De toekomst van…
Noord-Beveland
Een verslag van de volksraadpleging in het kader van leefbaarheid met betrekking tot ontgroening en vergrijzing op Noord-Beveland.
Afdeling Beleid & Projecten Mei 2012
Inhoudsopgave
1 INLEIDING ...5
2 DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN ...7
3 LEEFBAARHEID...11
4 AVOND ‘DE TOEKOMST VAN … KATS’ ...13
EEN VERSLAG VAN DE AVOND...13
5 AVOND ‘DE TOEKOMST VAN … GEERSDIJK’ ...17
EEN VERSLAG VAN DE AVOND...17
6 AVOND ‘DE TOEKOMST VAN … COLIJNSPLAAT’...21
EEN VERSLAG VAN DE AVOND...21
7 AVOND ‘DE TOEKOMST VAN … KAMPERLAND’...25
EEN VERSLAG VAN DE AVOND...25
8 AVOND ‘DE TOEKOMST VAN … WISSENKERKE’...29
EEN VERSLAG VAN DE AVOND...29
9 AVOND ‘DE TOEKOMST VAN … KORTGENE’...33
EEN VERSLAG VAN DE AVOND...33
10 TOT SLOT ...37
11 BIJLAGEN ...39
1 Inleiding
Eind 2010 werd het rapport onderwijs ons goed gepresenteerd. Dit rapport, geschreven door Scoop en het RPCZ, beschrijft de ontwikkelingen van het aantal leerlingen in Zeeland.
Uit het onderzoek blijkt dat in Noord-Beveland het aantal jongeren in de basisschoolleeftijd tot 2020 met 28% zal afnemen. Deze ontwikkeling is nieuw voor Noord-Beveland. Tot de komst van dit rapport werd op basis van de beschikbare bevolkingscijfers uitgegaan van een gelijkblijvend aantal jongeren en ouderen.
Deze nieuwe ontwikkeling is de reden dat de raad het initiatief heeft genomen voor een project rondom de demografische ontwikkelingen op Noord-Beveland. Het doel is de demografische ontwikkelingen in kaart te brengen en de consequenties hiervan voor de totale leefbaarheid op Noord-Beveland te onderzoeken. De eerste startnotitie hiervoor, ‘Krimp, ontgroening en
vergrijzing; kans of bedreiging?’, is in het najaar van 2011 geschreven en vastgesteld. Voor dit project zijn er verschillende werkgroepen aan de slag gegaan; Wonen, Zorg & Welzijn en Leefbaarheid. Vanuit de werkgroep ‘Wonen’ is een notitie opgesteld. Vanuit de werkgroep ‘Zorg
& Welzijn’ is het nieuwe Wmo Beleidsplan ontwikkeld en opgesteld waarin veel aandacht wordt besteed aan de demografische ontwikkelingen.
Het verslag dat u nu in handen heeft, komt voort uit de werkgroep ‘Leefbaarheid’. De werkgroep heeft in het kader van het brede onderwerp ‘Leefbaarheid’ in de zes kernen van Noord-Beveland avonden georganiseerd, om de demografische ontwikkelingen en de effecten hiervan op de (toekomstige) leefbaarheid te bespreken met de inwoners.
In hoofdstuk 2 worden de demografische ontwikkelingen beschreven en de nieuwste cijfers hierbij gepresenteerd. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 het onderwerp ‘Leefbaarheid’ uitgewerkt en beschreven. Daarna wordt per kern verslag gedaan van de avonden. In deze verslaglegging is geprobeerd zo zuiver mogelijk weer te geven wat er deze avonden naar voren is gekomen.
Tot slot van het geheel zal er een globale doorkijk gegeven worden naar de vervolgactiviteiten in de periode na vaststelling van dit verslag in de gemeenteraad van juni, na de zomervakantie.
Het project is zeker nog lang niet ten einde. Dit verslag is wellicht pas het echte begin!
Wij wensen u veel leesplezier en hopen u in het najaar weer te ontmoeten!
2 Demografische ontwikkelingen
In dit hoofdstuk worden de ontwikkelingen in de bevolkingssamenstelling omschreven. Hier is gebruikgemaakt van diverse bronnen, o.a. CBS en de Provincie Zeeland. Soms zit er tussen de cijfers van de verschillende bronnen een verschil, ze geven echter wel allemaal de zelfde trend weer.
Er blijkt dat de gemeente Noord-Beveland de komende jaren nog geen echte last heeft van een totale krimpende bevolking. Dit zal naar verwachting pas vanaf 2018 gaan gebeuren.
Totale bevolking als geheel
7.100 7.200 7.300 7.400 7.500 7.600 7.700
2010 2011
2012 2013
2014 2015
2016 2017
2018 2019
2020 2021
2022 2023
2024 2025
2026 2027
2028 2029
2030 Jaren
Aantal
TOTAAL
Grafiek 1, toename/afname bevolking Noord-Beveland als geheel, prognose provincie Zeeland, april 2012.
Wel is er sprake van een sterk veranderende samenstelling van de bevolking. De inwoners worden steeds ouder, het geboortecijfer daalt en jongvolwassenen trekken weg naar de stad (urbanisatie) voor studie of werk. Een deel van hen keert terug na de studie, maar dit zijn er minder dan er wegtrekken. Het gevolg: steeds minder kinderen, minder jongvolwassenen en meer ouderen. Ontgroening en vergrijzing op Noord-Beveland.
Cijfers CBS 2011.
In bovenstaande figuren ‘Grijze druk 2011’ en ‘Demografische druk 2011’ kunt u zien hoe de
Toename/afname 0 t/m 11 jarigen
0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1.000
2010 2011
2012 2013
2014 2015
2016 2017
2018 2019
2020 2021
2022 2023
2024 2025
2026 2027
2028 2029
2030 Jaren
Aantal
Personen 0-11 jaar
Grafiek 2, toename/afname 0 t/m 11 jarigen Noord-Beveland, prognose provincie Zeeland, april 2012.
Toenam e/afnam e 70+
0 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400 1.600 1.800 2.000
Jar en
Personen 70+
Grafiek 3, toename/afname 70+ Noord-Beveland, prognose provincie Zeeland, april 2012.
In de grafieken 2 en 3 is duidelijk te zien dat het aantal 0 t/m 11 jarigen de komende jaren fors gaat dalen (gemiddelde daling van 16 tot 17 kinderen per jaar) en het aantal 70 plussers fors gaat toenemen (gemiddelde toename van 42 tot 43 ouderen 70+ per jaar). Zie Bijlagenboek voor meer grafieken van verschillende leeftijdsgroepen en de ontwikkelingen in aantallen hierbij voor de komende jaren (2010-2030).
Huishoudens
Opvallend is, naast de toename en afname van ouderen en jongeren, dat het aantal
huishoudens de komende jaren fors gaat toenemen. Dit is te verklaren vanuit de vergrijzing. Er komen steeds meer eenpersoonshuishoudens bij door de grote toename van de 70 plussers.
Gevolgen
De veranderende gezinssamenstelling heeft grote gevolgen voor de toekomstige woonvraag:
er zullen meer ouderenwoningen en woningen voor alleenstaanden en minder gezinswoningen nodig zijn. Op langere termijn zullen er in het geheel minder woningen nodig zijn dan nu het geval is.
