• No results found

(Vrouwelijke) Migratie in België en Vlaanderen in cijfers

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "(Vrouwelijke) Migratie in België en Vlaanderen in cijfers"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

(Vrouwelijke) Migratie in België en Vlaanderen in cijfers

FACT SHEET 3 | Juni 2013

Onderzoeker

Lieselot Vanduynslager (HIVA, KU Leuven) Promotor

Johan Wets (HIVA, KU Leuven)

(2)

1

(VROUWELIJKE) MIGRATIE IN BELGIË EN VLAANDEREN IN CIJFERS

Deze fact sheet beoogt, op basis van administratieve gegevens, internationale migratiebewegingen en verblijf van vreemdelingen (i.e.

niet-Belgen) in België en Vlaanderen in kaart te brengen, waarbij specifieke aandacht uitgaat naar gender. Het tracht een antwoord te bieden op de volgende vragen. Wat zijn de recente migratiestromen naar België? Welke zijn de redenen voor migratie? Kunnen we verschillende patronen waarnemen voor mannen en vrouwen? Waar vestigen vreemdelingen zich? Zijn er regionale verschillen tussen het Vlaams, Brussels Hoofdstedelijk en Waals Gewest? De fact sheet gaat vervolgens dieper in op de diversiteit en specificiteit van de vreemde bevolking volgens regio van bestemming (Vlaams versus Brussels Hoofdstedelijk Gewest), nationaliteit, en gender. Ten slotte belicht deze studie enkele sterk vrouwelijke migraties in België en onderzoekt het in welke mate er sprake is van feminisering van migratie.

1. Toelichting bij de gehanteerde data

België beschikt over verschillende officiële databanken die de wettelijk verblijvende bevolking in het land registreren, waarvan het Rijksregister de belangrijkste bron is voor internationale migratiedata (Perrin & Schoonvaere, 2009:17). Het Rijksregister omvat het Bevolkingsregister (Belgen en vreemdelingen met een permanente verblijfsvergunning) en het Vreemdelingenregister (vreemdelingen met een tijdelijke verblijfsvergunning van minimum drie maanden). Beide registers bevatten gegevens die geregistreerd worden op lokaal niveau door steden en gemeenten (of Ambassades en Consulaten voor Belgen in het buitenland). Het Rijksregister omvat verder ook het Wachtregister waarin asielzoekers ingeschreven worden door de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). De Dienst is verantwoordelijk voor de toegang, verblijf, vestiging en verwijdering van vreemdelingen en beschikt over gegevens betreffende asielaanvragen en -erkenningen, verblijfsvergunningen en visa. Op basis van de gegevens van het Rijksregister worden internationale migratiedata berekend door de Algemene Directie Statistiek en Economische migratie (ADSEI). Sinds 1995 worden asielzoekers niet meer opgenomen in de Belgische migratiestatistieken. Enkel diegenen die het vluchtelingenstatuut of de subsidiaire bescherming ontvangen, worden na hun erkenning opgenomen in het Vreemdelingenregister of het

(3)

2

Bevolkingsregister en geschrapt uit het Wachtregister. Pas dan maken zij deel uit van de officiële migratiestatistieken (CGKR, 2011:8).

Figuur 1: Schematische voorstelling van de administratieve registratie van vreemdelingen in België - Bron: HIVA

Het in kaart brengen van (trends in) internationale migratie op basis van administratieve data wordt bemoeilijkt door verschillende factoren. Enerzijds is er een ongekend aantal vreemdelingen dat in België verblijft zonder over een wettelijke verblijfsvergunning te beschikken. Daarnaast spelen veranderingen in registratie en berekening van migratiegegevens een rol, alsook nieuwe of wijzigende wetgevingen (zoals de nationaliteitswet), en een veranderende context (zoals het verschuiven van de grenzen van de Europese Unie die de betekenis van de bijhorende categorieën EU/ niet-EU vreemdeling wijzigt).

Dit in acht nemende, is het vrijwel onmogelijk voor administraties om een volledig beeld te krijgen van de complexiteit en diversiteit van bewegingen en de verscheidenheid aan profielen van migranten. Desondanks bevatten de

(4)

3

officiële databanken veel informatie over internationale migratiebewegingen en verblijf van vreemdelingen in België. Bovendien wordt België, in vergelijking tot andere Europese landen, vaak voorgesteld als een goed voorbeeld wat betreft migratiestatistieken (Poulain, Perrin & Singleton, 2006).

