• No results found

Liturgie voor de gezamenlijke eredienst Zondag 17 januari uur in de Sint Martinuskerk te Halsteren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Liturgie voor de gezamenlijke eredienst Zondag 17 januari uur in de Sint Martinuskerk te Halsteren"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Liturgie voor de gezamenlijke eredienst Zondag 17 januari 2021

10.00 uur in de Sint Martinuskerk te Halsteren

Voorganger: ds. M. den Bakker

Ouderling: mevr. Gea Ros

Diaken: mevr. Rina van der Graaf

Organist: dhr. Edu de Goffau

Zangers: mevr. Plonie van Ooijen

dhr. Bas den Hollander

(2)

Orgelspel

Welkom en mededelingen

Moment van stilte

Aansteken van de kaarsen

Aanvangslied: Lied 66: 1, 3 en 7

(3)

3

Doe onze God uw loflied horen, gij volken, zing alom op aard,

loof Hem door wie wij zijn herboren, die ons voor wankelen heeft bewaard.

Gij toetst ons, Gij beproeft ons leven, zoals men erts tot zilver smelt.

Gij die ons, aan het vuur ontheven, gelouterd voor uw ogen stelt.

7

De naam des Heren zij geprezen!

Hij, die getrouw is en nabij, heeft mijn gebed niet afgewezen.

De Heer is goed geweest voor mij.

Groet en bemoediging

Voorg. De Heer zij met u allen Ook met u zij de Heer

voorg. Onze hulp is de Naam van de Heer allen Die hemel en aarde gemaakt heeft voorg. Die niet loslaat het werk van zijn handen allen Maar trouw is in eeuwigheid. Amen.

Drempelgebed

Lied 283

(4)

2

En van overal gekomen, drinkend uit de ene bron, bidden wij om nieuwe dromen, richten wij ons naar de zon.

3

Want wij mensen op de aarde raken van het duister moe.

Als uw hart ons niet bewaarde sliepen wij ten dode toe.

4

Laat uw dauw van vrede dalen in de voren van de tijd.

Vat ons samen in de stralen van uw goedertierenheid.

5

(5)

1 Omwille van Sion zal ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem ben ik niet stil, totdat het licht van haar

gerechtigheid daagt en de fakkel van haar redding brandt.

2 Alle volken zullen je gerechtigheid zien, alle koningen je majesteit.

3 Men zal je noemen bij een nieuwe naam die de Heer zelf heeft bepaald. Je zult een schitterende kroon zijn in de hand van de Heer, een koninklijke tulband in de hand van je God.

4 men noemt je niet langer Verlatene en je land niet langer Troosteloos oord, maar je zult heten Mijn verlangen en je land Mijn bruid. Want de Heer verlangt naar jou en je land wordt ten huwelijk genomen.

5 Zoals een jongeman een meisje tot vrouw neemt, zo zullen jouw zonen jou ten huwelijk nemen, en zoals de bruidegom zich verheugt over zijn bruid, zo zal je God zich over jou verheugen.

Lied 96a

(6)

2 Groot is de Heer, die wij vrezen en prijzen:

aarde en lucht komen vers uit zijn hand, schoonheid en kracht vergezellen Hem beide:

wild is de zee en tevreden het land.

3 Roep tot de volkeren: God is de koning, Hij houdt de weegschaal der wereld loodrecht;

Hij is rechtvaardig, bij Hem is het oordeel, alles wordt Hem aan zijn voeten gelegd.

4 Juich wat in zee leeft of leeft op de velden:

zie, uw Verlosser gaat komen, wees blij!

Wuif alle bomen der wouden, verwelkom juichend uw Koning, want Hij is nabij!

Schriftlezing NT Johannes 2: 1 t/m 11 NBV

1 En op de derde dag was er een bruiloft te Kana in Galilea en de moeder van Jezus was daar;

(7)

6 Nu waren daar zes stenen watervaten neergezet volgens het reinigingsgebruik der Joden, elk met een inhoud van twee of drie metreten.