Het aantal ouderen stijgt dus sterk. Ook het aantal ouderen van zeer hoge leeftijd stijgt en omdat steeds meer ouderen met een beperking zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, zullen ook steeds meer burgers een beroep doen op de Wmo. Er zal een toename zijn in de komende jaren van de vraag naar zorg- en welzijnsvoorzieningen voor ouderen. Dit is een zorg vanwege de afname van de beschikbaarheid van gekwalificeerde mensen op de arbeidsmarkt voor levering van diensten in de (ouderen)zorg, maar het is tegelijkertijd ook een kans op het gebied van werkgelegenheid in de zorgsector op Noord-Beveland.
Als gevolg van de ontgroening zullen er minder kinderen en jongeren op Noord-Beveland zijn in de toekomst. Dit heeft gevolgen voor voorzieningen voor de jeugd, kinderopvang en voor het onderwijs (zie onder ‘Leefbaarheid’). Accommodaties / voorzieningen waar jongeren gebruik van maken krijgen minder klanten. De daling van het aantal kinderen in de gemeente Noord- Beveland zal grote gevolgen hebben voor het basisonderwijs. De kans bestaat dat er scholen onder de wettelijke opheffingsnorm zullen komen. Andere scholen blijven hier waarschijnlijk boven, maar worden door de kleinere omvang wel kwetsbaarder.
3 Leefbaarheid
Hoe prettig is het wonen op Noord-Beveland? De ‘leefbaarheid’, waar het bij het beantwoorden van die vraag om gaat, is afhankelijk van vele factoren. Het gaat om objectief meetbare zaken zoals de aanwezigheid van voorzieningen, de bereikbaarheid en de sociaal-economische achtergrond van de bewoners. Maar de tevredenheid van bewoners met hun leefomgeving is ook afhankelijk van lastiger te meten zaken als de landschappelijke waarde, gevoel van veiligheid en de sociale cohesie in een kern.
Objectieve leefbaarheid
Het begrip ‘leefbaarheid’ geeft aan hoe aantrekkelijk en/of geschikt een gebied of kern is om er te wonen, leren, werken en recreëren. Het RIGO en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) definiëren leefbaarheid als volgt: ”Leefbaarheid is de mate waarin de
leefomgeving aansluit bij de voorwaarden en behoeften die er door de mens aan worden gesteld. Het gaat over de voorwaarden waaronder mensen in een bepaalde omgeving met elkaar kunnen en willen samenleven.”1. Centraal staat dus de vraag in hoeverre de
woonomgeving en de voorzieningen aansluiten bij de verwachtingen, wensen en behoeften van de mensen die er wonen.
De bevolking vergrijst, de beroepsbevolking neemt af en de samenstelling van de huishoudens verandert. Door de demografische ontwikkelingen zullen we veranderingen gaan merken in arbeidsmarkt, de woningmarkt, het verenigingsleven en in de zorg. De vraag naar en het draagvlak voor voorzieningen zal veranderen. Voorzieningen in dorpen worden hierdoor niet meer vanzelfsprekend in stand gehouden. Er zal meer en meer gekeken moeten worden naar de kwaliteit van voorzieningen in plaats van naar kwantiteit van voorzieningen. De school als noodzakelijke voorwaarde voor leefbaarheid van een dorp wordt steeds meer losgelaten. Ook in een ‘woondorp’, met weinig of geen voorzieningen en waar men ‘enkel’ woont terwijl werk, onderwijs, bedrijvigheid e.d. elders is gesitueerd, kan het ‘goed’ wonen zijn (Sluit de basisschool: sluit het dorp?, Scoop 2012).
De kernen op het platteland ontwikkelen zich van autonome dorpen naar woondorpen.
Authentiek autonome dorpen zijn te herkennen aan het gegeven dat wonen, leren, werken, vrije tijd nog voor de meeste mensen uit het dorp zich in het dorp afspelen. Deze autonome dorpen bestaan eigenlijk al niet meer. Leren en werken zijn levensgebieden die zich vrijwel niet meer op dorpsniveau afspelen. Het autonome karakter van dorpen toont zich nu vooral in de sociaal-culturele sfeer. Een dorp is autonoom te noemen als een groot deel van de inwoners aangeeft familie en vrienden in het dorp te hebben en dat de belangrijkste verenigingen voor hen in het dorp zijn. Westkapelle, Sint Annaland en Aagtekerke zijn zulke dorpen. Woondorpen zijn het tegenovergestelde van autonome dorpen. Het zijn kleine dorpen, met weinig
verenigingen, familie en vrienden wonen meestal in andere woonplaatsen.
Sociale infrastructuur
De sociale infrastructuur van een kern, gedefinieerd als het geheel van voorzieningen, verenigingen en sociale activiteiten, is een onderdeel van de barometer leefbaarheid van Scoop. De omvang van de sociale infrastructuur wordt gemeten op de onderdelen sociaal- cultureel verenigingsleven, sport, bereikbaarheid, onderwijs, horeca, financiële dienstverlening en zorg. Voor alle kernen in Zeeland is de omvang van de sociale infrastructuur vastgesteld.
De omvang van de sociale infrastructuur hangt niet samen met de tevredenheid met de kern als woonplaats. Aanwezigheid van culturele voorzieningen en vooral een omvangrijk
verenigingsleven gaat wel samen met een grotere tevredenheid met de kern als woonplaats.
1 Geciteerd uit het Themarapport Leefbaarheid van de Sociale Staat van Zeeland, Scoop 2011.
Dit suggereert dat het vooral lokale activiteiten zijn die het verschil kunnen maken in het algemene oordeel over de kern als woonplaats. Het integrale oordeel over de leefbaarheid niet zozeer gaat om de aanwezigheid van voorzieningen.
Individualisering
Individualisering betreft een universele trend en is van grote invloed op de wijze waarop inwoners/mensen zich betrokken voelen bij elkaar. Minder mensen voelen zich betrokken bij het verenigingsleven en de directe woon- en leefomgeving en willen zich vrijwillig hiervoor inzetten. Dit uit zich in een afnemend ledenbestand van verenigingen en accommodaties die een lage bezetting kennen.
Deze universele trend is niet alleen maar negatief. Er is in Nederland nog steeds sprake van een bepaalde mate van solidariteit. Echter dit wordt niet meer op de traditionele manier in de directe woonomgeving ingevuld. De actieradius van mensen is groter geworden, dit levert nieuwe sociale verbanden op, op een hoger schaalniveau dan de eigen buurt.
Mensen kiezen vaker voor internet als medium en voor projectmatige vrijwillige inzet in plaats van structureel vrijwilligerswerk. Ontmoetingsmogelijkheden op diverse schaalniveaus zijn belangrijk voor sociale samenhang en om draagvlak te blijven houden voor solidariteit en zorg voor elkaar.
Ervaren leefbaarheid
Om goede beslissingen te kunnen nemen over het voorzieningenniveau in de kernen op Noord-Beveland, is naast inzicht in de veronderstelde leefbaarheid dus ook een representatief beeld nodig van de ervaren leefbaarheid in de verschillende kernen. Dit is des te belangrijker vanwege de veranderende samenstelling van de bevolking waar de gemeente Noord-Beveland in de komende jaren in toenemende mate mee te maken krijgt. In die situatie rijst de vraag namelijk welk voorzieningenniveau in de toekomst reëel is in de kernen. Dit vergt een fundamentele discussie met burgers over de vraag wat werkelijk nodig is om het leven in de verschillende dorpen zo prettig mogelijk te maken. Om die discussie goed te kunnen voeren is kennis over de huidige beleving van de leefbaarheid in de kernen nodig. Dit verslag hoopt in die behoefte te voorzien.
