusrijke afzettingen tot enkele decimeters dik. In de grachtvulling is een duidelijk herkenbare dempingslaag aanwezig, bestaande uit vlekkerige zandige klei met humus en puinbrokjes. De dikte van deze laag bedraagt tot 3 m in boring 6.
Om de breedte van de gracht te kunnen bepalen, werd ook buiten het onderzoeksgebied geboord (boring 21). Door de aanwezigheid van dichte bestrating moest deze poging opgegeven worden. Een doorlopende raai vanaf de vestingmuur oostwaarts kon niet geplaatst worden door de aanwezigheid van een fietspad met aan weerszijden kabels en leidingen. Echter aan de hand van bestaand kaartmateriaal en
de boringen waarin de aanwezigheid van grachtvulling is aangetoond bestaat het vermoeden dat de gracht minimaal 25 m breed is geweest.
Boringen 16, 17 en 18 werden op het binnenterrein van het Blokhuis geplaatst. In boringen 16 en 18 werd tussen 1,60 m en 1,70 m-mv een woonlaag aangeboord. In boring 16 werd onder deze laag een houten paal aangeboord, in boring 18 werden vanaf circa 2,50 m-mv natuurlijke lagen aangeboord. Vanaf 3,50 m-mv was in deze boring veen aanwezig. In boring 17 was de bodem geroerd, hier lag op 3,70 m-mv de top van het pleistocene zand.
Aan de hand van de resultaten van het booronderzoek is de ligging van de sleufjes voor het bouwfysisch onderzoek aan de oostmuur en poort van het Blokhuis bepaald.
2.2 Archeologische waarnemingen bij het bouwfysisch onderzoek
Ten behoeve van het bouwfysisch onderzoek aan de resten van het Blokhuis is een aantal zoeksleuven gegraven. Deze zoeksleuven zijn gedocumenteerd op tekening, onderverdeeld in drie werkputten. Om te voorkomen dat bij het graven van de zoeksleuven onverstoorde archeologische lagen zouden worden aangesneden is dit onderzoek uitgevoerd onder toezicht- en op aanwijzing van een archeoloog. Tijdens het bouwfysisch onderzoek werden archeologische waarnemingen verricht die een aanvulling kunnen vormen op het reeds uitgevoerde archeologische onderzoek. Voor de ligging van de werkputten en sporen zie bijlage 3. Voor uitgebreide detailopnames van het de muren wordt verwezen naar de rapportage van Jelle de Jong Architekten BNA (in voorbereiding).
In werkput 1 werd een tweetal sleuven over het poortgebouw van het Blokhuis gegraven. In de eerste sleuf werd geen buitenmuur van de poort aangetroffen binnen anderhalve meter onder maaiveld. Waarschijnlijk is de fundering hier dieper uitgebroken. Wel kwam er straat- of vloerwerk in zicht (S5) bestaande uit vlak gelegde en strak gevoegde geeltjes. Aan de rand van deze vloer was te zien dat er zich onder de vloer een vleilaag, bestaande uit schelpmortel en roodgebakken leistenen bevindt. Deze leistenen hebben een afmeting van 24 x 14 x 1 cm. Onder deze vleilaag ligt een oudere bakstenen vloer of straat van geeltjes, S6. In de tweede dwarssleuf werd wel de muur van de poort gevonden (S8). De bovenzijde van de muur ligt op 90 cm onder maaiveld. Door de beperkte omvang van de waarnemingen kon de breedte van de poortmuur niet goed vastgesteld worden, maar waarschijnlijk is S7ook deel van de muur, waarmee de dikte van de muur circa 3 m bedraagt.
Werkput 2 werd gegraven aan de grachtzijde van het noordoostelijke deel van de vestingmuur. In 1997 was hiertoe al een sleuf gegraven. Door opkomend grondwater kon toen de diepte van de onderzijde van de muur niet bepaald worden. Met behulp van een pomp lukte dat deze keer wel (zie afbeelding 2). De onderzijde van de muur (S3) werd vastgesteld op circa 4,40 m-mv. De muur bleek gefundeerd op een harde pleistocene zandlaag. Tegen de basis van de muur werd op deze zandlaag nog een restje veendek waargenomen. De muur was niet ingegraven in het dekzand. Het uit gele baksteen opgetrokken massieve metselwerk was deels voorzien van een raaplaag: waarschijnlijk tegen inwatering en beschadiging door vorst. Het opgaande muurwerk was aan de grachtzijde intact vanaf circa 1,70 m-mv. Naar onderen heeft de muur twee versnijdingen: een enkelvoudige op circa 2,20 m-mv, en een versnijding over vier
baksteenlagen op circa 2,70 m-mv (zie afbeelding 3).