Deze fact sheet geeft een antwoord op de introducerende vragen op basis van de meest recente data van het Rijksregister, ADSEI, DVZ en Eurostat met gegevens over nationaliteit, gender, verblijfsvergunning, migratiestroom, asiel, verblijf, regio van bestemming en nationaliteitswijziging. De fact sheet belicht eerst algemene migratietrends op nationaal niveau (2.1.), en vergelijkt vervolgens (2.2.) de vreemde bevolking tussen de verschillende gewesten. Een derde luik (2.3.) bestudeert het profiel van de vreemde bevolking in het Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest en wordt gevolgd door een laatste deel (2.4.) dat enkele sterk vrouwelijke migraties in België toelicht.

2. Algemene migratietrends en genderverhouding

2.1. Migratiestromen in België

Om de migratiebewegingen van vreemdelingen in België in kaart te brengen, worden zowel immigratie- als emigratiegegevens opgenomen. Sinds 2010 hanteert ADSEI de volgende berekening om de netto migratie (i.e. immigratie verminderd met emigratie) van vreemdelingen weer te geven:

Migratiebalans = immigratie

[instroom + registerwijziging (van wachtregister naar een ander register) + herinschrijving na schrapping]

- emigratie

[uitstroom + registerwijziging (naar wachtregister) + schrapping (zonder herinschrijving binnen het jaar)].

Onderstaande figuur toont de netto migratie van vreemdelingen in België tussen 1998 en 2009 (tot de wijziging in migratiedata in 2010). De netto migratie stijgt van 19.232 (1998) naar 69.004 (2009), met een kleine daling in 2000, 2003 en 2009. Deze laatste afname is het gevolg van een slechts kleine stijging van immigratie in combinatie met een hogere graad van emigratie, die toeneemt sinds 2007.

(5)

4

Figuur 2: Netto migratie van vreemdelingen in België (1998-2009) - Bron: ADSEI

In navolging van het Europees Reglement CE 862/2007 voor gemeenschappelijke statistieken over migratie en internationale bescherming, bevat het Rijksregister sinds 2008 gegevens over de wettelijke reden voor migratie naar België (CGKR, 2001:9). De bevoegde administratie, DVZ, registreert de reden van afleveren van een verblijfsvergunning (die in realiteit niet altijd overeenstemt met de werkelijke reden voor migratie). Met het oog op het in kaart brengen van migratiebewegingen, bekijken we enkel de eerste verblijfsvergunning. Vreemdelingen kunnen nadien veranderen van legaal statuut, waarbij vaak getracht wordt van een tijdelijke verblijfsvergunning over te schakelen naar een lange termijn of permanente verblijfsvergunning (Martiniello et al., 2010:194). Het is belangrijk op te merken dat data over verblijfsvergunningen enkel betrekking hebben op vreemdelingen met een niet- EU nationaliteit.

Immigratie Emigratie Migratiebalans

(6)

5

Figuur 3: (Eerste) Verblijfsvergunning (van minimum 3 maanden) toegekend aan niet-EU burgers in België volgens de reden van toekenning (2008-2011) (in percentages en absolute aantallen) - Bron: Eurostat

In bovenstaand figuur zien we dat verblijfsvergunningen in België tussen 2008 en 2011 hoofdzakelijk (tussen 42% en 49%) toegekend werden op basis van

‘familie redenen’. Dit verwijst naar familievorming (huwelijk) of –hereniging (migratie van familieleden) en nieuwgeboren of geadopteerde kinderen. In 2010 en 2011 werd ongeveer een zelfde aandeel (43%) verblijfsvergunningen toegekend voor ‘andere redenen’: namelijk aan vreemdelingen met een vluchtelingenstatuut of subsidiaire bescherming, aan niet-begeleide minderjarigen, aan slachtoffers van mensenhandel of in het kader van humanitaire redenen.

De migratiestromen in 2011 (figuur 4) vertonen een duidelijk verschil in genderverhouding tussen immigratie en emigratie. De instroom van nieuwkomers, zowel van niet-EU burgers (eerste verblijfsvergunning) als van alle vreemdelingen (immigratiedata), kent een iets grotere (4 procentpunten) aanwezigheid van mannen dan van vrouwen. Emigratiedata tonen dat in verhouding tot immigratie meer (8 procentpunten) mannen het land verlaten dan vrouwen. Dit zorgt ervoor dat een mannelijke instroom wordt omgezet in een iets vrouwelijkere (36.165 vs. 35.955) vreemde bevolking.