4 Avond ‘De toekomst van … Kats’
Een verslag van de avond
Woensdagavond 29 februari 2012, de eerste discussieavond over de demografische ontwikkelingen op Noord-Beveland en dan specifiek in de kern Kats.
Er wordt, als eerste onderdeel van de avond, een inleiding gehouden door de gespreksleider van de avond, dhr. Jan van Iwaarden. In de inleiding vertelt Jan over de prognoses rondom de demografische ontwikkelingen als de vergrijzing en ontgroening. Er worden globale schattingen gegeven van
percentages van ontwikkeling van de bevolking in 2020 en in 2030. Deze schattingen laten zien dat er vanaf 2020 een steeds grotere verandering
plaatsvindt in de bevolkingsamenstelling.
Na de inleiding start een presentatie van dhr. Jan Ennik (RPCZ) over het specifieke onderwerp
‘onderwijs’ in relatie tot de demografische ontwikkelingen. Hierbij is te zien en te horen dat er, door ontgroening, steeds minder leerlingen op de scholen in het basisonderwijs in Zeeland zitten en wat voor effecten dit heeft op het onderwijs (kwalitatief/kwantitatief). Groei zou niet meer als uitgangspunt gekozen moeten worden (groeireflex). Men zou zich meer moeten gaan focussen op kwaliteit. De leefbaarheid in een kern wordt voor een groot deel bepaald door wat er georganiseerd wordt, niet perse door de voorzieningen zoals de school. In het Bijlagenboek kunt u de beide presentaties (inleiding en onderwijs/RPCZ) vinden en nog eens nalezen.
Vragen uit de zaal naar aanleiding van de presentatie
Na dit eerste half uur van presenteren is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Er wordt gevraagd of deze cijfers en prognoses wel kloppen? Landelijk wordt echter dit algemene beeld van vergrijzing en ontgroening ook bevestigd, met uitzondering van de randstad.
Er wordt gevraagd naar de criteria voor kwaliteit van onderwijs. Groepen samenvoegen zoals combinatiegroep 1, 2 en 3 heeft ook voordelen wordt gesteld. Het groepswerk, waar oudere kinderen de jongere kinderen helpen, is toch ook goed. Verschillende onderwijsexperts geven echter aan dat groepswerk met
leeftijdsgenoten gunstig is voor de leeromgeving en ontwikkeling van kinderen. Ook is het goed om keuzemogelijkheden te hebben in omgang met leeftijdsgenoten, vriendjes en vriendinnetjes. Zijn er dan in de komende jaren wel genoeg
leeftijdsgenoten op Kats en zijn er wel genoeg meisjes of juist jongens op de kleine school? Er wordt vanuit de zaal gereageerd door een ouder die vertelt dat er nog 4 kinderen op de kinderopvang zitten, waarvan er twee kinderen van hem
zijn. Dit geeft ouders wel een gevoel van kwetsbaarheid en onrust. Voor hoe lang kan de kinderopvang op deze manier nog blijven bestaan?
Adviezen en vragen vanuit de zaal
Gaan we voor kwaliteit of kwantiteit? Kwaliteit staat hoog in het vaandel. Ook een heel kleine school kan kwaliteit leveren. Men moet op Kats zo lang mogelijk doorgaan met de kleine school zo lang als de kwaliteit goed is.
Waarom zou je een kleine school die het goed doet sluiten? Zeker vanwege de sociale functie die de school vervult in het dorp.
Eén school voor heel Noord-Beveland in combinatie met mobiliteit voor iedereen.
Combinaties met vervoer voor jong en oud. ’s Morgens vervoer naar de centrale school van hoge kwaliteit op het eiland, daarna de busjes inzetten voor de andere burgers van Noord-Beveland voor vervoer over het eiland.
Er zijn zorgen over de discussie met Nobego.
Men is aan het nadenken over sluiten van de school, maar waarom? Kwaliteit is toch goed?
De school heeft een belangrijke sociale functie in de kern.
Heeft Nobego geld voor twee of drie groepen komend schooljaar? Als er wordt terug gegaan naar twee groepen is dit een slecht signaal aan de ouders.
Is men bereid om er geld in te steken?
Kunnen zorgvoorzieningen ook gebruik maken van het gebouw? Zorg voor meer gebruikers dus meer draagvlak waardoor kosten gedeeld kunnen worden.
Laat de kwaliteit van het bovenschools management beoordelen.
Wees als gemeente kritisch op Nobego en oefen uw invloed uit via de begroting.
Wat zijn mogelijkheden om een school zonder Nobego op te richten voor Kats? De wettelijke stichtingsnorm is 200 leerlingen.
Kan er samengewerkt worden met andere denominaties in het onderwijs?
Speel in op de cijfers en prognoses en erken de cijfers zoals ze zijn.
Na de pauze vanuit de zaal
Werkgelegenheid is belangrijk, vooral Zeeuws breed. Maar trekt dit wel gezinnen aan voor Noord-Beveland?
Zorg dat Noord-Beveland een aantrekkelijke forensengemeente is om in te wonen.
Noord-Beveland moet heel aantrekkelijk worden/zijn om te wonen/leven.
Zorg voor goede zorgvoorzieningen voor ouderen.
Toerisme is belangrijk, al wordt het wel moeilijker. De spoeling wordt dunner, er is niet veel groei meer.
Wat gebeurt er met de werkhaven in de toekomst? Toeristen moet je naar Kats trekken door de haven meer toeristisch-recreatief te maken. Niet industrieel.
Ontwikkel een gemeentecamping zoals men ook in Frankrijk tegenkomt.
Zorg voor goed openbaar vervoer.
Openbaar vervoer organiseren lukt niet, omdat men er te weinig gebruik van maakt. Er rijden lege bussen rond. De bussen zijn vaak ’s ochtends en ’s middags vol, verder zijn ze bijna leeg.
Na de pauze wordt er gestart met stellingen/stemmingen waarop men kan stemmen. De stellingen/stemmingen zorgen voor enige onrust in de zaal. Er wordt aangegeven dat de stellingen/stemmingen suggestief zijn. Een paar mensen in de zaal geven aan dat zij
denken/vinden dat de gemeente probeert te manipuleren door middel van de stellingen. Door gespreksleider Jan van Iwaarden wordt uitgelegd dat dit niet de bedoeling is en dat deze stellingen in iedere kern exact hetzelfde ingezet en gebruikt zullen worden. Dit wordt gedaan om mensen die tijdens deze avonden niet graag praten toch een mogelijkheid te geven om hun stem te laten horen. Ook geeft het een globaal beeld hoe er over een onderwerp gedacht wordt. Dit is dan een klein onderdeel van de input en voornamelijk ondersteunend aan alle andere input vanuit de zaal en via post en e-mail. In het Bijlagenboek kunt u teruglezen/vinden hoe er gestemd is in Kats.
Tot slot worden er nog een aantal opmerkingen gemaakt en vragen gesteld.
