• No results found

Eindopdracht Strategisch Onderzoek & Implementatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Eindopdracht Strategisch Onderzoek & Implementatie"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindopdracht Strategisch Onderzoek & Implementatie

Strategisch Onderzoek & Implementatie is de laatste module voor de leergang Bedrijfskunde of Bedrijfskunde in de Zorg. Je kunt het zien als een soort masterproof: de opgedane kennis en ervaring vanuit de opleiding (in relatie tot de praktijk, jouw praktijk) gebruik je om te laten zien dat je als bedrijfskundige in staat bent om een probleem, een uitdaging of complicatie in je organisatie te onderzoeken en op te lossen.

1. Probleem of uitdaging

Vertrekpunt voor deze eindopdracht is een echt probleem (of uitdaging) in jouw organisatie. Het mag ook een andere organisatie zijn. Bij voorkeur heb je ook een echte opdrachtgever (er moet iemand hier van wakker liggen (figuurlijk)).

Het probleem is van hoogtactisch of strategisch niveau. Dit betekent dat voor het realiseren van de oplossing meestal één of meerdere jaren nodig is.

Het probleem moet een zekere complexiteit hebben, er moet tenslotte iets te onderzoeken zijn.

Meerdere bedrijfskundige disciplines zijn nodig om het probleem te onderzoeken en op te lossen.

Inperking van de opdracht: het probleem moet binnen een periode van twee tot drie maanden te onderzoeken en op te lossen zijn.

2. Aanpak

We werken in een scrumachtige aanpak naar een eindproduct.

De stappen (deelproducten) die je gaat maken zijn typerend voor het bedrijfskundig onderzoeksproces:

• Aanleiding – wat is het probleem en waarom is het een probleem?

• Huidige situatie – waarom en hoe is de organisatie in deze situatie terecht gekomen?

• Gewenste situatie – wat is de gewenste situatie zodat we onze prestaties kunnen realiseren?

• Verschillenanalyse – verschil tussen huidig en gewenst

• Ontwerpen en aantonen – hoe komen we in de gewenste situatie terecht?

(2)

Per deelproduct beschrijf je hoe je het gaat aanpakken, voer je onderzoek uit, beschrijf je de gevonden resultaten, bespreek je dit met je opdrachtgever, krijg je feedback van opdrachtgever, collega’s en medestudent(en) en reflecteer je zelf op het proces. Je werkt en rapporteert in deze vaste structuur per deelproduct.

Dringend advies: organiseer een aantal collega’s om je heen die met je meekijken en meewerken. Je kan informeel maar natuurlijk ook formeel samenwerken door er een werkgroep of projectgroep van te maken. Ze mogen ook echt meedoen, ook onderzoek uitvoeren, zolang jij maar de regie houdt.

3. Eindopdracht

Deelproduct 1 – Aanleiding

Je aanleiding bestaat uit vijf onderdelen.

A. Beschrijving organisatie

Je geeft een korte en relevante beschrijving van de organisatie met kwalitatieve en kwantitatieve informatie. Onderdeel hiervan is in ieder geval de missie, visie en strategische- of

bedrijfsdoelstellingen van de organisatie.

B. Context

De context beschrijf je aan de hand van macro-, meso- en micro-ontwikkelingen die relevant zijn voor de organisatie, maar vooral voor de onderhavige casus. Je zet hiermee het probleem in een breder perspectief neer.

C. Probleemstelling

Een goede probleemstelling is essentieel voor je onderzoek. Wat is hier aan de hand? Vanuit je context werk je naar een logische probleemstelling toe. Je probleemstelling kan je uiteindelijk kort en bondig formuleren in één of twee zinnen, als antwoord op de vragen wat is het probleem en waarom is het een probleem.

De probleemstelling krijgt een toelichting. Je beschrijft deze toelichting in termen van organisatieobjecten, prestaties en gedrag.

Bij organisatieobjecten moet je denken aan systemen, structuur, processen, strategie enzovoort.