42%

(25.509) 42%

(28.667) 49%

(28.523) 44%

(20.320)

7%

(4.035) 9%

(5.695) 12%

(7.222) 15%

(6.743)

8%

(4.544) 6%

(4.134) 9%

(5.391) 15%

(7.097)

43%

(25.997) 43%

(29.157) 30%

(17.803) 26%

(12.041)

Familie Studie Werk Andere

(7)

6

Figuur 4: (Eerste) Verblijfsvergunning toegekend aan niet-EU burgers; en immigratie, emigratie en migratiebalans van vreemdelingen in België volgens geslacht (2011) (in percentages en absolute aantallen) - Bron: Eurostat/ ADSEI

Sommige nieuwkomers komen het land binnen via de asielprocedure.

Onderstaande asielgegevens bevatten zowel eerste als meervoudige (herhaalde) asielaanvragen per persoon (niet per huishouden), inclusief van begeleide en niet-begeleide minderjarigen. Tussen 2008 en 2011 stijgt het aantal aanvragen, gevolgd door een daling in 2012. Asiel is een sterk mannelijk migratiekanaal, met een algemene genderverhouding van 65% mannen tegenover 35%

vrouwen.

Figuur 5: Asielaanvragen in België volgens geslacht (2008-2012) (in absolute aantallen) - Bron: Eurostat

52% (31.208)

52% (71.498)

54% (35.543)

50% (35.955)

48% (28.877)

48% (66.573)

46% (30.408)

50% (36.165)

Man Vrouw

Man; 2012; 18.400 Man; 2011; 21.195 Man; 2010; 17.000 Man; 2009; 14.875 Man; 2008; 10.400

Vrouw; 2012;

9.885

Vrouw; 2011;

11.075 Vrouw; 2010;

9.555 Vrouw; 2009;

8.080 Vrouw; 2008;

5.540

Man Vrouw

(8)

7

2.2. Regionale spreiding van de vreemde bevolking

Figuur 6: Vreemde bevolking in België volgens gewest (jan 2011, jan 2012) (in percentages en absolute aantallen) - Bron: ADSEI

Regionale migratiedata (figuur 6) tonen dat het grootste aandeel (39% in januari 2012) van de vreemde bevolking in het Vlaams Gewest woont. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waar bijna één op drie van de vreemdelingen gevestigd is (32%), huisvest het grootste aandeel vreemdelingen in verhouding tot zijn totale bevolking. Door de vreemde bevolking te vergelijken met recente migratiestromen (netto migratie in 2011, figuur 7), wordt duidelijk dat steeds meer migranten zich vestigen in het Vlaams (43%) en Brussels Hoofdstedelijk (35%) Gewest. Slechts iets meer dan een vijfde van de nieuwkomers vestigt zich in het Waals Gewest (22%).

Figuur 7: Netto migratie (migratiebalans) van vreemdelingen in België volgens gewest (2010, 2011) (in absolute aantallen en percentages) - Bron: ADSEI

De genderverhouding van de vreemde bevolking in de verschillende gewesten in januari 2012 (figuur 7) toont een min of meer gelijke aanwezigheid van mannen en vrouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en een iets sterkere mannelijke vreemde bevolking in het Waals (51%) en Vlaams (52%) Gewest.

Op Belgisch niveau betekent dit een genderverhouding van 51% mannen 32% (352.344)

32% (371.041)

38% (427.986)

39% (453.399)

30% (338.926)

29% (344.624) Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest

36% (30.572)

35% (25.427)

43% (36.937)

43% (31.113)

21% (17.488)

22% (15.580) Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest

(9)

8

tegenover 49% vrouwen. Recente migratiestromen in België (figuur 4) duiden echter op een lichte vervrouwelijking van de vreemde bevolking vooral door een sterk mannelijke emigratie.

Figuur 8: Vreemde bevolking in België volgens gewest en geslacht (jan 2012) (in percentages en absolute aantallen) - Bron: ADSEI

Uit de figuren 6 en 7 blijkt dat de toename in vreemde bevolking in België tussen januari 2011 en januari 2012 (49.808) kleiner is dan de netto migratie van vreemdelingen in 2011 (72.120). Dit verschil is niet alleen te wijten aan de natuurlijke bevolkingsloop (geboortes en overlijdens), maar vooral aan de verwerving van de Belgische nationaliteit door vreemdelingen. In onderstaand figuur zien we dat in 2011, 29.786 vreemdelingen de Belgische nationaliteit verwierven en op die wijze uit de migratiestatistieken verdwijnen. Vooral in het Vlaams Gewest werden vreemdelingen Belg: 47% van de nationaliteitsveranderingen in 2010 en 43% van deze in 2011 hadden betrekking op in Vlaanderen wonende vreemdelingen. Dit is duidelijk meer dan het aandeel van de vreemde bevolking dat in het Vlaams Gewest woont: 38% in januari 2011 en 39% in januari 2012.