7 Jezus zeide tot hen: Vult de vaten met water. En zij vulden ze tot de rand.

8 En Hij zeide tot hen: Schept nu en brengt het aan de leider van het feest. En zij brachten het.

9 Toen nu de leider van het feest het water proefde, dat wijn geworden was - en hij wist niet, waar deze vandaan kwam, maar de bedienden, die het water geschept hadden, wisten het - riep de leider van het feest de bruidegom, en hij zeide tot hem:

10 Iedereen zet eerst de goede wijn op en als er goed gedronken is, de mindere; gij echter hebt de goede wijn tot dit ogenblik bewaard.

11 Dit heeft Jezus gedaan als begin van zijn tekenen te Kana in Galilea en Hij heeft zijn heerlijkheid geopenbaard, en zijn discipelen geloofden in Hem.

12 Daarna daalde Hij af naar Kafarnaüm, Hij, zijn moeder en zijn broeders en zijn discipelen, en zij bleven daar niet vele dagen.

Lied 525

(8)

2

Maria sprak in bekommerdheid:

‘Er is niet genoeg te drinken.’

Maar Hij zei: ‘Nog is het niet mijn tijd.’

Zij wist in haar hart: Hij is bereid, en zal het ons zeker schenken.

3

En toen de maaltijd ten einde liep, zag Hij naar de lege vaten,

en deed ze vullen door die Hij riep, en scheppen wat Hij te drinken schiep.

Zij proefden: wijn was het water.

4

Wij mogen met Jezus gezeten zijn te Kana tussen de gasten.

Een ander schenkt eerst de goede wijn en drinkt de mindere op het eind.

(9)

Verkondiging

Orgelspel

Voorbeden, stil gebed, het ‘Onze Vader’.

Slotlied: Lied 418

2

Niemand kan alleen, Heer, uw zegen dragen;

zegen drijft ons heen naar wie vrede vragen.

Wat Gij schenkt wordt meer naar gelang wij delen, horen, helpen, helen, – vruchtbaar in de Heer.

3

Vrede, vrede laat Gij in onze handen,

(10)

zaaiend in den brede, totdat in uw vrede ons hart rusten mag.

4

God, schenk ons de kracht dicht bij U te blijven,

dan zal ons geen macht uit elkander drijven.

Zijn wij in U een, samen op uw wegen dan wordt ons tot zegen lachen en geween.

Zegen

Orgelspel

De collecten deze dienst zijn bestemd voor:

1e collecte: Diaconie

2e collecte: Jeugdwerk (plaatselijk) 3e collecte: Onderhoud kerken

MEDEDELINGEN Kerkdienst

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

want jij wordt gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.. Refrein: Je hebt al een naam, maar je krijgt er één bij op

Zij zullen kortom, met de goede Herder voor ogen, de gemeente waaraan zij zijn verbonden, liefdevol begelei- den, zodat zij in deze wereld gestalte kan geven aan haar roeping om

Zo liefdevol als een vader is voor zijn kinderen, Zo liefdevol is de Heer voor wie hem vrezen Want hij weet waarvan wij gemaakt zijn, hij vergeet niet dat wij uit stof

Vg.: Als teken van zijn liefde, voor allen die Hem zoeken, nodigt de Heer ons aan zijn maaltijd: want Hij heeft gezegd: Ik ben het levende brood dat uit de hemel is

Mijn hoofd!’ Zijn vader zei tegen één van de knechten: ‘Breng hem naar zijn moeder!’ De knecht tilde de jongen op en bracht hem naar zijn moeder.. De jongen zat nog een tijd

Hij waakt over ons met een vaderlijke zorg, terwijl Hij zó over alle schepselen heerst, dat niet één haar van ons hoofd - want die zijn alle geteld - en niet één musje ter aarde

Wees niet bang want ik sta je terzijde, en ik zal je zegenen en je veel nakomelingen geven omwille van mijn dienaar Abraham.’ 25 Toen bouwde hij op die plaats een altaar, riep er

9 Sta op, ga naar Zarfath, dat aan Sidon toebehoort, en woon daar. Zie, Ik heb daar een weduwvrouw geboden om u te onderhouden. 10 Vervolgens stond hij op en ging naar Zarfath.