Let op dat er goede en adequate persoonsalarmering op het eiland functioneert.
Stel dat er een grote school voor heel Noord-Beveland komt. Wat doet dat dan met de leefbaarheid? De leefbaarheid zal verminderen, stellen een aantal mensen in de zaal.
De dynamiek van de samenleving is jong en oud tezamen.
Denk aan het organiseren van de zorg. Wat organiseer je als gemeente centraal in bijvoorbeeld de Oosterschelderegio, wat organiseer je lokaal?
Hoe ver kan gemeente Noord-Beveland gaan om het ontwikkelen en bouwen van starterwoningen en huurwoningen te stimuleren?
Huisarts per kern behouden. Spreekuur op de kernen houden, dichtbij de mensen.
5 Avond ‘De toekomst van … Geersdijk’
Een verslag van de avond
Dinsdagavond 6 maart 2012, de tweede discussieavond over de demografische ontwikkelingen op Noord-Beveland en dan specifiek in de kern Geersdijk.
Er wordt, als eerste onderdeel van de avond, een inleiding gehouden door de gespreksleider van de avond, dhr. Jan van Iwaarden. In de inleiding vertelt Jan over de prognoses rondom de demografische ontwikkelingen als de vergrijzing en ontgroening. Er worden globale schattingen gegeven van percentages van ontwikkeling van de bevolking in 2020 en in 2030. Deze
schattingen laten zien dat er vanaf 2020 een steeds grotere verandering plaatsvindt in de bevolkingsamenstelling, bijvoorbeeld dat er een daling van het aantal kinderen (0 tot 12 jaar) plaats zal vinden van –24% in 2020.
Na de inleiding start een presentatie van dhr. Jan Ennik (RPCZ) over het specifieke onderwerp
‘onderwijs’ in relatie tot de demografische ontwikkelingen. Hierbij is te zien en te horen dat er, door ontgroening, steeds minder leerlingen op de scholen in het basisonderwijs in Zeeland zitten en wat voor effecten dit heeft op het onderwijs (kwalitatief/kwantitatief). Groei zou niet meer als uitgangspunt gekozen moeten worden (groeireflex). Men zou zich meer moeten gaan focussen op kwaliteit.
De leefbaarheid in een kern wordt voor een groot deel bepaald door wat er georganiseerd wordt, niet perse door de voorzieningen zoals de school. In het Bijlagenboek kunt u de beide presentaties (inleiding en onderwijs/RPCZ) vinden en nog eens nalezen.
Vragen uit de zaal naar aanleiding van de presentatie Adviezen en vragen vanuit de zaal
De directrice van basisschool ‘De Dubbele Punt’ geeft aan dat er momenteel 35 leerlingen op de school zitten. Verwacht wordt dat dit de komende jaren boven de 30 blijft. Al blijft een prognose lastig, het verhuizen van mensen heeft grote invloed op het aantal leerlingen van de school.
Er wordt gevraagd bij welk leerlingenaantal een school goed is en wat de ondergrens is.
o Jan Ennik vertelt dat volgens de directeuren een school boven de 80 leerlingen goed onderwijs kan leveren. Tussen de 60 en de 80 staat het licht op oranje. In Drenthe wordt gesteld dat 50 leerlingen de grens is, kom je hieronder dan is het niet meer verantwoord.
Geersdijk heeft huurwoningen nodig, hiervoor moet gebouwd worden. De huidige leefbaarheid en de school die er nu is, is goed, maar het dorp vergrijst. Daarom moet er gebouwd worden, met name voor gezinnen.
Het feit dat een klein dorp als Geersdijk een school heeft is een luxe. De school is echter wel belangrijk voor de leefbaarheid. De school moet zo lang mogelijk in stand worden gehouden. Maar niet ten koste van alles, de kwaliteit van het onderwijs is belangrijk.
Het onderwijs zou samen met de gemeente scenario’s moeten maken. Hoe ziet de toekomst er uit? Maak het concreet en zichtbaar met totaal aantal leerlingen op Noord- Beveland, vervoersstromen, locaties van schoolgebouwen die er zijn, kostenplaatje schetsen etc. Wat betekenen de ontwikkelingen voor ouders, leerlingen, leerkrachten?
Zijn er mogelijkheden om samen te werken tussen de denominaties in het basisonderwijs? Hoe zou het onderwijs er in de toekomst uit kunnen zien?
Aangegeven wordt dat men het jammer vindt dat er relatief weinig ouders zijn. Iedereen heeft via de school een uitnodiging gehad.
Op school is wel een discussie gaande, ook met de MR. Vanuit de stichting Primas wordt aangegeven dat nu de tijd rijp is om te praten over de toekomst van de scholen.
Voor kleine scholen zijn de allerbeste leerkrachten nodig (duizendpoten). Een school met 80 leerlingen of meer biedt meer mogelijkheden voor het onderwijs om betere kwaliteit te kunnen bieden. Met een groter team heb je meer mogelijkheden voor diversiteit, expertiseverdeling, gezamenlijke scholing.
Er zou naar het totaal aantal leerlingen van Noord-Beveland gekeken moeten worden.
Hier kan dan één centrale school voor gerealiseerd worden. Het liefst in Geersdijk.
De scholen zouden meer moeten samenwerken.
Hoe gaat het met het dorp als de school dicht is?
Wat dan?
Als de school sluit dan sluit het dorp!
Waarom zou je een kleine school sluiten?
Er zou één grote school gesloten moeten worden, de leerlingen kunnen dan verdeeld worden over de kleine scholen!
De directrice geeft aan dat ‘De Dubbele Punt’
onlangs een zwakke school is geweest. De afgelopen jaren zijn er veel verbeteringen geweest. Nu zit de school weer in het basisarrangement.
Na de pauze vanuit de zaal
Aan de hand van de stellingen ontstond er discussie. De uitslagen van de stellingen zitten in de bijlage. De genoemde punten staat hieronder.
De kwaliteit van de school is nu goed, dus zullen de kinderen ook in de toekomst in Geersdijk naar school gaan. Mocht een sluiting onvermijdelijk zijn dan is een school in de buurt het redelijke alternatief.
De regioschool is onvermijdelijk.
Er moet extra gebouwd worden. Dit trekt jongeren. In samenhang hiermee zou ook de bereikbaarheid verbeterd kunnen worden.
Er moet wat gebeuren. Door starterleningen zouden jonge gezinnen ondersteund moeten worden.
De school is belangrijk voor Geersdijk. De school trekt jongeren, anders blijven ze weg.
Er moeten op het dorp zowel voor ouderen als jongeren voorzieningen zijn.
De toename van het aantal ouderen is ook een kans!
De leefbaarheid van Geersdijk komt door de mensen zelf. De gemeente zou door vergunningen en subsidies een bijdrage kunnen leveren
Het liefst voorzieningen behouden in de kern. Als niet elk type voorzienig behouden kan blijven dan is het wenselijk dat er spreiding van de voorzieningen is zodat elk dorp iets krijgt. Geef Geersdijk ook een voorziening, bijvoorbeeld de grote regioschool!
Het dorp zou door de makelaars meer gepromoot moeten worden, makelaars weten wat er allemaal is op het dorp.
De gemeente zou startende ondernemers meer moeten ondersteunen om bedrijven over te nemen of te starten.