Afbeelding 2. Oostelijke vestingmuur van basis tot aan maaiveld
Op de bovenste versnijding ligt een laag verkit materiaal van baksteenpuin en mortel. Mogelijk dat dit de weerslag is van het metselen van de muur of een latere reparatie (zie afbeelding 4).
Vanaf 1,70 m-mv tot aan het bovenste intacte metselwerk aan de achterzijde van de muur, vlak onder maaiveld, is de muur min of meer trapsgewijs uitgebroken (zie afbeelding 5). Dit hangt vermoedelijk samen met het ontmantelen van de vesting, want in de gracht werd, net als in 1996 en 1997, een enorm stuk muur waargenomen: opgaand muurwerk dat in de gracht terecht is gekomen. Het lijkt er sterk op dat men bij de ontmanteling in 1582 de muur van buitenaf heeft ondermijnd om zo de gehele muur in de gracht te laten vallen. Mogelijk is ook een deel van de muur hergebruikt in de stadsmuur. De in de archeologische
boringen aangetroffen dempingslaag is waarschijnlijk in dezelfde periode in de gracht aangebracht. Tijdens het ontgraven van de gracht werd een randje ongeroerde grachtvulling aangesneden. Hier was te zien dat er op de overgang tussen de dempingslaag en jongere grachtvullingen een organische laag met
plantenresten, mest en puin aanwezig was. Uit deze laag werden enkele aardewerkscherven verzameld (vnr. 1). Het betreft hier waarschijnlijk een laag stadsafval uit de 17e eeuw en/of 18e eeuw.
Afbeelding 3. Versnijdingen aan de grachtzijde van de muur
Afbeelding 4. Verkitte klompen baksteenpuin op de bovenste versnijding
In de noordelijke sleuf (werkput 3) werd hetzelfde geconstateerd: de grachtzijde van de muur was ook hier uitgebroken. In werkput 2 en 3 is ook de opbouw van de achterzijde van de vestingmuur bekeken. In beide gevallen tot aan de eerste versnijding aan de achterzijde. Vanaf deze versnijdingen bleek de bodem ongeroerd en werd er besloten niet dieper te graven. De versnijdingen aan de achterkant van de muur zijn enkele decimeters breed (zie afbeelding 6). Op basis van deze waarnemingen, en de waarnemingen aan de voorzijde van de muur kan de minimale breedte van de muur bepaald worden: deze bedraagt tenminste 2,5 m.
Afbeelding 5. Weggebroken voorzijde muur tussen de rode lijnen
In werkput 2 lag tegen de achterzijde van de vestingmuur een groot blok metselwerk van tenminste 9 baksteenlagen dik. De gehele omvang van dit blok kon niet vastgesteld worden, en ook niet of het blok vast gemetseld is geweest aan de muur: op de scheiding van muur en het blok metselwerk was een
drainagesleuf gegraven. De functie van het blok metselwerk is niet duidelijk. Het kan de basis van een steunbeer of geschutststelling gevormd hebben.
Afbeelding 6. Aanzicht van de achterzijde van muur S3 in werkput 2
Zoals reeds geconcludeerd lijkt de dikte van de oostmuur minimaal circa 2,5 m te bedragen en de dikte van de muur van het poortgebouw circa 3 m.
3 Conclusie en aanbeveling
3.1 Conclusie
Tijdens het archeologisch booronderzoek en bij het bouwfysisch onderzoek in Stavoren werd de ligging van de oostelijke vestingmuur en het poortgebouw van het Blokhuis vastgelegd. De gevonden structuren zijn eerder opgegraven, in 1996 en 1997. Onderhavig onderzoek diende om de precieze ligging en conserveringsgraad van de muren van dit Blokhuis te kunnen bepalen, dit in het kader van de wens om de ondergrondse structuren in de toekomst weer zichtbaar te maken. Uit het onderzoek is gebleken dat het archeologische bodemarchief op en om het Blokhuis-terrein relatief onverstoord is. De globale diepte beneden maaiveld waarop de restanten van het Blokhuis te voorschijn komen is circa 60 cm-mv. Op het binnenterrein van het Blokhuis bevinden zich in de ondergrond archeologische lagen die ouder zijn dan het Blokhuis. In de gracht van het Blokhuis liggen grote stukken van het gesloopte opgaande muurwerk. Op de bodem van de gracht ligt een sliblaag die mogelijk archeologisch vondstmateriaal uit de 16e eeuw bevat. In de jongere dempingslagen ligt een laag organisch stadsafval uit de 17e/18e eeuw. Het vrijgelegde
muurwerk bevat aanwijzingen die het mogelijk maken de opbouw en de wijze van ontmanteling van de vestingmuren te herleiden.