50% (184.383)

52% (234.192)

51% (175.239)

50% (186.658)

48% (219.207)

49% (169.385) Man Vrouw

(10)

9

Figuur 9: Verwerving van de Belgische nationaliteit volgens gewest (2010, 2011) (in percentages en absolute aantallen) - Bron: ADSEI

2.3. Vreemde bevolking in het Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens nationaliteit en genderverhouding

Wanneer we dieper ingaan op de samenstelling van de vreemde bevolking zien we zowel gelijkenissen als verschillen tussen de regio’s. Voor zowel het Vlaams Gewest (figuur 10) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (figuur 11) hebben de grootste migrantengemeenschappen vooral betrekking op Europese burgers, zij het vanuit verschillende Europese landen. Burgers uit Nederland (28%), Polen (6%), Italië (5%), Frankrijk (4%), Spanje (3%), Duitsland (3%), Verenigd Koninkrijk (3%) en Roemenië (3%) vormen de grootste gemeenschappen in het Vlaamse Gewest. Marokkanen (6%) en Turken (4%) zijn de enige niet-EU burgers die behoren tot de tien grootste migrantengroepen in het Vlaams Gewest.1 Voor alle nationaliteiten zijn mannen gelijk of sterker vertegenwoordigd dan vrouwen, tot 58% in het geval van Italië en het Verenigd Koninkrijk.

1 Hun aanwezigheid is groter indien niet alleen nationaliteit, maar ook herkomst wordt meegenomen. De Studiedienst van de Vlaamse Regering toonde aan dat vooral Turken en Marokkanen de Belgische nationaliteit verwierven (Noppe & Lodewijckx, 2012:6). Dit wordt bevestigd door ADSEI gegevens: in 2011 verwierven 2581 Marokkanen en 1400 Turken de Belgische nationaliteit in het Vlaams Gewest. De derde grootste groep (Rusland) telt 652 nationaliteitswijzigingen.

24% (7.082) 24% (8.365)

43% (12.941) 47% (16.369)

33% (9.763)

29% (9.897)

Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest

(11)

10

Aantal

personen

Aandeel binnen vreemde bevolking in VL (%)

Man (aantal)

Vrouw (aantal)

Man (%)

Vrouw (%) 1 Nederland 125.016 27,6 66.508 58.508 53 47 2 Marokko 28.567 6,3 14.262 14.305 50 50 3 Polen 26.558 5,9 13.219 13.339 50 50 4 Italië 22.589 5,0 13.110 9.479 58 42 5 Frankrijk 19.858 4,4 10.071 9.787 51 49 6 Turkije 19.516 4,3 9.955 9.561 51 49 7 Spanje 13.643 3,0 7.172 6.471 53 47 8 Duitsland 12.568 2,8 6.310 6.258 50 50 9 Verenigd

Koninkrijk 11.548 2,5 6.692 4.856 58 42 10 Roemenië 11.343 2,5 6.079 5.264 54 46 Figuur 10: De tien meest voorkomende nationaliteiten binnen de vreemde bevolking van het Vlaams Gewest volgens geslacht (jan 2012) (in absolute aantallen en percentages) - Bron: ADSEI

Voor de vreemde bevolking in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (figuur 11) gaat het vooral om burgers van Frankrijk (15%), Italië (8%), Polen (7%), Roemenië (6%), Spanje (6%), Portugal (5%) en Duitsland (3%). De grootste niet-EU gemeenschappen zijn die van Marokko (11%), Turkije (3%) en Congo (3%). Onderstaande tabel geeft aan dat er migrantengroepen zijn met zowel een gelijke genderverhouding (Spanje), een eerder mannelijke gemeenschap (Roemenië, 54%) als met een sterk vrouwelijke aanwezigheid (Polen, 55%).

Aantal personen

Aandeel binnen vreemde bevolking

in BXL (%)

Man (aantal)

Vrouw (aantal)

Man (%)

Vrouw (%) 1 Frankrijk 55.722 15,0 26.596 29.126 48 52 2 Marokko 41.308 11,1 20.891 20.417 51 49 3 Italië 28.988 7,8 15.225 13.763 53 47 4 Polen 25.135 6,8 11.236 13.899 45 55 5 Roemenië 23.549 6,3 12.656 10.893 54 46 6 Spanje 23.030 6,2 11.491 11.539 50 50 7 Portugal 17.683 4,8 8.961 8.722 51 49 8 Duitsland 10.136 2,7 4.760 5.376 47 53 9 Turkije 9.859 2,7 5.186 4.673 53 47 10 Congo 9.709 2,6 4.653 5.056 48 52