Prestaties: welke prestaties zijn in het geding en moeten worden aangepakt? Gedrag: welke gedragselementen van betrokkenen spelen een rol en moeten worden aangepakt.

D. Doelstelling

Wat moet het onderzoek opleveren? Wanneer zijn we tevreden met het resultaat? Probeer dit zo SMART mogelijk te beschrijven.

E. Criteria oplossing

Aan welke criteria moet jouw oplossing of oplossingsrichtingen voldoen? Waar komen deze criteria vandaan? Hoe belangrijk zijn de individuele criteria (MoSCoW)?

(3)

Aanpak, Onderzoek en Resultaten zit al verwerkt in deze opdrachtstructuur.

Aanpak is voorgeschreven, Onderzoek vinden we vooral terug onder Beschrijving organisatie en Context, Resultaten vooral onder de onderdelen C, D en E.

Wat je nog moet toevoegen is F. Feedback

Hier beschrijf je welke je feedback je hebt ontvangen van je opdrachtgever, collega’s en mede-student(en).

en

G. Reflectie

Hier reflecteer je op het onderzoeks- en samenwerkingsproces met als resultaat een aantal inzichten die je verder helpen bij de volgende deelproducten.

Deelproduct 2 – Huidige situatie

Onderzoek de huidige situatie. Kijk meervoudig!

Denk hier bij voorbeeld aan vragen die hieronder in abstracte termen zijn geformuleerd:

• Wat is de ongunstige situatie?

• Hoe zijn we daarin terecht gekomen?

• Wat is de onvoldoende prestatie?

• Hoe wordt dit veroorzaakt?

• Hoe verhindert dit het bereiken van de bedrijfsdoelen?

Kijk hier ook weer naar organisatieobjecten, prestaties en gedrag en de samenhang hiertussen.

Wanneer we de huidige situatie onderzoeken, maken we daarbij gebruik van

a. Theoretisch onderzoek met modellen: welke modellen geven ons houvast om de huidige situatie in beeld te brengen, door welke brillen kunnen we op een gestructureerde manier naar de werkelijkheid kijken? Denk hierbij aan integrale en specifieke modellen. Je keuze(s) moet je kunnen onderbouwen.

b. Literatuuronderzoek: wat hebben andere onderzoekers en professionals in soortgelijke situaties hierover gevonden? Literatuur in de vorm van boeken, artikelen en onderzoeken helpen ons meer beeld te krijgen bij de situatie waarin we terecht zijn gekomen en de mogelijke oorzaken.

c. Veldonderzoek: interviewen, enquêteren of observeren. Verzamel de input van anderen om de bedrijfsspecifieke informatie scherp te krijgen. Haal informatie uit de verschillende lagen van de organisatie, maar ook van buiten naar binnen. Dus wat zeggen klanten, cliënten, patiënten of studenten hierover? Of collega-organisaties?

We verwachten geen academisch onderzoek, maar we verwachten wel dat je kunt onderbouwen waarom je tot betrouwbare en valide gegevens bent gekomen. Wetenschappelijke artikelen is mooi, maar meer populaire artikelen met een objectief karakter zijn ook toegestaan.

(4)

Hier komt nadrukkelijke de structuur terug van Aanpak, Onderzoek, Resultaten en Feedback en reflectie.

Hoe verwerk je je veldonderzoek?

In de bijlagen vinden we terug: halfvoorgestructureerde vragenlijst, topiclist, enquêteformulier of observatieformulier, interviewverslagen, overzicht enquêteresultaten enzovoort. In de hoofdtekst beschrijf je op een overzichtelijke manier wat het veldonderzoek aan gegevens en informatie heeft opgeleverd.

Deelproduct 3 – Gewenste situatie

Voor het in beeld brengen van de gewenste situatie maak je ook weer gebruik van de verschillende onderzoeksmethodieken. Daarbij kan het zijn dat je gebruik maakt van dezelfde theoretische modellen. Het kan ook zijn dat je een aantal mensen die je interviewt voor het in kaart brengen van de huidige situatie ook direct interviewt om input op te halen voor de gewenste situatie.