Momenteel wordt er onderzoek gedaan naar de grondwaterfluctuaties op het terrein. Vooralsnog lijkt de hoogste grondwaterstand op circa 15 cm beneden de top van de muurresten te komen. De resultaten van de totale monitoring van de grondwaterstanden volgen in een latere rapportage.
3.2 Aanbeveling
Gemeente Súdwest-Fryslân is voornemens een deel van het Blokhuis toegankelijk te maken voor het publiek. In welke vorm dat gebeurt hangt onder meer af van de bouwfysische conditie en kwetsbaarheid van de resten van het Blokhuis. Mocht er besloten worden tot het daadwerkelijk in zicht brengen van de muren van het Blokhuis met bijkomende ingrepen in de bodem dan dient terdege rekening te worden gehouden met de archeologische waarde van het terrein. Indien men hierbij in ongeroerde grond zal er altijd een archeologisch onderzoek plaats moeten vinden volgens de geldende regels en richtlijnen, uitgevoerd door een archeologisch bureau met een opgravingsvergunning.
Hierover dient te allen tijde voorafgaand aan graafwerkzaamheden contact opgenomen te worden met het bevoegd gezag, gemeente Súdwest-Fryslân.
Naast het archeologisch onderzoek is er ook petrografisch onderzoek gedaan naar de samenstelling van het metselwerk van de muren van het blokhuis in combinatie met een indicatief vocht- en zoutonderzoek.
Voor de resultaten wordt verwezen naar het rapport (Rockview, projectnummer 140505, J. C. van Rhijn, 2014).
Literatuurlijst
Langen, G.J. e.a. 1995. Stavoren, gemeente Nijefurd. Archeologisch vooronderzoek naar het voormalige blokhuis. RAAP-rapport 129. Amsterdam
Rhijn, J.C. van, 2014. Petrografisch onderzoek naar de samenstelling van metselwerk in combinatie met een indicatief vocht- en zoutonderzoek van het Blokhuis te Stavoren. Rockview-projectnummer 140505.
Amsterdam.
Ufkes, A. 1996. Het archeologisch onderzoek van het “Blokhuis” te Stavoren, Gem. Nijefurd, Friesland.
Groningen
Ufkes, A. 1997. Een archeologisch naonderzoek van het “Blokhuis” te Stavoren, Gemeente. Nijefurd, Fr.
Groningen
Bijlage 1 Boorstaten
50
100
150
200
250
300
350
400
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, wit, vulzand, scherp
-80
Klei, sterk zandig, matig humeus, baksteen, donker zwartbruin, scherp
-110
Klei, zwak siltig, grijsblauw, scherp
-150
Zand, sterk kleiïg, grijs, dempingslagen, geleidelijk, matig gevlekt, wit
-190
Klei, zwak zandig, bruin, dempingslagen, klei- en
humusbrokken, scherp, veel vlekken, grijs
-380
Klei, matig siltig, zwart, sliblaag, gestaakt op baksteen(?)
-400
50
100
150
200
250
300
350
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, matig humeus, puin, grijsbruin, rommelige laag, scherp
-30
Zand, zwak siltig, wit, vulzand, scherp
-50
Klei, sterk zandig, sterk humeus, baksteen, grijszwart, scherp
-100
Zand, zwak kleiïg, schelpen, lichtgrijs, scherp
-115
Klei, sterk zandig, bruin, dempingslagen, klei en humusbrokken, veel vlekken, grijs
-350
Klei, matig siltig, matig humeus, zwartbruin, gestaakt op baksteen (?)
-370
50
100
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, puin, lichtgrijs, rommelig, scherp
-60
Klei, zwak zandig, puin, zwart, gestaakt op puin of muurwerk
-130
50
100
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, licht witgrijs, vulzand, rommelig, scherp
-40
Zand, zwak kleiïg, bruinzwart, veel puin, diffuus
-100
Zand, zwak kleiïg, zwartbruin, puinlaag, gestaakt op massief puin, muur
-120
50
100
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-30
Zand, zwak kleiïg, zwartbruin, veel puin onderin laag, gestaakt op massief muurwerk
-130
50
100
150
200
250
300
350
400
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, maaiveld ca. 30 cm hoger, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, wit, vulzand, scherp
-30
Zand, zwak siltig, licht grijsbruin, rommelig, scherp, opgebrachte grond
-100
Klei, zwak siltig, grijsblauw, scherp
-130
Klei, sterk zandig, bruin, dempingslagen, klei, zand humusbrokken, geleidelijk, veel vlekken, groen
-430
Zand, sterk kleiïg, baksteen, zwartbruin, gestaakt op puin of baksteen(?)