Figuur 11: De tien meest voorkomende nationaliteiten binnen de vreemde bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens geslacht (jan 2012) (in percentages en absolute aantallen) - Bron: ADSEI

(12)

11

Figuur 12: De tien meest voorkomende niet-EU nationaliteiten binnen de vreemde bevolking van het Vlaams Gewest volgens geslacht (jan 2012) (in percentages en absolute aantallen)

(* Omwille van de grotere aantallen Marokkaanse en Turkse vreemdelingen in verhouding tot de andere nationaliteiten in de top 10, werden zij op een andere basis voorgesteld) - Bron: ADSEI

Migranten uit Marokko en Turkije vormen voor zowel het Vlaams (figuur 12) als het Brussels Hoofdstedelijk (figuur 13) Gewest de eerste en tweede grootste niet-EU gemeenschappen. In absolute aantallen verblijven meer Marokkanen (41.308) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en meer Turken (19.516) in het Vlaams Gewest. Deze gemeenschappen kennen een min of meer gelijke genderverhouding, met uitzondering van een meer uitgesproken mannelijke bevolking (53%) bij de Turkse gemeenschap in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ook Congo en India behoren tot de grotere niet-EU gemeenschappen in beide gewesten, waarbij vooral in het Vlaams Gewest meer Congolese vrouwen (55%) dan mannen verblijven. Migratie uit India daarentegen wordt hoofdzakelijk ondernomen door mannen (64% in Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Verder zien we dat Rusland de derde grootste en China de vierde grootste niet-EU gemeenschap is in het Vlaams Gewest en een sterke vertegenwoordiging van vrouwen kent (respectievelijk 55% en 54%). Een aanzienlijk deel van de niet-EU vreemde bevolking in het Vlaams Gewest is afkomstig uit Aziatische landen (Armenië, Irak en Iran) die sterk vertegenwoordigd zijn bij asielaanvragen (CGKR, 2011:75-76). Iran (56%) en

50% (14.262) 51% (9.955)

50% (14.305) 49% (9.561)

45% (3.988) 46% (2.551)

45% (2.350) 60% (3.039)

49% (2.253) 51% (2.175) 66% (2.681)

56% (1.664)

55% (4.961) 54% (3.029)

55% (2.851) 40% (2.055)

51% (2.321) 49% (2.074) 34% (1.383) 44% (1.298)

Man Vrouw

(13)

12

vooral Irak (66%) vertonen hierbij een sterk uitgesproken mannelijk migratiepatroon. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat de gemeenschap uit Guinee meer uit mannen (53%), net zoals de deze uit Algerije (60%), dit in tegenstelling tot een sterk vrouwelijke migratie vanuit Brazilië (57%).

Figuur 13: De tien meest voorkomende niet-EU nationaliteiten binnen de vreemde bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens geslacht (jan 2012) (in percentages en absolute aantallen) - Bron: ADSEI

(* Omwille van de grotere aantallen Marokkaanse vreemdelingen in verhouding tot de andere nationaliteiten in de top 10, werden zij op een andere basis voorgesteld)

Onderstaande figuren (14 en 15) laten zien dat voor beide gewesten de meest vrouwelijke migraties afkomstig zijn uit Zuidoost-Azië (voornamelijk Thailand en de Filippijnen) en Zuid-Amerika (zoals Brazilië en Ecuador). Ook de Europese landen Rusland en Oekraïne worden in beide gewesten gekenmerkt door een sterk vrouwelijke migratie. De figuren in het volgende deel gaan dieper in op de aanwezigheid van deze sterk vrouwelijke gemeenschappen in België. Hoewel de totale vreemde bevolking in het Vlaams Gewest (48%) minder vrouwelijk is dan deze in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (50%) (figuur 8), vertonen de meest vrouwelijke migrantengemeenschappen in het Vlaams Gewest een veel grotere aanwezigheid van vrouwen (met maxima tot 85%, 81% en 72%) dan deze in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (met maxima tot 66%, 64% en 62%). Dit wijst op een hogere heterogeniteit binnen de vreemde bevolking in het Vlaams Gewest op het gebied van gender, namelijk de aanwezigheid van sterk

51% (20.891) 49% (20.417)

53% (5.186) 48% (4.653)

53% (2.111) 43% (1.622) 51% (1.777)

50% (1.686) 60% (1.949) 48% (1.432)

64% (1.660)

47% (4.673) 52% (5.056) 47% (1.863)

57% (2.150) 49% (1.718) 50% (1.682)

40% (1.324) 52% (1.578) 36% (952) Man Vrouw

(14)

13

vrouwelijke en sterk mannelijke gemeenschappen afhankelijk van nationaliteit.