Ook hier weer: kijk naar naar organisatieobjecten, prestaties en gedrag en de samenhang hiertussen.

En maak gebruik van theoretisch onderzoek met modellen, literatuuronderzoek en veldonderzoek.

Deelproduct 4 – Verschillenanalyse

Je maakt een GAP-analyse tussen de Ist- en Soll-situatie. We moeten een beeld krijgen van de verschillen die moeten worden overbrugd om van de huidige in de gewenste situatie terecht te komen.

Deelproduct 5 – Ontwerpen en aantonen A. Aanbevelingen

Wanneer je weet wat de verschillen zijn tussen huidige en gewenste situatie, kan je ook in beeld brengen wat er moet gebeuren om in de gewenste situatie terecht te komen. We noemen dat aanbevelingen. Formuleer drie tot maximaal vijf aanbevelingen.

B. Activiteitenplanning

Beschrijf in termen van ‘wie, wat, wanneer’ welke activiteiten moeten worden ondernomen op de geformuleerde aanbevelingen te kunnen realiseren.

Deel je activiteitenplanning op in operationele (komende dagen en weken), tactische (komende maanden met een horizon van een jaar) en strategisch activiteiten (komende jaren). Maak voor iedere activiteit een duidelijke koppeling naar je aanbevelingen.

C. Veranderplan

Hoe gaan we er voor zorgen dat dit in deze organisatie ook echt gaat werken? Je aanbevelingen leiden altijd tot een verandering. Maak gebruik van je veranderkundige kennis (theorieën, concepten en modellen) om je plan te onderbouwen.

(5)

D. Financiële paragraaf

Bij ieder plan hoort altijd de vraag wat gaat het ons kosten en wat gaat het opleveren. Kosten koppel je zoveel mogelijk aan de activiteiten. Opbrengsten zijn bij voorkeur materiaal en dus uit te drukken in euro’s. Wanneer dat niet het geval is, moet je de immateriële resultaten kunnen benoemen en onderbouwen. Uiteindelijk moeten we een kosten-baten-afweging kunnen maken.

E. Aantonen

We maken een loop terug naar de probleemstelling. We moeten aantonen dat we met het uitvoeren van de aanbevelingen het probleem uit de probleemstelling kunnen oplossen: wanneer we de gewenste situatie kunnen realiseren, zal de prestatie weer goed zijn en daarmee bijdragen aan de bedrijfsdoelen.

4. Intervisie en feedback mede-studenten

In deze opdracht werk je samen met minimaal één andere student, bij voorkeur in een groep van drie of vier studenten. We werken samen vanuit het principe ‘samen uit, samen thuis’. Dat betekent dat je zoveel mogelijk werkt volgens een zelfde planning. Dat kan in praktijk soms lastig zijn, maar in voorkomende gevallen gaan we altijd op zoek naar een oplossing.

Na afronding van de deelproducten 1, 2, 3 en 5 (dus niet bij 4) stuur je elkaar je deelproduct toe, lees je het deelproduct en gebruik je het formulier ‘Feedback en verbetersuggesties’. Het verstrekte formulier neem je op je de bijlagen van jouw eindopdracht.

De student die het formulier ontvangt, waardeert de verbetersuggesties en neemt het ontvangen formulier (met eigen waardering) op in de bijlagen van de eindopdracht.

Het is aan te bevelen om dit formulier ook te gebruiken voor de opdrachtgever en collega’s. Mag, moet niet.

5. Vormgeving

Er geldt geen minimum of maximum pagina’s. Bedenk wel dat niemand een lijvig document wil lezen, dus probeer to-the-point te schrijven, het is geen legitimatie om een nieuw boek te schrijven.

Het eindproduct moet voorzien zijn van inhoudsopgave, managementsamenvatting, referentielijst en bijlagen (functioneel).

Let op het nummeren van pagina’s en hoofdstukken, subhoofdstukken en paragrafen.