-440
50
100
150
200
250
300
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, licht bruingrijs, rommelig, geleidelijk, opgebrachte grond
-50
Klei, sterk zandig, grijsblauw, geleidelijk, matig gevlekt, grijs
-70
Klei, sterk zandig, schelpen, grijsblauw, geleidelijk
-110
Klei, zwak zandig, grijs, puinbrokjes, geleidelijk
-130
Klei, sterk zandig, puin, bruin, dempingslagen, klei, zand, humusbrokken, scherp, veel vlekken, grijs
-270
Klei, zwak siltig, sterk humeus, zwart, sliblaag, scherp
-300
Klei, zwak siltig, sterk humeus, bruin, organisch, takjes, gestaakt, op baksteen(?)
-320
50
100
150
200
250
300
350
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, wit, vulzand, scherp
-40
Zand, zwak kleiïg, schelpen, grijsblauw, rommelig, puinbrokjes, scherp, matig gevlekt, grijs
-100
Klei, zwak zandig, grijs, rommelig, dempingsl- of stortlagen, scherp
-260
Klei, zwak siltig, sterk humeus, zwartbruin, sliblaag, scherp
-280
Klei, zwak siltig, sterk humeus, bruin, organische laag, geleidelijk
-290
Klei, zwak siltig, sterk humeus, bruin, takjes, organische laag, scherp
-340
Klei, zwak siltig, matig humeus, donkergrijs, gestaakt, op baksteen(?)
-360
50
100
150
200
250
300
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, wit, vulzand, scherp
-45
Zand, zwak siltig, sterk humeus, puin, bruinzwart, scherp
-70
Klei, zwak zandig, schelpen, grijsblauw, dempingslagen, scherp, veel vlekken, bruin
-230
Bruin, hout, scherp
-232
Zand, zwak siltig, sterk humeus, bruin, organische laag, geleidelijk
-305
Klei, sterk siltig, matig humeus, grijs, slib, puinbrokjes, gestaakt, op baksteen(?), scherp
-330
50
100
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, wit, vulzand, scherp
-50
Klei, sterk zandig, sterk humeus, bruinzwart, veel puin, gestaakt op puin
-130
50
100
150
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, wit, vulzand, scherp
-50
Klei, zwak zandig, bruinzwart, veel puin, scherp
-90
Klei, sterk zandig, grijs, gestaakt op puin, scherp, matig gevlekt, donkergrijs
-160
50
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, wit, vulzand, scherp
-40
Zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, gestaakt, muurwerk
-50
50
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, wit, vulzand, scherp
-50
Zand, zwak siltig, bruingrijs, rommelig, gestaakt op muurwerk
-65
50
100
150
200
250
300
350
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, puin, licht bruingrijs, rommelig, scherp
-50
Zand, zwak kleiïg, sterk humeus, puin, bruinzwart
-100
Klei, sterk zandig, puin, grijsblauw, veel vlekken, grijs
-150
Klei, sterk zandig, bruin, dempingslagen, brokken klei, zand, humus, veel vlekken, grijs
-290
Klei, zwak siltig, sterk humeus, grijsbruin, organische laag
-300
Klei, zwak siltig, matig humeus, donker bruingrijs, gelaagd slib, gestaakt, op baksteen(?)
-390
50
100
150
200
250
300
350
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, puin, licht bruingrijs, geleidelijk
-40
Zand, zwak siltig, puin, bruinzwart, geleidelijk
-80
Klei, zwak zandig, grijsblauw, geleidelijk, veel vlekken, grijs
-130
Klei, sterk zandig, bruin, dempingslagen, klei, zand, humusbrokken, scherp, veel vlekken, grijs
-270
Klei, zwak siltig, sterk humeus, donker grijsbruin, scherp
-280
Klei, zwak siltig, sterk humeus, zwart, slib, takjes, geleidelijk
-290
Klei, zwak siltig, matig humeus, donker bruingrijs, gelaagd, gestaakt, op baksteen (?)