Zo zien we ook dat dezelfde nationaliteiten een verschillende genderverhouding vertonen in de twee gewesten, zoals de Filippijnse gemeenschap (81% vrouwen in het Vlaams Gewest, maar slechts 66% vrouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) en de Braziliaanse gemeenschap (66% vrouwen in het Vlaams Gewest tegenover 57% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest).

Figuur 14: De tien niet-EU nationaliteiten (vanaf 0,10% van de vreemde bevolking) met het hoogst percentage vrouwen in het Vlaams Gewest volgens geslacht (jan 2012) (in percentages en absolute aantallen) - Bron: ADSEI

15% (400) 19% (385) 28% (261)

33 % (142) 34% (721) 36% (771)

38% (179) 40% (234)

40% (199) 41% (203)

85% (2.254) 81% (1.621)

72% (680) 67% (294)

66% (1.429) 64% (1.366) 62% (290)

60% (358) 60% (301) 59% (288))

Man Vrouw

(15)

14

Figuur 15: De tien niet-EU nationaliteiten (vanaf 0,10% van de vreemde bevolking) met het hoogst percentage vrouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens geslacht (jan 2012) (in percentages en absolute aantallen) - Bron: ADSEI

2.4. Sterk vrouwelijke migraties in België

Vervrouwelijking van migratie kan op verschillende wijzen begrepen worden.

Feminisering reflecteert in de eerste plaats de groeiende aandacht voor vrouwen in migratiestudies. Daarnaast is er sprake van een algemene lichte toename in vrouwelijke migratie, waarbij vooral verschuivingen plaatsvinden in het type migratie van vrouwen, zoals van partnermigratie naar arbeidsmigratie (Timmerman et al., 2012:5).

Figuur 16: Verblijf van een selectie sterk vrouwelijke niet-EU gemeenschappen in België volgens nationaliteit en geslacht (jan 2012) (in percentages en absolute aantallen) - Bron: ADSEI

34% (492) 36 % (179)

38% (429) 38% (184) 39% (978)

40% (854) 40% (277)

43% (388) 43% (1.622)

46% (688)

66% (938) 64% (324)

62% (712) 62% (298)

61% (1.507) 60% (1.278) 60% (412)

57% (522)

57% (2.150) 54% (799)

Man Vrouw

44% (6.455)

36% (1.424)

16% (561) 25% (909)

39% (2.676)

40% (1.402)

56% (8.263)

64% (2.507)

84% (2.839) 75% (2.714)

61% (4.219)

60% (2.093) Man Vrouw

(16)

15

Als we voor deze uitgesproken vrouwelijke migrantengroepen in België de totale vreemde bevolking in januari 2012 (figuur 16) en de recente netto migratie in 2011 (figuur 17) vergelijken, krijgen we zicht op de laatste tendensen. Zowel in de vreemde bevolking als in de laatste migratiestroom is Rusland het sterkst vertegenwoordigd, gevolgd door Brazilië op een tweede plaats. Voor deze landen (met uitzondering van Thailand) is er wel degelijk sprake van een duidelijke vervrouwelijking van migratie. De recente netto migratie is namelijk vrouwelijker dan de vreemde bevolking voor de Filippijnen (3 procentpunten), Oekraïne (3 procentpunten), Brazilië (4 procentpunten), Rusland (5 procentpunten) en vooral voor Ecuador (10 procentpunten). De Thaise migratie wordt gekenmerkt door gelijkblijvende sterk vrouwelijke migratie (84%).

Figuur 17: Netto migratie van een selectie sterk vrouwelijke niet-EU gemeenschappen in België volgens nationaliteit en geslacht (2011) (in percentages en absolute aantallen) - Bron: ADSEI

De reden van toekenning van de eerste verblijfsvergunning (figuur 18) geeft een indicatie over de verschillende migratiekanalen voor deze sterk vrouwelijke gemeenschappen. Vooral Thailand (80%), maar ook Brazilië (50%), de Filippijnen (48%) en in mindere mate Oekraïne (45%) kennen een sterkere migratie omwille van ‘familie redenen’ dan de gemiddelde nieuwkomer in België (42%). Burgers uit Ecuador (60%) en Rusland (53%) verkrijgen voornamelijk een verblijfsvergunning op basis van ‘andere redenen’, die kunnen verwijzen naar internationale of subsidiaire bescherming (mogelijks in het geval van Rusland) en humanitaire bescherming (voor Ecuadorianen vermoedelijk in het kader van regularisatie). Slechts gemiddeld 8% van de nieuwkomers komt het

30% (87) 39% (611)

33% (174)

22% (114) 35% (272)

16% (56) 70% (199)

61% (956)

67% (361)

78% (415) 65% (500)

84% (298)

Man Vrouw

(17)

16

land binnen voor werkgerelateerde redenen. Voor burgers uit Oekraïne (14%) en de Filippijnen (18%) vormt werk een belangrijker instroomkanaal.