Voor bronverwijzing gebruiken we bij voorkeur APA. We beoordelen op een adequate bronverwijzing, maar APA is op zich niet moeilijk, dus dat heeft wel de voorkeur.

6. Presentatie en eindassessment

Nadat je de eindopdracht hebt afgerond, lever je dit in via de inleverbibliotheek en stuur je een mail naar het BKOU-bureau. Je eindopdracht zal dan in behandeling worden genomen en worden

(6)

beoordeeld door twee assessoren. Wanneer de beoordeling positief is, wordt er een eindzitting gepland voor een presentatie en eindassessment.

Er wordt een datum en tijdstip afgestemd. De eindzitting vindt plaats op de locatie van de student, bij voorkeur in aanwezigheid van de opdrachtgever, eventuele bedrijfsbegeleider, collega’s en medestudenten. In voorkomende gevallen organiseren we dit op de locatie Domstad of online via Teams.

Tijdens de eindzitting geef je een korte presentatie hoe je van probleem naar een oplossing bent gekomen. Daarna krijg je de onvermijdelijk kritische vragen waarover we met elkaar in gesprek gaan.

De assessoren zullen daarna kort overleggen en de administratieve handelingen verrichten, waarna je een terugkoppeling krijgt over het eindproduct, presentatie en eindassessment.

7. Beoordeling

Het cijfer voor deze module wordt bepaald door het eindproduct, feedbackloop, presentatie en eindassessment.

Weging eindproduct: 75%

Weging presentatie en eindassessment: 25%

Weging feedbackloop: voldoet/voldoet niet

(7)

Bijlage 1: formulier Feedback en verbetersuggesties

Feedback en verbetersuggesties

Strategisch Onderzoek & Implementatie

Datum Klik of tik om tekst in te voeren.

Van student Klik of tik om tekst in te voeren.

Aan student Klik of tik om tekst in te voeren.

Tops algemeen (inhoud en vorm) Klik of tik om tekst in te voeren.

Verbetersuggesties

1 Klik of tik om tekst in te voeren.

2 Klik of tik om tekst in te voeren.

3 Klik of tik om tekst in te voeren.

Waardering verbetersuggesties 1 Waardering1

en motivatie

☐ 1 ☐ 2 ☐ 3 ☐ 4 ☐ 5 Klik of tik om tekst in te voeren.

2 Waardering en motivatie

☐ 1 ☐ 2 ☐ 3 ☐ 4 ☐ 5 Klik of tik om tekst in te voeren.

3 Waardering en motivatie

☐ 1 ☐ 2 ☐ 3 ☐ 4 ☐ 5 Klik of tik om tekst in te voeren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er zijn ouderen die geen seksueel leven meer heb- ben en zich daarbij neerleggen, maar er zijn ook ouderen die wel nog seksuele wensen hebben en zelf op zoek gaan naar oplossingen

Leg duidelijk uit, organiseer structuur, betrek leerlingen, laat hen oefenen en geef

Hoewel de directe impact van het gevoerde beleid nog verder moet onderzocht worden, is duidelijk dat (1) de taxshift verantwoordelijk is voor een substantieel deel van

We zien hierin ook een plus in de bevoegdheden van de gemeente om omwonenden die zelf minder mondig zijn te kunnen beschermen tegen dit soort overlast en andere soorten overlast

Vele vluchtelingen vonden nog geen onderdak, ten- ten blijken niet bestand tegen de stortbuien, kinderen kampen met bronchitis en longontste- king en er dreigt

Ik vind dat artsen en verplegers hun geweten moeten kunnen inroepen om niet te gehoorzamen aan die wet.'' Léonard is van mening dat de Belgische kerk meer tussenbeide moet komen in

Want Baert heeft ook begrip voor zijn artsen en hulpverleners: ‘Meneer

Hendriks runt sinds vijf jaar samen met een Niet meer meteen in soorten denken, zoals dat op de meeste opleidingen wordt gedoceerd, maar het beeld dat je wilt nauwkeurig