6 Avond ‘De toekomst van … Colijnsplaat’
Een verslag van de avond
Maandagavond 12 maart 2012, de derde discussieavond over de demografische ontwikkelingen op Noord-Beveland en dan specifiek in de kern Colijnsplaat.
Er wordt, als eerste onderdeel van de avond, een inleiding gehouden door de gespreksleider van de avond, dhr. Jan van Iwaarden. In de inleiding vertelt Jan over de prognoses rondom de demografische ontwikkelingen als de vergrijzing en ontgroening. Er worden globale schattingen gegeven van percentages van ontwikkeling van de bevolking in 2020 en in 2030. Deze
schattingen laten zien dat er vanaf 2020 een steeds grotere verandering plaatsvindt in de bevolkingsamenstelling, bijvoorbeeld dat er een daling van het aantal kinderen (0 tot 12 jaar) plaats zal vinden van –24% in 2020.
Na de inleiding start een presentatie van Elly Verkleij van Scoop over leefbaarheid. Zij probeert het begrip leefbaarheid uit te leggen en begrijpelijker te maken. Aan de zaal wordt gevraagd wat leefbaarheid is;
Winkels
Lijnbus/openbaar vervoer
Gemêleerde bevolkingssamenstelling
Goed verzorgde voorzieningen
Groenvoorzieningen
Zorgvoorzieningen
Werkgelegenheid/economie.
Er wordt gesproken over de overlast door hondenpoep op straat en over de straatverlichting (verdeling lantaarnpalen over verschillende straten). Kijk als gemeente eens goed naar de straatverlichting en de aanpak van hondenpoep op straat. Er is vervuiling van de
omgeving/straten in de laatste 5 jaar in Colijnsplaat.
Elly laat vervolgens verschillend cijfermateriaal zien over Colijnsplaat vanuit de Sociale Staat van Zeeland. Hieruit kwam opvallend naar voren dat Colijnsplaat een hoog
voorzieningenniveau heeft, maar een lage tevredenheid met de woonomgeving (relatief). In het Bijlagenboek kunt u de beide presentaties (inleiding en leefbaarheid Scoop) vinden en nog eens nalezen.
Adviezen en vragen vanuit de zaal
Jan van Iwaarden stelt de vraag aan de zaal; wat is goed voor Colijnsplaat, voor de toekomst?
De zaal krijgt het woord:
Colijnsplaat is de 3e grootste kern van Noord-Beveland, maar gevoel leeft dat
Colijnsplaat achtergesteld wordt op Kortgene en Kamperland. Men voelt zich niet altijd serieus genomen door de gemeente.
Vroeger was Colijnsplaat het grootste van de kernen. Het is afgebroken.
Let op het aanzicht van het dorp. De entree van het dorp is belangrijk.
Maak het dorp aantrekkelijk qua uiterlijk.
Er zijn te weinig parkeervakken.
Let op verkeersovertredingen. Er is geen politie te zien. Bij evenementen is dit zeker een aandachtspunt.
Zorg voor een beschikbare Buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA).
Regels handhaven. Niet teveel regels, maar als er regels zijn deze goed handhaven.
Na de pauze vanuit de zaal
Er staan teveel reclameborden en verkeersborden. Zorg ervoor dat het er minder rommelig uitziet.
Monumenten behouden. Zorg goed voor de monumenten.
Klassieke woningbouw handhaven.
Authentieke bouw en uitstraling.
Subsidies verstrekken om woningen op te knappen, maar hierbij wel regels stellen (welstandscommissie, bijvoorbeeld opletten dat er hout gebruikt wordt i.p.v. staal).
Duidelijk beleid rondom woningbouw (welstand e.d.).
Authenticiteit van het dorp behouden door inrichting van het dorp, ondergrondse vuilcontainers, parkeerterrein haven is rommelig.
Dit alles kost wel (veel) geld. Moet de belasting dan verhoogd worden?
Historie handhaven, maar wel anno 2012. We moeten van Colijnsplaat geen museumdorp maken.
Een groot gedeelte van het dorp 30km-zone maken of meer snelheidsbeperkende maatregelen nemen.
Het buitengebied is van groot belang voor Colijnsplaat en voor heel Noord-Beveland.
Zie memo Petra Sloof-Spijker.
De demografische ontwikkelingen zijn geen probleem. We moeten ons wel aanpassen.
De potentieel in het dorp aanwezige mogelijkheden, kansen en ontwikkelingen bieden voldoende houvast om de leefbaarheid in stand te houden. Het gaat niet vanzelf.
Aanpakken is gewenst.
Versterking van de kwaliteit van ouderenopvang en de bouw van aanleunwoningen.
Verzorgde leefomgeving in het dorp. Kwaliteit hoog houden.
Aandacht voor vervoer en verbindingen op het dorp aantrekkelijk houden.
Vervangende bouw van woningen. Inbreidingsprojecten i.p.v. uitbreidingsprojecten.
Wandelvoorzieningen. Mogelijk maken dat ouderen zich op eigen wijze kunnen bewegen.
Wifi voorzieningen / GR/QR codes.
Winkelvoorzieningen voor inwoners geven geen/nauwelijks meerwaarde voor leefbaarheid.
Voorkomen van sociale armoede en vereenzaming onder jongeren en ouderen.
Nieuwe wegen zoeken voor sociale samenhang.
Leestafel, dorpssociëteit.
Geen versnippering Horeca door veel kantines e.d.
Aan de hand van de stellingen ontstond er discussie. De uitslagen van de stellingen zitten in de bijlage. De genoemde punten staat hieronder.
Zorg voor een excellente school plus goed vervoer plus kinderopvang, voorschoolse en naschoolse opvang. Dat is goede PR voor het eiland en zorgt bij ouders van (jonge) kinderen voor rust.
Grote school kan ook te groot worden. Dan ontstaat er een vervoersprobleem.
Wat is een grote school of een kleine school? Dat is een zeer relatief begrip namelijk.
In de randstad is een betrekkelijk kleine school een school met 300-400 leerlingen, terwijl dat hier een grote school is.
Praat eilandbreed over het onderwerp ‘onderwijs’.
Een basisschool op ieder dorp is ook waardevol.
Het ‘ons-kent-ons’ gevoel geeft gevoel van geborgenheid en veiligheid. Zowel voor ouders als kinderen. Je kent elkaar nog.
Bouw goedkope huurwoningen. Project ‘Open Hof’ Colijnsplaat als voorbeeld.
Multifunctioneel en levensloopbestendig bouwen.
Woningen afbreken en opnieuw bouwen.
Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit.
Realiseer voorzieningen voor ouderen, dan kunnen jongeren doorgroeien in de huizen waar nu ouderen in zitten die eigenlijk wel weg willen, maar nu niet kunnen.
Maak een (online) forum voor Colijn of voor heel Noord-Beveland. Hierop moet dan makkelijk en duidelijk te vinden zijn welke voorzieningen waar zijn, welke activiteiten er plaatsvinden en waar men elkaar kan treffen of vinden in en om het dorp of de dorpen.
Maak een steunpunt/infopunt/ontmoetingspunt in Cleijenborch in samenwerking met gemeente.
Blijf verenigingen ondersteunen door middel van subsidies.
Leefbaarheid staat of valt met actieve verenigingen en clubs.