Figuur 18: (Eerste) Verblijfsvergunning toegekend aan een selectie sterk vrouwelijke niet-EU gemeenschappen (mannen en vrouwen) in België volgens nationaliteit en reden van toekenning (2011) (in percentages) - Bron: Eurostat

Voor deze zelfde groep, tonen onderstaande bevolkingspiramides (figuur 19) een algemeen jonge vreemde bevolking met duidelijke verschillen in leeftijd en gender. Figuur 16 gaf eerder aan dat de Aziatische landen (Thailand: 84%, Filipijnen: 75%) de meest vrouwelijke gemeenschappen vormen, gevolgd door Oekraïne (64%), Brazilië (61%), Ecuador (60%) en ten slotte Rusland (59%).

Onderstaand figuur (19) detailleert verder dat de bevolking van Rusland en Oekraïne een gelijkaardige sterk vrouwelijke vertegenwoordiging toont in twee leeftijdsgroepen, namelijk tussen de 25 en 35 (tot 40 voor Oekraïne) en boven de 60. De bevolkingspiramides van de Braziliaanse en Ecuadoriaanse gemeenschappen wijzen op een sterk vrouwelijke aanwezigheid vanaf de leeftijd van 25 die in algemene lijn toeneemt tot 65. Vrouwen uit de Filippijnen en Thailand situeren zich in vergelijking tot mannen vooral tussen de 25 en de 60 met een piek tussen de 25 en 35 voor de Filippijnen (tot 84%) en de 40 en 50 voor de Thaise vrouwen (tot 94%). Indien kinderen (tot 14 jaar) niet worden meegeteld, is de genderverhouding voor elk van de geselecteerde landen nog vrouwelijker. De totale groep van nieuwkomers in januari 2012 kent enkel een (beperkte) sterkere vrouwelijke aanwezigheid (53% tot 56%) in de leeftijdsgroepen van 20 tot 30 en boven de 65.

34%

50%

45%

48%

80%

29%

42%

5%

8%

5%

6%

9%

10%

7%

8%

7%

14%

18%

6%

2%

8%

53%

35%

36%

28%

5%

60%

Familie Studie Werk Andere 43%

(18)

17

Figuur 19: Bevolkingspiramides van een selectie sterk vrouwelijke niet-EU gemeenschappen in België volgens nationaliteit en geslacht (jan 2012) - Bron: ADSEI

Rusland

Man

Brazilië

Man

Oekraïne

Man

Filippijnen

Man

Ecuador

Man

Totaal nieuwkomers

Man

Thailand

Man

(19)

18

3. Samenvattende conclusie

Tussen 1998 en 2009 blijft de netto migratie in algemene lijn toenemen waarbij vanaf 2007 een groeiende emigratie waar te nemen is.

Nieuwkomers komen het land voornamelijk binnen op basis van ‘familie redenen’, namelijk in het kader van gezinsvorming en –hereniging of nieuwgeboren kinderen, en ‘andere redenen’, zoals internationale en humanitaire bescherming.

Het Vlaams Gewest huisvest het grootste aandeel van de vreemde bevolking in België en is bovendien de regio waar het grootste aantal vreemdelingen de Belgische nationaliteit verwerft. Vooral in het Vlaams Gewest neemt dus de vreemde bevolking toe indien herkomst (eerste nationaliteit) ook in rekenschap wordt gebracht. Burgers uit de Europese Unie vormen het grootste aandeel van de vreemde bevolking. De Nederlandse gemeenschap is de grootste van het Vlaams Gewest en de Franse bevolkingsgroep is de sterkst vertegenwoordigde in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor beide gewesten zijn de twee grootste niet-EU populaties deze uit Marokko en Turkije, waarbij de grootste Marokkaanse gemeenschap in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verblijft en de grootste Turkse migrantengroep in het Vlaams Gewest woont.

Immigratie Emigratie Migratiebalans

(20)

19

Figuur 20: Schematische voorstelling van de grootste EU en niet-EU gemeenschappen in het Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Bron: HIVA

Deze fact sheet toont aan dat de recente migratiestromen in België duiden op een vervrouwelijking van de vreemde bevolking, maar slechts op beperkte schaal. De lichte feminisering is voornamelijk te wijten aan een sterk mannelijke emigratie. We zien echter wel voor bepaalde nationaliteiten een vervrouwelijking van migratie.