-360
50
100
150
200
250
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
Zand, zwak siltig, wit, vulzand, scherp
-40
Zand, zwak siltig, matig humeus, aardewerk, zwartbruin, rommelig, scherp
-110
Zand, uiterst fijn, zwak kleiïg, lichtgeel, kwelderzand, opgebracht, naar beneden gelaagd met kleibandjes, scherp
-160
Klei, zwak siltig, matig humeus, bruin, oud oppervlak, geleidelijk, bodem
-170
Klei, matig siltig, grijsbruin, rommelig gelaagd, natuurlijk of opgebracht?
-270
Bruin, houten paal, gestaakt
-290
50
100
150
200
250
300
350
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, geleidelijk, bouwvoor
Zand, zwak siltig, wit, vulzand, scherp
-50
Klei, sterk zandig, puin, donkerbruin, geleidelijk
-90
Klei, sterk zandig, grijsblauw, geleidelijk, veel vlekken, grijs
-120
Klei, sterk zandig, grijsbruin, stort of dempingslagen? gestaakt op baksteen (?)
-370
50
100
150
200
250
300
350
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, wit, vulzand, scherp
-50
Klei, sterk zandig, puin, grijszwart, scherp
-100
Klei, zwak zandig, grijsblauw, scherp, veel vlekken, grijs
-160
Klei, zwak zandig, sterk humeus, bruin, oud oppervlak, geleidelijk, bodem
-170
Klei, sterk zandig, grijsbruin, zand, klei, humusbrokken. stortlaag?, scherp
-250
Klei, zwak siltig, grijsbruin, gelaagd, scherp
-300
Klei, zwak siltig, bruin, organische laag, rommelig, schelpen, scherp
-350
Veen, donkerbruin
-390
50
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, wit, vulzand, scherp
-40
Klei, sterk zandig, puin, grijszwart, gestaakt op massief muurwerk
-60
50
100
150
200
250
300
350
Zand, zwak siltig, lichtgrijs, scherp, bouwvoor
-10
Zand, zwak siltig, wit, vulzand, scherp
-40
Klei, sterk zandig, matig humeus, puin, grijs, scherp
-100
Klei, sterk zandig, donkergrijs, demp- of stortlaag, gestaakt, op baksteen (?)
-370
Zand, zwak siltig, bruingrijs, gestaakt, wortels en verhardingen, scherp
-20
Bijlage 2 Boorpuntenkaart
Z
Onderdeel:
Opdrachtgever:
Project:
Formaat:
Projectnummer: Schaal:
Zernikelaan 8 Postbus 136 9350 AC LEEK Tel.
Fax.
info@mug.nl www.mug.nl
(0594) 55 24 20 (0594) 55 24 99
Bijlagenummer:
Wijz. Get. Gec. Omschrijving Datum
Infra
Geo-informatie Archeologie Milieu Geo-ICT
0 Eerste uitgave
Hanzekwartier te Stavoren
Overzicht van de onderzoekslocatie boorpuntenkaart
93166713 zie tek. A3 2
DEFINITIEF
AHu AWi 25-06-2014
Z
Bijlage 3 Zoeksleuven- en sporenkaart
Gecontroleerd: Schaal:
GIS-ontwerp: Formaat: Datum:
Projectnummer:
Status:
Onderdeel:
Opdrachtgever:
Project:
MUG
IngenieursbureauInfra Milieu Geo-ICT Archeologie Geo-informatie
Zernikelaan 8 Postbus 136 9350 AC LEEK Tel. (0594) 55 24 20 Fax. (0594) 55 24 99
info@mug.nl www.mug.nl E-mail Internet Bijlage:
-0.05
-0.35
0.35
0.05 -0.35 0.35
0.2 -0.2
S2 S12 S11 S3 S3
S9
S4 S12
S2 S10
S9 S5V1
S5V2
S2 S8
S9 S7
S6 S5V2 WP1
WP2
WP3
´
TS AWi
A3
Definitief Hanzekwartier Stavoren
Gemeente Súdwest Fryslãn Sporenkaart
14-Jul-14 93166713
Legenda
Hoogtepunt mNAP Versnijding
Uitbraaklijn Gracht Insteek muur Muur
Stortlaag Vloer Woonlaag
1:150 11 10
24
it
hus Heare
1
21
19 23
22 2
Dwinger
5
16 1818
1849 1850
272
1209
1437 1464
1524
1594 1748
1779
1780
1800
1802
1807
1808
1809
Bronnen: Esri Nederland, Esri, Kadaster, CBS, Min VROM, Rijkswaterstaat en gemeenten: Rotterdam, Breda, Tilburg
´ 1:500
1:150
4