Maak een centrale sportvoorziening of een grote vereniging.
Behoud de voorzieningen op het eiland die op de langere termijn levensvatbaar zijn.
Kijk voor de voorzieningen naar het eiland Noord-Beveland als geheel en niet meer per kern.
Stimuleer samenwerking tussen verenigingen om goede voorzieningen te hebben en te behouden.
Zorg voor flexibelere verbindingen tussen de kernen.
Dit kun je als samenleving ook lokaal zelf organiseren. Meerijden met elkaar, vrijwilligers etc.
Pluk de vruchten van het toerisme.
Let op, als het eiland niet (meer) aantrekkelijk is voor toeristen is het eiland niet (meer) aantrekkelijk voor de lokale bevolking.
Maak het strandje van Colijnsplaat in orde. Zorg voor voldoende zand.
Zorg voor ontmoetingsplekken in het dorp.
Verdeel de voorzieningen over het eiland. Iedere kern wat.
7 Avond ‘De toekomst van … Kamperland’
Een verslag van de avond
Woensdagavond 21 maart 2012, de vierde discussieavond over de demografische ontwikkelingen op Noord-Beveland en dan specifiek in de kern Kamperland.
Er wordt, als eerste onderdeel van de avond, een inleiding gehouden door de gespreksleider van de avond, dhr. Jan van Iwaarden. In de inleiding vertelt Jan over de prognoses rondom de demografische ontwikkelingen als de vergrijzing en ontgroening. Er worden globale schattingen gegeven van percentages van ontwikkeling van de bevolking in 2020 en in 2030. Deze
schattingen laten zien dat er vanaf 2020 een steeds grotere verandering plaatsvindt in de bevolkingsamenstelling, bijvoorbeeld dat er een daling van het aantal kinderen (0 tot 12 jaar) plaats zal vinden van –24% in 2020.
Na de inleiding start een presentatie van Bas ter Stege over leefbaarheid. Wat is leefbaarheid? Wat is van belang voor de leefbaarheid? Hoe is de leefbaarheid nu en wat hebben we nodig om de leefbaarheid in 2020 op peil te houden?
Mobiliteit speelt een cruciale factor bij leefbaarheid. Welke rol speelt de
aanwezigheid van onderwijs, sport en een dorpshuis. Wat zijn de trekkers in de kern?
Bas stelt dat er voor bepaalde activiteiten subsidies beschikbaar zijn. De EU
subsidieert niet in stenen maar wel in activiteiten op het gebied van: Sociale Cohesie, economische Stijging of bijzondere doelgroepen zoals dementen.
In het Bijlagenboek kunt u de beide presentaties (inleiding en Bas ter Stege/leefbaarheid) vinden en nog eens nalezen. Naar aanleiding van de presentatie kwamen er vragen en opmerkingen, deze staan hieronder.
Vragen uit de zaal naar aanleiding van de presentatie Adviezen en vragen vanuit de zaal
In het kader van de mobiliteit zijn mobiele voorzieningen erg belangrijk, een voorbeeld hiervan is de biblio-servicebus, waar je onder andere ook kan pinnen.
De gezondheidszorg zou zo dicht mogelijk bij de mensen georganiseerd moeten worden. Een voorbeeld hiervan zijn de huisartsen, zij moeten in de kernen blijven en niet centraal op één punt gaan zitten.
Werk is een belangrijke factor. Op Noord-Beveland moet werk zijn en blijven. De gemeente zou zich hier actief moeten op stellen. Door te faciliteren en
vestigingsmogelijkheden te creëren.
Functies en voorzieningen zouden over het eiland verdeeld moeten worden.
Jongeren reizen makkelijker voor werk. Maar ouderen en gezinnen met kinderen hebben graag de voorzieningen dichtbij.
Er komen minder jongeren, het behouden van de jongeren is een illusie.
Het openbaar vervoer is goed, er komt 1x per uur een bus, houden zo! Kamperland is één van de best voorziene kernen, er zou vervoer naar Kamperland toe moeten komen.
Een buurtbus naar de reguliere aansluitingen of naar plekken waar boodschappen gedaan kan worden kan het vervoer nog verder verbeteren.
De busverbinding ’s avonds zou verbeterd moeten worden, zodat men ook ‘s avonds het eiland op en af kan.
Zou digitale hulp ouderen kunnen helpen? In 2020 is dit nog te vroeg. Maar de ontwikkelingen gaan snel, digitalisering is een oplossingsrichting.
Wat betreft de faciliteiten wil men alles graag zo houden. De ondernemers geven aan dat er berichten zijn dat een aantal ondernemers gaat stoppen, dit is een groot
probleem, hierdoor zullen er voorzieningen wegvallen. Wat de rol van de gemeente hierin kan spelen is lastig, het is een economisch probleem. Het is voor jongeren lastig om te starten.
De gemeente zou een soort garantieregeling moeten creëren om startende ondernemers te helpen. Als een voorziening weg valt is deze ook echt weg!
Na de pauze vanuit de zaal
Aan de hand van de stellingen ontstond er discussie. De uitslagen van de stellingen zitten in de bijlage. De genoemde punten staan hieronder.
Het onderwijs is ook in 2020 nog op Kamperland, de school is nieuw deze zal niet zomaar verdwijnen.
Er zal een regioschool komen, hier ontkom je niet aan.
Voor Kamperland zal het behoud van de school geen probleem worden, voor andere kernen wel. De vraag is als je krimpt hoe kun je kwaliteit blijven leveren? Een school op de eigen kern of één school en deze faciliteit samen delen.
Omdat we ontgroenen en vergrijzen moeten we inzetten op de ouderen, dit wordt de grootste groep en hier moet je voor zorgen. Als je dit doet zorgt dit vanzelf ook voor werk voor ouderen.
Omdat we ontgroenen en vergrijzen moeten we juist inzetten op de jongeren, de jeugd heeft de toekomst! Er moet gezorgd worden dat de jongeren hier naartoe komen.
Vergrijzing is een gegeven, hier kun je niks aan doen, dus inzetten op jongeren!
Ook in de toekomst zal er een actief verenigingsleven zijn. Al wordt het wel moeilijker.
Steeds minder mensen zijn actief lid, als vrijwilliger betrokken bij bijvoorbeeld de buurt/oranje vereniging. Dit geldt ook voor de sportverenigingen.Veel mensen die in Kamperland wonen, werken er niet en doen ook hun inkopen elders. De mensen zijn minder bezig met hun kern.
Misschien is het samenwerken met andere kernen een idee. Bijvoorbeeld gezamenlijk de intocht van Sinterklaas organiseren. Dit heeft alleen wel tijd nodig, nu doet men dit nog allemaal zelf.
Voor het openbaar vervoer is het belangrijk dat er een goede aansluiting met de trein komt.
Concentratie is de beste oplossing voor kwaliteit. Niet alles is te behouden per kern.
Voorzieningen zouden ook flexibeler gemaakt kunnen worden.
Aangegeven wordt dat men het jammer vindt dat er zo weinig jongeren zijn.
Met betrekking tot activiteiten op Noord-Beveland zou er meer afstemming moeten komen, zodat men van elkaar weet wat waar gebeurt, dit kan door het opzetten van een evenementenkalender.
De landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten zijn een belangrijke pijler van Kamperland, dit moet blijven bestaan.