De studie wijst zo op de diversiteit binnen de vreemde bevolking en de specificiteit van bepaalde migrantengemeenschappen volgens nationaliteit en regio van bestemming. Het Vlaams Gewest kent een algemeen licht mannelijke (52%) vreemde bevolking, maar huisvest zowel sterk uitgesproken vrouwelijke als mannelijke migrantengemeenschappen, afhankelijk van de nationaliteit.

Migraties uit Irak (66%) en India (60%) vormen relatief grote en sterk mannelijke niet-EU migrantengroepen in het Vlaams Gewest. Irakese burgers komen het land vaak binnen via asiel, wat vooral een mannelijk (65%) instroomkanaal is. De meest vrouwelijke migraties in het Vlaams Gewest (en in België) zijn deze uit Zuidoost-Azië (Thailand, 85%) en Zuid-Amerika (Brazilië, 66%), alsook deze uit enkele Europese landen (Oekraïne, 64%). Vooral de Thaise migratie vindt plaats via familie. Deze vrouwelijke migrantengroepen zijn vaak vrouwelijker in het Vlaams Gewest dan de gemeenschappen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

(21)

20

Figuur 21: Schematische voorstelling van de genderverhouding bij immigratie en emigratie in België; de vreemde bevolking en een selectie sterk mannelijk en sterk vrouwelijke

gemeenschappen in het Vlaams Gewest - Bron: HIVA

(22)

21

Bibliografie

CGKR (2011). Migraties en migrantenpopulaties in België. Statistisch en demografisch verslag 2010, Brussel: Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding.

Martiniello, M. et al. (eds.) (2010). Nouvelles migrations et nouveaux migrants en Belgique/ Nieuwe migraties en nieuwe migranten in België, Gent: Academia Press.

Noppe, J. & Lodewijckx, E. (2012). De gekleurde samenleving. Personen van vreemde herkomst in Vlaanderen. Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR), webartikel 2012:3.

Perrin, N. & Schoonvaere, Q. (2009). National data collection, systems and practices: Country report Belgium, PROMINSTAT.

Poulain M., Nicolas P. & Singleton, A. (2006). Towards harmonised European statistics on international migration, Louvain-la-Neuve: Presses universitaires de Louvain.

Timmerman, C. et al. (eds.) (2012). Vrouwen in hedendaagse migraties/

Femmes dans les processus migratoires contemporains. Een analyse van de feminisering van de migratie naar België/ Une analyse de la féminisation de la migration vers la Belgique.

(23)

22

Steunpunt Inburgering & Integratie Universiteit Antwerpen

Bezoekadres: Lange Nieuwstraat 55 Postadres: Prinsstraat 13

B-2000 Antwerpen Tel.: +32 3 265 59 63

E-mail: steunpuntieni@uantwerpen.be Website: http://www.steunpuntieni.be

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

► Activiteiten vrijgesteld van arbeidsvergunning voor bezoekers die zich verplaatsen voor hun werk en binnen een onderneming overgeplaatste personen gedurende maximaal 6 maanden

‘Testgr_wal’), waar de interactietermen zijn toegevoegd met de bedoeling om verschillen te ontdekken naar regio (en naar prijs en aantal kamers), worden de coëfficiënten voor

Als we de instroom van EU15-werknemers uit de cijfers halen, en we enkel naar de bewegingen kijken van EU10 (Hongarije, Polen, enzovoort), EU2 (Roeme- nië en Bulgarije)

Een ander uitzonderlijk kanaal waarlangs arbeids- tekorten kunnen worden aangepakt, betreft de tij- delijke procedure inzake knelpuntberoepen voor werknemers uit de nieuwe

“…Timótheüs, onze broeder, en Gods dienaar, en onze medearbeider…” (1Thess 3:2). In al deze schriftplaatsen wordt het Griekse woord diakonos gebruikt, en in alle plaatsen gaat het

„Slecht betaalde banen leiden tot het huren van ongeschikte hui- zen en vaak ook tot ondervoeding, waardoor migranten makkelijker ziek worden, zodat ze dan weer makkelijker hun

Vrouwelijke oudkomers zijn in dit participatieprofiel vrouwen met een migratieachtergrond die langer dan vijf jaar in Nederland zijn gevestigd, geen werk hebben en vanwege het

Voor de herkomstlan- den Suriname, Japan en de Verenigde Staten gold in 2018 juist dat er meer vrouwelijke gezinsmigranten van 40 jaar of ouder naar Nederland kwamen, dan van 30