8 Avond ‘De toekomst van … Wissenkerke’
Een verslag van de avond
Dinsdagavond 27 maart 2012, de vijfde discussieavond over de demografische ontwikkelingen op Noord-Beveland en dan specifiek in de kern Wissenkerke.
Er wordt, als eerste onderdeel van de avond, een inleiding gehouden door de gespreksleider van de avond, dhr. Jan van Iwaarden. In de inleiding vertelt Jan over de prognoses rondom de demografische ontwikkelingen als de vergrijzing en ontgroening. Er worden globale schattingen gegeven van percentages van ontwikkeling van de bevolking in 2020 en in 2030. Deze
schattingen laten zien dat er vanaf 2020 een steeds grotere verandering plaatsvindt in de bevolkingsamenstelling, bijvoorbeeld dat er een daling van het aantal kinderen (0 tot 12 jaar) plaats zal vinden van –24% in 2020.
Na de inleiding start een presentatie van Bas ter Stege over leefbaarheid. Wat is leefbaarheid? Wat is van belang voor de leefbaarheid? Hoe is de leefbaarheid nu en wat hebben we nodig om de leefbaarheid in 2020 op pijl te houden?
Mobiliteit speelt een cruciale factor bij leefbaarheid. Welke rol speelt de aanwezigheid van onderwijs, sport en een dorpshuis. Wat zijn de trekkers in de kern? Winkels zijn trekkers van klanten en zorgen dus voor bedrijvigheid in een kern. Ook het onderwijs kan een belangrijke trekker zijn.
Bas vertelt over het ‘Blokker-effect’. Hiermee bedoelt hij dat als er ergens een wat grotere en bekende winkel zich vestigt, er vaak andere winkels zich ook willen vestigen vanwege de aanloop van klanten. Bas vraagt of er in Wissenkerke sprake is of kan zijn van een Aldi-effect?
Vanuit het publiek komt er een reactie; “Ja, moet er komen!”. In het Bijlagenboek kunt u de beide presentaties (inleiding en Bas ter Stege/leefbaarheid) vinden en nog eens nalezen.
Vragen uit de zaal naar aanleiding van de presentatie Adviezen en vragen vanuit de zaal
Als we mensen in de kern Wissenkerke willen behouden, moeten we zorgen voor winkels en bedrijvigheid in het dorp.
Kies echt voor het zwembad; dus versterken of uitbreiden. Speeltuin erbij of
kinderboerderij? Maak het zwembad tot meer dan enkel het zwembad zoals het nu is.
Voorzieningen in het dorp die er al zijn versterken/behouden.
Behoud de zelfstandigheid als gemeente.
Meer betrokkenheid door kleinschaligheid.
Bedrijfsgebouwen behouden en ondersteunen.
Goedkopere grond voor bedrijven.
Stimuleren van bedrijven en bedrijvigheid. Laat je als gemeente niet door weerstand van burgers weerhouden.
Vergunningen ‘makkelijker te verkrijgen’ maken. Kan beter, soepeler en makkelijker voor bedrijven.
Hoe houd je jonge mensen hier?
o Werkgelegenheid voor mensen met een lagere opleiding / behoudt jongeren om hier te werken.
o Regionale opleidingen behouden, zodat men hier kan blijven voor de studie en niet wegtrekt voor studie en daarna niet meer terugkomt.
Openbaar vervoer is belangrijk.
o Regelmatige busverbinding.
o Verbindingen tussen de OV lijnen.
o Lijn over het eiland (halfuursdienst).
o Zaterdagavond discobus.
o Er is ’s avonds na 19.00 uur geen OV meer, dat kan toch niet.
Betaalbare woningen, starterwoningen.
Goede telefoon en internetverbindingen.
Wifi overal op Noord-Beveland.
Natuur en landschapskwaliteiten behouden.
School behouden op het dorp.
Voor forensen is het aantrekkelijk wonen. Dit stimuleren en promoten.
Regioschool met goed vervoer er naartoe. De schoolbus gebruiken voor OV overdag.
Iedere kern een klas/groep van een school.
Na de pauze vanuit de zaal
Aan de hand van de stellingen ontstond er discussie. De uitslagen van de stellingen zitten in de bijlage. De genoemde punten staan hieronder.
Toekomst – niet op elk dorp een school haalbaar. Speel daar nu al op in, ga voor kwaliteit en ontwikkel visie op 10-20 jaar vooruit.
Stimuleer dat de denominaties (christelijk, katholiek, openbaar) gaan samenwerken in het onderwijs. Besturen van de verschillende overkoepelende stichtingen moeten in overleg met elkaar treden.
Als er jongeren in een kern zijn (wonen, werken) trekt dat andere jongeren aan.
Voorzieningen voor sport zijn belangrijk.
Promoot het goedkoop en aantrekkelijk wonen op Noord-Beveland. Benadruk dat je dan aan een Nationaal Park woont.
Promoot de buitensportmogelijkheden op het eiland meer (paardrijden, watersport, wandelen, fietsen).
Kies voor zowel jong als oud, ouderen zijn er in ieder geval al genoeg.
Het beleid van Noord-Beveland moet zich richten op samenwerken en bevorderen van samenwerken tussen verenigingen, stichtingen en de dorpen. Bijvoorbeeld bij een
Stimuleer participatie van burgers. Hoe krijg je mensen actief in de samenleving en af en toe hun huis uit? De fotoclub was een succes. Er is een terugloop van betrokken mensen en geen vernieuwing. Verenigingen moeten zelf zeer actief zijn om nieuwe aanwas te organiseren/creëren.
Werk samen in het OV. Kan er met vrijwilligers zelf iets georganiseerd worden?
Toerisme is hard nodig voor inkomsten en bedrijvigheid. Zonder toerisme waren er veel meer winkels niet meer geweest op het eiland.
Benut de kwaliteit van de kernen. Iedere kern heeft zijn eigenheid en is uniek. Benut dit.
Denk aan een redelijke verdeling en spreiding van voorzieningen over het eiland.
De sfeer op Wissenkerke moet verbeteren. Er is veel leegstand. Zorg dat de dorpskern er aantrekkelijk uit ziet.
Zorg voor verdraagzaamheid naar elkaar toe. In 2020 zou Wissenkerke moeten gaan voor het meest leefbare en verdraagzame dorp van Noord-Beveland.
9 Avond ‘De toekomst van … Kortgene’
Een verslag van de avond
Woensdagavond 11 april 2012, de zesde en voorlopig laatste discussieavond over de demografische ontwikkelingen op Noord-Beveland en dan specifiek in de kern Kortgene.
Er wordt, als eerste onderdeel van de avond, een inleiding gehouden door de gespreksleider van de avond, dhr. Jan van Iwaarden. In de inleiding vertelt Jan over de prognoses rondom de demografische ontwikkelingen als de vergrijzing en ontgroening. Er worden globale schattingen gegeven van percentages van ontwikkeling van de bevolking in 2020 en in 2030. Deze
schattingen laten zien dat er vanaf 2020 een steeds grotere verandering plaatsvindt in de bevolkingsamenstelling, bijvoorbeeld dat er een daling van het aantal kinderen (0 tot 12 jaar) plaats zal vinden van –24% in 2020.
Na de inleiding start een presentatie van Dick van der Wouw van Scoop over leefbaarheid. Hij probeert de vraag ‘Wat is leefbaarheid?’ te beantwoorden. De leefbaarheidsbarometer
(www.leefbaarometer.nl) geeft hier antwoord op. Alleen wel vooral vanuit het perspectief van de randstad. Hierom heeft Scoop een eigen barometer leefbaarheid ontwikkeld, de leefbaarheid moet gezien worden in context met de omgeving.
Centraal is de vraag:‘Hoe is de match tussen het individu en zijn omgeving?’. Uit onderzoek blijkt dat het behouden van alle voorzieningen niet cruciaal is voor de leefbaarheid. Om in te spelen op de demografische ontwikkelingen kan gebruik worden gemaakt van scenarioplanning waarbij er onder de huidige toekomstverwachtingen verschillende scenario’s worden
uitgewerkt.
Vier mogelijke scenario’s zijn:
1. Behoud van alle voorzieningen 2. Cluster de voorzieningen
3. Herschikking van de voorzieningen
4. Voorzieningen op de schop, inzet op kwaliteit.
Zie voor meer informatie de presentatie in het Bijlagenboek. Naar aanleiding van de presentatie kwamen er vragen en opmerkingen, deze staan hieronder.
Vragen uit de zaal naar aanleiding van de presentatie Adviezen en vragen vanuit de zaal
We moeten gelet op de situatie de kwaliteit proberen te behouden. De vraag is of dit haalbaar is.
De leegstaande huizen in de dorpen moeten weer vol!
Mensen moeten hier naartoe getrokken worden, zorg voor wonen en werken, dan trek je vanzelf ook jonge mensen.
Zorg voor goed betaalbare starterwoningen, huur + koop.
Zorg voor goede voorzieningen voor ouderen en gehandicapten zodat ze veilig over straat kunnen. De verkeerssituatie van de Hoofdstraat is gevaarlijk.
Zorg voor een betere kwaliteit van woningen voor ouderen.
De toeristische industrie is belangrijk en moet behouden blijven.
Maak gebruik van de bestaande leegstaande woningen in Kortgene, Geen Stadspolder, niet gezien de huidige economische situatie. Uit de reacties in de zaal blijkt dat veel mensen het hier mee eens zijn.
Door de Stadspolder komen de voorzieningen buiten de kern te liggen, dit is niet goed.
De gemeente Noord-Beveland zou op de emigratiebeurs moeten gaan staan.
Door vergrijzing komt er automatisch meer werk in de zorg voor de ouderen.
Na de pauze vanuit de zaal
Aan de hand van de stellingen ontstond er discussie. De uitslagen van de stellingen zitten in de bijlage. De genoemde punten staat hieronder.
Een school in de kern is belangrijk.
Een kind kan dan zelfstandig naar school.
Waarschijnlijk is het in de toekomst niet haalbaar om in elke kern een school te hebben, een regioschool is dan een goede optie. Met een regioschool kan de interactie tussen de kernen vergroot worden.
De directeur van de basisschool van Kortgene geeft aan dat hij de voorkeur heeft voor één school op Noord-Beveland. Met één grote school kun je nog beter werken aan de kwaliteit.
Er moet voor voorzieningen voor jongeren worden gezorgd, jonge mensen zorgen voor leefbaarheid in een dorp.
De realiteit is dat er meer ouderen komen, hierom moeten er voorzieningen voor ouderen gecreëerd worden. Door de komst van de ouderen en de bijbehorende voorzieningen krijg je vanzelf werk en dus jongeren.
Maar als je alleen inzet op ouderen krijg je een dorp met alleen oude mensen, dit is niet goed.
Binnen het verenigingsleven is vernieuwing nodig, anders wordt het lastig in de toekomst.
Nu al hebben verenigingen het lastig, mensen hebben het te druk, het verenigingsleven is aan het veranderen, dit komt ook door de individualisering.
Het openbaar vervoer is belangrijk voor Kortgene.
Het openbaar vervoer naar het
Toerisme is belangrijk voor Noord-Beveland. Het zorgt namelijk voor voorzieningen.
De bevolking heeft zelf ook een taak in het behouden van de voorzieningen. Men zou minder in Goes moeten gaan winkelen en meer de boodschappen in de eigen kern moeten doen.
De omgeving moet aantrekkelijk (mooi) zijn, om hiermee de toerist te trekken. De kavels aan de Kaaidijk zijn erg lelijk, dit zou moeten worden opgeknapt.
De komst van de Aldi in Wissenkerke is niet goed.Er moet geen rivaliteit tussen de kernen komen. Het kwaliteitsniveau van de voorzieningen moet leidend zijn.
Concentratie van voorzieningen is belangrijk, maar waar is het probleem.
In Kortgene zou er meer aansluiting met het Veerse meer moeten worden gezocht, het Veerse meer moet toegankelijker worden.
Er zijn al veer voorzieningen verdwenen, we moeten koesteren wat we hebben!
10 Tot slot
U heeft het verslag van alle avonden in de gemeente Noord-Beveland kunnen lezen. Wij hopen dat u, als u aanwezig was bij een van de avonden, herkent wat er gezegd en gedaan is tijdens de avonden in de kernen van Noord-Beveland. Het is een bonte verzameling van hartenkreten, ideeën, plannen, kritische noten en wensen voor de toekomst van Noord-Beveland geworden waarvoor wij u hartelijk willen bedanken.
Als dit verslag vastgesteld is in de gemeenteraad van juni kunnen er weer nieuwe stappen gezet gaan worden en moet er wat mee gaan gebeuren.
Gemeente Noord-Beveland heeft dit alles verzameld met het doel om er concreet verder mee te gaan. Er zal een analyse van het verslag gemaakt worden, waardoor er inzichtelijk wordt hoe vaak welke hartenkreten, ideeën, plannen, kritische noten en wensen voorkomen. De
verwachting is dat niet alle zaken die in het verslag staan geschikt en/of wenselijk zijn voor Noord-Beveland om verder mee aan de slag te gaan. Er zal daarom ook een onderbouwing volgen waarom zaken wel of niet geschikt of wenselijk zijn om uit te werken en uit te voeren.
Zo weet u in ieder geval de redenen hiervoor en kunt u hopelijk beter begrijpen hoe het vervolg eruit zal gaan zien.
In het najaar van 2012 zal de gemeente Noord-Beveland dus terugkomen bij de Noord- Bevelanders. Met scenario’s, plannen en (beleids)adviezen waar we graag weer met u over verder willen praten. Hoe we dit precies gaan doen is nog niet duidelijk, maar dat u er weer van zal horen staat vast. Zowel via de website als via e-mail, het gele krantje en/of de Peelander zult u steeds weer op de hoogte gehouden worden van de ontwikkelingen rondom dit project.
Hopelijk tot ziens!
11 Bijlagen
Vlaggetjes (lijsten van reacties per kern)
Stemmingen per kern
Bijdragen burgers via toekomst@noord-beveland.nl (anoniem)
Presentatie inleiding kernen
Presentatie Jan Ennik – Onderwijs
Presentatie Bas ter Stege – Leefbaarheid
Presentatie Elly Verkley/Scoop – Leefbaarheid
Presentatie Dick v.d. Wouw/Scoop – Leefbaarheid
Laatste cijfermateriaal, prognoses 2010-2030
